biden
© Joe Raedle/Getty ImagesAmerikaanse president Joe Biden
De westerse politiek wordt bepaald door een conflict dat altijd ongemakkelijk en soms tenenkrommend is. Aan de ene kant lopen onze leiders over van luidruchtige passie en waarschuwen dat de dagen van vrede voorbij zijn en dat we ons nu moeten voorbereiden op een totale generatieoorlog. Aan de andere kant is het overduidelijk dat het niemand iets kan schelen. In heel Europa en Amerika sporen politici hun bevolking nu openlijk aan tot rechtschapen patriottisme en tot het beantwoorden van de roep om plichtsbetrachting, maar het lijkt erop dat ze met dit alles helemaal niets bereiken: onze legers slinken door een gebrek aan rekruten, uit peilingen blijkt dat er een overweldigende desinteresse heerst voor wat betreft het vechten voor koning en vaderland, en vooral de jongeren tonen zich totaal onberoerd. Zelfs in het belegerde Oekraïne kiezen jonge mannen ervoor om de dienstplicht te ontlopen en in plaats daarvan lekker te gaan stappen.

Hoe heeft het zover kunnen komen? De meeste "analyses" beginnen en eindigen met wat gefrustreerd gewauwel over het morele verval van de jeugd. Maar dit verklaart niet veel. Aan het eind van de 19e eeuw was er sprake van talloze klachten over de trieste toestand van de jeugd - maar dat vertaalde zich niet in een maatschappelijk gebrek aan patriottisme en desinteresse om het eigen land te verdedigen.

Misschien hebben we wat meer aan het model van de Britse historicus Arnold Toynbee, wiens levenswerk de levenscyclus van menselijke rijken in kaart bracht. Eén concept is in dit verband met name van belang: de idee van het interne proletariaat, een groep mensen die de neiging heeft in aantal toe te nemen wanneer rijken beginnen te stagneren en af te brokkelen.

Het interne proletariaat is geen marxistische aanduiding (zowel Marx als Toynbee ontleenden het woord "proletariaat" aan het Romeinse proletarii, de naam van de armste klasse van stedelingen). In Toynbee's model, ontwikkeld in zijn 12-delige Study of History, duidt het op een groep burgers die binnen een rijk leven, maar er om verschillende structurele redenen niet langer van profiteren - en dus waarschijnlijk niet snel ter verdediging zullen schieten. Dit is tenslotte wat er in Rome gebeurde: toen het rijk in verval raakte en het verval van de op slavernij gebaseerde economie toesloeg, zorgde een combinatie van hoge belastingen en pijnlijke tekorten aan arbeidskrachten ervoor dat het Romeinse burgerschap eerder als een juk dan als een voorrecht werd ervaren. Toen de barbaren eenmaal kwamen, waren velen niet geneigd om veel weerstand te bieden; en waarom zouden ze ook?

Een duidelijker voorbeeld vinden we in de annalen van het Azteekse rijk, dat een groot aantal volkeren en stammen had onderworpen. Toen Hernán Cortés het ten val bracht, deed hij dat door een coalitie van ontevreden onderdanen aan te voeren voor wie de Azteekse heerschappij weinig voordelen met zich meebracht. Met andere woorden, zijn leger bestond uit interne proletariërs: mensen die meer verloren dan gewonnen hadden bij het voortbestaan van het rijk, ook al maakten ze er formeel deel van uit.

Waarom is dit, meer dan 500 jaar later, nog relevant? Denk eens aan de recente stemming over buitenlandse hulp in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Dit veroorzaakte heel wat verbittering bij Amerikaans rechts, en met een goede reden: de voorzitter, Mike Johnson, overtrad de regels van zijn eigen partij om een wetsvoorstel voor buitenlandse hulp aan te nemen met de hulp van de Democraten, ook al was meer dan de helft van zijn eigen partij tegen.

Laten we niet vergeten dat velen geloven dat Amerika afstevent op een faillissement. Het tekort is gigantisch, de staatsschuld explodeert en onder dit alles ligt het ondergerapporteerde maar werkelijk oogverblindende cijfer van 175 miljard dollar, wat de Amerikaanse schatkist verwacht nodig te hebben om het sociale vangnet te financieren. En wat doet de Amerikaanse politieke klasse met het oog op deze dreigende fiscale ramp? Ze lenen letterlijk geld om naar Oekraïne en Israël te sturen - een zet die in de zakenwereld als 'asset stripping' zou worden beschouwd. Gewone Amerikaanse kiezers beginnen ongetwijfeld te voelen wat de aangeslagen Romeinen ervaarden: het rijk werkt niet langer voor hen.

