gaza stad puinhopen bombardement woestenij
© UNRWAIsraël heeft Gaza tot een woestenij teruggebracht.
De afgelopen vijf maanden waren verhelderend. Wat verborgen had moeten blijven, werd zichtbaar. Wat verhuld had moeten zijn, kwam scherp in beeld.

Liberale democratie is niet wat het lijkt.

Het heeft zichzelf altijd gedefinieerd in tegenstelling tot wat het zegt dat het niet is. Waar andere regimes wreed zijn, is de liberale democratie humanitair. Waar andere autoritair zijn, is zij open en tolerant. Waar anderen crimineel zijn, is dit regime gezagsgetrouw. Waar anderen oorlogszuchtig zijn, zoekt zij vrede. Althans, volgens de handboeken over de liberale democratie.

Maar hoe kan men blijven geloven als 's werelds leidende liberale democratieën - steevast aangeduid als "het westen" - medeplichtig zijn aan de misdaad der misdaden: genocide?

Niet zomaar een overtreding van de wet of een misdrijf, maar de uitroeiing van een volk. En niet binnen een rap tijdsbestek, voordat de geest de tijd heeft om de ernst en de omvang van de misdaad te bevatten en af te wegen, maar in slow motion, dag na dag, week na week, maand na maand.

Wat voor soort normen en waarden kunnen vijf maanden lang het verpletteren van kinderen onder het puin, het tot ontploffing brengen van fragiele lichamen, het wegkwijnen van baby's toestaan en tegelijkertijd ook nog volhouden dat ze humanitair, tolerant en op zoek naar vrede zijn?

En dit niet alleen toestaan, maar er actief aan meewerken. De bommen leveren waarmee die kinderen worden opgeblazen of onder de huizen worden bedolven en de banden verbreken met de enige hulporganisatie die deze kinderen in leven zou kunnen houden.

Het lijkt erop dat het antwoord in de westerse normen en waarden besloten ligt.

De ware aard komt in al haar lelijkheid naar boven.

Tentoongespreide verdorvenheid

Het westen probeert wanhopig het hoofd boven water te houden. Wanneer de verdorvenheid van het westen volledig zichtbaar is, moet de blik van het volk ergens anders op worden gericht: op de echte slechteriken.

Ze krijgen een naam; Rusland, Al Qaeda en Islamitische Staat. China. En op dit moment Hamas.

Er moet een vijand zijn. Maar deze keer valt het kwaad van het westen zelf zo moeilijk te verhullen en is de vijand zo schamel - een paar duizend strijders onder de grond in een gevangenis die al 17 jaar belegerd wordt - dat de ongerijmdheid moeilijk te negeren is. De excuses zijn moeilijk te verteren.

Is Hamas echt zo slecht, zo sluw, vormt het zo'n grote bedreiging dat er een massaslachting nodig is? Gelooft het westen werkelijk dat de aanval van 7 oktober een antwoord als het doden, verminken en het ouderloos maken van vele, vele tienduizenden kinderen rechtvaardigt?

Om dergelijke gedachten te beteugelen, moesten de westerse elites twee dingen doen. Ten eerste hebben ze geprobeerd hun bevolking ervan te overtuigen dat de daden waar ze aan meewerken niet zo erg zijn als het allemaal lijkt. En vervolgens dat het kwaad dat door de vijand wordt gepleegd dusdanig uitzonderlijk en zo gewetenloos is, dat het betaling met gelijke munt rechtvaardigt.

En dat is exact de rol die de westerse media de afgelopen vijf maanden hebben gespeeld.

Uitgehongerd door Israël

Om te begrijpen hoe de westerse publieke opinie wordt gemanipuleerd, hoeft men alleen maar op de berichtgeving te letten - vooral van media die niet zozeer rechtse als wel zogenaamd liberale waarden uitdragen.

Hoe zijn de media met de 2,3 miljoen Palestijnen in Gaza, die geleidelijk verhongeren door een Israëlische hulpblokkade, omgesprongen? Deze actie ontbeert elk duidelijk militair doel, behalve het op wrede wijze wraak nemen op Palestijnse burgers. Per slot van rekening zullen de Hamas-strijders het langer uithouden dan de jongeren, de zieken en de ouderen in welke middeleeuwse uitputtingsoorlog dan ook, waarbij Gaza voedsel, water en medicijnen wordt ontzegd.

