Het Duitste stadje Heidenau was dit weekend gedurende twee opeenvolgende nachten het decor voor schermutselingen tussen extreem-rechtse militanten en de ordetroepen. Buiten-parlementair extreem-rechts is sinds enige tijd aan een sterke opmars bezig in Duitsland. En geweld behoort tot het vast arsenaal van actiemiddelen.
Commentaar: De Duitse schrijver Sebastian Haffner biedt inzicht in deze massa-mentaliteit:
[I]n zijn reacties lijkt de psyche van de massa veel op de psyche van het kind. Men kan niet vaak genoeg de infantiliteit van de ideeën die de massa voeden en oppoken benadrukken. In de regel moeten echte ideeën gesimplificeerd worden tot het niveau van het begrip van een kind willen ze de massa moeten aanzetten tot historische acties. (Defying Hitler, p. 16)Holocaust 2.0: ultieme beslissingen van het geweten
Heidenau is een klein stadje in de buurt van Dresden. Dat is niet onbelangrijk, want Dresden is ook de stad waar afgelopen winter de grootste Pegida-betogingen plaatsvonden. In de nasleep van de aanslagen in Parijs wist Pegida in Dresden meer dan dertigduizend deelnemers te mobiliseren. De extreem-rechtse burgerbeweging verloor echter haar momentum nadat ondermeer een foto opdook waarin pegida-oprichter Lutz Bachmann zich uitdoste als Hitler - inclusief het typerende snorretje.
Het draagvlak dat Pegida had in Dresden zegt iets over het anti-migratiesentiment dat in Dresden en omgeving leeft. Het is een sentiment dat verder gecultiveerd en opgeklopt wordt door extreem-rechtse en neo-nazistische groeperingen in de regio. Opvallend was overigens dat de extreem-rechtse militanten die In Heidenau de confrontatie aangingen met de politie de door Pediga toegeëigende slogan "Wir sind das Volk" scandeerden. Zie bijvoorbeeld dit filmpje (omstreeks 5:30):
Onmiddellijke aanleiding voor de rellen in Heidenau, is de opening van een asielcentrum. De neo-nazistische groepen zien iedere opening van een asielcentrum als een aantasting van de Duitse integriteit en willen er alles aan doen om de opvang van vluchtelingen te bemoeilijken. Dat laatste kan vrij letterlijk genomen worden. Afgelopen nacht nog brandde een opvangcentrum in aanbouw haast volledig leeg in het stadje Weissach im Tal. Alles wijst erop dat het vuur werd aangestoken.
De incidenten in Heidenau en Weissach im Tal zijn verre van losstaande feiten. Eerder deze zomer vonden er reeds gewelddadige incidenten plaats tussen extreem-rechts en de ordediensten. Eind juli protesteerden militanten van de extreem-rechtse partij NDP tegen een door het Duitse Rode Kruis opgericht tentenkamp voor Syrische vluchtelingen in de omgeving van Dresden. Verscheidene medewerkers van het Rode Kruis werden toen belaagd.
75 doden
Het extreem-rechts geweld is aan een uiterst felle opmars bezig in gans Duitsland en eigenlijk zijn de straatrellen van de afgelopen weken nog de meest onschuldige manifestatie van dat geweld. Het zwaardere geweld blijft, paradoxaal genoeg, vaak onder de radar van de (inter)nationale media.
In de eerste helft van het jaar 2015, werden 202 aanvallen opgetekend die gericht waren tegen vluchtelingencentra. In 2014 waren er in totaal 198 aanvallen. In de meeste gevallen betrof het brandstichtingen, maar er vonden ook fysieke aanvallen tegenover bewoners van vluchtelingen- en asielcentra plaats.
Maar neo-nazistische groepen richtten hun geweld niet enkel tegen nieuwkomers. Ook politieke opponenten ontsnappen er niet aan. Een tiental dagen geleden brandde de boerderij af van Horst en Birgit Lohmeyer. Ze woonden in het plaatsje Jamel, dat bekend staat om de sterke aanwezigheid van neo-nazistische groepen. Het koppel ageerde daartegen door ondermeer een muziekfestival te organiseren dat democratie en tolerantie moest promoten.
In juli explodeerde de auto van Michaël Richter, politicus voor Die Linke in de deelstaat Saksen. Richter ontving reeds enige tijd bedreigingen vanuit extreem-rechtse hoek omwille van zijn pro-vluchtelingen standpunt. Richter had de komst van een vluchtelingencentrum in het naburige stadje Freital verdedigd, en dat was er klaarblijkelijk teveel aan. Hij kwam er gelukkig met de schrik van af.
Maar dat kan niet van iedereen gezegd worden. Uit een recente analyse van politie-data door de Duitse inlichtingendiensten blijkt dat er sinds het begin van de jaren negentig 75 doden en 145 gewonden toe te schrijven vallen aan extreem-rechts geweld. Vaak werd het politieke motief van die moorden miskend door de speurders, of met opzet verborgen door de daders.
Commentaar: Waarschijnlijk ligt het werkelijke aantal nog (veel) hoger.
Het meeste beruchte geval in dit verband zijn de aanslagen van Nationaal-Socialistische Ondergrondse. Tussen 2000 en 2007 pleegde deze terreurgroep minsten tien moorden. Voornamelijk Duitsers van Turkse origine waren hun doelwit. Het alledaagse racisme onder de politiediensten maakte de speurders echter blind voor de mogelijk politieke motieven achter de moorden. Want net omdat de slachtoffers vaak van Turkse origine waren, gingen de politiediensten er verkeerdelijk van uit dat het om criminele afrekeningen ging.
Het was mede daarom dat de Duitse overheid een groot aantal politie-data liet onderzoeken. Via die analyse werden vijftien nieuwe moorden gelinkt aan de operaties van extreem-rechts. Van de daders is er voorlopig geen spoor.
Commentaar: Dit schreef Sebastian Haffner in Defying Hitler en wat vandaag de dag nog steeds even actueel en treffend is.