Julian
© Peter Nicholls/Reuters/MI6/KJNJulian Assange
De 20ste en 21ste februari zouden voor WikiLeaks-oprichter en -chef Julian Assange de laatste kans kunnen inhouden om uitlevering aan de VS te voorkomen. Het Hooggerechtshof van Londen heeft twee zittingsdagen gereserveerd voor argumenten over de vraag of hij een hof van beroep kan verzoeken om zijn uitlevering aan de VS tegen te houden. Als dat niet lukt, kan hij naar de andere kant van de Atlantische Oceaan worden gestuurd, waar hij vervolging riskeert op grond van Washingtons draconische spionagewet en strafmaatregelen opgelegd krijgen die uiteenlopen van 175 jaar in een "maximaal beveiligde" gevangenis tot de doodstraf, wegens het onthullen van de leugens en misdaden van het wereldomspannende Amerikaanse imperium.

Deze zaak geldt als de belangrijkste zaak ooit op het gebied van persvrijheid. Noch tijdens Julians zeven jaar van willekeurige vasthouding in de ambassade van Ecuador in Londen, noch tijdens zijn vijf jaar in Belmarsh Prison, Groot-Brittannië's versie van Guantanamo Bay, ook wel "Gitmo" genoemd, toonden de reguliere media en internationale mensenrechtengroeperingen ook maar enige serieuze belangstelling voor zijn lot. Veel westerse burgers - inclusief degenen die tot nu toe WikiLeaks en Julians kruistocht tegen officiële geheimhouding volmondig steunden - stonden eveneens onverschillig tegenover, of steunden zelfs, zijn gewelddadige verwijdering uit de Ecuadoraanse ambassade.

Veel van deze samenzwering van zwijgzaamheid en onverschilligheid kan worden toegeschreven aan een gezamenlijke lastercampagne, die in Londen en Washington DC werd opgezet met de bedoeling om de sympathie van het publiek voor Julian in de kiem te smoren. Zoals Nils Melzer, de speciale VN-rapporteur inzake marteling, in een opiniestuk van juni 2019 schreef dat westerse media weigerden te publiceren, werd hij "systematisch belasterd om de aandacht af te leiden van de misdaden die hij aan het licht bracht," en toen hij eenmaal "ontmenselijkt was door isolatie, spot en schaamte, net als de heksen die vroeger op de brandstapel terechtkwamen, was het eenvoudig om hem zijn meest fundamentele rechten te ontnemen zonder wereldwijd publieke verontwaardiging uit te lokken."

Volgens een toonaangevende aantijging tegen Julian zou hij in opdracht en in het belang van het Kremlin hebben gewerkt. Voorgesteld als een almachtige schurk op het wereldtoneel na de door het westen ondersteunde Maidan-coup in Oekraïne in februari 2014, werden alle mogelijke vormen van binnenlandse politieke onrust in Europa en Noord-Amerika geframed als op de een of andere manier onophoudelijk door Moskou georkestreerd, waarbij alles en iedereen die ook maar vaag sympathiseerde met Rusland automatisch werd bestempeld als een FSB- en/of GRU-agent van chaos.

Toen de Britse politie Julian met geweld geboeid uit de Ecuadoraanse ambassade sleurde, juichten veel reguliere mediakanalen - alsmede een groot aantal Ruslandgaters - omdat ze geloofden dat hij binnenkort zou worden aangeklaagd voor zijn GRU-ondersteunde rol in het ondermijnen van de uitkomst van de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016. Dergelijke aanklachten bleven uit. En in september 2021 liet Yahoo News onbedoeld een ongerijmde kat uit de zak vallen. Het mediakanaal onthulde dat de CIA plannen had voorbereid om Julian in de gaten te houden, te ontvoeren en zelfs te vermoorden toen hij zich nog in de ambassade van Ecuador bevond.

Het explosieve bericht werd door de reguliere media vrijwel volledig genegeerd - hoewel een fundamenteel aspect van het artikel, dat zelfs door de voorstanders en promotors ervan grotendeels over het hoofd werd gezien, uit de onthulling bestond dat de CIA over geen enkel bewijs beschikte dat Julian of WikiLeaks ook maar enige banden met Rusland onderhielden. "Moeilijkheden" bij het bewijzen dat hij of zijn organisatie "in opdracht van het Kremlin" hadden gewerkt, vormden naar verluidt een "belangrijke factor" toen Mike Pompeo, de toenmalige directeur van de CIA, WikiLeaks in april 2017 bestempelde als een "niet-statelijke vijandige inlichtingendienst." Die ongegronde bewering opende de deur voor ongebreidelde surveillance, intimidatie en vervolging van Julian en zijn medewerkers. Het diende ook als rechtvaardiging voor de moordplannen.