Een kop in de New York Times bijvoorbeeld berichtte lezers vorige maand, "De hongersnood achtervolgt de kinderen van Gaza," alsof dit een hongersnood in Afrika betreft - een natuurramp of een onverwachte humanitaire catastrofe - in plaats van een beleid dat van tevoren werd aangekondigd en zorgvuldig werd georkestreerd door Israëls hoogste gelederen.

De Financial Times bood dezelfde verdorven beeldvorming: "Hongersnood achtervolgt kinderen van Noord-Gaza."

Maar hongersnood is geen partij in Gaza. Israël wel. Israël kiest ervoor om de kinderen van Gaza uit te hongeren. Het kiest iedere dag weer voor dat beleid, zich volledig bewust van de verschrikkelijke prijs die de bevolking moet betalen.

De chef van Medical Aid for Palestinians waarschuwde voor de ontwikkelingen in Gaza: "Kinderen worden in het hoogste tempo dat de wereld ooit heeft gezien, uitgehongerd."

Vorige week verklaarde Unicef, het noodfonds van de Verenigde Naties voor kinderen, dat een derde van de kinderen onder de twee jaar in het noorden van Gaza ernstig ondervoed is. De uitvoerend directeur, Catherine Russell, wond er geen doekjes om: "Een onmiddellijk humanitair staakt-het-vuren blijft de enige kans om kinderlevens te redden en een einde te maken aan hun lijden."

Als het om een ware hongersnood ging, in plaats van een oplegging van hongersnood door Israël, dan zou de machteloosheid van het westen beter te begrijpen zijn. En waarschijnlijk willen de media dat hun lezers dat daaruit afleiden.

Maar het westen staat niet machteloos. Het maakt deze misdaad tegen de menselijkheid mogelijk - dag na dag, week na week - door te weigeren zijn macht uit te oefenen om Israël te straffen, of zelfs maar te dreigen met strafmaatregelen, voor het blokkeren van hulp.

Niet alleen dat, de VS en Europa hebben Israël geholpen om de kinderen van Gaza uit te hongeren door financiering te weigeren aan UNRWA, de VN-vluchtelingenorganisatie en belangrijkste humanitaire levensader in de enclave.

Dit alles wordt versluierd - bedoeld om te worden versluierd - door krantenkoppen die de oorzaak van hongerende kinderen als een abstract zelfstandig naamwoord voorstellen in plaats van als een land met een groot, wraakzuchtig leger.

Aanval op hulpkonvooi

Dit soort misleiding is overal te vinden - en het is volledig opzettelijk. Het is een draaiboek dat door alle westerse media wordt gebruikt. Het was maar al te zichtbaar toen een hulpkonvooi vorige maand Gaza-Stad bereikte, waar de door Israël veroorzaakte hongersnood het meest extreem is.

In wat bij de Palestijnen bekend is komen te staan als het "Bloedbad van Bloem," schoot Israël in op grote mensenmassa's die wanhopig probeerden voedselpakketten te bemachtigen van een zeldzaam hulpkonvooi om hun uitgehongerde families van eten te voorzien. Meer dan 100 Palestijnen werden gedood door het wapengeweld, kwamen onder Israëlische tanks terecht of werden door vluchtende vrachtwagens geraakt. Vele honderden anderen raakten ernstig gewond.

Het was een Israëlische oorlogsmisdaad - schieten op burgers - die bovenop een Israëlische misdaad tegen de menselijkheid kwam - twee miljoen burgers laten verhongeren.

De Israëlische aanval op de mensen die op hulp wachtten was niet eenmalig. Het gebeurde verschillende keren, maar gezien de schaarse berichtgeving heeft men daar nauwelijks weet van.

Het is bijna niet te bevatten hoe verdorven het is om hulpkonvooien als valstrik te gebruiken om Palestijnen de dood in te lokken.

Maar dat vormt niet de reden waarom de krantenkoppen die dit afschuwelijke incident begeleidden zo uniform waren in het verdoezelen of verzachten van Israëls misdaad.

Voor welke journalist dan ook had de kop zichzelf moeten schrijven: "Israël beschuldigd van doden van meer dan 100 mensen terwijl menigte wacht op hulp in Gaza." Of: "Israël schiet op menigte die voedselhulp opwachtte. Honderden doden en gewonden."

Maar dat zou Israël - al meer dan een halve eeuw bezetter van Gaza en de afgelopen 17 jaar belegeraar van Gaza - de schuld geven van de dood van degenen die het bezet houdt en belegert. Iets wat ondenkbaar is voor de westerse media.

