Vera Biron / Dostoevsky Museum
© Vera Biron / Dostoevsky Museum
"In alle gevallen willen mensen wis en waarachtig geen einde aan leed. Ze hebben behoefte aan uitdagingen teneinde de vervoering van overwinning te voelen, schuldgevoel over hun daden om kans te maken op verlossing en de mogelijkheid tot afwijzing en haat om zo elk gevoel van diepe liefde te ondervinden."

Inleiding
"Plato, Rousseau, Fourier, aluminium zuilen - dat alles is slechts geschikt voor de huismus, niet voor de menselijke samenleving. Maar aangezien de toekomstige vorm op dit ogenblik nodig is, wanneer we eindelijk bereid zijn om actie te ondernemen teneinde elke verdere gedachte over dit onderwerp te voorkomen. Ik stel mijn eigen systeem van de organisatie van de wereld voor. Hier heb je het dan!", zei hij terwijl hij op zijn schrift klopte. "Ik wilde zo min mogelijk uitweiden over mijn boek op deze bijeenkomst, maar ik zie in dat het noodzakelijk is om heel wat verbale verduidelijking te verstrekken, derhalve neemt mijn gehele toelichting op zijn minst tien avonden in beslag, overeenkomend met het aantal hoofdstukken in mijn boek." (Men hoorde meer gelach.) Bovendien moet ik van tevoren verklaren dat mijn systeem nog niet compleet is." (Opnieuw gelach). Ik raakte verloren in mijn eigen data en mijn conclusie spreekt de aanvankelijke stelling waaruit ik ben gestart, tegen. Beginnend met onbeperkte vrijheid eindig ik met grenzeloos despotisme. Ik moet er echter aan toevoegen dat er geen andere oplossing voor het sociale probleem bestaat, behalve die van mij." - Fjodor Dostojevski, Boze Geesten
In zijn groots, hetzij veel te lang boek weeft Russisch romanschrijver Fjodor Dostojevski een zwarte komedie over een groep radicalen die een kleine Russische stad willen overnemen als opstap naar een algemene revolutie. De meesten van hen praten verschillende platitudes na over hoe hun toekomstige utopie voor iedereen het beste zal zijn, en geven uiting aan universeel medeleven en sympathie voor de armen en bezitlozen. Maar hun persoonlijk gedrag bekrachtigt geen van deze zelfgenoegzaamheden. Tijdens hun vergaderingen zijn de radicalen ijdel, overschatten hun capaciteiten en streven er constant naar om elkaar te slim af te zijn. Ver verwijderd van het daadwerkelijk geloven in gelijkheid probeert iedere radicaal de anderen te overtreffen met hun gekunsteldheid om te laten zien hoe zorgzaam ze zijn of door het ontwikkelen van steeds radicalere "systemen" om hun vernuft te bewijzen. De parodie bereikt zijn crescendo met de intellectueel Shigalyov, die de onofficiële chef-filosoof van de groep is. Op hun bijeenkomst houdt hij een speech en geeft daarmee uiting aan zijn vermeend verlangen naar de perfecte maatschappij, maar geeft toe dat zijn aanvankelijk verlangen om onbeperkte vrijheid te bereiken eindigde met het oproepen tot "grenzeloos despotisme". Het blijkt dat Shigalyovs systeem, de enige "oplossing voor het sociale probleem" volgens hem, gaat om het wegnemen van alle vrijheid van 90 procent van de bevolking en het toedelen van de macht aan een kleine groep die alles zal organiseren. Geen beloning als u raadt uit wie deze groep zal bestaan die de massa zal leiden.