Er kleeft nog een andere dimensie aan deze stinkende fabel die grotendeels onderbelicht is gebleven. Integrity Initiative, een geheime informatieoorlogsoperatie van de Britse inlichtingendienst, speelde een cruciale rol bij de bestendiging van het narratief van Julian als instrument van het Kremlin. Dit beschamende verhaal illustreert dat westerse propagandacampagnes maar zeer magertjes in elkaar steken en vervolgens via volgzame media worden verspreid. Nu Julian dreigt te worden uitgeleverd aan de VS, is het nooit urgenter geweest om dit aan het licht te brengen.

De vermoorde hoop

Een belangrijk onderdeel van het Integrity Initiative-schandaal bestond uit de opzet van geheime "clusters" door de organisatie. Dit waren - en zijn misschien nog steeds - clandestiene netwerken van journalisten, wetenschappers, politici en militairen en agenten van de inlichtingendienst, die het Initiative kon mobiliseren om zwarte propaganda te verspreiden en zo het beleid en de perceptie te beïnvloeden, gericht op binnenlandse en buitenlandse tegenstanders. Een weinig bekend voorbeeld van de kracht van clusters bestond uit een aggressieve campagne om Julian valselijk in verband te brengen met het Kremlin.

Het Spaanse cluster van het Initiative was in dit opzicht bijzonder effectief. Buiten Groot-Brittannië is dit het grootste en meest invloedrijke cluster van het Initiative, dat bestaat uit een aantal prominente journalisten, academici, vertegenwoordigers van denktanks, parlementsleden van verschillende partijen, ministers en militaire functionarissen.

Documenten van het Initiative werden in november 2018 gelekt door Anonymous, het collectief van hacktivisten, en beschrijven in detail hoe deze nexus met succes het Spaanse politieke proces heeft ondermijnd. Zo is er bijvoorbeeld het geval van Pedro Baños, kolonel in het Spaanse leger en voormalig hoofd contraspionage en beveiliging van het Europese legerkorps. Zijn lot is zeer relevant voor de rol van het Initiative bij de framing van Assange als een Russische agent.

In juni 2018 ontdekte het Initiative, waar enkel spionnen werkzaam zijn, dat de regerende Socialistische Arbeiderspartij van Madrid Baños zou benoemen tot directeur van het Spaanse departement van nationale veiligheid, zo'n beetje het equivalent van het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Veiligheid. Baños was in de maanden daarvoor herhaaldelijk te gast geweest bij RT en Sputnik en had in het openbaar opgeroepen tot constructieve, harmonieuze betrekkingen tussen de Europese Unie en Moskou.

Het Initiative kon zijn benoeming op zo'n invloedrijke positie niet toestaan. Binnen enkele uren na het vernemen van deze vertrouwelijke informatie, gaf het Spaanse cluster heimelijk dossiers over de kolonel door aan lokale en internationale mediakanalen en activeerde hun overzeese clusters om negatieve commentaren over de beoogde benoeming op sociale media te publiceren om "internationale steun te genereren" voor het tegenhouden van de benoeming.

Het in Londen gevestigde team van het Initiative zette ook een speciale WhatsApp-groep op "om de Twitter-respons te coördineren, contacten te leggen om de bekendheid te vergroten en ervoor te zorgen dat mensen het materiaal zouden retweeten."

Bovendien stuurde het cluster materiaal naar El País en El Mundo, toonaangevende Spaanse kranten. Vertegenwoordigers van de Volkspartij - die clustermensen binnen haar gelederen heeft - en Ciudadanos, een andere centrumpartij, riepen premier Pedro Sánchez publiekelijk op de benoeming tegen te houden, terwijl sommige Spaanse diplomaten eveneens hun "bezorgdheid" uitten. Aan het eind van de dag werd bevestigd dat Baños niet langer in aanmerking kwam voor de functie.

Het uitvoeren van destabiliserende informatieoperaties in Spanje was niet altijd zo gemakkelijk voor het Initiative. Een intern dossier - "Waarom is het zo moeilijk om de kwestie Rusland in Spanje aan te pakken en wat moet er gedaan worden?" - bevat een gedetailleerd overzicht van de problemen die de organisatie in dit verband tot nu toe heeft ondervonden. Moskou "[werd] niet beschouwd als een probleem voor de Spaanse nationale veiligheid," niet in het minst omdat de twee landen geen voorgeschiedenis van conflict hebben die kon worden gebruikt om het Spaanse publiek angst aan te jagen en op te hitsen.

