Aed Abu Amro palestijn met vlag
© Mustafa HassonaOp het moment dat Mustafa Hassona deze foto maakte op 22 oktober 2018, nam de toen 20-jarige Aeb Abu Amro deel aan de Mars van de Terugkeer in Gaza tegen de Israëlische blokkade van de Gazastrook.
Genoeg!

Ik moet dit even kwijt, want ik weet niet wat ik anders moet doen. Het enige wat ik heb, is mijn stem, mijn woorden, en ik wil deze tijd in de geschiedenis niet doormaken met het gevoel dat ik niets heb gedaan, ook al weet ik dat het zo weinig is.

Als ik kijk naar het ene na het andere beeld, video na video, van de complete en totale vernietiging van de kleine Gazastrook, als ik de gewonden zie, de verminkten, de dode lichamen van mannen, vrouwen en kinderen, als ik kijk naar de woordeloze en schreeuwende pijn van deze mensen die door het puin moeten graven om hun dierbaren te vinden of wat er van hen over is, die hun magere bezittingen en hun kinderen op hun rug nemen om (voor een tweede, een derde keer?) naar een veiliger plek te verhuizen... Ik voel me gevangen in een ondraaglijke nachtmerrie zonder einde. Toch ben ik slechts een veraf-staande getuige, lekker veilig en comfortabel in mijn eigen huis.

Voor hen gebeurt het allemaal echt.

De huizen van zoveel mensen, die dagelijks aan den lijve ondervinden wat ik alleen maar zie, zijn nu verworden tot niets meer dan hectaren vol puin. Ze hadden waarschijnlijk hard gewerkt om die huizen te kunnen betalen, vaak waren het huizen waar families in woonden, vol herinneringen aan eerste stapjes, eerste woordjes, maaltijden rond de tafel, vieringen van het dagelijks leven, zelfs ruzies en misschien zelfs ongezonde relaties. Maar is dat niet waar het leven om draait? Wat voor hoogmoed en wat voor soort gestoord godcomplex geeft Israël het recht om zoveel levens en bestaansmiddelen te vernietigen?

Genoeg!

Elke dag zie ik mannen die niet in staat zijn om hun kinderen en vrouwen de meest simpele middelen van veiligheid of een normaal leven te bieden, mannen die door het puin ploegen in de hoop dat degenen van wie ze houden misschien nog in leven zijn, mannen die de dode lichamen van hun familieleden of hun gewonde kinderen naar ziekenhuizen dragen die nauwelijks nog veilig of operationeel zijn. Deze mannen, die zijn opgegroeid met het etiket "terrorist" op hun rug, alleen maar omdat ze geboren werden in een land dat duizenden jaren geleden op mythische wijze beloofd was aan een andere groep mensen. We zouden het steeds over de vrouwen en de kinderen moeten hebben, maar laten we de mannen niet vergeten, want zij houden alles zoveel mogelijk in beweging te midden van een verschrikkelijke oorlog die tegen hun lichaam en geest wordt gevoerd.

Genoeg!

Elke dag zie ik moeders die hun kinderen zien sterven, ze houden ze gewond, verminkt, dood in hun armen, Madonnas over het lichaam van hun kroost dat zo onterecht vermoord werd voor de zonden van anderen. Terwijl ze rouwen om het verlies van hun eigen ouders, broers, zussen, echtgenoten, vrienden, familieleden... Vrouwen bedekt met zoden en stof, zonder water voor hun basisbehoeften en met het minimale aan medische hulp wanneer ze op het punt staan nieuw leven op de wereld te zetten. Vrouwen die waarschijnlijk al vroeg geleerd hebben om alle verschillende soorten oorlogs-, gevangenschaps- en ontberingswonden te verzorgen, zodra ze daartoe in staat waren, wonden van het lichaam en wonden van de ziel.

Genoeg!

Elke dag zie ik kinderen. Elke dag zie ik zoveel kinderen! Maar in plaats van dat ze vrolijk spelen in de speeltuin of op het strand, liggen ze in stukken, gebroken, gewond, verminkt, levenloos tussen het puin, op ziekenhuisbedden, in de armen van hun ouders of broers en zussen. Ik heb nog nooit zoveel dode kinderen binnen zo'n korte tijd gezien, of waarschijnlijk ooit, en ik kijk al mijn hele leven naar dode Palestijnen door toedoen van de IDF.

Ik vraag u allen: wat zou ooit een reden kunnen zijn om kinderen te vermoorden?

Is het nog niet genoeg geweest?

