Boeren in het Franse Bretagne protesteerden woensdag met tractoren in de stad Rennes tegen het landbouwbeleid van de regering.
De protesterende boeren vinden dat ze worden opgezadeld met buitensporige regelgeving in het kader van hun landbouwactiviteiten.
Toen de boeren bij het hoofdkantoor van de regionale raad van Bretagne aankwamen, gooiden ze stro op de parkeerplaats en strooiden officiële documenten in het rond.
Later trokken de boeren met hun tractoren naar de voorzijde van het regionale directoraat voor land- en bosbouw, alwaar ze gras uitstrooiden.
Volgens een verklaring van de politie van Rennes op het sociale mediaplatform X, werden er bij het protest 100 tractoren gebruikt.
Zie:
https://www.aa.com.tr/en/europe/french-farmers-protest-governments-agricultural-policy-with-tractors/3075339
Commentaar: Terwijl de Fransen bekend staan om hun bereidheid om te protesteren, zoals we ook elders in het westen hebben gezien, is er sprake van een gecoördineerde aanval op boeren, en meer in het algemeen op de voedselvoorziening, en het is slechts een kwestie van tijd voordat totalitaire wetgeving de Franse boeren zal treffen; zoals de volgende analyse van John Lichfield in TheLocal.fr
beschrijft:
Protestacties van Franse boeren met plaatsnaamborden wijzen op aankomende grote confrontatie
Wie op het Franse platteland vertoeft, heeft misschien gezien dat de plaatsnaamborden op hun kop hangen - in plaats van een eenvoudige grap is dit een protest van jonge Franse boeren dat, schrijft John Lichfield, het begin zou kunnen betekenen van een grote confrontatie tussen boeren, milieuactivisten en de regering.
Normandië is op zijn kop gezet. En het lijkt erop dat dit in grote delen van Frankrijk ook het geval is.
In mijn uithoek van de Calvados werden alle naambordjes aan de rand van dorpen en steden losgeschroefd en op z'n kop weer teruggehangen. Een met stift beschreven bord naast de weg kondigt aan: "Nous marchons sur la tête." (Wij lopen ondersteboven).
Is dit het werk van een nachtelijke bende landelijke surrealisten? Kondigt het de terugkeer van de Gele Hesjes aan?
Nee. Het maakt deel uit van een agrarische "opstand van de borden," die twee weken geleden in de Gard in het zuidoosten van Frankrijk begon en zich als een lopend vuurtje over de rest van heeft verspreid.
Het protest, bedacht door Jeunes Agriculteurs, de organisatie van jonge boeren, waarschuwt voor meer ontwrichtende acties als de regering niets doet aan de vele grieven van de boeren.
Protesterende Franse boeren? Wat uitzonderlijk.
In feite is het minder gebruikelijk geworden dan vroeger. Boeren houden zich al enkele jaren relatief gedeisd. Ze wezen de Gele Hesjes-protesten, die vijf jaar geleden op het Franse platteland en in de buitenwijken begonnen, van de hand.
De regering neemt de dreiging van een boerenopstand blijkbaar serieus. Premier Elisabeth Borne ontmoette dinsdag de leiders van de landbouwbonden en gaf onmiddellijk toe aan twee van hun belangrijkste eisen.
Boeren moesten volgend jaar €47 miljoen betalen aan verhoogde licentierechten voor het oppompen van water uit de grond en voor het erin pompen van pesticiden en andere chemicaliën. Deze bepalingen zijn nu uit de nationale begroting voor 2024 geschrapt nog voordat ze door het parlement behandeld zijn.
Andere grieven blijven bestaan. Boeren zijn onder andere woedend over een nog niet geratificeerd EU-verdrag met Zuid-Amerika, waardoor goedkoop Braziliaans en Argentijns rundvlees naar Frankrijk geïmporteerd zou worden.
Ze klagen ook over de prijsstijging van landbouwdiesel (waarover ze al veel minder belasting betalen) en vertragingen in de uitbetaling van de EU-subsidies (waarvan Frankrijk €7,5 miljard per jaar ontvangt, meer dan ieder ander land).
Ze klagen er vooral over dat Frankrijk niet over een duidelijke strategie beschikt om een evenwicht te vinden tussen de behoeften van de landbouw en een milieuvriendelijke toekomst.
Philippe Bardy, leider van de belangrijkste landbouwvakbond, de FNSEA, in Tarn waar het ondersteboven-protest begon, zei: "De regering wil dat we de manier waarop we boeren veranderen; ze dringen er ook bij ons op aan om zoveel mogelijk te produceren onder het mom van voedselsoevereiniteit. Ze zetten ons onder druk om lonen hoog te houden; ze eisen ook dat we de prijzen verlagen om de inflatie te beteugelen."