"Pro-Russische narratieven" zouden "vaak tot in alle lagen" van de Spaanse samenleving [doordringen]. Zowel burgers als ambtenaren geloofden dat Moskou in de jaren 1990 "vernederd" werd, toen westerse mogendheden duidelijke afspraken over NAVO-uitbreiding schonden en dat Rusland "een natuurlijk recht" heeft op een regionale invloedssfeer.

Rusland werd in Spanje vooral beschouwd "als een potentiële bron van investeringen, toerisme en zakelijke perspectieven," in plaats van als een vijandige tegenstander, terwijl politici, journalisten, diplomaten en burgers bovendien graag de dialoog met Moskou wilden voortzetten om "manieren te verkennen om de relatie [tussen Europa] en het Kremlin te herstellen," waarbij "een hardere opstelling van de EU of de NAVO" tegenover Rusland "meestal als contraproductief, of zelfs als gevaarlijk werd beschouwd."

Een tamelijk onoverkomelijke stand van zaken - tot Julians publieke commentaar op de Catalaanse onafhankelijkheidsstemming in 2017. Dit gaf de organisatie alle wapens in handen om Moskou valselijk voor te stellen als een ernstige bedreiging voor de Spaanse democratie en territoriale integriteit, terwijl tegelijkertijd de door spionnen verzonnen beschuldiging dat de oprichter van WikiLeaks een Russische agent was, kracht werd bijgezet.

'De crisis nauwlettend in de gaten houdend'

De autonome Spaanse regio Catalonië hield op 1 oktober 2017 een referendum over onafhankelijkheid. Madrid verklaarde de stemming onrechtmatig, terwijl de politie in de weken voorafgaand aan de verkiezingsdag hard optrad tegen talrijke grootschalige protesten. Foto's en video's van deze tumultueuze taferelen verspreidden zich op grote schaal via sociale media. Veel maatschappelijke organisaties en bekende personen deelden het nieuws over deze protesten en politieacties. Onder deze menigte bevond zich Julian. Zijn Twitterberichten werden wereldwijd door duizenden mensen geretweet, terwijl RT en Sputnik hier in een aantal rapporten over de gebeurtenissen in Barcelona naar verwezen.

Toen de mensen eenmaal naar de stembus gingen, verzocht de voormalige Spaanse premier Felipe González Grupo PRISA - het machtigste mediaconglomeraat van Spanje en eigenaar van El País, de op één na grootste krant van het land - om een "ferme reactie" te geven op de onafhankelijkheidsbeweging, "gezien de ernst van de situatie."

El País publiceerde gestaag dagelijks uiterst kritische artikelen over de situatie in Catalonië. Deze berichtgeving impliceerde onder andere dat de onafhankelijkheidsbeweging op de een of andere manier door Rusland aangestuurd, gefinancierd of beïnvloed werd, en dat Spanje meer in het algemeen onderhevig was aan een geniepige Kremlin-inmengingscampagne via bots en trollen op sociale media en "nepnieuws," waarover Julian de leiding had.

In hoeverre El País voorafgaand aan het referendum werd beïnvloed door het Initiative kan niet met zekerheid worden gezegd. Maar daarna verspreidde de organisatie
"een belangrijke studie over de Russische invloed op het Catalaanse referendumproces ... persoonlijk onder de belangrijkste beïnvloeders in Spanje, waaronder het kantoor van de premier, en in heel Europa via het netwerk van het Integrity Initiative."
Een instructienota "Het framen van Russische inmenging in de Catalaanse kwestie" bood "inzichten, achtergrondinformatie en suggesties om de (waarschijnlijke) Russische inmenging in Spanje in de juiste context te plaatsen en te interpreteren."

De kop van de krant was opvallend vet. Het Kremlin had "zijn propaganda-apparaat geactiveerd" - inclusief Julian en Edward Snowden - om "bij te dragen aan de destabilisatie van Spanje." Catalaanse pro-onafhankelijkheidsactivisten - die deel uitmaakten van een "uitgebreid netwerk van pionnen," gecultiveerd door het Kremlin in het buitenland - zouden op de een of andere manier "Assange's steun hebben gekocht."

