ufos
Coen Vermeeren (53) is lucht- en ruimtevaartingenieur, werkt aan de TU Delft én hij gelooft in ufo's. Dat wordt daar lang niet altijd gewaardeerd. ,Het enige wat ik vraag is: onderzoek het!"
'Ik las UFO's bestaan gewoon van Coen Vermeeren, die jarenlang luchtvaarttechniek bestudeerde", rapt Lange Frans over een onheilspellende pianomelodie. De zaal joelt. ,Hoe NASA-astronauten, die waren op de maan, nu openlijk bekennen, dat UFO's echt bestaan." Applaus nu.

Als het nummer, Kamervragen 2.0, voorbij is, komt de echte ster van de avond op. Naast Lange Frans schuift hij aan op het podium, een bebrilde man in een tweedjasje. ,Wie gelooft er hier in buitenaards leven?" Nagenoeg alle handen in het Delftse theater de Veste schieten in de lucht.

Elke week geeft Coen Vermeeren (53) wel ergens een lezing, al is dit optreden met zijn fan Lange Frans een eenmalig avontuur. Want mensen die geloven in ufo's zijn er genoeg, maar Vermeeren is een wetenschapper, lucht- en ruimtevaartingenieur, hij werkt aan de TU Delft - én hij gelooft in ufo's.

Ruimteschepen, ja. Ongeïdentificeerde vliegende objecten die ons luchtruim binnendringen. ,Wie erin zitten en wat ze willen, dat kan ik je niet met zekerheid zeggen", zegt Vermeeren twee dagen na het optreden in zijn huis buiten Breda. ,Maar er is geen twijfel dat we door buitenaardse levensvormen worden bezocht. Beyond doubt."

Het is een mening die hem op zijn universiteit regelmatig in een lastige positie brengt. Vermeeren is er de enige. ,Die er openlijk voor uitkomt dan, hè?", grapt hij.

Het is een gotspe, vindt Vermeeren, dat er nergens serieus onderzoek naar ufo's wordt gedaan. Een failliet van de wetenschap. ,Ik ben van mening dat je alles moet willen weten, en dat je alles moet durven onderzoeken. Ook als het onwaarschijnlijk of zelfs ongelofelijk lijkt. Dat is het enige wat ik vraag: onderzoek het!"

Hoe is een technisch ingenieur terechtgekomen in een wereld van ruimteschepen, aliens, verborgen werelden en complottheorieën?

Stampvolle zaal

Het begon voor Vermeeren zoals eigenlijk elke wetenschappelijke fascinatie begint: met een vraag die hij niet kon beantwoorden. Het is 2008, het YouTube-tijdperk is net aangebroken, en Vermeeren vraagt zijn studenten om voor hem filmpjes op te zoeken van vliegtuigcrashes. ,Om in het college te behandelen, dan kon ik uitleggen wat er mis was gegaan."

Zijn mailbox stroomt vol. Crash na crash, maar andersoortige filmpjes zitten er ook tussen. ,Van objecten, gefilmd vanuit een Space Shuttle van de NASA. Op de achtergrond hoor je astronauten: Houston, we still see the alien space craft."

'Wat zien we hier?', willen studenten van hem weten. 'Hoe verklaart u dit?' Vermeeren heeft er geen antwoord op. ,Maar dat wilde ik wel kunnen geven."


Bij collega's krijgt hij nul op het rekest. Die kijken even mee naar de filmpjes op zijn scherm en gaan weer door waar ze mee bezig zijn. ,Behoorlijk jammer." Vermeeren besluit er zelf in te duiken. Op het web gaat een wereld voor hem open.

,Het was zo veel", zegt hij, ,zo overweldigend veel." Filmpjes, foto's, getuigenissen. ,En niet afkomstig van de minste mensen, dat verbaasde me nog het meest. Er zijn vele tienduizenden verklaringen te vinden van militairen, piloten en zelfs astronauten die iets hebben gezien. Dat kun je niet wegzetten als onzin."

Vermeeren doet dan ook het tegenovergestelde. Hij besluit een college te geven over ufo's. De zaal zit stampvol, en als hij even later een opname van het college online zet - toen nog lang niet zo gebruikelijk - wordt die binnen no-time honderdduizenden keren bekeken. Vermeeren raakt op slag bekend - en berucht.

Zigzaggen door de lucht

In een brief aan de universiteitsleiding eisen collega's zijn ontslag. ,UFO-gekkie" Vermeeren zou de universiteit tot schande maken. Een speciale commissie wordt ingesteld. ,Godsgeloof is toch ook niet onverenigbaar met wetenschap?", werpt Vermeeren tegen. ,Daarbij merk ik op dat voor het bestaan van ufo's wat tastbaarder aanwijzingen zijn dan voor de schepper."

