vlaggen
© redressonline/KJN
Zionisme kan worden beschouwd als fascisme dat is aangepast aan de omstandigheden van het Midden-Oosten en het Anglo-Amerikaanse imperialistische streven naar overheersing in die regio, schrijft Eduardo Vasco.
De kernstelling van dit artikel is dat de staat Israël een zuiver imperialistische uitvinding is om de overheersing van West-Azië door de grootmachten te faciliteren, een overheersing die alleen kan worden uitgeoefend door middel van fascistische methoden. We proberen deze stelling te bewijzen door de geschiedenis van de zionistische beweging vanaf het einde van de 19e eeuw tot het midden van de 20e eeuw te analyseren, waarbij we gebruik maken van het werk van enkele van 's werelds voornaamste geleerden over dit onderwerp, onder wie veel Joden.
De gemeenschappelijke oorsprong van het Duitse nazisme, het Italiaanse fascisme en het Israëlische zionisme

De 19e eeuw was het meest belangrijk voor de geschiedenis van de mensheid. Tijdens die eeuw vonden de grootste politieke, economische en sociale transformaties van de moderniteit plaats, die na de industriële revolutie de weg vrijmaakten voor een onbeperkte ontwikkeling van de menselijke vermogens.

In die tijd probeerden de verschillende volkeren van de wereld, vooral die uit Europa, dat het middelpunt van deze transformaties vormde, zich voor het eerst op internationaal niveau te bevrijden van de ketenen die hen bonden aan achterlijkheid en onderdrukking. In verschillende naties die verstikt werden door koloniale rijken ontstonden nationalistische bewegingen.

Ter rechtvaardiging van hun acties namen de ideologen van het nationalisme vaak hun toevlucht tot het verzinnen van mythen om het doel van het bouwen van een natie voor te stellen als een natuurlijk historisch resultaat van de ontwikkeling van de strijd van een volk. Het fundamentele kenmerk van de mythen werd gestoeld op een religieuze, raciale en territoriale grondslag.

De ideologen van het zionisme, dat wil zeggen van de kolonisatie van Palestina door Joden, gebruikmakend van de behoefte aan bescherming van Joden na eeuwen van onderdrukking in Europa, volgden het voorbeeld van bijvoorbeeld de Duitsers en Italianen, die probeerden hun naties te verenigen en een eigen nationale staat op te bouwen waarbinnen de territoriale rechten van mensen van hetzelfde ras en dezelfde religieuze overtuiging werden voorgestaan. In deze drie gevallen werd een mythisch verleden door hun leiders aangehaald, van heldhaftige en superieure volkeren waarvan zij de legitieme afstammelingen en erfgenamen waren.

De Israëlische historicus Shlomo Sand schrijft in zijn boek The Invention of the Jewish People:
Naar het voorbeeld van andere "patriottische" stromingen in het 19e-eeuwse Europa, die terugkeken op een fabelachtige gouden eeuw met behulp waarvan ze voor zichzelf een heroïsch verleden smeedden (het klassieke Griekenland, de Romeinse Republiek, de Teutoonse stammen of de Galliërs). Om te bewijzen dat ze niet ex nihilo waren ontstaan, maar al heel lang bestonden, wendden de eerste aanhangers van de idee van een Joodse natie zich tot het schitterende licht dat het mythologische koninkrijk van David uitstraalde en waarvan de kracht eeuwenlang bewaard was gebleven in het hart van muren van religieus geloof.
In Rome and Jerusalem, uit 1862, zei de socialistische intellectueel Moses Hess:
"Het Joodse ras is een zuiver ras dat al zijn kenmerken reproduceerde, ondanks verschillende klimatologische invloeden. Het Joodse type is door de eeuwen heen hetzelfde gebleven. Het heeft geen zin voor Joden en Joodse vrouwen om hun afkomst te ontkennen door zich te laten dopen en zich te vermengen met de massa's van de Indo-Germaanse en Mongoolse volkeren. Joodse types zijn onuitwisbaar."
Binnen deze beweging van Joodse intellectuelen was al een racistische, reactionaire tendens waarneembaar. Dezelfde tendens die de fascistische extreemrechtse verschijnselen in Europa aan het begin van de 20e eeuw voortbracht.

De religieuze basis trok de meest primitieve instincten van de gemeenschap aan en leek enigszins achterhaald na de consolidatie van de verlichtingsidealen en het tijdperk van de rede en de wetenschap. Daarom moesten nationalistische ideologen religieuze mythen aanpassen aan een pseudowetenschappelijk gedachtegoed.

Nazi-historici, archeologen en onderzoekers worstelden om bewijzen te vinden voor hun vermeende mythologische verleden. Zijn "wetenschap" behelsde niets meer dan een herziening van de geschiedenis om deze te manipuleren voor de doeleinden van het Derde Rijk. De "wetenschap" diende de officiële ideologie en haar vervalsing van de geschiedenis.

Rond dezelfde tijd bewandelden de zionisten hetzelfde pad. Wanneer archeologische ontdekkingen in tegenspraak waren met religieuze geschriften gaven zionistische onderzoekers er volgens Sand de voorkeur aan om "de 'waarheid' van de theologische tekst aan te nemen boven de waarheid van het archeologische object."

De Oekraïner Ben-Zion Dinur, professor Joodse Geschiedenis aan de Universiteit van Jeruzalem in de jaren 1930, is de auteur van het boek The History of Israel: Israel in its Country, dat voor het eerst werd gepubliceerd in 1918 en in 1938 werd uitgebreid. Volgens Sand besloot die auteur om de Bijbel te "herschrijven," "door deze aan te passen aan de 'wetenschappelijke' geest van zijn tijd."

