Afbeelding
Een bioscoopkaartje voor kinderen, een OV-abonnement voor ouderen en een aanvullende verzekering voor Amsterdammers met een laag inkomen: de gemeente heeft tal van extraatjes in petto voor de minima. In het aanvalsplan armoede komt SP-wethouder Arjan Vliegenthart met een waslijst aan maatregelen om mensen met een kleine beurs een steuntje in de rug te geven.
Mensen moeten naar de bibliotheek en naar het museum kunnen gaan, ondanks hun smalle beurs.

Amsterdam trekt deze collegeperiode per jaar 20 miljoen euro extra uit voor het armoedebeleid. Daarbij is het uitgangspunt dat 'iedereen moet kunnen meedoen'. Een op de vijf Amsterdammers leeft in armoede, maar Vliegenthart vindt het onacceptabel dat deze mensen aan de kant blijven staan. 'Mensen moeten naar de bibliotheek en naar het museum kunnen gaan, ondanks hun smalle beurs', vindt Vliegenthart.

Al eerder werd aangekondigd dat de armoedegrens voor alle Amsterdammers wordt verhoogd naar 120% van het sociaal wettelijk minimum. Dit betekent dat ook werkenden die weinig verdienen aanspraak kunnen maken op armoederegelingen. Daarbij is extra aandacht voor kinderen. Zo kunnen zij met hun Stadspas naar de bioscoop, festivals of het Muiderslot. Ook voor lidmaatschap van een sportvereniging of muziekles wordt geld beschikbaar gesteld.

Gezondere levensstijl

De gemeente gaat laptops verstrekken aan kinderen met arme ouders. Ook start een proef met gratis kinderopvang voor ouders met een taalachterstand, zodat hun kinderen beter Nederlands leren, en voor ouders die in een re-integratietraject zitten.

Om te voorkomen dat mensen in de problemen komen door schulden neemt Vliegenthart meerdere maatregelen. Zo kunnen ze een beroep doen op budgetconsultants, een cursus financiële administratie volgen en een rekentool gebruiken waarmee ze kunnen zien wat ze te besteden hebben. Ook wil de gemeente duidelijkere informatie geven over alle regelingen waarvan arme mensen gebruik kunnen maken. Nog te vaak weten ze niet waar ze allemaal recht op hebben.

Amsterdam gaat ook een gezondere levensstijl bevorderen. Zo komen er door de gemeente bekostigde programma's om te stoppen met roken en worden sportactiviteiten ondersteund. In pakketten van de Voedselbank moet bovendien meer groente en fruit komen.


Commentaar: De controle die de gemeente Amsterdam hiermee kan uitoefenen over gezinnen met weinig financiële middelen is schrikbarend.


Voedselbanken groeien, maar niet in Amsterdam

In 2014 zijn Nederlandse voedselbanken flink gegroeid. De Amsterdamse afdeling is echter 'behoorlijk gestabiliseerd'.

Dat zegt woordvoerder Ellie Goemans van de Voedselbank Amsterdam in een reactie. 'In de periode 2013 tot 2014 zijn we een beetje gegroeid, maar op dit moment blijft het aantal wekelijks uitgedeelde pakketten gelijk.' Iedere week krijgen volgens Goemans 1.900 Amsterdamse huishoudens een voedselpakket van de Voedselbank.

In 2014 klopten in totaal 94.000 mensen aan bij een van de 157 voedselbanken in Nederland. Het aantal mensen steeg daarmee met 11 procent ten opzichte van 2013. Het zijn vooral alleenstaanden en eenoudergezinnen die naar de voedselbank gaan. Afgelopen jaar was ruim 40 procent van de gebruikers jonger dan 18 jaar, het gaat dus om zo'n 37.600 kinderen.


Commentaar: In een welvarend land als Nederland? Schande!


180 euro per maand

In het noordoosten van Nederland maken de meeste huishoudens gebruik van een van de negentig uitgiftepunten daar, namelijk ruim 7.000. Dat wil volgens een woordvoerster van Voedselbanken Nederland overigens niet zeggen dat daar dus automatisch de meeste armoede is. 'Het kan zijn dat er meer uitgiftepunten zijn bijgekomen het afgelopen jaar, dat er meer bekendheid is of dat mensen over hun aanvankelijke schaamte heenstappen. Want dat is voor veel mensen een grote drempel om bij ons aan te kloppen', aldus een woordvoerster van Voedselbanken Nederland.


Commentaar: Oost-Groningen is een van de armste gebieden van Nederland. Opvallend dat deze woordvoerster daar niet van op de hoogte is.


Om in aanmerking te kunnen komen voor een voedselpakket, moet iemand minder dan 180 euro per maand hebben voor één volwassene. Daar wordt 60 euro bij opgeteld voor elke extra volwassene en 50 euro voor een kind, jonger dan 18 jaar.