Dus moest de aandacht ergens anders op worden gericht.

Verdraaiingen van de BBC

De verdraaiingen van The Guardian waren bijzonder spectaculair: "Biden zegt dat doden door voedselhulp in Gaza de besprekingen over een staakt-het-vuren bemoeilijken."

Het bloedbad door Israël verdween als mysterieuze "voedselhulpgerelateerde doden," die op hun beurt ondergeschikt raakten aan de focus van de Guardian op de diplomatieke gevolgen.

Lezers werden door de kop in de veronderstelling gebracht dat de echte slachtoffers niet de honderden Palestijnen waren die door Israël waren gedood en verminkt, maar de Israëlische gijzelaars, wier kansen om te worden bevrijd waren "bemoeilijkt" door "voedselhulpgerelateerde doden."

De kop van een BBC-analyse van dezelfde oorlogsmisdaad - nu geherformuleerd als een "tragedie" waar niemand wat aan kon doen - herhaalde de truc van de New York Times: "Tragedie met hulpkonvooi toont aan dat angst voor hongersnood rondwaart in Gaza."

Een andere favoriete kunstgreep, opnieuw gepionierd door de Guardian, bestond uit het verdoezelen van de verantwoordelijkheid voor een duidelijke oorlogsmisdaad. De kop op de voorpagina luidde: "Meer dan 100 Palestijnen sterven in chaos rond hulpkonvooi voor Gaza."

Wederom werd Israël buiten de plaats van het misdrijf gehouden. Sterker nog, de plaats van het misdrijf werd ook verwijderd. Palestijnen "stierven" blijkbaar door slecht beheer van de hulp. Misschien was het de schuld van UNRWA.

Chaos en verwarring werden nuttige refreinen voor mediakanalen die erop gebrand waren om de verantwoordelijkheid te verdoezelen. De Washington Post verklaarde: "Chaotische hulpverlening wordt dodelijk als Israëlische en Gazaanse ambtenaren elkaar de schuld toeschuiven." CNN volgde dezelfde lijn en degradeerde een oorlogsmisdaad tot een "chaotisch incident."

Maar zelfs deze gebreken waren beter dan de snel tanende interesse van de media naarmate Israëls bloedbaden op Palestijnen die hulp zochten routine werden - en daarom moeilijker te verbloemen.

Enkele dagen na het Bloedbad van Bloem trof een Israëlische luchtaanval op een hulptruck in Deir al-Balah minstens negen Palestijnen, terwijl vorige week meer dan 20 hongerige Palestijnen werden gedood door geweerschoten van Israëlische helikopters terwijl ze op hulp wachtten.

"Voedselhulpgerelateerde" bloedbaden - die al snel net zo normaal werden als de Israëlische invallen in ziekenhuizen - verdienden niet langer serieuze aandacht. Een zoekopdracht suggereert dat de BBC erin slaagde om online geen noemenswaardige aandacht te besteden aan beide incidenten.

Theatrale voedseldroppings

De media hebben Washington ondertussen vakkundig bijgestaan in de verschillende manieren om de aandacht af te leiden van de gezamenlijke misdaad tegen de menselijkheid waarbij Israël een hongersnood in Gaza heeft veroorzaakt, die nog werd verergerd door het feit dat de VS en Europa de UNRWA, de enige organisatie die de hongersnood kon lenigen, van financiering hebben beroofd.

Opgetogen Britse en Amerikaanse presentatoren vergezelden vliegtuigbemanningen toen hun militairen tegen hoge kosten grote vliegtuigen over de stranden van Gaza vlogen om eenmalig kant-en-klare maaltijden te droppen aan een paar uitgehongerde Palestijnen beneden op het strand.

Aangezien er vele honderden vrachtwagenladingen aan hulp per dag nodig zijn om Gaza niet nog dieper in de hongersnood te laten afglijden, vormden de droppings niet meer dan theater. Elke dropping leverde in het beste geval een enkele vrachtwagenlading aan hulp op - en dan nog alleen als de paketten niet in zee vielen of de Palestijnen voor wie ze bedoeld waren dodelijk raakten.

Deze missie verdient weinig meer dan hoon.