Het bewijs voor deze hoogdravende beschuldigingen was non-existent. Bijvoorbeeld, een gering aantal tweets die Julian in het Catalaans plaatste, en die duidden op een behoorlijke kennis van de geschiedenis van de onafhankelijkheidsbeweging, suggereerde naar verluidt dat onbekende personen hem de informatie zouden kunnen hebben toegespeeld.

Evenzo zou de door Vladimir Poetin gemaakte verwijzing naar het referendum in een toespraak op slinkse wijze "enige legitimiteit hebben verleend" aan de stemming. Dit ondanks het feit dat de Russische president Madrid in die toespraak luidkeels steunde, terwijl hij verklaarde dat de zich ontvouwende crisis "een interne aangelegenheid van het Koninkrijk Spanje" was. Het Initiative bestempelde deze alledaagse diplomatieke standaardtekst op onverklaarbare wijze als een "subtiele" aanwijzing dat het Kremlin "de crisis nauwlettend in de gaten hield."

Dergelijke armetierige samenzweerderige gissingen leidden ertoe dat de organisatie besloot dat "een klassiek controle- en absorptiemechanisme van de KGB" was ingezet om de onafhankelijkheidsbeweging te steunen en Spanje te ontwrichten, om Moskou's propagandanarratieven "over een disfunctionerende, verzwakkende en nagenoeg instortende EU" te bevorderen.

Deze onzin werd geciteerd in een aantal artikelen in de reguliere media, waaronder een artikel in El País dat door de redacteur, David Alandete, was geschreven. Het fictieve narratief, dat de online steun voor Catalaanse onafhankelijkheid een Russisch complot was met Julian als stroman, groeide uit tot een stortvloed van desinformatie, waarbij El País het voortouw nam. Het publiceerde wekenlang bijna dagelijks verhalen over het onderwerp, vol met gelikte grafieken en afbeeldingen die op grote schaal door andere nieuwsmedia werden gerecycled.

Al dat tumult, in combinatie met het verraderlijke Initiative-dossier dat de bureaus van hooggeplaatste politici in Madrid bereikte, was er zeker de oorzaak van dat de Spaanse ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken in november 2017 aankondigden, dat Twitteraccounts vanuit Rusland sociale media hadden gebruikt "om massaal bekendheid te geven aan de separatistische zaak om de publieke opinie achter zich te krijgen" in de aanloop naar het referendum.

'Buitengewoon misleidend'

En zo werd Alandete de maand daarop uitgenodigd om zijn bevindingen te presenteren aan de commissie- Digital, Culture, Media and Sport van het Britse parlement, die een onderzoek deed naar "nepnieuws." Julian zou daarbij afzonderlijk een getuigenis afleggen, maar dit werd ingetrokken na interventie van het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken.

Alandete werd vergezeld door Francisco de Borja Lasheras, directeur van het kantoor van de Europese Raad voor Buitenlandse Betrekkingen in Madrid en Mira Milosevich-Juaristi, senior fellow voor Rusland en Euro-Azië bij het Elcano Instituut. Beiden waren - zijn? - lid van het Integrity Initiative's Spaanse cluster .

Het panel van wetgevers vormde op zijn zachtst gezegd een ontvankelijk publiek. Met de verkiezingen voor de Catalaanse Assemblee in het verschiet vond de commissie het "een bijzonder interessant moment om deze kwestie te bespreken." Voorzitter Damian Collins schijnt ook een evenement van het Integrity Initiative in februari 2016 te hebben bijgewoond.

De beweringen van het Spaanse trio stuitten op geen enkele betwisting of kritiek, aangezien deze vrijwel letterlijk de verscheidene valse hypotheses en beweringen uit de instructienota van het Initiative opsomden. Milosevich-Juaristi verklaarde dat "de complexiteit van de combinatie van verschillende instrumenten die tijdens het referendum in Catalonië waren gebruikt" - waaronder Julians activiteiten op sociale media - het "onmogelijk" maakte dat er geen doelbewuste hybride oorlogsvoeringstrategie van het Kremlin gaande was in de afgescheiden regio. Niettemin gaf ze toe: "Ik heb geen materiaal om dat te rechtvaardigen."