Ik zal niet eens proberen om historische feiten of onnauwkeurigheden ter sprake te brengen, of de realiteit dat deze gevangenschap en slachting al 48 dagen en 75 jaar aan de gang is (zo telt Muhammad Smiry, een leraar die in Gaza woont, de dagen). U kunt dat allemaal uit eerste hand horen van echte Joodse Israëliërs zoals Norman Finkelstein, Gilad Atzmon, Ilan Pappé, Miko Peled en Gideon Levy. Ik ga niet eens in tegen het officiële Israëlische standpunt over hoe en waarom het allemaal begon op 7 oktober. Ik ga het niet hebben over saaie en stoffige handvesten van de Verenigde Naties over de rechten en verantwoordelijkheden van ieder mens in tijden van vrede en tijden van oorlog, of over de wereldwijd overeengekomen rollen van bezetters en degenen onder hun bezetting. Al het bovenstaande is informatie die in onze tijd slechts met een klik van de muis (of een telefoontje) te vinden is. Onwetendheid is onvergeeflijk. Tot slot zal ik me niet eens mengen in sociaaleconomische, politieke, religieuze, filosofische of wetenschappelijke discussies, ik zal zelfs de Westelijke Jordaanoever of de moord op onschuldige mannen en vrouwen buiten beschouwing laten (God sta me bij!) en simpelweg opnieuw de vraag stellen:

Wat zou ooit een reden kunnen zijn om kinderen te vermoorden?

Wat zou ooit een reden kunnen zijn om het vermoorden van kinderen te steunen?

Wat zou ooit een reden kunnen zijn om het vermoorden van duizenden kinderen te rechtvaardigen of goed te praten?

Zou die er ooit kunnen zijn?

Het is genoeg geweest!

Hoe kan een mens die denkt, voelt en een geweten heeft, ja antwoorden op enige van de bovenstaande vragen? En degenen die dat wel kunnen en dat ook doen, wat zegt dat over hen?

Hoe komt het dat niemand iets doet om deze holocaust te stoppen? In het jaar 2023 vindt de meest afschuwelijke genocide voor onze ogen plaats en de meeste van onze regeringsvertegenwoordigers zwijgen, als ze het al niet ondersteunen en financieren. De wanhoopskreten van het Palestijnse volk ontroeren hen niet, evenmin als de geschreven of daadwerkelijke protesten van miljoenen mensen over de hele wereld, die net zo ontzet en overmand worden door verdriet, sommigen zetten zelfs hun carrière en levensonderhoud op het spel ter ondersteuning van de mensen van Gaza.

Het is niet de eerste keer dat politieke en financiële machtsbelangen boven mensenlevens gaan, maar het kwaad dat nu wordt gepleegd is zo extreem doorzichtig, zo onverdedigbaar ZELFS ALS men de officiële verhalen gelooft, dat we bewust of onbewust als mensheid de kilte voelen van de zekerheid dat onze "vertegenwoordigers" ook geen moer geven om ònze levens, net zo min als ze een moer geven om de levens van de Palestijnen. Ze zouden ons in een opwelling opofferen omdat we slechts wegwerpobjecten worden zodra we hen voor de voeten lopen.

Stop daarom nooit met het steunen van de Palestijnen, stop nooit met praten over hun benarde situatie, onderdruk nooit uw geweten om welke reden dan ook, want u komt niet alleen op voor waarheid, gerechtigheid en menselijkheid, u vecht ook voor het leven van uw familie en uzelf! Getuige zijn van het lijden en de opoffering van de mensen in Gaza heeft ons zoveel geleerd. En we hebben er allemaal genoeg van!

Beste Palestijnen,

De prijs die jullie iedere dag betalen is hoog; jullie betalen met jullie levens, en erger nog, in sommige gevallen met de levens van jullie dierbaren. Ik hoop dat onze collectieve gebeden en steun jullie harten bereiken, ik hoop dat de helse omstandigheden die jullie in dit leven doorstaan, jullie een plaats in de hemel garanderen voor het volgende leven. Ik wou dat ik jullie duizendblad kon brengen om het bloeden te stelpen en dat ik thee van jasmijn en rozenbloesems kon maken om jullie harten te verzachten. Ik hoop dat het niet lang duurt voordat jullie vrijheid en vrede zullen kennen in jullie eigen geliefde land, inshallah.

Ik wou dat ik mooie woorden kon schrijven om jullie martelaarschap te eren, maar de Palestijnse dichteres Fadwa Tuqan vertegenwoordigde jullie allen toen ze het volgende schreef, waarschijnlijk als antwoord op de onsympathieke vraag: "Waarom gaan ze niet gewoon weg?":

Genoeg voor Mij
Genoeg voor mij om op haar aarde te sterven
in haar begraven te worden
om te smelten en te verdwijnen in haar grond
om dan als een bloem te ontluiken
waar een kind uit mijn land mee speelt.
Genoeg voor mij om te blijven
in de omhelzing van mijn land
om in haar nabijheid te zijn als een handvol stof
een grasspriet
een bloem.