Halverwege de 19e eeuw raakte het Britse Rijk verzeild in wat tegenwoordig een "public relations crisis" zou worden genoemd.
Invloedrijke binnenlandse stemmen uitten op ethische gronden kritiek op het industriële systeem en de wereldwijde overheersing, met name de kunstcriticus John Ruskin.
Hij schreef dat het enige dat hij in het hart van wat een grote beschaving zou zijn had aangetroffen, was "krankzinnige religie, verloederde kunst, genadeloze oorlog, naargeestig gezwoeg, weerzinwekkende pleziertjes, en ijdele of verachtelijke hoop."[1]
Het gebrek aan publieke steun voor het rijk in eigen land door de golf van "Little Englander"-sympathieën, dreigde ook invloed te hebben op de manier waarop de activiteiten van Groot-Brittannië in het buitenland werden beschouwd.
Carroll Quigley schrijft dat het succes van het Britse rijk deels te danken was aan "zijn vermogen om zich aan de wereld te presenteren als de verdediger van de vrijheden en rechten van kleine naties en van diverse sociale en religieuze groepen."[2].
Daarom werd besloten, door een machtige groep rond Cecil Rhodes en Lord Milner, samen met aristocraten als Lord Esher, Lord Rothschild en Lord Balfour[3], om de vorm en het aanzien van de economische invloedssfeer van Groot-Brittannië te herzien.
Geleidelijk aan werden de bezittingen van de Kroon aangemoedigd om zogenaamd onafhankelijke naties te worden, ofschoon ze duidelijk onder controle van Groot-Brittannië bleven staan, en uiteindelijk, na de Tweede Wereldoorlog, werd Het Rijk omgedoopt tot " Het Gemenebest", waarvan de huidige vlag bovenaan deze pagina te zien is.
In haar voorwoord bij een zeer handige verzameling van verklaringen van het Gemenebest uit 2019, schrijft de huidige secretaris-generaal van het Gemenebest, Patricia Scotland[4]:
De Verklaring van Londen van 1949 markeert de opening van een nieuwe beweging die de vertrouwde harmonie handhaaft, maar deze ontwikkelt op manieren die nooit eerder werden uitgeprobeerd - de transformatie van een rijk in een wederzijds ondersteunende familie van naties en volkeren. Het was deze korte maar visionaire verklaring die de basis vormde voor het Gemenebest dat wij heden ten dage kennen"Vandaag de dag zijn we zeer vertrouwd met de dubbelhartige taal van macht, die voortdurend wordt gebruikt om de onverteerbare waarheid voor het publiek te verbergen.
Of het nu gaat om groenwassen door bedrijven, oorlogszuchtige "humanitaire interventies" of censuur vermomd als "fact-checking", dit cynische misbruik van woorden is de satire van George Orwells leugenachtige Ministerie van Waarheid allang ontstegen.
Inmiddels betreft dit een wereldwijd fenomeen, maar Groot-Brittannië kan met trots terugkijken op zijn leidende rol in de ontwikkeling van dit frauduleuze met gespleten tong spreken.
De zelfverklaarde toewijding van het Britse Rijk aan "de bescherming en vooruitgang van de inheemse rassen" [5] weerhield het er niet van om in 1919 in Amritsar het vuur te openen op ongewapende Indiase onafhankelijkheidsbetogers die Gandhi steunden, waarbij 379 mensen om het leven kwamen, [6] of om massamoord, marteling en concentratiekampen te gebruiken om de anti-imperialistische Mau Mau opstand in Kenia tussen 1948 en 1955 neer te slaan.
De zelfingenomen verdediger van de wereldwijde vrijheid aanvaardde de opkomst van Hitler-Duitsland, veroordeelde (in het openbaar) en tolereerde (in het geheim) tegelijkertijd Mussolini's invasie van Ethiopië in 1935 en deed er alles aan om het verzet tegen Franco's extreem-rechtse staatsgreep in Spanje in 1936 te belemmeren, ondanks de overweldigende steun van het eigen publiek voor de andere kant.
"De houding van Groot-Brittannië was zo doortrapt dat ze nauwelijks te ontwarren valt,"[7] schrijft Quigley over deze periode. "De motieven van de regering waren duidelijk niet dezelfde als de motieven van het volk, en in geen enkel land zijn geheimhouding en anonimiteit zo ver doorgevoerd of zo goed bewaard gebleven als in Groot-Brittannië."[8]
In de ruim 70 jaar van zijn bestaan heeft het Gemenebest deze officiële praktijk van manipulatief en deugd signalerend taalgebruik met trots voortgezet.
Commentaar: Zoals Wikipedia erkent, was de zwarte rat waarschijnlijk niet verantwoordelijk voor de pestuitbraken: Voor nader inzicht omtrent de waarschijnlijke oorsprong van de Zwarte Dood, zie SOTTs: