Afbeelding
© Thinkstock
In een collectie van 3000 manuscripten uit het Midden-Oosten, die in de jaren 1920 werden verworven door de Universiteit van Birmingham, werden vier pagina's uit de Koran in oud Arabisch schrift gevonden. Het document, dat ervoor kan zorgen dat de geschiedenis van de islam moet herschreven worden, veroorzaakt een verhit wetenschappelijk debat.

De tekst werd ontdekt door een doctoraatsstudent in een andere, meer recente versie van het heilige boek. Vooraanstaande academici van de universiteit van Oxford beweren dat het document volgens koolstofdatering ergens tussen 568 en 645 moet geschreven zijn. Die vaststelling kan een grote invloed hebben op de hedendaagse kennis over de manier waarop de Koran totstandkwam.

Volgens de klassieke overlevering kreeg Mohammed de goddelijke inzichten die de basis van de Koran vormen tussen 610 en 632, het jaar van zijn overlijden. Tot nu werd steeds aangenomen dat de teksten van het islamitisch geloof pas rond 650 te boek werden gesteld. De koolstofdatering maakt het echter plausibel dat er al een tekst van de Koran circuleerde tijdens Mohammeds leven, mogelijk al tijdens zijn kindertijd of zelfs voor zijn geboorte.

Dr. Keith Small, een expert in Koranteksten aan de Universiteit van Oxford, vertelde aan The Times: "deze bevinding ondersteunt randtheorieën over de oorsprong van de Koran, zoals het idee dat Mohammed en zijn vroege volgelingen een tekst gebruikten die al bestond en deze aangepast hebben om hun eigen politieke en theologische agenda te dienen, eerder dan Mohammed die een revelatie uit de hemel krijgt." Een dergelijke vaststelling zou de geschiedenis van de Koran grondig herschrijven en de fundamentalistische vertakkingen van het geloof ernstig op de proef stellen.

Maar de veronderstelling dat het uittreksel deel uitmaakt van één van de oudste Korans ter wereld - en mogelijk dateert uit de periode dat de profeet Mohammed leefde (algemeen aangenomen tussen 570 en 632), wordt sterk ter discussie gesteld door andere geleerden.

Deze wijzen erop dat de koolstofdatering tegengesproken wordt door ander bewijs. De taal waarin het document is opgesteld, is volgens hen typisch voor de tweede helft van de zevende eeuw. Dat sluit beter aan bij de klassieke theorie over de ontwikkeling van de Koran. Het gebruik van tekens die de uitspraak van medeklinkers aangeven en de onderverdeling in verzen, zouden er onder andere op wijzen dat het om een meer recente versie van de heilige schrift gaat. Een bijkomende kritiek is dat de koolstofdatering werd uitgevoerd op het perkament en niet op de gebruikte inkt. Perkament was destijds immers zo duur dat het gebruikelijk was om de oude tekst eraf te wassen en te vervangen door een nieuwe. Volgens Dr. Abbas Tashkandi van de Al-Furqan Islamic Heritage Foundation kan het gebruikte perkament oud zijn, maar de inkt recenter. Volgens professor David Thomas van de Universiteit van Birmingham is het echter waarschijnlijk dat het stuk perkament speciaal werd geprepareerd voor de Koran waaruit het uittreksel afkomstig is en dus snel na de slachting van de dieren werd beschreven.

Het document zal volgende maand drie weken tentoongesteld worden.