Een traditionele Walpurgisnachtviering (Nacht van de Heksen) op de Domplatz.
© globalmoments/Getty ImagesEen traditionele Walpurgisnachtviering (Nacht van de Heksen) op de Domplatz.
Het loslaten van de rede is een van de symptomen van een natie die lijdt onder een ineenstorting van de dominerende narratieven.

Onlangs voorspelde Bloomberg het einde van Duitslands dagen als industriële macht in een artikel dat opent met een afbeelding van de sluiting van een fabriek in Düsseldorf. Arbeiders met stalen gezichten zitten met een treurige plechtigheid de laatste handeling voor - het vormen van een stalen pijp in een walserij - in de eeuwenoude fabriek. Het "flikkeren van fakkels en toortsen" tezamen met de "sombere tonen van een eenzame hoornblazer," verlenen de scène een onmiskenbaar middeleeuwse sfeer.

Met een al dan niet opzettelijke toevoeging van dergelijke suggestieve details, scheppen de Bloomberg-schrijvers krachtige beelden voor Duitsland - niet alleen omdat het land economisch achteruitgaat, maar ook omdat de elites zich steeds meer laten leiden door een atavistische kracht: het loslaten van de rede.

Terwijl de harde economische realiteit de nutteloosheid van het utopische energieplan aan de oppervlakte brengt en de gevolgen van talloze slechte beslissingen zich opstapelen, ervaart Duitsland wat de Zweedse essayist Malcom Kyeyune "narratieve ineenstorting" noemt. Het eigenaardige gevolg hiervan, betoogt Kyeyune, is een verschuiving naar ritueel, bijgeloof en taboe. Deze malaise treft het gehele westen, maar in Duitsland is het bijzonder nijpend.

Volgens Kyeyune gebeurt dit "wanneer sociale en politieke omstandigheden zodanig snel veranderen dat mensen het niet meer kunnen bijbenen, wat leidt tot collectieve waanzin, sociale paniek en een pseudo-religieuze heropleving van millennarisme."

Het loslaten van de rede kan op verschillende manieren worden opgevat. Er werd al veel geschreven over de irrationaliteit achter het fabelachtig onwaarschijnlijke klimaatbeleid van Duitsland. De quasi-religieuze verve waarmee dit programma werd uitgerold, wijst er inderdaad op dat de stabiliteit van het land enigszins is verslapt. Maar zoals we dadelijk zullen zien, gaat het probleem veel verder dan een gehechtheid aan onhaalbare beleidsdoelstellingen.

De vooraanstaande Duitse zakenman Wolfgang Reitzle stelde dat als de regering haar klimaat- en energiebeleid wil realiseren, de capaciteit voor wind- en zonne-energie meer dan verviervoudigd moet worden, terwijl de opslag- en back-upcapaciteit enorm moet worden uitgebreid. Een dergelijk plan is "niet alleen technisch niet haalbaar, maar ook niet betaalbaar voor een land als Duitsland," stelt Reitzle. Wat het dan wel is, concludeert hij, "is gewoon waanzin."

Michael Shellenberger wijst er in een stuk voor Forbes magazine uit 2019 op, dat de oorspronkelijke impuls voor de overgang naar hernieuwbare energiebronnen voortkwam uit de gedachte dat de menselijke beschaving moet worden teruggeschaald naar duurzame niveaus. Hij citeert uit het baanbrekende essay 'The Question Concerning of Technology' van de Duitse filosoof Martin Heidegger uit 1954 en het daaropvolgende werk van mensen als Barry Commoner en Murray Bookchin, waarin in de jaren zestig een veel soberder visie op de toekomst van de beschaving werd uitgedragen.

Shellenberger concludeert dat de reden waarom "hernieuwbare energiebronnen de moderne beschaving niet van energie kunnen voorzien, is omdat ze daar nooit voor bedoeld waren. De interessante vraag rijst waarom iemand ooit dacht dat ze dat wel zouden kunnen.

De groep die plotseling bedacht dat ze dat wel zouden kunnen, bestaat uit de Duitse politieke en intellectuele elite van begin jaren 2000. Het was gedaan met het boerse milieudenken van de jaren zestig en hiervoor in de plaats kwam een agressieve agenda die volledig los stond van de werkelijkheid en die met een millennaristische hartstocht werd opgelegd.