Daarmee heeft hij een punt. De opeenvolgende Franse regeringen houden er al zeventig jaar (op een of twee uitzonderingen na) een schizofrene, of hypocriete, benadering van het landbouwbeleid op na.
Ze hebben lippendienst bewezen aan "familiale boerenbedrijven" en "Frankrijks uitzonderlijke voedselkwaliteit." Ze hebben toegestaan of aangemoedigd dat EU-subsidies werden gericht op de intensieve, met chemicaliën doordrenkte graanboerderijen en grote agrovoedingsindustrieën die van Frankrijk een van de grootste massa-exporteurs van voedsel ter wereld maken.
Landbouwvakbonden hebben hier ook schuld aan. De ooit dominante vakbond, de Fédération Nationale des Syndicats d'Exploitant Agricoles (FNSEA), wordt van oudsher gedomineerd door de graanbelangen die grote delen van Noord-Frankrijk in een groene woestijn hebben veranderd. De organisatie heeft zich verzet tegen een radicale verschuiving van EU-subsidies van grote naar kleine landbouwbedrijven.
Aan het begin van de 21e eeuw waren er 750.000 Franse boerderijen. Nu zijn dat er nog zo'n 450.000.
Ondanks deze sterke daling verdienen twee van de vijf Franse boeren minder dan €4.500 per jaar. Zonder subsidies uit Brussel zouden tienduizenden van hen in de rode cijfers belanden.
Een van mijn buren in Normandië is toevallig voorzitter van de rundveehouders van Calvados. Hij legde me ooit eens de economische aspecten uit van wat, voor Frankrijk, een grote tot middelgrote boerderij is met 280 dieren.
Daniel Courval en zijn vrouw Christine maken €25.000 winst met het werk van twee mensen per jaar, maar de boerderij ontvangt €50.000 aan subsidies van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de EU. Zonder deze subsidies zouden ze jaarlijks €25.000 verlies lijden en zou er geen sprake meer zijn van een boerderij.
Deze fragiele situatie wordt bedreigd door twee nieuwe factoren. Meer dan de helft van de resterende boeren in Frankrijk is ouder dan 50 jaar en zal voor het einde van het volgende decennium met pensioen gaan. Tot nu toe is er geen duidelijk nationaal beleid om jonge boeren aan te moedigen om hen te vervangen.
Landbouw is na transport de grootste bron van koolstofuitstoot in Frankrijk.
De landbouw moet zijn uitstoot van broeikasgassen zoals methaan - dat voor een groot deel afkomstig is uit de voor- en achterzijde van koeien - vanaf 2030 met 16 procent hebben verminderd.
De rundvleesproductie daalt, maar het eten van rundvlees neemt weer toe. De regering wil dat Frankrijk meer eigen voedsel gaat produceren. Dit impliceert intensievere landbouw; de ecologische transitie impliceert het tegenovergestelde. Franse boeren huiveren bij de gedachte aan import uit landen die minder strenge milieueisen stellen dan de EU.
Emmanuel Macron beweert, met enige reden, een landbouwvriendelijke president te zijn. Hij heeft beloofd zich te verzetten tegen post-Brexit bezuinigingen op de EU-landbouwsubsidies. Hij weigert het Zuid-Amerikaanse handelsverdrag met Mercosur in zijn huidige vorm te ondertekenen.
Maar zijn regering heeft de hierboven genoemde tegenstellingen tussen productiviteit en ecologie, massaproductie en kwaliteitsproductie, familiale boerenbedrijven en goedkoop voedsel omzeild of lippendienst bewezen. Tot nu toe hebben de grote landbouwvakbonden dat ook gedaan.
Ergens voor het einde van het jaar wordt verwacht dat de regering deze problemen zal aanpakken in een "landbouwpact" of "oriëntatiewet voor de toekomst van de landbouw."
Als de regering er niet in slaagt om de kern van het probleem aan te pakken - en mogelijk nog meer als ze dat wel doet - zou het Franse platteland volgend jaar wel eens echt op zijn kop kunnen staan.
Commentaar: Terwijl de Fransen bekend staan om hun bereidheid om te protesteren, zoals we ook elders in het westen hebben gezien, is er sprake van een gecoördineerde aanval op boeren, en meer in het algemeen op de voedselvoorziening, en het is slechts een kwestie van tijd voordat totalitaire wetgeving de Franse boeren zal treffen; zoals de volgende analyse van John Lichfield in TheLocal.fr beschrijft: