In eerdere hoofdstukken werd uitgebreid ingegaan op de opmerkelijke ouderdom, diversiteit, enorme aantallen, algemene onschadelijkheid en sleutelrol die virussen spelen in de oorsprong en evolutie van het leven. In het algemeen worden virussen echter vaak beschouwd als louter ziekteverwekkers die ziekte, lijden en dood verspreiden.

Hoe konden we tot een denkmodel komen dat volledig tegen de waarheid ingaat? Deze demonisering van virussen is grotendeels te danken aan Louis Pasteur[1]. Aan het eind van de 19e eeuw ontwikkelde hij een nieuwe kiemtheorie,[2] die alle micro-organismen, inclusief virussen, beperkte tot hun schadelijke effecten.

De evolutietheorie werd niet uitgevonden door Darwin[3]; de kiemtheorie werd ook niet uitgevonden door Pasteur. Al in 1025 na Christus ontwikkelde Avicenna[4] basisvormen van de kiemtheorie[5]. In 1546 - drie eeuwen voor het werk van Pasteur - stelde Girolamo Frastoro[6], een van de grondleggers van de epidemiologie, voor dat epidemische ziekten worden veroorzaakt door minuscule lichaampjes die kunnen worden overgedragen door direct contact, indirect contact en zelfs over lange afstanden zonder contact[7].

Verzameling van drie boeken over besmetting, besmettelijke ziekten en hun genezing. (Girolamo Fracastoro, ed. 1550)
​Verzameling van drie boeken over besmetting, besmettelijke ziekten en hun genezing. (Girolamo Fracastoro, ed. 1550)

In 1762 bevestigde Marcus von Plenciz[8] het werk van Fracastoro en Avicenna door een bijgewerkte kiemtheorie van infectieziekten te publiceren:
Plenciz was van mening dat er een speciaal organisme was waardoor elke infectieziekte werd voortgebracht, dat micro-organismen in staat waren zich buiten het lichaam te vermenigvuldigen en dat ze door de lucht van plaats naar plaats konden worden overgebracht[9].
Dus tegen de tijd dat Pasteur ten tonele was verschenen, was de kiemtheorie al oud nieuws. Een van de dominante epidemiologische theorieën uit die tijd werd voorgesteld door Antoine Béchamp[10] en Claude Bernard[11]:
De "terreintheorie," die door Claude Bernard werd geïnitieerd en later door Antoine Béchamp verder werd ontwikkeld, stelt daarentegen dat het terrein - dat wil zeggen de interne omgeving van het lichaam - en niet een externe ziektekiem onze gezondheid of het gebrek daaraan bepaalt. Wat Béchamp "terrein" noemde, komt heel dicht in de buurt van wat de moderne geneeskunde tegenwoordig het aangeboren immuunsysteem noemt.[12]
Darwin ontwikkelde de evolutietheorie niet maar vernietigde het saltationisme, net zoals Pasteur de epidemiologie niet ontwikkelde maar hielp hij bij het elimineren van een van de fundamentele factoren: het terrein of immuunsysteem, dat werd vervangen door vaccins:
In 1882, terwijl zijn bureau bezaaid was met rapporten over rampen, trok Pasteur naar Genève, en gaf daar ten overstaan van de crème de la crème van de ziektebestrijders van de wereld een opwindende toespraak, met als onderwerp: Hoe levende wezens te beschermen tegen virulente kwalen door ze te injecteren met verzwakte microben[13]
Het werk van Pasteur werd sterk ondersteund door het Flexner-rapport, dat werd gefinancierd door John D. Rockefeller[14] en Andrew Carnegie[15], die wereldwijd in de geschiedenis van de mensheid respectievelijk de eerste en derde plaats innemen voor wat betreft de hoeveelheid eigen vermogen[16].

Rockefeller vergaarde rijkdom door de exploitatie van illegale olie- en spoorwegmonopolies[17] terwijl Carnegie rijk werd door het beheer van een illegaal staalmonopolie[18]. Beiden waren toevallig enthousiaste voorstanders van eugenetica[19] [20].

De belangrijkste stelling van het Flexner-rapport kan als volgt worden samengevat: ziektekiemen zijn slecht en moeten worden uitgeroeid door de allopathische geneeskunde:
Helaas leidt de allopathische geneeskunde, die de plutocraten John D. Rockefeller en Andrew Carnegie met hun Flexner-rapport uit 1910 aan een groot deel van de wereld oplegden, er nog steeds toe dat een groot deel van de wetenschappelijke gemeenschap gelooft dat bacteriën, schimmels en virussen onze vijanden zijn. De basis van Rockefellers plan voor allopathische geneeskunde wordt gevormd door de onjuiste "kiemtheorie" van Louis Pasteur, die stelt dat externe micro-organismen zoals bacteriën en virussen het lichaam aanvallen, binnendringen en infecteren en zo ziekten veroorzaken[21].
De aanbevelingen van het Flexner-rapport werden toegepast in Noord-Amerika en leidden tot de ondergang van de "alternatieve geneeskunde" door het intrekken van financiering en het verbieden van scholen en beoefenaars van osteopathie, chiropractie, elektrotherapie, botanische geneesmiddelen, natuurgeneeskunde en homeopathie[22]. Tot op dat moment vormden deze "alternatieve" disciplines de dominante disciplines[23].

Dit leidde ertoe dat de allopathische geneeskunde[24] in feite de enige behandelingsmethode werd, met farmaceutische bedrijven als enige leverancier van medicijnen. Flexner hechtte bijzonder veel belang aan vaccins in het allopathische arsenaal:
Flexner trok duidelijk de wetenschappelijke geldigheid van alle geneeswijzen in twijfel die niet gebaseerd waren op wetenschappelijk onderzoek, en beschouwde elke benadering van de geneeskunde die niet pleitte voor het gebruik van behandelingen zoals vaccins om ziekten te voorkomen en te genezen als kwakzalverij.[25]
Een ander gevolg van het Flexner-rapport bestond uit het verdwijnen van elk begrip van het terrein. De medische opleidingen richtten zich vanaf die tijd uitsluitend op het "genezen" van ziekten met chemische medicijnen; de oorzaken van ziekten werden niet meer aangepakt. Preventieve geneeskunde werd niet langer beschouwd als een verantwoordelijkheid van artsen[26]. Met andere woorden, artsen werden gereduceerd tot farmaceutische handelaren[27].

Het Flexner-rapport over medisch onderwijs in de Verenigde Staten en Canada (1910)
Het Flexner-rapport over medisch onderwijs in de Verenigde Staten en Canada (1910)​
Pasteurisme is een ideologie die virussen gelijkstelt aan ziekten. Gezien het verbazingwekkende aantal virussen dat we eerder hebben gezien, kunnen we stellen dat als virussen uitsluitend ziekteverwekkend zouden zijn, al hun gastheren, inclusief mensen, allang van het aardoppervlak zouden zijn verdwenen. Sterker nog, we zouden nooit zijn ontstaan, want we zijn gemaakt van virussen, of beter gezegd, virussen hebben ons gemaakt.

Een voorbeeld dat deze stelling illustreert: een zeven dagen oude zuigeling heeft 108 miljoen virussen in elke gram ontlasting[28]. Baby's beschikken over een natuurlijke immuniteit, maar geen verworven immuniteit (de antilichamen waarop vaccins en sommige andere allopathische medicijnen zijn gebaseerd).