Voordat we terugkomen op de idee van Kyeyune - dat de Duitse elite nu verzonken is in bijgeloof vanwege de naderende narratieve ineenstorting - moeten we even een stapje terug doen en onderzoeken wat Duitsland bezielde vóór de flikkerende fakkels en weemoedige hoorn van Bloomberg.

Het moderne Duitsland vormde lange tijd een object van bewondering voor de westerse liberale elite, die het beschouwde als de ideale incarnatie van de post-Fukuyama 'geschiedenis is voorbij'-wereld, waarin de liberale democratie zegevierde en ideologische conflicten tot het verleden behoorden. Duitsland, een natie met een voorliefde voor militarisme en autoritarisme, had zijn zonden uit het verleden achter zich gelaten en nederig zijn plaats ingenomen in de grote liberale orde, waarbij het grootmoedig weigerde zijn economische kracht aan te wenden voor de intimidatie van anderen.

De status van het land werd nog verder versterkt toen de VS en Groot-Brittannië ontspoorden, in de ogen van de elite, met de populistische opstanden van Donald Trump en Brexit. Duitsland, met zijn nuchtere, op consensus gerichte en op gezond verstand gebaseerde politiek, was de 'volwassene in de kamer,' hetgeen in schril contrast stond met de Angelsaksische landen.

Ondertussen draaide de economie op volle toeren. De hyperglobalisering van de jaren 2000 speelde Duitsland in de kaart. Het was een samenloop van gunstige wereldwijde omstandigheden. China groeide in astronomisch tempo en had auto's en machines nodig - Duitsland leverde beide. De uitbreiding van de EU naar Oost-Europa opende nieuwe markten voor de Duitse export. Duitsland floreerde en zijn succes fungeerde als een belangrijke motor voor de economische ontwikkeling in heel Europa.

Dit alles droeg bij aan de ontwikkeling van wellicht de belangrijkste eigenschap van de Duitse elite in deze periode: een buitengewone mate van zelfvertrouwen. Het was dit zelfvertrouwen dat Angela Merkel ertoe bracht de beroemde uitspraak "wir schaffen das" te doen, toen ze geconfronteerd werd met de taak om meer dan een miljoen migranten op te nemen. Het was hetzelfde zelfvertrouwen dat leidde tot de idee om tegelijkertijd van kernenergie en steenkool af te stappen, een aankondiging die met een zeker ongeloof maar ook met ontzag werd ontvangen. "Als iemand het kan, zijn het de Duitsers wel," was een veelgehoorde reactie.

De laatste paar jaar zagen we echter dat die zekerheid aan het wankelen werd gebracht en dat de dominante narratieven uiteen begonnen te vallen, omdat de geroemde stabiliteit en welvaart van Duitsland op losse schroeven kwamen te staan en de welwillende geglobaliseerde wereld die Duitsland koesterde, begon te vervagen. Maar een narratieve ineenstorting voltrekt zich, net als veel andere vormen van ineenstorting, eerst langzaam en in de marge, voordat het door een of andere gebeurtenis in een snellere terminale fase wordt gestort.

Wat zich in de marge afspeelde, was dat het economische model dat Duitsland de afgelopen twee decennia overeind had gehouden steeds meer onder druk kwam te staan doordat China een hogere waardeketen bereikte en minder Duitse producten ging importeren; het land had zich inmiddels ook als een concurrent op de automarkt ontpopt. Ondertussen slaagde de Duitse economie er grotendeels niet in om te diversifiëren, terwijl innovatie maar traag op gang kwam.