Toch overtuigden de Spanjaarden de commissie er met gemak van dat "Russische inmenging zo omvangrijk en zo verstikkend was dat je er niet omheen kon." De parlementsleden vroegen of Moskou had geprobeerd om de uitkomst van het referendum te beïnvloeden, of dat er EEN ANDER specifiek doel meespeelde in de berichtgeving van RT en Sputnik over de gewelddadige scènes in Barcelona. De getuigen snapten er niks van. Lasheras verklaarde herhaaldelijk: "we hebben geen specifiek bewijs" en "we weten het niet," terwijl Alandete op weinig overtuigende wijze beweerde dat het enige bewijs dat hij kon leveren, bestond uit het feit dat aan de Russische staat gelieerde media überhaupt verslag hadden gedaan van de gebeurtenissen.

Deze bekentenissen leidden niet tot enige vorm van kritiek van de commissie. Toch bracht Labour-parlementslid Paul Farrelly vluchtig enkele cruciale punten naar voren:
"De vraag is hoeveel invloed [de Russische media] hebben. In hoeverre moeten zij de schuld krijgen van de slechte beeldvorming over bijvoorbeeld Spanje, in vergelijking met de acties van de Spaanse regering die deze media in eerste instantie heeft gevoed? Welke nadruk moeten we daarop leggen, vergeleken met de acties die over de hele wereld getweet en gedeeld waren?"
Alandete beweerde herhaaldelijk dat hij de vraag niet begreep, dus zei Farrelly eenvoudigweg "het doet er niet toe" en liet het daarbij zitten, een onthutsende capitulatie met betrekking tot een absoluut cruciale vraag die in geen enkel onderzoek naar vermeend "nepnieuws" of "desinformatie" ooit voldoende aan bod is gekomen. Toch, terwijl de wetgevers duidelijk niet geïnteresseerd waren in het serieus onderzoeken van de beweringen van het trio, was hacker en activist MC McGrath dat wel en diende als reactie een gedetailleerde, vernietigende beoordeling in bij de commissie.

McGrath "bestudeerde hun getuigenis, samen met andere publicaties over Russische inmenging in Catalonië" die door het Spaanse trio waren aangeleverd. Die bestonden onder andere uit artikelen die door El País en het Elcano Instituut gepubliceerd waren. Hierin werden "talrijke gevallen van verkeerde interpretatie van gegevensbronnen, gebruik van onjuiste informatie, gebrek aan aandacht voor details en slechte onderzoeksmethodologie" geïdentificeerd, wat resulteerde in "buitengewoon misleidende" conclusies die aan het parlementaire panel werden gepresenteerd.

Alleen al de omvang van de leugens, verdraaiingen, overdrijvingen, onjuiste voorstellingen en "uitzonderlijk gebrek aan aandacht voor details" die McGrath aan het licht bracht, is behoorlijk buitengewoon. Zo beweerden talrijke berichten in El País dat er een "verdacht groot" aantal tweets over Catalonië afkomstig was van Russische bots en trollen, in het bijzonder retweets van RT en Sputnik, evenals van Julians persoonlijke account.

McGrath's analyse van 23.418 retweets van Julians berichten over Catalonië in september en oktober toonde echter aan dat slechts 2,1% afkomstig was van accounts in Rusland. Dit was volledig in overeenstemming met de verhoudingen in de wereldbevolking en duidde op geen enkele manier op "onevenredige interesse in de situatie in Catalonië" vanuit Moskou. In werkelijkheid waren degenen die Julians berichten retweetten voor het overgrote deel gevestigd in de VS.

Nog kwalijker is dat McGrath ontdekte dat Julian in slechts 17 van de 596 verhalen over Catalonië die van september tot december 2017 door RT en Sputnik waren gepubliceerd, voorkwam. Ondertussen, van de 1.508 tweets die door de Engels- en Spaanstalige Twitteraccounts van het tweetal over Catalonië waren gedeeld binnen dit tijdsbestek, werd hij slechts in 22 daarvan - 1,46% - genoemd. Ironisch genoeg publiceerde El País in deze periode aanzienlijk meer verhalen waarin Julian werd genoemd dan Sputnik en RT samen. McGrath concludeerde:
"Beweringen over nepnieuws, vooral die welke in de media worden gepubliceerd en aan wetgevende instanties worden voorgelegd, moeten grondiger worden onderzocht. Het is belangrijk om verder onderzoek te doen om inzicht te krijgen in de mate waarin nepnieuws over nepnieuws een wijdverbreid probleem is en hoe deze ongegronde beweringen tot stand komen. Het is noodzakelijk om te onderzoeken hoe beweringen over nepnieuws zelf kunnen worden gebruikt als manipulatieve tactiek en te begrijpen welke impact dit heeft op de samenleving."
'Escalerende spanningen'