Niettemin zijn de meeste baby's kerngezond - zelfs als ze worden blootgesteld aan een virus waartegen zij geen afweer hebben, genieten ze bescherming via de moedermelk/antilichamen aangezien moeder niet was blootgesteld aan dat virus - hetgeen de stelling dat virusziekten niet worden veroorzaakt door virussen op zich maar door de interactie tussen virussen en ons immuunsysteem, ondersteunt:
Virussen veroorzaken geen ziekte. Het is eerder zo dat ze het lichaam een nieuwe genetische aanpassing aanbieden. Het aangeboren immuunsysteem van het lichaam bepaalt vervolgens hoeveel van de nieuwe informatie het kan opnemen. Als de cellen dringend hersteld moeten worden - misschien als gevolg van slechte voeding, een weinig actieve levensstijl of een giftige omgeving - veroorzaakt het virus ontstekingen terwijl het lichaam het regeneratieproces doorloopt. Dit gaat meestal gepaard met koorts, verlies van eetlust en een verhoogd aantal witte bloedcellen. Deze ontstekingsreactie noemen we meestal "griep"[29].
Het herpesvirus illustreert het feit dat virusziekten het resultaat zijn van een interactie tussen het virus en de omgeving (het immuunsysteem). Terwijl de meeste[30] mensen besmet zijn met herpesvirussen, veroorzaakt de aanwezigheid van het herpesvirus in de meeste gevallen echter geen symptomen. Reactivatie van latente herpes kan echter worden veroorzaakt door een ontregeld immuunsysteem:
Het normale verloop van de relatie tussen gastheer en virus impliceert een goed gereguleerde viremie en dus beperkte malaise. Bepaalde factoren kunnen echter deze evolutionair ontwikkelde, goedaardige relatie verstoren.

Zo is het ontwerp afgestemd op een alomtegenwoordigheid van virussen in de bevolking en het op jonge leeftijd oplopen van virussen. Als zodanig kunnen ze worden aangeduid als onderdeel van een normale, microbiotische flora; hoewel in de oudheid waarschijnlijk niet alle subtypes aanwezig waren in alle menselijke subpopulaties. Een verhoogd niveau van hygiëne in geïndustrialiseerde samenlevingen beperkt deze vroege overdracht. Wanneer mensen op latere leeftijd worden getroffen, heeft het immuunsysteem een iets andere kwaliteit aangenomen. De resulterende verstoring van het evenwicht in de virale activiteit kan ziekten veroorzaken, waarvan mononucleose vermoedelijk een typisch voorbeeld is.[31]
Het herpesvirus vormt niet het enige voorbeeld. Hetzelfde geldt voor het influenzavirus, waarbij de interactie tussen het virus en het immuunsysteem de uitkomst voor de patiënt bepaalt[32].

Als er een evenwicht heerst tussen het virus en de gastheer, is de infectie asymptomatisch en veroorzaakt het virus geen ziekte. Dit geldt als standaardresultaat in de relatie tussen virus en gastheer, en heeft betrekking op een aantal virussen, waaronder sommige die vele malen dodelijker zijn dan herpes of influenza.

Sterker nog, een aantal gezonde mensen zijn de onwetende dragers van veel "ziekteverwekkende" virussen, zelfs dodelijke zoals HIV (indien onbehandeld), die nooit problematisch voor hen waren:
We onderzochten niet-menselijke genoomsequentiegegevens van volledige genoomsequencing van bloed bij 8240 individuen, van wie geen enkele een infectieziekte had. [...] we detecteerden en brachten de genoomsequenties van 94 verschillende virussen in kaart, waaronder de sequenties van 19 menselijke DNA-virussen, provirussen en RNA-virussen (herpesvirussen, anelovirussen, papillomavirussen, drie polyomavirussen, adenovirus, HIV, humaan T-cel leukemievirus, hepatitis B, hepatitis C, parvovirus B19 en influenzavirus) bij 42% van de deelnemers aan het onderzoek [33].
Dit onderzoek is niet uniek in zijn soort. Een andere studie[34] liet nog meer verrassende resultaten zien: 92% van de gezonde deelnemers was drager van ten minste één virusgenus, terwijl één proefpersoon drager was van elk van de 15 in dit onderzoek geteste genera, maar, uiteraard, geen enkel symtoom vertoonde.

