Hoofdstuk 9: Het raadsel van soortvorming
We besloten Hoofdstuk 7 "Andere levensexplosies" met de volgende stelling: het bovenstaande suggereert dat grote komeetinslagen niet alleen destructief zijn door de vernietiging van verouderde levensvormen tijdens massa-extincties, maar ook creatieve aspecten vertonen door de introductie van meer uitgebreide levensvormen. De vraag is echter wat het mechanisme is dat achter deze plotselinge levensexplosies schuilgaat.
Verrassend genoeg trok deze bijzonderheid lange tijd niet veel aandacht van de wetenschappelijke gemeenschap:
[...] de uitsterving van de dinosauriërs en vele andere diergroepen op de Krijt - Paleogeengrens was de laatste van de zes grote massa-extincties die rond 1960 op basis van het fossielenbestand werd vastgesteld; de eerdere waren (in chronologische volgorde) nabij of aan het einde van het Cambrium, het Ordovicium, het Devoon, het Perm en het Trias. Slechts enkele evolutiebiologen of paleontologen (onderzoekers van fossielen) zagen echter enige reden om te denken dat voor deze gebeurtenissen een speciale verklaring nodig was. Tegen die tijd was de Moderne Synthese, een combinatie van traditioneel Darwinisme en populatiegenetica, het overheersende evolutionaire denkmodel geworden en men geloofde dat de hele loop van het leven op aarde verklaard kon worden door het mechanisme van adaptieve mutatie. [1]Darwinisten pogen te verklaren dat evolutionaire sprongen plaatsvinden door het vrijkomen van ecologische niches, waardoor nieuwe soorten kunnen ontstaan. Dit theoretische proces wordt adaptieve radiatie[2] genoemd. Volgens deze theorie maakt de bevrijding van concurrentie, veroorzaakt door massa-uitstervingen, volgende evolutionaire sprongen mogelijk.
Commentaar: Lees ook:
Massa-Extincties, Evolutionaire Sprongen en Virale Informatie