In plaats daarvan leidden dramatische beelden van heldhaftige piloten, afgewisseld met uitingen van bezorgdheid over de moeilijkheden om de "humanitaire crisis" in Gaza aan te pakken, de aandacht van de kijkers op nuttige wijze af, niet alleen van de nutteloosheid van de operaties, maar ook van het feit dat als het westen echt vastbesloten zou zijn om te helpen, het Israël zou kunnen overhalen om veel meer hulp over land toe te laten.

De media werden ook in beslag genomen door het tweede, nog meer bizarre plan van de regering Biden om hongerende Palestijnen te helpen. De VS gaat een tijdelijke drijvende pier bouwen voor de kust van Gaza zodat hulpgoederen vanuit Cyprus kunnen worden aangevoerd.

Het plan zit vol gaten. Het duurt twee maanden of langer om de pier te bouwen, terwijl de hulp nu nodig is. In Cyprus, net als bij de grensovergangen naar Gaza, zal Israël de leiding hebben over de inspecties - de belangrijkste oorzaak van oponthoud.

En als de VS nu vindt dat Gaza een haven nodig heeft, waarom dan ook niet beginnen met de bouw van een meer permanente haven?

Het antwoord zou het publiek natuurlijk kunnen herinneren aan de situatie van voor 7 oktober, toen Gaza gedurende 17 jaar door Israël werd belegerd - de context voor de aanval van Hamas waarover door de westerse media op de een of andere manier nooit wordt geschreven.

Tientallen jaren lang heeft Israël Gaza elke verbinding met de buitenwereld ontzegd die het niet kan controleren, inclusief het verhinderen van de bouw van een zeehaven en het bombarderen van de enige luchthaven van de enclave in 2001, kort na de opening ervan.

En toch wordt tegelijkertijd in de berichtgeving in de media kritiekloos geaccepteerd dat Israël Gaza niet langer bezet houdt, alleen maar omdat het dat sinds 2005 op afstand doet.

Nogmaals, de VS hebben beslissende invloed op Israël, zijn cliëntstaat, als ze besluiten die uit te oefenen - niet in de laatste plaats in de vorm van miljarden aan hulp, alsmede het diplomatieke veto dat ze zo regelmatig namens Israël hanteren.

De vraag die door de media gesteld moet worden bij elk stuk over "hongersnood in Gaza" is waarom de VS die invloed niet gebruiken.

In een typisch adembenemend stuk met de titel "Hoe het Amerikaanse leger van plan is een pier te bouwen en voedsel in Gaza te brengen," negeerde de BBC het grote plaatje om enthousiast in te gaan op de details van de "enorme logistieke" en "veiligheidsproblemen" waar Bidens project mee geconfronteerd wordt.

Het artikel verwees naar precedenten, van noodhulpoperaties in Somalië en Haïti tot de landing in Normandië tijdens D-Day in de Tweede Wereldoorlog.

Goedgelovige journalisten

Ter ondersteuning van deze afleidingsmanoeuvres moesten de media ook de wreedheden van de Hamas aanval van 7 oktober benadrukken - en de noodzaak om de groep bij elke gelegenheid te veroordelen - teneinde die misdaden af te zetten tegen wat anders nog ergere wreedheden van Israël tegen de Palestijnen zouden lijken.

Dat vereiste een buitengewoon grote dosis goedgelovigheid van journalisten die zich gewoonlijk presenteren als doorgewinterde sceptici.

Baby's die onthoofd worden, in ovens worden gestopt of aan waslijnen worden opgehangen. Geen enkel verzonnen schandaal van Hamas was te onwaarschijnlijk om niet op de voorpagina te komen, om later stilletjes te worden geschrapt toen bleek dat het allemaal net zo verzonnen was als het had moeten klinken voor elke verslaggever die op de hoogte is van de manier waarop propagandisten oorlogsmist uitbuiten.

Op dezelfde manier heeft het hele westerse perskorps maandenlange onthullingen in de Israëlische media, die de verantwoordelijkheid voor enkele van de gruwelijkste incidenten van 7 oktober - zoals het verbranden van honderden lichamen - geleidelijk van de schouders van Hamas naar die van Israël verschoven, angstvallig genegeerd.

Hoewel westerse media de relevantie van zijn opmerkingen niet oppikten, erkende de Israëlische woordvoerder Mark Regev dat het aantal Israëlische doden van 7 oktober met 200 moest worden verminderd omdat veel van de zwaar verkoolde stoffelijke overschotten Hamas-strijders bleken te zijn.