Het aantal virussen bij gezonde dragers suggereert dat Béchamp gelijk had: het is de reactie van het immuunsysteem op een virus - niet enkel het het virus zelf - die mogelijk tot ziekte kan leiden.

Gezien de alomtegenwoordigheid van virussen[35] in en buiten ons lichaam, zou het belachelijk zijn om te proberen hun uitwerking te controleren. We hebben echter wel in grote mate controle over ons immuunsysteem, omdat bekend is dat het wordt gereguleerd door voeding[36], lichaamsbeweging[37], stress[38], communicatie[39], vermoeidheid[40], toxiciteit[41] en emoties[42].

Het feit dat Béchamp gelijk had, verhinderde niet dat hij als ketter werd bestempeld. Om een idee te krijgen van de ideologische druk die de kiemtheorie ondersteunt en de terreintheorie censureert, nemen we een kijkje op Wikipedia, de "vrije" encyclopedie, waar de gehele pagina die was gewijd aan de "terreintheorie" verwijderd en vervangen[43] werd door een artikel met de titel "ontkenning van de kiemtheorie," dat Béchamp en anderen de facto beschuldigt van het ontkennen van het bestaan van virussen.

Screenshot van het bericht op Wikipedia dat terreintheorie verandert in ontkenning
Schermafbeelding van het bericht over de wijziging op Wikipedia van terreintheorie in ontkenning
De terreintheorie van Béchamp werd samengevoegd met de geen-virustheorie, waardoor het kind (terrein) met het badwater (geen-virustheorie) werd weggegooid. Bovendien geeft het een ernstige verdraaiing van objectieve feiten weer.

Hoe ironisch om Béchamp gelijk te stellen aan de virusontkenners. Ten eerste werd het eerste virus pas tientallen jaren na het einde van Béchamps carrière ontdekt[44], zelfs het woord "microbe" bestond toen nog niet[45].

Ten tweede was het Béchamp die als eerste niet alleen de rol van micro-organismen bij de gisting van wijn ontdekte, maar ook de aanwezigheid van micro-organismen in krijt ontdekte en de theorie van antisepsis uiteenzette[46].

Daarnaast ontdekte Béchamp dat een parasitair micro-organisme de oorzaak was van de zijderupsenziekte "pébrine," ook wel bekend als peperziekte. Hij zei het volgende:
De ziekte is parasitair van aard. Pébrine valt de wormen in het begin van buitenaf aan en de kiem van de parasiet komt uit de lucht. De ziekte is, in één woord, niet primair gerelateerd aan de gesteldheid.[47]
Ironisch genoeg verdedigde Pasteur de theorie van de afwezigheid van kiemen door te verwijzen naar de "spontane oorsprong" van de ziekte:
Pasteur had zijn ideeën over 'spontane generatie' blijkbaar pas in 1862 of 1864 definitief opgegeven [...] en toch ontkent hij hier dat deze ziekte [pébrine] een parasitaire aard heeft! En zulks nadat de onderzoeksdocumenten van Béchamp dat bewezen hadden![48]
Evenzo ontkende Pasteur dat het kleinere agentia dan bacteriën (virussen) waren die hondsdolheid veroorzaakten, hoewel het gebruik van een bacteriefilter de bacteriehypothese uitsloot[49].

Op beide punten had Pasteur het bij het verkeerde eind. Hondsdolheid wordt veroorzaakt door het Rabieës lyssavirus, een lid van de Rhabdoviridae familie, en pébrine ontstaat niet spontaan maar door een micro-organisme; namelijk door een protozoön[50] met de naam Nosema bombycis[51]. De bevindingen van Béchamp werden door de moderne wetenschap bevestigd.
Elektronenmicrofoto van Nosema bombycis
Elektronenmicrofoto van Nosema bombycis
De misleidende kiemtheorie van Pasteur overheerste tot de komst, enkele tientallen jaren geleden, van genetisch onderzoek, waarvan de resultaten suggereren dat de waarheid over ziekteverwekkers, inclusief virussen, veel genuanceerder en complexer in elkaar steekt dan datgene wat Pasteur geloofde.