Dit betekent niet dat hij op een gegeven moment twijfelde aan de historiciteit van de heilige Schriften. Vanaf het verslag over het leven van Abraham de Hebreeër tot aan diens terugkeer naar Sion, bleef hij trouw aan elk detail en elke gebeurtenis die beschreven werd.

Sand stelt:
"De belangrijkste bijdrage van de 'bijbelse geschiedschrijving' aan de ontwikkeling van het nationale bewustzijn bestond zeker uit het vaststellen van de relatie met het 'land Israël.'
De Bijbel diende vooral als een "etnisch" merkteken dat de gemeenschappelijke oorsprong aangaf van vrouwen en mannen wier seculiere culturele gegevens en bestanddelen totaal verschillend waren, maar die werden verafschuwd vanwege een religieus geloof dat ze praktisch niet meer aanhingen.

De gedachte ontstond dat de moderne Joden de afstammelingen waren van de bewoners van het oude Israël van tweeduizend jaar geleden, die verdreven waren en dat land weer zouden moeten innemen. Zij wilden de stelling dat alle volkeren en beschavingen ooit tot een bepaald land hadden behoord en daaruit verdreven waren door andere volkeren, en bijgevolg ook land van andere volkeren in beslag hadden genomen, niet accepteren. Dat gold ook voor de opvatting dat de moderne Joden, net als de nakomelingen van alle volkeren die uitgebreid contacten onderhielden met anderen, voortkomen uit een reeks rassen en geen zuiver ras vormen, en dat ze weinig gemeen hadden met de bewoners van het oude Israël. Men nam liever dezelfde racistische vooroordelen over als de ideologen van het nazisme en fascisme, namelijk dat hun ras zuiver en superieur was aan dat van anderen.

Zionisme, een beweging die door de Britse bourgeoisie werd opgezet

In de periode dat Palestina deel uitmaakte van het Ottomaanse Rijk, halverwege de 19e eeuw, installeerde Groot-Brittannië - de grote koloniale en kapitalistische macht van die tijd - zijn consulaat in Jeruzalem. In 1840 stelde Lord Palmerston voor dat de Kroon een Europese Joodse kolonie in Palestina zou stichten om, naar zijn zeggen, "de meer algemene belangen van het Britse Rijk te behartigen." Tot die tijd bevolkten zo'n 500 duizend mensen deze gebieden. Tweederde daarvan waren moslim-Arabieren, 60.000 waren christenen en slechts 20.000 waren joden, volgens Ilan Pappé (History of Modern Palestine).

Enkele decennia later kochten de Britten het Egyptische deel van het nieuw aangelegde Suezkanaal. Dit verzekerde hen van de aanwezigheid van troepen ter plekke ter bescherming van hun schepen, terwijl het tevens een strategische aanwezigheid garandeerde aan de poorten van Palestina en hun groeiende rivaal, het Ottomaanse Rijk.

Terwijl Groot-Brittannië Palestina binnendrong, organiseerden belangrijke sectoren van de Europese bourgeoisie deze kolonisatiebeweging zowel op ideologisch als op politiek vlak. Theodore Herzl, een Jood uit een bankiersfamilie uit het Oostenrijks-Hongaarse Rijk, wordt beschouwd als de belangrijkste grondlegger van het zionisme. In 1896 schreef hij The Jewish State, waarin hij de belangrijkste stellingen van het zionistische kolonialisme uitwerkte, met als fundamentele stelling de noodzaak om een eigen staat op te richten in Palestina.

In dit boek gaf hij al aan dat de zionisten machtige bankiers waren en hij onthulde hun racistische opvattingen. Hij schreef:
"Stel dat Zijne Majesteit de Sultan Palestina aan ons zou overdragen, dan zouden wij in ruil daarvoor de financiën in Turkije kunnen reguleren. We zouden daar een beschaving vormen tegenover barbaarsheid.
Aan de andere kant richtte hij zich ook tot de Europese mogendheden en verklaarde dat de Joodse staat "voor Europa een stukje vesting tegen Azië" zou vormen.

Het jaar daarop leidde Herzl het eerste Zionistische Congres, dat in Zwitserland werd gehouden. Het congres gaf een enorme impuls aan de beweging en stelde als doel om binnen 50 jaar de Joodse staat te stichten. Onderzoeker Marcelo Buzetto:
Vanaf dat moment struinden zionisten de hele wereld af om financiële middelen en politieke steun te werven voor hun voorstel. Herzl en zijn volgelingen zullen contacten leggen met de regeringen van Engeland, Duitsland, het Turks-Ottomaanse Rijk en Joodse en niet-Joodse bankiers, industriëlen en kooplieden, met als doel de idee van de noodzaak van een Joodse staat kracht bij te zetten. De Europese Joodse gemeenschap is verdeeld en niet iedereen steunt de zionistische idee, maar deze beweging krijgt hulp van de Joodse bourgeoisie en belangrijke sectoren van de niet-Joodse Europese bourgeoisie. (A questão palestina)
Groot-Brittannië bereidde zich voor op een dreigende oorlog tegen Duitsland en zijn Turkse bondgenoten. Hiervoor was het, naast commerciële voordelen, essentieel om posities in Suez en binnen Palestina te veroveren.