Getuigenissen van Israëlische commandanten en ambtenaren tonen aan dat, verblind door de Hamas-aanval, de Israëlische troepen wild om zich heen schoten met tankgranaten en Hellfire-raketten, waardoor Hamas-strijders en hun Israëlische gevangenen lukraak werden verbrand. De opgestapelde verbrande auto's als een visueel teken van het sadisme van Hamas vormen in feite het bewijs van, in het beste geval, de incompetentie van Israël en, in het slechtste geval, zijn wreedheid.


Het geheime militaire protocol dat de Israëlische tactiek van de verschroeide aarde op 7 oktober aanstuurde - de beruchte Hannibal-richtlijn om te voorkomen dat Israëliërs gevangen worden genomen - lijkt noch door de Guardian noch door de BBC te zijn genoemd in hun overvloed aan berichtgeving over 7 oktober.

Ondanks hun eindeloze herhalingen van de gebeurtenissen van 7 oktober, vond geen van beide het nodig om verslag te doen van de groeiende eisen van Israëlische families voor een onderzoek naar de vraag of hun dierbaren werden gedood in het kader van Israëls Hannibal-richtlijn.

Noch de BBC noch de Guardian berichtten over de uitlatingen van het hoofd ethiek van het Israëlische leger, Prof. Asa Kasher, die de toepassing van de Hannibal-richtlijn door het leger op 7 oktober betreurde als "afschuwelijk" en "onrechtmatig."

Beschuldigingen van bestialiteit

In plaats daarvan hebben liberale westerse media herhaaldelijk beweerd dat ze bewijs hebben gezien - bewijs dat ze niet lijken te willen delen - dat Hamas opdracht heeft gegeven om verkrachting systematisch als oorlogswapen te gebruiken door haar strijders. De nauwelijks verholen implicatie is dat dergelijke dieptes van verdorvenheid de omvang en wreedheid van de reactie van Israël verklaren en mogelijk rechtvaardigen.

Overigens verschilt deze bewering nogal van het argument dat er zich op 7 oktober gevallen van verkrachting kunnen hebben voorgedaan.

Daar is een goede reden voor: Er zijn genoeg aanwijzingen dat Israëlische soldaten regelmatig verkrachting en seksueel geweld gebruiken tegen Palestijnen. Een VN-rapport van februari over beschuldigingen dat Israëlische soldaten en ambtenaren sinds 7 oktober seksueel geweld tegen Palestijnse vrouwen en meisjes hebben gebruikt als wapen, leidde niet tot de krantenkoppen en de verontwaardiging die de westerse media wel aan het adres van Hamas richten.

Om aannemelijk te maken dat Hamas die dag de regels van oorlogsvoering had veranderd, was er een veel grotere afwijking en zonde nodig. En de liberale westerse media hebben gewillig hun rol gespeeld door beweringen over massale, systematische verkrachtingen door Hamas te recyclen, gecombineerd met lugubere beweringen over necrofiele perversiteiten - terwijl tegelijkertijd wordt gesuggereerd dat iedereen die om bewijs vraagt dergelijke bestialiteit goedkeurt.

Maar de beweringen van de liberale media over "massale verkrachtingen" door Hamas - in gang gezet door een agendabepalend stuk van de New York Times dat weken later nauwgezet werd overgenomen door de Guardian - werden bij nader onderzoek uitgehold.

Onafhankelijke kanalen zoals Mondoweiss, Electronic Intifada, Grayzone en anderen hebben geleidelijk het verhaal over de massale verkrachtingen door Hamas weerlegd.

Maar misschien wel het schadelijkst van alles was een onderzoek door de Intercept, dat onthulde dat het de senior redacteuren van de Times waren die een nieuwbakken Israëlische journalist - een voormalige Israëlische inlichtingenofficier met een geschiedenis van het steunen van genocidale verklaringen tegen de bevolking van Gaza - in dienst hadden genomen om het veldwerk uit te voeren.

Nog schokkender was dat het juist de redactie van de krant was die haar vervolgens onder druk zette om het verhaal te vinden. In strijd met de onderzoeksnormen werd het verhaal 'reverse engineered': van bovenaf opgelegd, niet door verslaggeving ter plekke ontdekt.