Pasteurisme is voor epidemiologie wat Darwinisme is voor evolutie. Beide zijn regressieve, reductionistische en materialistische ideologieën. Ze hebben beide bijgedragen aan het uitwissen van de fundamentele rol die virussen spelen in de "evolutie" en in het leven, waaronder uiteraard het menselijk leven.

Na deze kleine uitweiding over terreintheorie tegenover kiemtheorie, gaan we terug naar de hoofdlijn van dit boek. We hebben gezien dat de evolutie van het leven regelmatig wordt onderbroken door het verschijnen van nieuwe virussen. Virussen dragen bij aan de vernietiging van verouderde soorten tijdens door kometen veroorzaakte massa-extincties, maar ze dragen ook bij aan de opkomst van meer geëvolueerde soorten tijdens daaropvolgende herstelprocessen. Zoals eerder opgemerkt[52], bestaat er een sterk verband tussen virussen en komeetgebeurtenissen.

Maar heeft dit verband tussen kometen en virussen een historische basis? Bestaat er wetenschappelijk bewijs voor een verband tussen kometen en virussen? Zijn virussen eigenlijk wel in staat om te overleven in een komeetomgeving? Waar komen virussen uiteindelijk vandaan? Het volgende deel van dit boek beoogt deze vragen te beantwoorden.