Volgens Ralph Schoenman, in The Hidden History of Zionism:
Jarenlang gebruikten de Britten het zionistische leiderschap om steun te krijgen van banken en grote Joodse kapitalisten in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië voor hun oorlog tegen het Duitse Rijk.
Sérgio Yahni licht het Britse imperialistische project middels de zionisten in Palestina toe:
Palestina vertegenwoordigde voor Groot-Brittannië een uitvalsbasis voor de Royal Navy en de zionistische kolonisatie met middelen die het bezat om de industriële ontwikkeling te financieren, een onderdeel van een strategie die zeetransport garandeerde, de toegang tot het Suezkanaal controleerde en het vervoer van Iraakse olie door gebieden die onder controle stonden van het Britse Rijk vergemakkelijkte. Om deze doelen te bereiken, verwachtte Zijne Majesteit militaire veiligheid en sociale stabiliteit in het land door middel van een systeem van immigratiecertificaten dat een minimale economische bekwaamheid van de immigranten vereiste. Groot-Brittannië garandeerde de kolonisatie van sectoren van de middenklasse en verminderde zodoende klassentegenstellingen [...] (A questão palestina, Prefácio)
Met het doel om Joodse kolonisten te vestigen op verworven land in Palestina, begon het Joods Nationaal Fonds in 1905 met de opkoop van Arabische onroerend goed.

Europese zionisten, die de ontluikende Arabische onafhankelijkheidsgevoelens tegen de Turkse overheersing in Palestina aan het begin van de 20e eeuw opmerkten, organiseerden zich om het Ottomaanse Rijk te steunen bij de onderdrukking van de Palestijnse onafhankelijkheidsbeweging. Hoewel ze de onderdrukking van de Arabieren door het Turkse rijk steunden, ageerden ze tegen de Turken ten gunste van de Britten. Toch gingen volgens Schoenman de zionisten ertoe over om hun volledige steun aan de Engelsen te verlenen in het aangezicht van de dreigende ineenstorting van het Ottomaanse Rijk vanwege de nederlaag tijdens de Eerste Wereldoorlog.

In 1914 verklaarde de voorzitter van de Zionistische Wereldorganisatie, Chaim Weizmann:
"Het is volkomen acceptabel om te zeggen dat als Palestina binnen de Britse invloedssfeer valt en Groot-Brittannië de vestiging van Joden aldaar aanmoedigt als een Britse afhankelijkheid, we daar binnen 20 of 30 jaar een miljoen Joden zouden kunnen hebben, of misschien wel meer. Zij zouden het land ontwikkelen, de beschaving herstellen en een veel effectievere bewaker vormen voor het Suezkanaal."
De zionisten en de Britten waren niet de enigen die geïnteresseerd waren in de ondergang van het Ottomaanse Rijk. De Arabieren in het algemeen, en de Palestijnen in het bijzonder, organiseerden zich en vochten actief voor onafhankelijkheid en verkregen zelfs een belofte van Groot-Brittannië dat ze hun eigen land zouden krijgen als ze zouden helpen bij het verslaan van de Turken. De Britten kwamen deze belofte echter niet na. Integendeel, in de laatste maanden van de oorlog verklaarden ze openlijk dat ze voornemens waren een Joodse staat te stichten.

Dat was de strekking van de beruchte, op 2 november 1917 gepubliceerde, Balfour-verklaring van de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Arthur James Balfour, gericht aan de leider van de zionisten in Groot-Brittannië, de bankier Lionel Walter Rothschild, lid van de machtige Rothschild familie. Deze stelde:
Zijne Majesteits regering staat positief ten opzichte van de vestiging in Palestina van een nationaal thuis voor het Joodse volk, en zal alles in het werk stellen om het bereiken van dat doel te vergemakkelijken.
Aan het einde van de oorlog en met de nederlaag van de Turken werd het Ottomaanse Rijk kunstmatig opgedeeld door de overwinnaars. Groot-Brittannië maakte van Palestina een protectoraat, zonder het land de beloofde onafhankelijkheid te verlenen. Maar de tijd was nog niet rijp om er een staat voor de Joden van te maken, aangezien hun aanwezigheid in het gebied nog te verwaarlozen was.

Vanaf de jaren 1920-1930 begon de Joodse onderneming, gefinancierd door bankiers en vooraanstaande Joodse zakenlieden, grote hoeveelheden land op te kopen om Joodse kolonisten in Palestina te vestigen. Aan het begin van de jaren dertig hadden de Europese zionisten twintigduizend Palestijnse boerenfamilies van hun land verdreven. In het midden van dat decennium werd het bedrijf Africa Israel Investments opgericht door belangrijke Zuid-Afrikaanse (blanke) investeerders en zakenlieden en begon met de aankoop van land in Palestina.
De Mandaat-regering gaf het Joodse kapitaal een bevoorrechte status en kende het 90% van de concessies in Palestina toe. Hierdoor kregen de zionisten controle over de economische infrastructuur van de regio (wegenprojecten, mineralen uit de Dode Zee, elektriciteit, havens, enz.) Rond 1935 controleerden de zionisten 872 van de 1.212 industriële bedrijven in Palestina.
-Ralph Schoenman, The Hidden History of Zionism
Bloedbroeders verenigen zich om "de grootste tragedie uit de geschiedenis van de mensheid" te stimuleren.

Van oudsher wordt nationale mythologie door de heersende klassen gebruikt om de legitieme gevoelens en behoeften van mensen aan onafhankelijkheid en vrijheid tegen onderdrukking van buitenaf te domineren en te manipuleren.

De ontluikende imperialistische bourgeoisie rond de eeuwwisseling van de 19e naar de 20e eeuw wist uitstekend op deze gevoelens onder de Europese volkeren in te spelen om de arbeidersbeweging, die aan kracht won en een groeiende bedreiging vormde voor haar dictatuur, de kop in te drukken.

