chinese Yuan
Eerder dit jaar begon China met de uitvoering van een project dat al lang in de pijplijn zat - een digitale versie van haar munteenheid, de yuan, wordt nu gebruikt in vier Chinese steden. De Chinese regering ziet twee grote potentiële voordelen aan het experiment: een concrete provocatie voor de wereldwijde alomtegenwoordigheid van de Amerikaanse dollar, alsmede een manier om te controleren hoe Chinese burgers hun geld uitgeven.

Als door de overheid uitgegeven valuta kan de digitale yuan op een aantal manieren worden gemanipuleerd en gecontroleerd. Belangrijker is dat deze programmeerbaar is. The Wall Street Journal schrijft: "Beijing heeft vervaldata getest om gebruikers aan te moedigen het snel uit te geven in tijden dat de economie een impuls nodig heeft."

Hoewel het concept van een munteenheid welke kunstmatig op afroep opblaasbaar/afblaasbaar is nieuw lijkt, heeft het haar wortels (zoals zoveel concepten) in de theoriën van een reeds lang overleden econoom. Silvio Gesell, een Duitse ondernemer, was getuige van de financiële crash van Argentinië in 1890. De daaropvolgende werkloosheid, armoede en economische stagnatie overtuigden hem ervan dat er iets moest veranderen. Dergelijke crises deden zich voor, zo redeneerde hij, omdat mensen uit angst geld oppotten en bedrijvigheid tot stilstand brachten - dit noemde Gesell "armoede temidden van overvloed".

Om sneller uitgeven aan te moedigen, sparen te ontmoedigen en daarmee meer catastrofale financiële crashes te voorkomen, stelde Gesell geld met een vervaldatum voor. In "Currency Reform as a Bridge to the Social State", zijn eerste gepubliceerde werk, wordt een systeem beschreven waarin papieren biljetten vervallen tenzij ze worden afgestempeld - vernieuwd - tegen een vergoeding. Dit betekende uiteindelijk dat houders van geld overliggeld moesten betalen, dat wil zeggen de kosten van het aanhouden van een bepaalde valuta. Door Gesells voorstel voor vernieuwingskosten hadden spaargelden een negatieve rentevoet.

Hij noemde dit Freigold, of "gratis geld". Sprekend over de vermeende voordelen van zijn systeem in The Natural Economic Order, schreef Gesell,
Alleen geld dat achterhaald wordt als een krant, verrot raakt als aardappelen, roest als ijzer, verdampt als ether, is in staat de proef te doorstaan als instrument voor de uitwisseling van aardappelen, kranten, ijzer en ether. Want dit geld wordt noch door de koper noch door de verkoper verkozen boven goederen. We geven onze goederen dan alleen maar af voor geld omdat we het geld nodig hebben als ruilmiddel, niet omdat we een voordeel verwachten van het bezit van het geld. We moeten geld dus minder voordelig maken als handelswaar, als we het beter willen maken als ruilmiddel.
In een tijd waarin landen grotendeels de goudstandaard hanteerden, was Gesells idee onorthodox (en impopulair).

Gesell stierf in 1930 en zag zijn monetaire systeem nooit werkelijkheid worden. Maar slechts twee jaar later, in de diepste diepten van de Grote Depressie, keek een handvol kleine en middelgrote steden in de Verenigde Staten en Europa naar zijn voorstel om hun economische nood te lenigen. Het bekendste geval was het stadje Wörgl in Oostenrijk, waar gemeenteambtenaar Michael Unterguggenberger Wörgl ervan overtuigde om gestempeld geld uit te geven, bekend als "Certified Compensation Bills". Het experiment werd bekend als het "Wonder van Wörgl", omdat Wörgl erin slaagde de werkloosheid terug te dringen en de depressie relatief gemakkelijk te doorstaan in vergelijking met de rest van Oostenrijk. Hawarden, Iowa en Anaheim, Californië, geïnspireerd door de ervaring van Wörgl, voerden al snel een gelijksoortig beleid in.

Maar het moet gezegd worden, dat het experiment van Wörgl waarschijnlijk succesvol was omdat er, net als aan de munt zelf, een vervaldatum aan kleefde. Na slechts één jaar stopte de stad met het project. Zoals Jonathan Goodwin schreef: "Zodra de achterstallige belastingen volledig waren betaald en wanneer de mensen genoeg belastingen vooruit hadden betaald om zich veilig en comfortabel te voelen (op een gegeven moment zouden ze stoppen met vooruitbetalen), zou het scrip een belangrijk deel van haar aantrekkelijkheid verliezen."