Ze worden geleid door Peter Stepanovich, die de ongeliefde zoon van een onaanzienlijk academicus is, die plaatselijk bekend is in het stadje. Stepanovich is charismatisch en manipulatief, en hitst revolutionair geweld constant aan. Tijdens een moment van zwakte geeft hij toe dat zijn doel uiteindelijk niet gaat om het teweegbrengen van een utopische maatschappij. Gedreven door wrok voor zijn vader en het gegoede leven dat hij belichaamt is Stepanovich uiteindelijk uit op macht en geweld. Hij en zijn volgers maskeren dergelijke demonische impulsen onder het mom van egalitaire clichés die plezierig en geleerd klinken en beweringen van invoelingsvermogen voor de wereld waarmee ze zich op de borst kunnen kloppen. Dostojevski vergelijkt deze progressieve radicalen ten slotte met varkens zoals beschreven in het Evangelie volgens Lucas, die bezeten raakten door demonen, een meer inrenden en verdronken. Dostojevski impliceerde dat de in het 19e-eeuws Rusland verspreide Satanische ideeën zouden leiden tot de verwoesting van hun volgelingen en vele andere slachtoffers. Velen beschouwen dit als een voorspelling, gezien wat er uiteindelijk gebeurde toen de Bolsjewieken de macht grepen.

Het Ontcijferen van Dostojevski's Kritiek

Wat Dostojevski's kritiek echt scherpzinnigheid geeft is dat hij weet waarover hij het heeft. Vroeg in zijn carrière flirtte de grootse romanschrijver met socialisme en andere soorten utopische politieke projecten. Zijn vroege roman Arme mensen overtreft Dickens op bepaalde punten in zijn intense afkeuring van een sociale orde die ellendige armoede toestaat te midden van overvloed. Maar Dostojevski gaf nooit veel om de persoonlijkheden van de socialistische en utopische radicalen, in het bijzonder hun veelvuldige nadruk op atheïsme en hun aanvallen op de orthodox-christelijke religie. Nadat hij gearresteerd was, bijna geëxecuteerd en naar Siberië gestuurd vanwege zijn radicale banden onderging hij een totale verandering van zienswijze. In plaats van zijn esthetische missie te beschouwen als een manier om de aandacht te vestigen op onnodig lijden in de wereld begon hij pijn op te vatten als een potentieel zuiverende ervaring. Nog duisterder wees hij naar hoe vele personen in werkelijkheid op diep niveau hunkeren naar lijden voor hunzelf of anderen, of het nu schuldgevoelens of wrok voor de wereld om hen heen betreft of simpelweg om krachtige emoties door te maken. De eerste roman van zijn grootste werken, Aantekeningen uit het Ondergrondse, beschrijft een zeer modern individu te midden van een existentiële crisis. De de titulaire ondergrondse man pijnigt zichzelf voortdurend, deels om wat gewicht aan zijn leven te geven, dat hij beziet als betekenisloos en komisch:
Ik ben een ziek man... Ik ben een rancuneus man. Ik ben een onaantrekkelijke man. Ik geloof dat mijn lever is aangetast. Ik weet echter helemaal niets over mijn ziekte en weet niet zeker wat er met me aan de hand is. Ik ga niet naar een dokter en ben nooit gegaan, hoewel ik respect heb voor de geneeskunde en dokters. Daarnaast ben ik extreem bijgelovig, genoeg om in ieder geval de geneeskunst te respecteren (Ik ben goed genoeg opgeleid om niet bijgelovig te zijn, maar ik ben bijgelovig). Nee, ik weiger om naar een dokter te gaan uit haatdragendheid. Dat zult u waarschijnlijk niet begrijpen. Welnu, ik begrijp het wel. Natuurlijk kan ik niet verklaren wie in dit geval ik precies probeer te beschamen door mijn haatdragendheid. Ik ben me er perfect bewust van dat ik geen geld kan uitgeven aan dokters als ik niet naar ze toega. Ik weet beter dan eenieder dat ik hierdoor alleen mezelf schade berokken en niemand anders. Maar toch ga ik uit haatdragendheid niet naar een dokter. Mijn lever is er slecht aan toe, welnu - laat het erger worden!
Dit thema duurt voort in Misdaad en Straf waar de anti-heldhaftige hoofdpersoon Raskolnikov beïnvloed wordt door een samenraapsel van moderne radicale ideeën en besluit een haatdragende bejaarde vrouw te vermoorden en haar geld af te nemen. Raskolnikov roept utilitaire doctrines aan over de noodzaak om zijn eigen lijden, dat van zijn familie en uiteindelijk alle mensen die hij van plan is om te helpen als hij het eenmaal voor elkaar heeft, te verlichten. De vrouw die hij vermoordde buitte de armen uit en werd in het algemeen veracht door iedereen, wat inhield dat haar dood weinig negatieve gevolgen had voor wie dan ook. Raskolnikov roept ook proto-opvattingen van Nietsche op over het zijn van een groots man met superieure intelligentie, wat hem gerechtvaardigd doet voelen om de benodigde stappen te nemen om zijn doelen te bereiken. Zo'n beetje als Napoleon die weinig problemen zag in het afnemen van levens van complete legers op weg naar de macht. Waarom zou Raskolnikov zich schuldig voelen vanwege het ontnemen van het leven van een kwaadaardige oude vrouw zonder wie de wereld beter af is? Net zoals in Boosaardige Geesten beargumenteert Dostojevski dat het allemaal niet zo simpel ligt. De schuld die hij ondervindt inzake zijn handelingen zorgt ervoor dat Raskolnikov niet in staat is om een verbintenis aan te gaan met zijn vrienden en familie - en belangrijker om oprecht te houden van de offerbare en diep spirituele Sonja. Hij probeert te voorkomen dat hij vanwege zijn misdaden wordt gegrepen, maar hem wordt steeds gezegd dat de enige manier waarop hij daadwerkelijk zijn diep lijden en omvangrijke schuld kan verlichten is om schuld te bekennen en straf te accepteren. Tot slot kiest hij ervoor om vrijwillig naar de gevangenis in Siberië te gaan - vergezeld door Sonja - geketend maar met de mogelijkheid tot verlossing die hem wordt voorgehouden.