Ondanks deze grove aanklacht tegen de geloofwaardigheid van het trio leek de commissie onbewogen en publiceerde in juli 2018 een tussentijds rapport waarin zij uitvoerig werden geciteerd. Hierin werd onomwonden beweerd:
"Tijdens de referendumcampagne heeft Rusland conflicten uitgelokt, door een mix van misleidende informatie en desinformatie tussen mensen binnen Spanje, en tussen Spanje en andere lidstaten in de EU, en in de NAVO."
Belangrijker nog, in maart van dat jaar leidde de door het Initiative gecreëerde controverse ertoe dat Ecuador Julians internettoegang afsloot en hem verbood andere bezoekers dan zijn advocaten te ontvangen. Aangevoerd werd dat zijn activiteiten op sociale media "de goede relaties die [het land] onderhoudt met Groot-Brittannië, met de andere landen van de Europese Unie en met andere naties in gevaar brengen."

Zoals Glenn Greenwald destijds documenteerde, was dit het gevolg van "serieuze diplomatieke druk die werd uitgeoefend" op de president van Ecuador, Lenin Moreno, "door de Spaanse regering in Madrid en haar NAVO-bondgenoten." Greenwald:
"De escalatie van spanningen met Spanje, dat sterke diplomatieke banden met Ecuador onderhoudt, bedreigt Assange's asiel op een manier die de langdurige druk van de VS en Groot-Brittannië niet kon bewerkstelligen. Ecuador wordt gedwongen te kiezen tussen het onderhouden van zijn relaties met andere staten en handhaving van Assange's asiel."
Diezelfde maand had Alan Duncan, de Britse minister van Buitenlandse Zaken, een één-op-één bespreking met de toenmalige premier Theresa May, waarin hij de opdracht kreeg om Moreno te "vleien" om Julians verwijdering uit de ambassade te faciliteren. Dit bespoedigde een jaar van diplomatiek geslijm, inclusief door de staat gefinancierde reizen van hooggeplaatste Ecuadoraanse ambtenaren naar Londen en bezoeken in de tegenovergestelde richting door Britse veiligheids- en inlichtingenmedewerkers. Een maand na Julians dramatische arrestatie in april 2019 vloog de Britse minister van Handel George Hollingbery naar Quito om Londens handelsovereenkomst met de Andeslanden te ondertekenen.

Denk aan de woorden van Nils Melzer, over de manier waarop Julian "systematisch werd belasterd om de aandacht af te leiden van de misdaden die hij aan het licht bracht." En dat, toen hij eenmaal "ontmenselijkt was door isolatie, spot en schaamte... het eenvoudig was om hem zijn meest fundamentele rechten te ontnemen zonder wereldwijd publieke verontwaardiging te veroorzaken."

De acties van het Initiative hebben Julian enorm geïsoleerd, zijn toch al beperkte toegang tot de buitenwereld ernstig beperkt, de basis gelegd voor zijn verwijdering uit de ambassade en de daaropvolgende gevangenschap, waarbij hij werd veroordeeld tot dagelijkse ellende en fysieke en psychologische marteling.

Dit schandalige drama is een bijzonder miserabel voorbeeld van het gemak waarmee westerse inlichtingendiensten de bedrijfsmedia kunnen overspoelen met regelrechte fictie op basis van de meest gebrekkige grondslagen, in de wetenschap dat goedgelovige, plooibare "journalisten" hun misleidende leugens met religieuze overtuiging als feiten zullen verkondigen en nooit met consequenties zullen worden geconfronteerd.

Als en wanneer hun leugens worden blootgelegd, kunnen ze gewoon verder gaan alsof er niets is gebeurd, zich veilig vastklampend aan hun legitimerende prijzen, gezuiverde Wikipedia-vermeldingen en lofbetuigingen. Ondertussen is het voor Julian bijna vijf jaar geleden dat hij aankwam in "Groot-Brittannië's Gitmo." Sindsdien verslechtert zijn mentale en lichamelijke gezondheid met de dag.

Nu bestaat zijn enige kans op bevrijding uit die helse gevangenis uit een gevangenisstraf van 175 jaar in een maximaal beveiligde gevangenis, niet ver van het hoofdkwartier van een spionage-agentschap dat nog niet zo lang geleden plannen smeedde om hem in koelen bloede te vermoorden.

Zie: https://www.kitklarenberg.com/p/how-british-intelligence-framed-julian-088