Natuurlijk, zelfs als consumptie de economische groei zou aanjagen (en er zijn een aantal economische zowel als reductio ad absurdum argumenten, welke wijzen op de tekortkoming in dat concept), is de idee van geld dat kan worden gecodeerd om te vervallen met op maat gesneden percentages, verontrustend.

Chinese Yuan contant (40 jaar)

Chinese Yuan contant (40 jaar)
© Bloomberg Finance, LP
Centrale banken zijn monetaire centrale planners en de vele punten van kritiek welke op elk ander gebied met betrekking tot centrale planning van toepassing zijn, gelden ook hier. Hun insulaire karakter, de stortvloed aan informatie waarmee ze te maken krijgen en politieke manipulatie resulteren in een overdaad aan verkeerde, ineffectieve of te late beleidskeuzes, welke alle onbedoelde gevolgen hebben. Soms groeien die onbedoelde gevolgen uit tot nieuwe crises, welke verdere beleidsinterventie vereisen. Gezien deze onvermijdelijkheid moet elke uitbreiding van het arsenaal aan beleidsregels met grote bezorgdheid worden bekeken. Dit geldt voor China's digitale yuan, het Wörgl-experiment en een willekeurig aantal andere onconventionele monetaire beleidsinstrumenten welke nu of in de toekomst in gebruik zullen zijn.

In het specifieke geval van een munteenheid welke is ontworpen voor aanpasbaar overliggeld, kan onmiddellijk aan kwalijke toepassingen ervan worden gedacht. De mate waarin deze realiseerbaar zijn, hangt echter af van een zekere mate van theoretiseren over de vraag hoe "richtbaar" de geprogrammeerde verandering van koopkracht zal zijn. (Omdat een dergelijk systeem uiteindelijk de eliminatie van contant geld zal vereisen om volledig effectief te zijn, zijn de waarschuwingen in verband met een nauw verwant onconventioneel monetair beleid, negatieve rentevoeten, hier ook van toepassing).

Een voorafgaande vraag is in welke mate, of zelfs of, het geïnduceerde verlies van koopkracht zal worden gecommuniceerd door de invoerders van monetair beleid. Het is denkbaar dat in sommige landen de aankondiging van een op handen zijnde overliggeld-operatie ruim van tevoren zal worden aangekondigd en specifieke gegevens zal bevatten over het te verwachte bedrag van de verandering; andere regeringen zullen hiertoe wellicht minder bereid zijn. Dit zal waarschijnlijk evenzeer voortvloeien uit het autoritaristische karakter van de staat als uit specifieke beleidsdoelstellingen. Terwijl in de jaren 1890 de gemiddelde boer de grondbeginselen van inflatie en deflatie begreep (vanwege zijn handel in granen en andere grondstoffen), kan hetzelfde moeilijk worden verwacht van burgers in de moderne tijd.

Door aan te kondigen dat aan geld op een bepaald moment afbreuk zal worden gedaan met een bepaald bedrag, zullen particulieren, bedrijven en andere instellingen die geld bezitten - opnieuw in de veronderstelling dat dit beleid wordt toegepast op een soort M3-basis - beslissingen nemen, welke niet gebaseerd zijn op hun smaak en behoeften, maar veeleer op de wens om geld om te zetten in een andere vorm in afwachting van het verlies aan koopkracht. Het effect van individuen en grote financiële instellingen die bepaalde goederen aanwijzen als waardebewaarplaatsen onder de kunstmatige opwaartse overspringing van de tijdvoorkeur zou, net als de meeste andere vormen van monetair geknutsel, onvermijdelijk leiden tot prijsvertekeningen en mogelijk tekorten, afhankelijk van de beschikbaarheid van plaatselijke goederen en diensten.

Indien de mogelijkheid om het overliggeld te sturen preciezer zou zijn, zouden de implicaties veel schrijnender zijn. Het is denkbaar dat financiële instellingen aanvoeren dat hun geld (meer precies, het geld dat op hun rekeningen staat) moet worden afgeschermd van deze beleidsmaatregelen, waardoor een corporatistisch monetair systeem ontstaat: consumenten en niet bevoordeelde economische actoren die worstelen met verzonnen koopkrachtverliezen, economische elites, hun bedrijven en andere uitverkorenen die onbelemmerde koopkracht verkrijgen of behouden. Waar de scheidslijnen tussen bevoordeelden en niet-bevoordeelden precies getrokken worden en op welke momenten ze ingeroepen worden, wordt aan de verbeelding van de lezer overgelaten. Een blik op de invloed welke zowel speciale belangengroepen als ondernemingen op het overheidsbeleid uitoefenen, is leerzaam.