Vanuit de noodzaak om de enorme proletarische bewegingen, die Europa in hun greep hielden en de nationale strijd in gekoloniseerde naties aanmoedigden, te onderdrukken en om hun invloedssfeer op de wereldmarkten uit te breiden, stimuleerden de grote bankiers en industriëlen de geboorte van het nazi-fascisme - en zijn bloedbroeder, het zionisme.

De eerste embryo's van de Europese fascistische beweging genoten de medewerking van zionistische leiders. Dit was het geval bij de tsaristische onderdrukking in Rusland tegen de bolsjewieken - die sterke steun kenden binnen het Joodse proletariaat, zozeer zelfs dat vier van de zeven leden van de revolutionaire leiding van 1917 Joden waren, die werden gesteund door Herzl en Weizmann.
Simon Petliura was een Oekraïense fascist die persoonlijk leiding gaf aan de pogroms waarbij in 1897 28.000 Joden werden gedood tijdens afzonderlijke slachtpartijen. [Vladimir] Jabotinsky [één van de stichters van het zionisme] onderhandelde over een alliantie met Petliura en stelde een Joodse politiemacht voor die Petliura's troepen zou vergezellen in de contrarevolutionaire strijd tegen het Rode Leger en de Bolsjewistische Revolutie - een proces dat gepaard ging met de moord op boeren, arbeiders en intellectuelen die de Revolutie verdedigden.
-Schoenman, The Hidden History of Zionism
Toen de fascistische beweging zich eenmaal volledig had ontwikkeld, intensiveerden de zionisten hun steun aan de beweging:
Mussolini formeerde knokploegen uit de Betar Revisionistische Zionistische jeugdbeweging, die net als zijn eigen fascistische knokploegen zwarte shirts droegen. Toen Menachem Begin hoofd van Betar werd, gaf hij de voorkeur aan het dragen van de bruine shirts van Hitlers bende en dit uniform droegen Begin en de leden van Betar tijdens alle bijeenkomsten en vergaderingen - waarbij ze elkaar, bij het openen en beëindigen van de bijeenkomsten, begroetten met de fascistische groet. (Idem)
Maar de meest duistere episode uit de geschiedenis van het zionisme tijdens de eerste helft van de 20e eeuw moest nog komen. In het bijzonder vanaf het einde van de jaren 1920 in Duitsland: actieve steun voor het nazisme en zelfs de Holocaust.

Toen de nazi's aan de macht kwamen, schrijft Schoenman, gebaseerd op documenten uit die tijd, "stuurde de Zionistische Federatie van Duitsland op 21 juni 1933 een memorandum van steun aan de nazi-partij," waarin deze de "heropleving van het nationale leven" en het "rassenbeginsel," waarop de nieuwe Duitse staat stoelde, toejuichte. Het Congres van de Zionistische Wereldorganisatie bevestigde dit standpunt in 1933, toen het met 240 tegen 43 stemmen "een resolutie die opriep tot actie tegen Hitler" verwierp. En de belangrijkste zionistische entiteit ging nog verder: ze verbrak de Joodse boycot tegen het nazi-regime door een handelsovereenkomst te tekenen tussen de Anglo-Palestijnse Bank van de Zionistische Wereldorganisatie met Duitsland en werd "de belangrijkste distributeur van nazi-producten in het hele Midden-Oosten en Noord-Europa."
"De Zionisten namen Baron Von Mildenstein, van de SS-Veiligheidsdienst, mee naar Palestina voor een zes maanden durend bezoek ter ondersteuning van het zionisme," hetgeen Joseph Goebbels veel lof voor het zionisme opleverde en zelfs de opdracht om "een medaille te slaan met het hakenkruis aan de ene zijde en de zionistische Davidster aan de andere."
De onderzoeker wijst erop dat in 1937, toen de Jodenvervolging door het Hitler-regime al aan de gang was, de Haganah (gewapende zionistische organisatie) een agent naar Berlijn stuurde "om spionagediensten aan te bieden aan de SS-Veiligheidsdienst, in ruil voor de vrijgave van Joodse fortuinen die gebruikt konden worden voor zionistische kolonisatie." De zionistische agent Feivel Polkes vertelde Adolf Eichmann:
"Joodse nationalistische kringen waren zeer verheugd over het Duitse radicale beleid, omdat daarmee de kracht van de Joodse bevolking in Palestina zodanig zou toenemen dat de Joden binnen afzienbare tijd numerieke superioriteit over de Arabieren zouden bereiken."
Schoenman verdedigt de stelling dat de Joods-zionistische elite het nazisme en de Holocaust steunde omdat de etnische zuivering van Joden in Europa op natuurlijke wijze tot emigratie naar Palestina zou leiden, het historische doel van de zionisten. Volgens de auteur saboteerden ze op georganiseerde wijze de emigratie van vervolgde Joden in Europa in de jaren 1930, omdat die niet naar Palestina gingen maar naar Amerika of andere West-Europese landen. David Ben Gurion, die later Israëls eerste regeringsleider zou worden, zei in 1938:
"Als ik geweten zou hebben dat het mogelijk was om alle kinderen van Duitsland te redden door ze naar Groot-Brittannië over te brengen en slechts de helft daarvan door ze naar Eretz Israël [Groot-Israël] te brengen, zou ik voor het tweede alternatief kiezen."
Ze wilden alleen de jonge, gezonde Joden redden om Eretz Israël in Palestina op te bouwen. Degenen die als oud en onbekwaam werden beschouwd, werden met het grootste gemak afgevoerd naar de gaskamers, zoals vanaf 1944 gebeurde toen een geheim pact dat door de zionistische elite met de nazi's was gesloten, leidde tot het in de steek laten van 800.000 Joden in Hongarije om 600 "vooraanstaande Joden" te redden, aldus Schoenman.