Evenzo waren er lang voor de gebeurtenissen van 2022 al twijfels gerezen over de vooruitzichten van de energietransitie, wederom in de marge. Duitsland heeft weinig vooruitgang geboekt voor wat betreft zijn emissiedoelstelling voor 2030 en ligt belachelijk ver achter bij zijn doelstelling om tegen 2030 15 miljoen elektrische voertuigen op de weg te hebben. Het moest plannen voor de geleidelijke afschaffing van kolen uitstellen en zelfs vanaf 2021 maakte steenkool nog een kwart van de elektriciteitsproductie uit. Met andere woorden, in plaats van een daadwerkelijke transitie te bewerkstelligen, had Duitsland slechts een schoon energiesysteem opgezet dat parallel liep aan het vuile systeem. Het schone systeem sprak tot de verbeelding, terwijl het vuile systeem nog steeds een groot deel van het land van energie voorzag. Deze situatie leidde tot het ontstaan van een cognitieve dissonantie die later zulke verbijsterende proporties zou aannemen.

Niettemin heeft het begin van het Oekraïneconflict in februari 2022 ongetwijfeld de stortvloed van mislukkingen die we nu waarnemen, bespoedigd. Zeker, Duitsland heeft in deze periode veel slechte beslissingen genomen, waarvan de onbesuisde deelname aan de door de VS geleide proxyoorlog tegen Rusland niet de minste was. Het feit dat men de door sancties geteisterde Russische economie zag opveren en weer groeien - terwijl hun eigen economie aan het worstelen was - weerlegde alles wat de Duitse elites zich hadden kunnen voorstellen. Dat is op zich al een ontwikkeling die het narratief aan het wankelen brengt.

Maar belangrijker dan de specifieke economische en politieke tegenslagen is misschien wel het gevoel dat de welwillende, vertrouwde wereld van de afgelopen decennia steeds sneller vervaagt en dat er iets onheilspellends voor in de plaats komt, als vanuit een vreemde en woelige droom.

Om nogmaals met Kyeyune te spreken, het is alsof "de toekomst die hen werd beloofd - en die ze ons allen beloofden - bestond uit voortdurende westerse vooruitgang, welvaart en geopolitieke dominantie. Maar dat ziet er steeds minder aannemelijk uit, terwijl ze de toekomst die in zicht komt niet leuk vinden en ook niet begrijpen."

De elites zien de wereld om hen heen afbrokkelen en niets verloopt zoals ze het zich hadden voorgesteld, wat hun zelfvertrouwen diep heeft aangetast.

De citaten van ambtenaren en zakelijke leiders in het stuk van Bloomberg getuigen van somberheid en staan ver af van het "wir schaffen das"-vertrouwen van enkele jaren geleden.

Stefan Klebert, de CEO van een bedrijf dat al sinds het eind van de 19e eeuw productiemachines levert, zei:
"Om eerlijk te zijn, is er niet veel hoop. Ik weet niet zeker of we deze trend kunnen stoppen. Veel dingen moeten snel veranderen."
Minister van Financiën Christian Lindner sprak eerder in februari op een Bloomberg-evenement:
"We zijn niet langer concurrerend. We worden steeds armer omdat we niet groeien. We raken achterop."
Volker Treier, hoofd buitenlandse handel bij de Duitse Kamers van Koophandel en Industrie, merkte op:
"Je hoeft geen pessimist te zijn om te zeggen dat wat we nu doen niet genoeg zal zijn. De snelheid van structurele verandering is duizelingwekkend."
Het laatste citaat, een klaagzang over de snelheid van structurele verandering, is bijzonder veelzeggend en doet ons denken aan Kyeyune's bewering, dat wanneer sociale en politieke omstandigheden te snel veranderen voor mensen om bij te benen, er vreemde flora kunnen ontspruiten.

Dit gevoel van onmacht en de angst die dit teweeg heeft gebracht, heeft bij de Europese elites voor een gevoel van onvermogen gezorgd - een soort verlamming als van een 'hert dat verstijft door de koplampen' - met Duitsland voorop. De elites, die er niet langer op vertrouwen dat hun acties tot bepaalde gewenste resultaten kunnen leiden, hebben hun verfijnde moderne vernis en technocratische fijngevoeligheid van zich afgeschud en zich teruggetrokken in symbolisme en bijgeloof.