Chinese CPI (JoJ, 10 jaar)

Chinese CPI (JoJ, 10 jaar)
© Bloomberg Finance, LP
Maar dit opent slechts de spreekwoordelijke deur. De geschiedenis staat bol van de voorbeelden van politieke initiatieven welke, hoe nobel bedoeld of bekrompen ontworpen deze ook mogen zijn, uitgroeiden tot botte instrumenten van wijdverbreide onderdrukking.

Zou een overliggeld functie van een programmeerbare digitale munt, welke nominaal bedoeld is om de consumptie te stimuleren en de monetaire snelheid te verhogen, uiteindelijk niet een breed inzetbaar bestraffend instrument kunnen worden? Het zou kunnen dienen als een tussenvorm van een boete voor overtredingen of andere wettelijke sancties: In plaats van een opgelegd bedrag [lumpsum?] te verbeuren, zou het rekeningsaldo van een overtreder gemanipuleerd kunnen worden tot een versneld verlies van koopkracht. Het argument voor een dergelijke maatregel zou kunnen zijn dat overtreders op een deugdzame manier worden gestraft, waarbij hun banksaldo wordt aangetast terwijl "de economie wordt ondersteund" of "de economische groei wordt bevorderd".

Hoewel het aanzet tot speculaties van een bijzonder Orwelliaanse strekking, kan men zich voorstellen - ik benadruk de term voorstellen in tegenstelling tot voorspellen of verwachten, want dit is geen samenzweringstheorie - dat alles, van verplichte verzekering tot vaccinatie of verplicht stemmen, afdwingbaar wordt onder dreiging van individueel gerichte geldboetes. Of een dergelijke maatregel al dan niet onder de juridische categorie van een "Bill of Attainder" (red.: een wettelijke verklaring dat een persoon of groep van personen schuldig zijn aan enige misdaad en hen te straffen, vaak zonder proces, waarbij het effect van zo'n wet is dat de persoon geen burgerlijke rechten meer heeft) zou vallen, zou waarschijnlijk ook een kwestie van aanzienlijke controverse zijn.

Een staat die vaststelt dat haar bevolking een militaire campagne onvoldoende steunt kan besluiten, dat de ontberingen onvoldoende worden gedeeld: Een plotselinge, onaangekondigde aanval op de banktegoeden met als gevolg een onmiddellijk verlies van koopkracht zou kunnen worden opgelegd om de belangen op één lijn te brengen. Zou het niet consumeren van bepaalde goederen - laten we zeggen, binnenlandse versus buitenlandse - kunnen leiden tot een door de overheid opgelegde, disciplinaire korting op de banksaldi van een overtreder? Op dezelfde manier waarop een voormalige president naar verluidt de Amerikaanse belastingdienst IRS gebruikte om politieke tegenstanders te terroriseren en lastig te vallen, kan een op dit moment onschuldige programmeerbare digitale munt na verloop van tijd veranderen in niets minder dan geld dat als wapen is in te zetten.

Met de lancering van haar digitale yuan-project begeeft China zich op nieuw terrein op het gebied van autoritaristische monetaire planning. Helaas zal dit experiment niet lang meer op zichzelf staan; ambtenaren van de U.S. Federal Reserve zijn bezig met onderzoek naar het opzetten en toetsen van een digitale dollar. Centrale bankiers over de hele wereld geven aan steeds meer open te staan voor experimentele beleidsinitiatieven. Dit specifieke project staat nog in de kinderschoenen, maar één ding is zeker, ongeacht de verschillende culturen of politieke systemen: Centrale banken van alle kleuren zijn vatbaar voor de valkuilen van centrale planning en zullen onvermijdelijk onbedoelde gevolgen hebben voor de bevolkingen die zij dienen.

Geld, in haar meest basale vorm, is een onvervangbaar hulpmiddel bij economische berekeningen en een sociaal instrument dat samenwerking op wereldschaal mogelijk maakt. Beleidsmaatregelen van het soort dat programmeerbare digitale valuta's in het rijk der mogelijkheden brengen, kunnen deze op hun kop zetten en nieuwe mogelijkheden introduceren voor opzettelijke - en systematische - dwang.

Zie: https://www.aier.org/article/make-no-mistake-programmable-digital-currencies-are-weaponizable-money/
Peter C. Earle is econoom en schrijver en sinds 2018 werkzaam bij AIER. Daarvoor was hij meer dan 20 jaar werkzaam als Wall Street trader en analist op wereldwijde financiële markten. Zijn onderzoek richt zich op financiële markten, monetaire kwesties en economische geschiedenis. Hij is geciteerd in de Wall Street Journal, Reuters, NPR en in tal van andere publicaties. Pete heeft een MA in Toegepaste Economische Wetenschappen van de American University, een MBA (Finance) en een BS in Engineering van de United States Military Academy at West Point. Volg hem op Twitter.