Yitzhak Gruenbaum, een zionistische leider, verklaarde:
"Als ze naar ons toekomen met twee plannen - om de massa's Joden uit Europa te redden of om het land te redden - stem ik, zonder aarzeling, voor het redden van het land."
Schoenman meldt dat Avraham Stern, een andere zionistische leider, op 11 januari 1941 een pact voorstelde tussen de zionistische Nationale Militaire Organisatie (NMO) en Duitsland, waarin bijvoorbeeld het volgende werd bepaald:
  1. Er kunnen gemeenschappelijke belangen bestaan tussen de vestiging van een Nieuwe Orde in Europa, volgens de Duitse opvatting, en de authentieke nationale aspiraties van het Joodse volk, gepersonifieerd door de NMO.
  2. Zou samenwerking tussen het nieuwe Duitsland en een vernieuwde natie van het Nationaal Hebreeuwse volk mogelijk zijn, en
  3. De vestiging van een historische Joodse staat, op nationale en totalitaire basis, verenigd door een alliantie met het Duitse Rijk, zou in het belang zijn van een blijvende en versterkte toekomstige positie van de Duitse macht in het Nabije Oosten.
Stern besloot zijn document met het aanbieden van NMO-steun aan Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Volgens Schoenman zien zionisten liever miljoenen Joden vermoord worden door Hitler dan dat massale emigratie naar andere landen dan Palestina toegestaan wordt.

We weten allemaal wat het lot was van de Europese Joden door toedoen van de nazi's. Volgens de berekeningen van Raul Hilberg, de "belangrijkste autoriteit op het gebied van de nazi-holocaust" volgens Norman G. Finkelstein, werden er tijdens de holocaust niet minder dan 5,1 miljoen Joden vermoord. Veel vertegenwoordigers van de internationale gemeenschap en de belangrijkste wereldinstellingen noemen deze gebeurtenis "de grootste tragedie uit de geschiedenis van de mensheid," zoals Josep Borrell, EU-chef voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, in 2022 verklaarde.

Wellicht door deze actieve steun van de zionistische elite werd de Holocaust in de eerste twee decennia na de Tweede Wereldoorlog vergeten. In zijn boek The Holocaust Industry: Reflections on the Exploitation of Jewish Suffering komt Finkelstein met enkele hypotheses voor de doofpotaffaire inzake misdaden tegen Joden door de Joodse elite in de VS. West-Duitsland (waar veel nazi's in het nieuwe regime werden opgenomen) was bijvoorbeeld een bondgenoot van de Amerikanen gedurende de Koude Oorlog tegen de Sovjet-Unie. Ook het hekelen van het nazisme - en de verwelkoming van vele nazi's door de VS en haar bondgenoten - stond hoog op de agenda van Amerikaans links, dat volgens de eeuwenoude Joodse traditie een grote Joodse aanhang genoot. En de belangrijkste zionistische organisaties in de VS uit die tijd, het American Jewish Committee en de Anti-Defamation League, werkten mee aan de heksenjacht op communisten tijdens het McCarthyisme. "Herdenken van de nazi-Holocaust werd bestempeld als een communistische zaak" en om niet verward te worden met links, saboteerde de Joodse elite elke vorm van een anti-nazi-campagne, aldus Finkelstein.

Volgens de auteur werd de Holocaust pas herdacht na de oorlog van 1967 tussen Israël en de Arabische landen, zowel door de Joodse elite als door de Amerikaanse regering. En de krachtige propagandacampagne die we vandaag de dag kennen, kwam op gang. Hij houdt geen rekening met de mogelijkheid dat dit werd gedaan omdat de VS zich realiseerde dat er intense oppositie zou bestaan tegen de vestiging van de staat Israël in het Midden-Oosten en dat dit hun overheersing in de regio in gevaar zou kunnen brengen en dus werd elke kritiek op het zionisme als antisemitisme en verontschuldiging voor de Holocaust bestempeld. Het hoeft geen betoog dat de steun van de zionistische elite aan het nazisme en de Holocaust zelf niet in deze herdenking wordt inbegrepen.

Koloniale en racistische ideologie en praktijk

Parallel aan de geleidelijke Joodse kolonisatie van Palestina, aangestuurd door Europese bankiers en het Britse Rijk, ontwikkelden en uitten de zionistische leiders hun koloniale en racistische ideologie.