'Samenzwering tot zwijgen'

Het verhaal van de New York Times verscheen eind december onder de kop "'Geschreeuw zonder woorden': Hoe Hamas seksueel geweld als wapen gebruikte op 7 oktober." Het vervolgverhaal in The Guardian van half januari sluit zo nauw aan bij de berichtgeving van de Times dat de krant beschuldigd werd van plagiaat. De kop luidde: "Bewijs wijst op systematisch gebruik van verkrachting en seksueel geweld door Hamas bij aanvallen op 7 oktober."

Maar na vragen van The Intercept trok een woordvoerder van de New York Times de oorspronkelijke zekerheid van de krant snel in en gaf in plaats daarvan toe dat "er mogelijk sprake was van systematisch gebruik van seksueel geweld." [nadruk toegevoegd] Zelfs dat lijkt een te sterke conclusie.

Gaten in de verslaggeving van de Times bleken al snel zo overduidelijk dat de populaire dagelijkse podcast na een eigen feitencontrole de stekker trok uit een aflevering die aan het verhaal was gewijd.

De debuterende verslaggeefster die de taak kreeg toegewezen, Anat Schwartz, heeft toegegeven dat ondanks het uitkammen van de relevante instellingen in Israël - van medische instellingen tot verkrachtingscrisiscentra - ze niemand vond die ook maar één voorbeeld van seksueel geweld op die dag kon bevestigen. Ze was ook niet in staat om enige forensische bevestiging te vinden.

Later vertelde ze tijdens een podcast met het Israëlische Channel 12 dat ze het gebrek aan bewijs zag als bewijs van "een samenzwering tot zwijgen."

In plaats daarvan baseerde Schwartz zich op een handvol verklaringen van getuigen wiens andere gemakkelijk te weerleggen beweringen hun geloofwaardigheid in twijfel hadden moeten trekken. Erger nog, hun verklaringen over gevallen van seksueel misbruik kwamen niet overeen met de bekende feiten.

Eén paramedicus beweerde bijvoorbeeld dat twee tienermeisjes waren verkracht en vermoord in Kibboets Nahal Oz. Toen duidelijk werd dat niemand daar aan de beschrijving voldeed, veranderde hij de plaats van het misdrijf in Kibboets Beeri. Ook daar voldeed geen van de doden aan de beschrijving.

Desondanks geloofde Schwartz dat ze eindelijk haar verhaal had. Ze vertelde Channel 12: "Eén persoon zag het gebeuren in Be'eri, dus het kan niet één persoon zijn, omdat het twee meisjes zijn. Het zijn zusjes. Het is in de kamer. Er is iets systematisch aan, volgens mij is het niet willekeurig."

Schwartz kreeg verdere bevestiging van Zaka, een particuliere ultraorthodoxe reddingsorganisatie, van wie men op 7 oktober al wist dat hun medewerkers de gruweldaden van Hamas hadden verzonnen, inclusief de verschillende beweringen over verdorven daden tegen baby's.

Geen forensisch bewijs

Het is interessant dat, hoewel de belangrijkste beweringen over verkrachting door Hamas betrekking hadden op het Nova-muziekfestival dat door Hamas werd aangevallen, Schwartz aanvankelijk sceptisch was - en met goede reden - dat op deze locatie enig seksueel geweld zou hebben plaatsgevonden.

Zoals Israëlische verslaggeving onthulde, veranderde het festival al snel in een slagveld, waarbij Israëlische veiligheidsagenten en Hamas elkaar beschoten, terwijl Israëlische gevechtshelikopters in de lucht cirkelden en schoten op alles wat bewoog.

Schwartz concludeerde:
"Iedereen van de overlevenden die ik gesproken heb, vertelde me over een achtervolging, een soort race, over het rennen van plek naar plek. Hoe zouden ze [de tijd hebben gehad] om met een vrouw te rotzooien - dat is onmogelijk. Of je verstopt je, of je - of je sterft. Bovendien is het een openbare plek, de Nova... zo'n open ruimte."
Maar Schwartz liet haar scepsis varen zodra Raz Cohen, een veteraan van de Israëlische speciale strijdkrachten, ermee instemde om met haar te praten. Hij had in eerdere interviews een paar dagen na 7 oktober al beweerd dat hij getuige was geweest van meerdere verkrachtingen bij Nova, waaronder verkrachting van lijken.

Maar toen hij met Schwartz sprak, kon hij zich maar één incident herinneren - een gruwelijke aanval waarbij een vrouw werd verkracht en daarna doodgestoken. De centrale bewering van de New York Times ondermijnend, schreef hij de verkrachting niet toe aan Hamas maar aan vijf burgers, Palestijnen die Israël binnenstroomden nadat Hamas-strijders door het hek rond Gaza hadden weten te breken.