[1] P.J. van der Eijk (2018) "Hippocrates in Context" BRILL
[2] The Editors of Encyclopaedia (2021) "Germ theory" Encyclopedia Britannica
[3] Zie deel II, Hoofdstuk 8: Saltationisme tegenover Darwinisme
[4] (980 - 1037) Perzische polymaat die wordt beschouwd als de vader van de vroegmoderne geneeskunde
[5] Byrne, Joseph Patrick (2012) "Encyclopedia of the Black Death" ABC-CLIO. p. 29
[6] (Ca. 1476 - 1553) Italiaanse arts, dichter en geleerde in wiskunde, aardrijkskunde en astronomie
[7] The Editors of Encyclopaedia (2021) "Girolamo Fracastoro" Encyclopedia Britannica
[8] (1705-1786) Arts uit Wenen. Veronderstelde met recht dat elke infectieziekte wordt veroorzaakt door een ander micro-organisme dat zich in het menselijk lichaam bevindt
[9] Ethel D. Hume (1924) "Béchamp or Pasteur? A Lost Chapter in the History of Biology" A distant Mirror
[10] (1816-1908) Hoogleraar medische chemie en farmacie. Lid van vele wetenschappelijke genootschappen. Chevalier van het Legioen van Eer. Synthetiseerde het eerste organische arseenhoudende medicijn
[11] (1813 - 1878) Franse fysioloog die wordt beschouwd als "een van de grootste wetenschappers." Pionier van het geblindeerde experiment en bedenker van het begrip homeostase
[12] David Skripac (2021) "Our Species is Being Genetically Modified: Humanity's March Toward Extinction?" Global Research
[13] Trung Nguyen, R.B. Pearson (2018) "The Dream & Lie of Louis Pasteur" EnCognitive
[14] (1839 - 1937) Amerikaanse zakenman
[15] (1835 - 1919) Amerikaanse zakenman
[16] Wikipedia contribuanten (2021) "List of wealthiest historical figures" Wikipedia
[17] Segall, Grant (2001) "John D. Rockefeller: Anointed With Oil" Oxford University Press
[18] Boselovic, Len (2001) "Steel Standing: U.S. Steel celebrates 100 years" PG Publishing
[19] Eric D. Isaac (2021) "Carnegie Institution for Science Statement on Eugenics Research" Carnegie Science
[20] Weintraub, Lia (2012) "The Link between the Rockefeller Foundation and Racial Hygiene in Nazi Germany" Tisch Library Research Award
[21] David Skripac (2021) "Our Species is Being Genetically Modified: Humanity's March Toward Extinction?" Global Research
[22] Stahnisch, Frank et al. (2012) "The Flexner Report of 1910 and Its Impact on Complementary and Alternative Medicine and Psychiatry in North America" Evidence-Based Complementary and Alternative Medicine. 2012: 1 - 10
[23] Ibid
[24] The Modern Revolution Editors (2016) ''The Flexner Report of 1910: How Homeopathy Became 'Alternative Medicine'" The Modern Revolution
[25] Wikipedia contribuanten (2021) "Flexner Report" Wikipedia
[26] Ibid
[27] Ludmerer, Kenneth (2005) "Time to heal : American medical education from the turn of the century" Oxford University Press
[28] Breitbart, M. et al. (2008) "Viral diversity and dynamics in an infant gut" Research in Microbiology 159 (5): 367 - 73
[29] David Skripac (2021) "Our Species is Being Genetically Modified: Humanity's March Toward Extinction?" Global Research
[30] James, C., et al. (2020) "Herpes simplex virus: global infection prevalence and incidence estimates" Bulletin of the World Health Organization, 98(5), 315 - 329
[31] Grinde B. (2013) "Herpesviruses: latency and reactivation - viral strategies and host response" Journal of oral microbiology, 5, 10.3402
[32] Hillaire M et al. (2013) "Clearance of influenza virus infections by T cells: risk of collateral damage?" Curr Opin Virol.;3:430 - 7
[33] Moustafa, A. et al (2017) "The blood DNA virome in 8,000 humans" PLoS Pathog. 22;13(3):e1006292
[34] Wylie, K. M. et al. (2014) ''Metagenomic analysis of double-stranded DNA viruses in healthy adults" BMC biology, 12, 71
[35] Zie Hoofdstuk 13: ''De alomtegenwoordigheid van virussen''
[36] Childs, C. E. et al. (2019) "Diet and Immune Function'' Nutrients, 11(8), 1933
[37] Da Silveira et al. (2021) "Physical exercise as a tool to help the immune system against COVID-19: an integrative review of the current literature" Clinical and experimental medicine, 21(1), 15 - 28
[38] Segerstrom, S. C. et al. (2004) ''Psychological stress and the human immune system: a meta-analytic study of 30 years of inquiry'' Psychological bulletin, 130(4), 601 - 630
[39] Liu, H. et al. (2005) "Effects of social isolation stress on immune response and survival time of mouse with liver cancer" World journal of gastroenterology, 11(37), 5902 - 5904
[40] Ryant, P. et al. (2004) "Sick and tired: does sleep have a vital role in the immune system?" Nature Rev Immunol 4, 457 - 467
[41] Robert P. Morse et al. (2012) "Structural basis of toxicity and immunity in contact-dependent growth inhibition (CDI) systems" PNAS 109 (52) 21480-21485
[42] D'Acquisto F. (2017) "Affective immunology: where emotions and the immune response converge" Dialogues in clinical neuroscience, 19(1), 9 - 19
[43] Steven Avery (2020) '' Wikipedia changes terrain theory to denialism'' XenForo
[44] Lecoq H. (2001) ''Discovery of the first virus, the tobacco mosaic virus: 1892 or 1898''. C R Acad Sci III. 324(10):929-33
[45] Philippe Decourt (1984) ''Les zymases ou ferments solubles de Béchamp à la lumière des connaissances du XXe siècle'' Histoire des sciences médicales pp147-151
[46] Ethel D. Hume (1924) "Béchamp or Pasteur? A Lost Chapter in the History of Biology". A distant Mirror pp34-38
[47] Hume, 1924, p35
[48] Hume, 1924, p36
[49] Ali Saïb (2010) ''Les virus, mais ou ennemis'' Conference cycle Universcience
[50] Eencellige organismen
[51] Sanchita Kadam (2021) "Diseases of Silkworm: 4 Main Diseases" Notes on Zoology
[52] Hoofdstuk 9: "Het raadsel van soortvorming''