In zijn boek The Iron Wall uit 1923 stelde Jabotinsky:
"Er bestond een volledige onmogelijkheid om een vrijwillige overeenkomst te bereiken met de Arabieren van Palestina om Palestina te veranderen van een Arabisch land in een land met een Joodse meerderheid. Kolonisatie heeft nooit plaatsgevonden met instemming van de inheemse bevolking. De inheemse bevolking vocht omdat elke vorm van kolonisatie, waar dan ook, op welk moment dan ook, onaanvaardbaar is voor welke inheemse bevolking dan ook."
Hij erkende ten volle het koloniale karakter van de zionistische onderneming toen hij deze vergeleek met de komst van de Spanjaarden in Amerika, of de afslachting van de Amerikaanse Indianen. Hij zei:
De Arabieren beschouwen Palestina met dezelfde instinctieve liefde en dezelfde authentieke vurigheid waarmee een Azteek naar zijn Mexico keek of een Sioux zijn prairie aanschouwde (...). Daarom is een vrijwillige overeenkomst ondenkbaar. Elke kolonisatie, zelfs de meest beperkte, moet worden ontwikkeld ongeacht de wil van de inheemse bevolking.
Jabotinsky besloot zijn betoog met de erkenning dat het zionistische kolonialisme gesteund moest worden door het Britse koloniale Mandaat:
Door middel van de Balfour-verklaring of door middel van het Mandaat, is geweld van buitenaf onontbeerlijk om in het land de voorwaarden van overheersing en verdediging te vestigen waardoor de lokale bevolking, ongeacht hun verlangens, de mogelijkheid wordt ontnomen om onze kolonisatie te voorkomen, in natuurkundige of bestuurlijke termen. Kracht moet zijn rol spelen, met energie en zonder toegeeflijkheid.
Zionisten brachten Jabotinsky's ideeën voor het eerst op grote schaal in praktijk in de tweede helft van de jaren dertig. In 1936 voerde het Palestijnse volk een immense opstand uit tegen het Britse juk, waarop de imperialistische strijdkrachten gewelddadig reageerden. Maar ze waren niet in staat om de opstand, die gewapend was, in te dammen en namen hun toevlucht tot de steun van zionistische groepen die al naar Palestina waren geëmigreerd. Ralph Schoenman zegt:
"Zionistische strijdkrachten werden geïntegreerd in de Britse inlichtingendiensten en groeiden uit tot de politie die de draconische Britse overheersing afdwong."
Groot-Brittannië bewapende de zionisten, die duizenden leden telden onder de Haganah en Irgun, en had vanaf dat moment een aantal gewapende fascistische milities ter beschikking die volgens Schoenman door de Britse officier Charles Orde Wingate waren getraind om de Palestijnen te verpletteren. Aan het einde van de Arabische opstand, in 1939, waren er meer dan 14 duizend fascistisch-zionistische militieleden die georganiseerd en aangevoerd werden door Britse officieren.

Deze onderdrukking van de Palestijnse opstand van 1936-1939 was van cruciaal belang voor de voorbereiding van de zionistische strijdkrachten die, door middel van etnische zuivering, de invasie van 1948 mogelijk zouden maken, welke op 29 november 1947 werd goedgekeurd door de Verenigde Naties. Deze VN-resolutie verscheen slechts één maand voor het einde van de periode van 50 jaar die de zionisten in 1897 hadden vastgesteld voor de oprichting van de staat Israël. Aan het eind van de 19e eeuw gaf het zionisme al signalen af dat het een imperialistisch project was van Europese bankiers - met name Engelse - maar halverwege de 20e eeuw werd duidelijk dat het bovendien een project was geworden van het wereldimperialisme, dat inmiddels werd geleid door de Amerikaanse bourgeoisie, de grote overwinnaar van de Tweede Wereldoorlog, samen met de Sovjet-Unie.

Toen de Tweede Wereldoorlog werd beëindigd met een overeenkomst om de wereld te verdelen in verschillende overheersingszones door de grootmachten, kwam de Sovjet-regering met de VS en Groot-Brittannië overeen dat die regio van het Midden-Oosten van hen zou zijn. Misschien om van zijn eigen Joden af te komen, nam Stalin deel aan de oprichting van de staat Israël als onderdeel van het nieuwe tijdperk van samenwerking in plaats van confrontatie - dat was tenminste de gedachte van het stalinistische staatsapparaat - met zijn westerse partners.

De wrede en historische vervolging van de Joden in Europa die uitmondde in de Holocaust, vormde de grote rechtvaardiging voor de imperialistische mogendheden om de oprichting van een staat voor de Joden in Palestina op te leggen. Ook al werd de Joodse gemeenschap niet geraadpleegd, laat staan de inwoners van Palestina, die voor het merendeel uit Arabieren bestonden. De aanspraak van de Zionistische Wereldorganisatie, een organisatie die was opgericht en werd geleid door Europese bankiers, was meer waard dan de mening van het Joodse en Arabische volk.

De toenemende kolonisatie van Palestina door Europese zionistische Joden tijdens het Britse Mandaat diende als argument om te bewijzen dat Joden naar Palestina wilden emigreren en dat al deden. Aan het begin van de jaren dertig arriveerden elk jaar vierduizend Joden in Palestina. Halverwege de jaren 1930 bedroeg dit gemiddelde zestigduizend (Marcelo Buzetto, "A questão palestina"). Toch was volgens Schoenman tot 1947 slechts 6% van het land in Palestina in Joodse handen.

In 1939 waren er volgens Gattaz, geciteerd door Buzetto, 445 duizend Joden op een totale bevolking van 1,5 miljoen inwoners. In het jaar van de verdeling van Palestina door de VN vertegenwoordigden de Joden een derde van de bevolking van het land (630 duizend), terwijl de overige twee derden uit Arabieren bestonden (1,3 miljoen). Volgens Henry Cattan kwam slechts 10% van de Joden oorspronkelijk uit Palestina, terwijl de overgrote meerderheid uit Europese vestigingskolonisten bestond.

Ralph Schoenman stelt dat de fascistisch-zionistische organisaties Irgun en Haganah, nog voor de oprichting van Israël, "driekwart van het land in beslag namen en vrijwel alle inwoners het land uit dreven," waarbij 780.000 Palestijnen ontheemd raakten en duizenden anderen werden afgeslacht door terroristische acties die identiek waren aan de acties die de nazi's in de Sovjet-Unie hadden uitgevoerd. David Ben Gurion, Ariel Sharon en Yitzhak Shamir, allen toekomstige premiers van de staat Israël, speelden belangrijke rollen bij deze slachtingen.