In het bijzonder gaf Schwartz tegenover Channel 12 toe dat geen van de vier andere mensen die zich met Cohen in de wildernis hadden verstopt, de aanval hadden gezien. "Alle anderen keken een andere kant op," zei ze.

En toch wordt Cohens verhaal in het artikel van de Times bevestigd door Shoam Gueta, een vriend die sindsdien werd uitgezonden naar Gaza waar hij, zoals The Intercept opmerkt, video's postte van zichzelf terwijl hij door verwoeste Palestijnse huizen snuffelde.

Een andere getuige, die alleen wordt aangeduid als Sapir, wordt door Schwartz geciteerd als getuige van de verkrachting van een vrouw bij Nova op hetzelfde moment dat haar borst wordt geamputeerd met een stanleymes. Dat verhaal stond centraal in het vervolgverslag van de Guardian in januari.

Er werd echter geen forensisch bewijs geleverd dat dit verhaal ondersteunt.

Verzonnen verhaal


Maar de meest vernietigende kritiek op de verslaggeving van de Times kwam van de familie van Gal Abdush, het belangrijkste slachtoffer uit het "Geschreeuw zonder woorden"-verhaal. Haar ouders en broer beschuldigden de New York Times ervan het verhaal dat ze op het Nova festival was verkracht, te hebben verzonnen.

Vlak voordat ze dodelijk werd getroffen door een granaat, had Abdush haar familie een bericht gestuurd en daarin geen melding gemaakt van een verkrachting of zelfs maar van een directe aanval op haar groep. De familie had geen enkele suggestie gehoord dat verkrachting een rol had gespeeld bij de dood van Abdush.

Een vrouw die de krant toegang had gegeven tot foto's en video's van Abdush die op die dag waren genomen, zei dat Schwartz haar onder druk had gezet om dit te doen met het argument dat het "Israëlische hasbara" zou helpen - een term die propaganda betekent, ontworpen om een buitenlands publiek te beïnvloeden.

Schwartz citeerde het Israëlische ministerie van Welzijn, dat beweerde dat er vier overlevenden waren van seksueel geweld op 7 oktober, echter zonder verdere details te verstrekken.

Begin december, vóór het verhaal in de Times, beloofden Israëlische ambtenaren dat ze "tienduizenden getuigenissen van seksueel geweld door Hamas" hadden verzameld. Geen van die getuigenissen zijn ooit op tafel gekomen.

Volgens Schwartz' gesprek met Channel 12 zal dat ook nooit gebeuren. "Er is niks. Er werd ter plaatse geen bewijs verzameld," zei ze.

Desondanks blijven Israëlische ambtenaren de rapporten van de New York Times, de Guardian en anderen gebruiken om grote mensenrechtenorganisaties te dwingen ermee in te stemmen dat Hamas systematisch seksueel geweld gebruikt.

Dat kan verklaren waarom de media gretig gebruik maakten van de kans om hun versleten verhaal nieuw leven in te blazen toen VN-functionaris Pramila Patten, de speciale vertegenwoordiger voor seksueel geweld in conflicten, een aantal van hun in diskrediet gebrachte beweringen herhaalde in een rapport dat deze maand werd gepubliceerd.

De media negeerden gretig het feit dat Patten geen onderzoeksmandaat had en dat ze aan het hoofd staat van wat in feite een belangengroep binnen de VN is. Terwijl Israël VN-organen met dergelijke onderzoeksbevoegdheden heeft tegengewerkt, verwelkomde het Patten, vermoedelijk in de veronderstelling dat ze wat meer plooibaar zou zijn.

In feite deed ze weinig meer dan het herhalen van dezelfde onbewezen beweringen van Israël die de basis vormden van de in diskrediet gebrachte verslaggeving van de Times en Guardian.

Ingetrokken verklaringen

Toch had Patten in de kleine lettertjes van haar rapport belangrijke voorbehouden opgenomen die de media maar al te graag over het hoofd zagen.

Tijdens een persconferentie herhaalde ze dat ze geen bewijs had gezien van een gedragspatroon van Hamas of van het gebruik van verkrachting als oorlogswapen - precies die beweringen die de westerse media al weken benadrukken.