Vroeger zouden dergelijke maatregelen gerechtvaardigd worden met mooie woorden over vrijheid en democratie, maar dergelijke retoriek overtuigt niet langer. Amerikanen, net als westerlingen in het algemeen, haken af en weigeren hun "plicht" te doen tegenover heersers die ogenschijnlijk geen enkele zin hebben om hen iets terug te geven. De eeuwen verstrijken, maar deze fundamentele sociale dynamiek is vandaag de dag nog net zo waar als in de oude wereld: hoe minder waardevol burgerschap wordt, hoe minder mensen bereid zijn om daarvoor op te komen en te vechten.

Wat deze situatie tegenwoordig zo hardnekkig maakt, is dat onze politieke elites zichzelf min of meer immuun hebben gemaakt voor de negatieve gevolgen van hun eigen beleid. Ze verontschuldigen zich niet voor fouten en nemen er evenmin verantwoordelijkheid voor. Om maar één voorbeeld te noemen: de oorlog tegen Oekraïne zou snel gewonnen worden en degenen die waarschuwden voor de negatieve economische gevolgen van de invoering van sancties werden belachelijk gemaakt en gemarginaliseerd. Meer dan twee jaar later richten deze maatregelen een ravage aan onder gewone mensen en toch is er schijnbaar geen enkel berouw te ontwaren van de kant van degenen die er naast zaten - alleen maar meer oproepen aan het plebs om meer op te offeren.

Natuurlijk is het verre van waar om te stellen dat de Oekraïense oorlog op de een of andere manier uniek is: van de oorlog in Irak, die de Verenigde Staten enorme hoeveelheden bloed, zweet en schatten heeft gekost, wordt nu algemeen erkend dat die gebaseerd was op leugens en verkeerde informatie, en toch werden er maar weinigen gestraft. Hetzelfde gebeurde na de grote financiële crisis van 2008. Gebrek aan het afleggen van verantwoording is inmiddels endemisch geworden.

We bevinden ons dan ook in een situatie die veel weg heeft van een historisch precedent: Een geïsoleerde, wereldvreemde heersende klasse die beschermd wordt tegen de nadelige gevolgen van haar eigen beleid en een bevolking die zich nukkig terugtrekt uit de publieke dienstverlening en zowel mentaal als fysiek "afhaakt."

Omdat het al zo vaak gebeurd is, is het geen groot mysterie wat er daarna gebeurt: op een gegeven moment komt er weer een nieuwe crisis, een die de elites gewoon niet kunnen beheersen zonder de actieve steun van de mensen over wie ze heersen, om er vervolgens achter te komen dat die steun uitblijft. De verschrikkelijke revolutionaire jaren waaronder Mexico leed na de schijnverkiezingen van 1910 vormen één voorbeeld van waar deze dynamiek uiteindelijk toe kan leiden.

In een ander dramatisch voorbeeld van deze dynamiek trad Alexis de Toqueville begin 1848 op de voorgrond om zijn mede-Fransen te waarschuwen dat ze allemaal "op een vulkaan aan het slapen waren." Zelfs toen de onmiskenbare revolutionaire activiteit was gestopt, gaf de manier waarop verbittering, ontevredenheid en verlies van vertrouwen in koning Lodewijk Filips I zich over de hele Franse samenleving hadden verspreid, volgens de Toqueville, aan dat de boel elk moment kon ontploffen. En een half jaar later gebeurde dat ook: niet alleen in Frankrijk, maar in het overgrote deel van Europa.

Natuurlijk is het altijd een hachelijke zaak om te proberen de specifieke crisis te voorspellen die de zaken op scherp zal zetten - in zijn geval kon De Toqueville nauwelijks weten dat een paar tamelijk onbeduidende politieke feestelijkheden uiteindelijk Frankrijk in vuur en vlam zouden zetten - maar als het kruit eenmaal tot aan het plafond opgestapeld is, is er maar één vonkje nodig. Vandaag de dag, net als in de tijd van De Toqueville, putten velen nog steeds enige troost uit het feit dat mensen, hoe ontevreden ze ook zijn, 'gewoon' rond de keukentafel zitten te mopperen. Maar dat gevoel van veiligheid is op zijn best illusoir.

Overlevenden van tsunami's wijzen erop dat voordat de golf daadwerkelijk neerstort, het water zich op spectaculaire wijze van de kust terugtrekt. En als dat eenmaal gebeurt, heeft men weinig tijd om weg te rennen. Voor menselijke samenlevingen die een periode van chaos ingaan, laat de geschiedenis een vergelijkbare dynamiek zien: een toenemend aantal burgers kiest ervoor om zich terug te trekken. Ze zijn niet meer dienstbaar en zorgzaam; ze worden nors, werken niet meer mee en zijn niet meer geïnteresseerd om de samenleving te helpen. Dit is geen kwestie van moraal, noch een situatie die wordt geholpen door de jongeren de schuld te geven. In plaats daarvan is de terugtrekking van de mensen, net als de terugtrekking van het water voor de kustlijn, een teken dat er een tsunami aankomt.

Zie: https://unherd.com/2024/04/why-the-west-will-refuse-to-fight/