Voorgevel van de Russische Centrale Bank
Centrale Bank van Rusland
Tien advocaten hebben betoogd dat de inbeslagname rechtmatig zou zijn vanwege het conflict in Oekraïne

Een groep van zelfbenoemde "ervaren advocaten en beoefenaars van het internationale publiekrecht" heeft gepleit voor de inbeslagname van Russische overheidsgelden die momenteel door de VS en zijn bondgenoten zijn bevroren, en stelt dat dit de gepaste reactie zou zijn op het "onrechtmatige gedrag" van Moskou jegens Oekraïne.

Circa 260 miljard euro (280 miljard dollar) aan Russische overheidsfondsen werd in 2022 door de Groep van Zeven bevroren. Groot-Brittannië en de VS hebben onlangs geëist dat deze fondsen in beslag worden genomen om de regering in Kiev te financieren.

Bloomberg wist de hand te leggen op de brief waarin de "experts" - uit Groot-Brittannië, de VS, België, Frankrijk, Duitsland, Japan en Nederland - hun zaak aan de G7 voorleggen.

"Na rijp beraad over deze kwestie zijn we tot de conclusie gekomen, dat het volgens het internationaal recht geoorloofd is dat staten die tegoeden van de Russische staat hebben bevroren aanvullende tegenmaatregelen tegen Rusland nemen, gezien de voortdurende schending van de meest fundamentele regels van het internationaal recht," aldus de ondertekenaars.

Zij stellen dat Russische staatseigendommen in beslag kunnen worden genomen "als compensatie voor de schade die het directe gevolg is van het onrechtmatige gedrag van Rusland," dat zij omschrijven als een "invasie" en "bezetting" van delen van Oekraïne.

De regels die Moskou zou hebben geschonden "zijn essentieel voor het fundament waarop de hele op regels gebaseerde orde is opgebouwd," aldus de brief. De groep stelt verder dat de westerse sancties en bevriezing van Russische tegoeden "rechtmatige tegenmaatregelen" waren, maar dat elke vergelding door Moskou illegaal en onrechtmatig zou zijn.

Volgens de brief die door Bloomberg openbaar werd gemaakt, bestaat de groep uit de professoren Olivier Corten en Pierre Klein van de Université libre de Bruxelles, België; Shotaro Hamamoto van de Kyoto Universiteit in Japan; Philippe Sands van het University College in Londen; Hélène Ruiz Fabri van de Sorbonne Law School in Parijs; Nico Schrijver Grotius van de Universiteit Leiden in Nederland; Christian J. Tams van de Universiteit van Glasgow in Groot-Brittannië; en Harold Hongju Koh van de Yale Law School in de VS. Ook de Britse advocaat Paul Reichler en Philip Zelikow, senior fellow aan het Hoover Institution van de Stanford University in de VS, behoren tot de ondertekenaars.

Koh "vertegenwoordigt Oekraïne voor bepaalde internationale tribunalen," heeft de groep bekendgemaakt. Hij was juridisch adviseur van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken tijdens de regering-Obama. Zelikow is een voormalig beroepsdiplomaat die als "strategisch adviseur" heeft gewerkt voor de huidige Amerikaanse regering. Klein was afgelopen december de hoofdspreker op een pro-Oekraïne webinar over de inbeslagname van de Russische tegoeden.

Zo'n tweederde van de bevroren Russische tegoeden bevindt zich in de EU, wiens leden terughoudend zijn om tot inbeslagname over te gaan uit vrees dat dit een gevaarlijk precedent zou kunnen scheppen en de reputatie en stabiliteit van de euro zou kunnen schaden.

Moskou heeft de rechtmatigheid van de westerse sancties en bevriezing van tegoeden aangevochten. Eerder deze maand waarschuwde het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken de VS en hun bondgenoten dat ze hen als "dieven" zouden beschouwen en met "zeer harde" tegenmaatregelen zouden reageren indien tot inbeslagname van de fondsen wordt overgegaan.

Zie: https://www.rt.com/news/592958-g7-russian-assets-scholars/