Toen de staat Israël op 14 mei 1948 werd gesticht, was 90% van het land in Palestina al door Joodse vestigingskolonisten gestolen. Schoenman wijst erop dat:
"In het gebied dat Israël na de deling bezette, woonden ongeveer 950.000 Palestijnse Arabieren. Ze leefden in zo'n 500 dorpen en in alle grote steden. Na minder dan zes maanden waren er nog maar 138 duizend mensen over. In 1948 en 1949 werden circa 400 dorpen en steden met de grond gelijk gemaakt. In 1950 deden ze hetzelfde met verschillende andere."
De Nakba (de grote "ramp") begon voor de Palestijnen, die tot op de dag van vandaag voortduurt, zeventig jaar na aanvang ervan. Het instituut dat verantwoordelijk is voor deze genocide is daarom de VN zelf. De zionistische vestigingskolonisten, die desalniettemin nog steeds een minderheid vormden binnen Palestina, hadden er, vanaf het moment dat de Verenigde Naties op een volstrekt willekeurige en onwettige manier meer dan de helft van het Palestijnse grondgebied aan hen had toegekend, geen problemen mee om de Arabieren op grootschalige wijze te terroriseren en te verdrijven.

Conclusie

Vanaf het moment dat ze zich bewust werden van de strategische geografische positie en de enorme natuurlijke rijkdommen van die West-Aziatische regio, hebben Europese rijken hun zinnen op dit gebied gezet. Zoals al duizenden jaren bekend is, vormt verdeel en heers de beste strategie voor een kolonisator. Dit heeft het Europese, en later het Amerikaanse, imperialisme gedaan met het Midden-Oosten. Eerst verdeelden ze het en daarna installeerden ze hun vertegenwoordigers. Het zou niet mogelijk zijn om alleen middels Arabische marionettenregimes te regeren, omdat deze - zoals we tegenwoordig duidelijk kunnen waarnemen -
blootstaan aan de druk van hun bevolking. Daartoe zou een koloniaal regime geïnstalleerd moeten worden. Maar na de Eerste en Tweede Wereldoorlogen verkeerde het traditionele kolonialisme in een crisis.

Daarom was het zionistische project, dat al een halve eeuw in de maak was, ideaal om die regio van de wereld, die Europa verbindt met Azië en Afrika en waar de belangrijkste zeeroutes voor de wereldhandel doorheen lopen en essentiële hulpbronnen zoals gas en olie in overvloed te vinden zijn, te domineren. Zionisme, dat wil zeggen de doctrine van de oprichting, instandhouding en uitbreiding van de staat Israël, is het grote voorwendsel dat door de imperialistische bourgeoisie werd bedacht om de meest belangrijke geografische regio ter wereld te controleren.

Theodore Herzl maakte in 1904 al aanspraak op "heel Libanon en Jordanië, tweederde van Syrië, de helft van Irak, een strook van Turkije, de helft van Koeweit, een derde van Saoedi-Arabië, de Sinaï en Egypte, inclusief Port Said, Alexandrië en Caïro," benadrukt Schoenman.

In 1938 verklaarde Ben Gurion:
"De Staat zal slechts een fase vormen bij de verwezenlijking van het zionisme en zijn taak is om het terrein voor te bereiden voor onze uitbreiding. De grenzen van het zionistische streven omvatten onder meer het zuiden van Libanon, zuidelijk Syrië, het huidige Jordanië en de gehele Westelijke Jordaanoever en Sinaï."
Dit betekende dat het doel van het imperialisme voor Israël niet beperkt was tot de oprichting van een staat voor de Joden - in feite berustte dat slechts op loze praatjes. Het doel was om het te gebruiken als zwaartepunt in het streven om het hele Midden-Oosten te domineren en te onderwerpen.

Vanaf het moment van de kunstmatige oprichting van Israël, en met toenemende steun van de verenigde imperialistische machten, bezet de zionistische entiteit in feite Sinaï in Egypte, het zuiden van Libanon en de Westelijke Jordaanoever, evenals de Golanhoogvlakte in Syrië, die nog steeds onder Israëlische controle staat.

Schoenman beschrijft dat de voormalige premier Moshe Sharett (1954-1955), in Moshe Sharetts Persoonlijke Dagboek, de doelstellingen van het hoge zionistische politiek-militaire leiderschap onthulde:
"De Arabische wereld opdelen, de Arabische nationale beweging verslaan en marionettenregimes creëren onder Israëlische regionale macht."
Op 26 oktober 1953 schreef hij:
"1) Het leger beschouwt de huidige grens met Jordanië als absoluut onaanvaardbaar. 2) Het leger bereidt de oorlog voor om de rest van Eretz Israël te bezetten."
Sharett documenteerde ook vergaderingen waarin de annexatie van Syrisch en Libanees grondgebied werd besproken, alsmede het "groene licht" dat door de CIA werd gegeven om Egypte aan te vallen.

Dit bewijst dat Israëls verovering van Arabisch grondgebied geen oorlog was als gevolg van de agressie van de Arabische naties tegen de Zionistische entiteit, maar eerder een vooropgezet doel van overheersing, dat deel uitmaakt van een nog grotere doelstelling die de gehele regio omvat.

