Afbeelding
De Nederlandse Europarlementariër Bas Eickhout wordt in Brussel bestookt door de voedsellobby. Hij pleit in het Europees Parlement voor een zogenoemd stoplichtensysteem, waarbij de consument in één oogopslag kan zien of een product veel zout, suiker of vet bevat.

"De lobby was gigantisch," zei Eickhout. "Mijn mailbox stroomde vol industrie. En die lobby won!" De voedsellobby werkt vooral op basis van argumenten. Hij wordt er zelf soms cynisch van hoe politici zich voor het karretje laten spannen.

Old-boys-network

"Als de voedselindustrie ergens voor gaat liggen, hebben wij eigenlijk geen schijn van kans," ging Eickhout verder. Met slinkse beïnvloeding en snoepreisjes valt het volgens hem wel mee, maar wel is het een 'old-boys-network'.

Voedselproducenten huren lobbykantoren in en hebben ook zelf lobbyisten in dienst. Aan de campagne tegen het stoplichtensysteem spendeerde de lobbyclub FoodDrinkEurope alleen al een miljard.

Dubbele petten

Nina Holland van Corporate Europe Observatory onderzoekt de lobby van het bedrijfsleven in Brussel. Door de voedselindustrie opgezette organisaties proberen wetenschappelijke inzichten te beïnvloeden. Het programma wordt bepaald door onder andere McDonald's, Monsanto en Unilever. Volgens Holland weten veel politici niet dat de clubs van de voedselindustrie zijn en nemen ze alles wat zij zeggen voor waar aan.

In Italië zit de Europese voedselwaakhond EFSA, die de veiligheid van E-nummers en genetisch gemodificeerde gewassen onderzoekt. Dat gebeurt op basis van wetenschappelijke studies die de voedselindustrie zelf aanlevert. Het onderzoek van de experts die voor EFSA werken wordt vaak gefinancierd door diezelfde industrie.