Dostojevski's punt in al deze werken is dat de invloed van moderne radicale ideeën een corrosief effect heeft op de Russische samenleving. Het meest dramatische voorbeeld is de wijze waarop ze zowel vertrouwen in traditionele praktijken als religie ondermijnen, terwijl ze intelligente personen ertoe aanzetten om steeds verfoeilijker en meer vervormde ideologieën te omarmen wat immens bloedvergieten vereist om uit te voeren. In dit opzicht is Dostojevski's werk een krachtige reprise van het conservatieve argument dat de duldzame liberale moderniteit de stabiliteit van de wereld ondermijnt. Maar zijn positie gaat dieper dan de gebruikelijke traditionalistische kritiek. Dostovjevski beredeneert dat de pogingen van radicalen om een einde te maken aan lijden en een utopische samenleving teweeg te brengen - ook al wordt dit te goeder trouw uitgevoerd - geen intens besef hebben van de werkelijke drijfveren in het mensenhart. In alle gevallen willen mensen zowaar geen einde aan lijden en zullen zelfs pijn in hun leven binnenhalen simpelweg om maar iets te voelen. Ze hebben uitdagingen nodig teneinde de prikkel van overwinning te voelen, schuld vanwege hun handelingen om kans te maken op verlossing en de mogelijkheid tot afwijzing en haat om welke diepgevoelde vorm van liefde dan ook te ondervinden. Zoals Aldous Huxley in Brave New World [Heerlijke Nieuwe Wereld] beargumenteert Dostojevski op krachtige wijze dat progressief utopisme niet alleen gedoemd is om te mislukken maar het is ook misleidend.

Bovendien wijst hij erop dat de inspanningen van deze radicalen en vernieuwers niet te goeder trouw worden uitgevoerd. Ze worden feitelijk aangespoord door rancune voor de wereld en een diepgevoelde arrogantie. Raskolnikov en Peter Stepanovich roepen moderne radicale opvattingen in om een geloof in hun eigen superioriteit te rechtvaardigen en zich te wreken op een wereld die hen in wezen in de steek heeft gelaten. Beiden beschouwen zichzelf als mannen met een groots intellect die het recht moeten hebben om naar behoeven te moorden om hun doelen te bereiken. De oppervlakkige clichés die ze inroepen zijn leugens die ze anderen vertellen (en net zo vaak aan zichzelf) om een duivelse impuls onder de sluier van mededogen en modernisering te verbloemen. Ze zullen zichzelf ten gronde richten en eenieder waarmee ze in contact komen.