Schoenman vestigt de aandacht op nog twee documenten die in deze richting wijzen, beide uit 1982. In een analyse van Oded Yinon, gepubliceerd in de krant van de Informatieafdeling van de Zionistische Wereldorganisatie, wordt de strategische noodzaak benadrukt om de landen van het Midden-Oosten zoveel mogelijk te fragmenteren door het uitbuiten van etnische en religieuze verschillen. Hij stelde voor om dit plan uit te breiden naar Noord-Afrika, waaronder landen als Egypte, Libië en Soedan. In datzelfde jaar verklaarde een hoge ambtenaar van het Israëlische ministerie van Defensie, Y'ben Poret:
"Noch vandaag, noch in het verleden is er sprake van zionisme, er is noch kolonisatie noch een Joodse staat zonder de verwijdering van alle Arabieren, zonder inbeslagname."
De militaire dictatuur met een burgerlijke en pseudo-democratische façade die een apartheidssituatie oplegde in het door Israël bezette Palestina, waarbinnen Arabieren tweederangsburgers zijn, lijden onder segregatie en discriminatie, willekeurig worden gearresteerd, gemarteld en geëxecuteerd, geen burger- en politieke rechten bezitten en waarin - zoals blijkt uit de genocide die op 7 oktober 2023 een aanvang nam - hun huizen worden gebombardeerd, verschilt niet wezenlijk van het voormalige apartheidsregime in Zuid-Afrika of het voormalige nazi-regime in Duitsland. Aan de staat Israël kleeft echter een verzwarende factor: terwijl het nazisme werd gecreëerd door het Duitse imperialisme en de apartheid door blanke Zuid-Afrikanen zelf, werd Israël gecreëerd, en tot op de dag van vandaag in stand gehouden, door het wereldwijde imperialistische systeem als geheel. Dit leidt ertoe dat het een langere levensduur beschoren is dan het Derde Rijk of Apartheid.

Alhoewel 's werelds imperialistische mogendheden de staat Israël als instrument aanvaard hebben en gebruiken, is er duidelijk sprake van een overwicht van het Amerikaanse imperialisme op deze staat. In de praktijk geldt Israël als 51ste staat van de Verenigde Staten van Amerika, rekening houdend met alle economische en militaire investeringen die Washington sinds 1948, en vooral sinds 1967, in de staat Israël heeft gestoken. De zionistische entiteit is absoluut afhankelijk van Noord-Amerikaanse financiering en zou zonder deze financiering eenvoudig kunnen ophouden te bestaan als het door Arabische en islamitische staten gezamenlijk zou worden aangevallen. De Israëlische regering erkent zelf dat het een "immigrantenland" is, waarvan de bevolking sinds de oprichting ervan bijna vertienvoudigd is. Zo'n driekwart van de Israëliers is Joods, de helft van Europese, Amerikaanse en Sovjet oorsprong. Het is bijvoorbeeld volkomen normaal om blonde, blanke mensen Engels te horen spreken in de straten van Tel Aviv. Maar de oorspronkelijke bevolking in de regio is noch blank, noch blond en spreekt geen Engels.

Het lijdt geen twijfel dat Israël een koloniale entiteit is die kunstmatig werd gecreëerd en wordt bestuurd door imperialisme - voornamelijk Amerikaans imperialisme - waarbij fascistische methoden worden gebruikt om de mensen uit die regio van de wereld te onderwerpen. Aanvullend bewijs hiervoor bestaat uit de volledige straffeloosheid die Israël in de internationale politieke en diplomatieke arena geniet, inclusief binnen de VN-Veilgheidsraad (die verantwoordelijk was voor de oprichting van Israël), aangezien het immuun is voor elk soort serieuze sanctie, zelfs na meer dan zeventig jaar aan bewijs van talrijke schendingen van de mensenrechten zoals genocide, etnische zuiveringen, politieke gevangenissen en grootschalige buitengerechtelijke executies. Al hetgeen we in Gaza in versterkte vorm tussen het einde van 2023 en het begin van 2024 uitgevoerd zagen worden.

De droom van het westerse imperialisme zou erop neerkomen dat het hele Midden-Oosten een Eretz Israël wordt - min of meer overeenkomstig de plannen van de zionistische elite - dat dus volledig onder haar controle zou komen te staan met de zionistische entiteit als tussenschakel.

Fascisme is een natuurlijk gevolg van de "hogere fase van het kapitalisme," het imperialisme, zoals Vladimir Lenin het definieerde. Het is een nieuwe politieke vorm van imperialistische overheersing, die aanvankelijk de plaats innam van de parlementaire democratie toen die niet in staat bleek te zijn om het regime en de overheersing van de bourgeoisie in verschillende landen te stabiliseren. Het gaat om onderwerping, op basis van grof geweld in plaats van liberaal-democratische mechanismen, van de arbeiders en het volk binnen en buiten hun eigen land, vergezeld van de imperialistische uitbreiding van het land in kwestie. Deze overheersing wordt gerechtvaardigd op basis van de nationale mythologie, die chauvinistische en racistische gevoelens voortbrengt en vermenigvuldigt. Op zijn beurt kan het zionisme worden beschouwd als fascisme dat werd aangepast aan de omstandigheden in het Midden-Oosten en het Anglo-Amerikaanse imperialistische streven naar overheersing in die regio. Immers, zoals blijkt uit de beschrijvingen in dit artikel en de realiteit van apartheid die het Palestijnse volk de afgelopen 76 jaar heeft ondergaan, lijken de kenmerken van het zionisme in hoge mate op die van het traditionele fascisme, aangepast aan de omstandigheden van de tijd en de geografische locatie.

De staat Israël werd door het imperialisme tot stand gebracht, waarbij zionistische mythologie werd opgenomen in het onderwijssysteem naast andere vormen van verspreiding van de officiële ideologie, alsook fascistische milities binnen zijn strijdkrachten en politie. Zionisme - de staat Israël - is fascistisch imperialisme toegepast op Palestina.

Zie: https://strategic-culture.su/news/2024/03/06/why-the-state-of-israel-is-a-tool-of-western-colonial-domination-in-the-middle-east/
Over de Auteur:
Eduardo Vasco is een Braziliaans journalist die gespecialiseerd is in internationale politieke betrekkingen.