Ze concludeerde in het rapport dat ze niet in staat was om "de prevalentie van seksueel geweld vast te stellen." Voorts gaf ze toe dat het niet duidelijk was of seksueel geweld op 7 oktober de verantwoordelijkheid was van Hamas of van andere groepen of individuen.

Dit alles werd door de media genegeerd. Op typische wijze beweerde een artikel in de Guardian over haar rapport ten onrechte in de kop: "VN vindt 'overtuigende informatie' dat Hamas Israëlische gijzelaars verkracht en gemarteld heeft."

Patten's belangrijkste bron van informatie, zo gaf ze toe, waren Israëlische "nationale instellingen" - staatsambtenaren die er alle belang bij hadden om haar te misleiden om de oorlogsdoelen van het land te bevorderen, zoals ze eerder hadden gedaan met een volgzame media.

Zoals de Amerikaanse Joodse geleerde Norman Finkelstein heeft opgemerkt, baseerde Patten zich ook op open bronnen: 5.000 foto's en 50 uur aan videobeelden van bodycams, dashcams, mobiele telefoons, CCTV- en verkeersbewakingscamera's. En toch leverde dat visuele bewijs geen enkel beeld van seksueel geweld op. Of zoals Patten het uitdrukte: "Er konden geen tastbare aanwijzingen van verkrachting worden vastgesteld."

Ze gaf toe dat ze geen forensisch bewijs van seksueel geweld had gezien en geen enkele overlevende van verkrachting of aanranding had ontmoet.

En ze merkte op dat de getuigen en bronnen waar haar team mee had gesproken - dezelfde personen waar de media zich op hadden gebaseerd - onbetrouwbaar bleken. Ze "namen na verloop van tijd een steeds voorzichtiger en omzichtiger houding aan met betrekking tot vroegere verklaringen, waaronder in sommige gevallen het intrekken van eerder afgelegde verklaringen."

Medeplichtigheid aan genocide

Als er iets systematisch blijkt te zijn, dan zijn het wel de tekortkomingen in de berichtgeving van de westerse media over een aannemelijke genocide die zich in Gaza voltrekt.

Vorige week onthulde een computeranalyse van de berichtgeving van de New York Times dat deze zich sterk bleef richten op het Israëlische perspectief, zelfs toen het dodental uitwees dat 30 keer zoveel Palestijnen door Israël waren gedood in Gaza dan het aantal door Hamas gedode Israëliërs op 7 oktober.

De krant citeerde veel vaker Israëliërs en Amerikanen dan Palestijnen, en als er naar Palestijnen werd verwezen, was dat steevast op een passieve manier.

In Groot-Brittannië analyseerde het Centrum voor Mediamonitoring van de Britse Moslimraad bijna 177.000 fragmenten van tv-uitzendingen over de eerste maand na de aanval van 7 oktober. Het ontdekte dat Israëlische invalshoeken drie keer vaker voorkwamen dan Palestijnse.

Een vergelijkbaar onderzoek door de Glasgow Media Group ontdekte dat journalisten regelmatig veroordelende taal gebruikten voor het doden van Israëliërs - "moorddadig," "massamoord," "wrede moord" en "genadeloze moord" - maar nooit wanneer Palestijnen door Israël werden gedood. "Bloedbaden," "wreedheden" en "slachtingen" werden alleen uitgevoerd tegen Israëliërs, niet tegen Palestijnen.

Geconfronteerd met een aannemelijk geval van genocide - een die maandenlang op televisie wordt uitgezonden - hebben zelfs de liberale elementen van de westerse media laten zien dat ze de liberale democratische waarden die ze geacht worden hoog te houden, niet serieus nemen.

Ze fungeren niet als waakhond ten aanzien van de machthebbers, noch ten aanzien van de macht van het Israëlische leger, noch ten aanzien van de westerse staten die medeplichtig zijn aan de Israëlische slachtpartij. De media spelen eerder een centrale rol bij het mogelijk maken van de samenspanning. Ze zorgen ervoor dat het verdoezeld en goedgepraat wordt, zodat het acceptabel lijkt.

De waarheid is dat zonder die hulp Israëls bondgenoten allang tot actie zouden zijn gedwongen, tot het stoppen van de slachting en hongersnood. De handen van de westerse media zijn besmeurd met het bloed van Gaza.

Zie: https://www.declassifieduk.org/how-the-western-media-helped-build-the-case-for-genocide-in-gaza/