Conclusie

Het is niet moeilijk om parallellen te trekken tussen Dostojevski's kritiek op radicalisme in de 19e eeuw en de argumenten gericht tegen de zogenaamde sociale rechtvaardigheidsactivisten van vandaag de dag. Figuren als Jordan Peterson vereren Dostojevski omdat ze hem zien als iemand die duistere waarheden achter zowel progressieve doctrines als persoonlijkheden ontmaskert. Zo'n beetje als de kleinzielige radicalen van de middenklasse in Boosaardige Geesten die maar wat rondhangen en van mensen verlangen dat ze hen correct aanspreken en de door hun leeftijdsgenoten gebruikte terminologie bewaken, verlangen sociale rechtsvaardigheidsactivisten van tegenwoordig censuur op opvattingen die zij niets vinden en politiek correcte stijlfiguren inroepen om anderen te tiranniseren zodat zij hun werelddenkbeelden accepteren. En net zoals met Peter Stepanovich spreken deze handelingen een diepere en donkerdere impuls tegen om wraak te nemen op de wereld door naar de controle te grijpen. Daarom zegt Peterson dat de "filosofie" die de uitingen van een maoïst en een transrechten-activist leidt feitelijk hetzelfde zijn.

Dostojevski's kritiek op links is een de krachtigste en intelligentste kritieken die ooit geponeerd zijn - waarschijnlijk omdat niet zoals, zeg maar, diegenen van the Intellectual Dark Web, hij daadwerkelijk goed op de hoogte was van de posities van links en ooit intens met ze had meegeleefd Maar ik geloof ook dat het zeer imperfect is op vergaande wijze. Dostojevski was niet iemand die weinig mededogen had, zoals zijn overweldigend mooi portret van christenliefde in De Gebroeders Karamazov aantoont. Maar zijn inzicht in mededogen is ook zeer geïndividualiseerd en gepersonaliseerd. Dostojevski hamert constant op bescheiden daden van barmhartigheid en grootmoedigheid in het leven wat het betekenis geeft en hun dialectische relatie met het lijden dat we moeten verduren, die onze aandacht op het goede moet vestigen. Toch kan er grote en oprechte liefde achter daden zitten die de wereld in het algemeen verbeteren.

Dostojevski's tijdgenoot Leo Tolstoj was hier goed van op de hoogte en zijn epische werken zoals Oorlog en Vrede presenteert bijtende kritiek op de aristocratische samenleving en zijn onverschilligheid voor de precaire situatie van de minstbedeelden in Rusland. Tolstoj wist, net zoals Martin Luther King Jr. dat hoewel de boog van het morele universum zich wellicht buigt naar rechtvaardigheid, dat we de plicht hebben om het te helpen voortbewegen middels het creëren van rechtvaardige sociale omstandigheden. Dit is een inzicht dat te vinden is in Tolstoj en dat af en toe ontbreekt in Dostojevski en verband houdt met zijn kritiek op progressief activisme vandaag de dag. Hoewel het wellicht waar is dat sommige activisten aangespoord worden door wrok en de wens om wraak te nemen op de wereld geven tallozen zichzelf om stapsgewijs de meest spoedeisende sociale kwalen van deze tijd weg te werken. Deze kwalen worden uitgehold door politieke en economische onverschilligheid, die niet alleen maar groot lijden genereren, maar ook veel kwaad in de wereld. We moeten doen wat we kunnen om het af te breken.
Matt McManus is momenteel professor politieke wetenschappen en internationale betrekkingen aan het TEC De Monterrey. Zijn boek Making Human Dignity Central to International Human Rights Law verschijnt binnenkort bij de University of Wales Press. Zijn boeken, The Rise of Post-modern Conservatism en What is Post-Modern Conservatism worden respectievelijk gepubliceerd bij Palgrave MacMillan en Zero Books. U kunt Matt bereiken op mattmcmanus300@gmail.com of opTwitter via @MattPolProf.

Zie hier het originele artikel: https://merionwest.com/2019/07/15/dostoevsky-extremely-thoughtful-critique-of-the-left/