Eigenlijk zou dit geen verrassing moeten zijn. Het is een eeuwenoud menselijk antwoord op het gebrek aan controle - denk aan regendansen in plaats van irrigatie - dat eens te meer de woorden van George Bernard Shaw bevestigt, dat "de tijdsperiode die de geschiedenis bestrijkt veel te kort is om enige waarneembare vooruitgang in de populaire betekenis van evolutie van de menselijke soort mogelijk te maken. De gedachte dat er een dergelijke vooruitgang heeft plaatsgevonden sinds de tijd van Caesar is te absurd voor discussie. Alle wreedheid, barbaarsheid, donkere tijden en de rest waarvan we weten dat die in het verleden voorkwamen, doen zich op dit moment voor."

Als gevolg hiervan worden acties, ontdaan van hun functionele inhoud, alleen gezien als inherent zinvol als ze voldoen aan het heersende bijgeloof en de nodige symboliek met zich meedragen. Het beleid dat wordt nagestreefd is dus losgekoppeld van de rede in de zin dat het niet langer wordt geëvalueerd of zelfs ondernomen met een verwachting van een bepaald resultaat - in feite zijn de resultaten vaak precies het tegenovergestelde van de veronderstelde bedoeling, wat leidt tot allerlei absurditeiten.

De haast van de EU om een absoluut symbolisch pakket sancties goed te keuren voor 24 februari - de dag waarop twee jaar geleden Rusland met zijn militaire operatie in Oekraïne begon - wordt niet uitgevoerd met ook maar de geringste verwachting dat een bont gezelschap van obscure bedrijven en derderangs overheidsambtenaren die onder EU-sancties komen te vallen beleidsdoelen zal bereiken. De volledige waarde van deze onderneming ligt in haar symboliek. Omdat de symboliek 'juist' is, wordt de actie belangrijk.

De Duitse Groenen, die zowel in het fanatieke klimaatprogramma als in het anti-Rusland kamp een leidende stem hebben, hebben de afgelopen twee jaar beleid voorgestaan dat direct heeft geleid tot een toename van de verbranding van kolen in het land. Dit is zeker geen uitkomst waar de partij ooit voor gelobbyd zou hebben. Maar haar acties hebben niet langer iets te maken met specifieke gewenste resultaten; ze bestaan volledig in de met nevel gevulde wereld van het symbolisme en moeten, volgens de logica van dit nieuwe tijdperk van bijgeloof, alleen worden beoordeeld op basis van hun symbolische kracht.

Kyeyune geeft misschien wel het meest levendige praktijkvoorbeeld van dit principe.
"Duitsland heeft nog steeds één functionerende pijpleiding door de Oostzee, maar weigert die te gebruiken," merkt hij terecht op, verwijzend naar één pijpleiding van Nord Stream 2 die niet beschadigd raakte bij de sabotageaanval in september 2022. "Het probleem is dat de alternatieve aanpak om in de energiebehoefte te voorzien, betekent dat er vloeibaar aardgas moet worden gekocht... en een deel van dit gas komt uit Rusland. Met andere woorden, Duitsland koopt nog steeds aardgas van Rusland, minder efficiënt en tegen hogere kosten, om een quasi-ritueel verbod op het gebruik van de pijpleiding in stand te houden."
Ondertussen, vervolgt hij, vindt een soortgelijke situatie plaats met Russische olie, die nu naar India of China wordt gestuurd om te worden geraffineerd voordat het door Europa wordt geïmporteerd. Het is "alsof het mengen met andere olie in een buitenlandse raffinaderij de kwade geesten die erin zitten, verwijdert. Met andere woorden, Russische olie moet een soort zuiveringsproces ondergaan voordat het de EU-tuin in mag. Europese raffinaderijen lijden ondertussen, terwijl allerlei tussenhandelaren zich verrijken en consumenten hogere prijzen moeten betalen. Er zit geen greintje economische logica in - maar we zijn nu een wereld binnengetreden waar geen economische logica bestaat.

Het energiebeleid, de levensader van de industriële beschaving, is nu onderworpen aan de tirannie van rituelen, taboes en bijgeloof. Dat is het lot van de Duitse elite die het land door een turbulente periode van buitengewoon belangrijke transitie probeert te loodsen. Het loslaten van de rede vormt nogal een handicap bij het uitvoeren van die taak.

Zie: https://www.rt.com/business/592562-germany-economy-industry-decline/