Tot ontslag komt het niet, maar de rector magnificus en hij komen in 2012 wel overeen dat het beter is als Vermeeren geen les meer geeft maar zich richt op zijn werk als hoofd van het Studium Generale, waar lezingen worden georganiseerd buiten het vakgebied van de universiteit.

Heeft Vermeeren zelf ooit weleens iets gezien? ,Ja." Hij aait Anubis, een van zijn twee enorme dalmatiërs, over de kop. ,Heel regelmatig zelfs."

Hij herinnert zich de lancering van Skylab, het eerste ruimtestation van de NASA. Hij moet een jaar of twaalf geweest zijn. Met de hele buurt stond hij buiten naar de lucht te kijken toen het stipje aan de nachtelijke hemel voorbij trok. Maar hij en zijn vriendjes zagen ook andere lichten, ze zigzagden door de lucht. ,Technisch onmogelijk, dat wisten wij toen al." Ufo's? ,Dat hield me destijds niet echt bezig." Maar hij bracht wel menig nacht door met zijn verrekijker op het dak, gefascineerd door alles wat met de sterren te maken had.

In contact staan met aliens

De reden dat hij de ruimtevaarttechniek inging, is dat niet. ,Ik werd ingeloot. Het had ook medicijnen kunnen worden." Maar misschien hielp die 'encounter' hem wel om de filmpjes die zijn studenten stuurden niet meteen als onzin af te serveren. ,Ik dacht juist: wauw, wat spannend! Ik wil altijd alle opties openhouden. Veel andere wetenschappers denken helaas niet zo, die negeren liever het bewijs dat er ligt."

Wat is volgens hem dan dat onweerlegbare bewijs? Wat heeft hem zo stellig overtuigd?

Vermeeren begint over Roswell, New Mexico, waar in 1947 een vliegende schotel zou zijn neergestort ,met honderden getuigen". Over austronaut Edgar Mitchell, de zesde man op de maan, die eind jarige negentig uit de school klapte over ufo's: de mensheid zou sinds Roswell met aliens in contact staan, en de Amerikaanse regering zou alles op alles zetten om dat verborgen te houden. Hij vertelt over 'The Disclosure Project', waarin de getuigenissen zijn verzameld van meer dan vijfhonderd ambtenaren, militairen en geheim agenten over hun ervaringen met ufo's, ruimtewezens en ,extra-terrestial technology". Noemt gelekte documenten van de CIA, de FBI, de NSA, de Russen.

Zelf zocht hij betrokkenen op, zoals de Vlaamse majoor-generaal Wilfried de Brouwer die openlijk heeft getuigd over ,de Belgische ufo-golf" - tussen 1989 en 1991 zou het land zijn overspoeld door ufo-waarnemingen. ,Dan zit je een paar uur te praten en dan zie ik: dit is geen idioot. Dit is iemand die weet waar hij het over heeft."

Goed. Als dat allemaal zo is, waarom is het bestaan van ufo's en intelligent buitenaards leven dan niet algemeen bekend en geaccepteerd?

Hij zucht. ,Het is niet in het belang van overheden dat dit naar buiten komt. Getuigen worden regelmatig geïntimideerd. Alle systemen van de wereld zouden op de schop gaan: regering, geloof, wetenschap, onze omgang met klimaat." Het onderwerp is bewust dusdanig geridiculiseerd (,Kijk naar Hollywood") dat haast niemand zijn vingers eraan durft te branden. ,Universiteiten werken al helemaal niet mee."

Zijn zoektocht naar ufo's, de omarming van het fenomeen, bracht Vermeeren als vanzelf bij andere grote complottheorieën. Dit jaar bracht hij nog een boek uit over één daarvan: 9/11 is gewoon een complot.

Zijn we wel op de maan geweest? ,Soms denk ik van wel", zegt Vermeeren, ,soms denk ik van niet. Er is voor beide hypothesen iets te zeggen."

Een soort rockster

Ufo's, 9/11, de maanlanding - het lijkt soms of dit soort complotten gebundeld komen. Hoe wapent Vermeeren zich tegen een confirmation bias, waarbij alles wat je ziet past in het plaatje dat je toch al in je hoofd hebt?

,Dat is een goede vraag." Even is hij stil. ,Maar ik heb mijn huiswerk goed gedaan. Kijk, ik vraag niemand te gelóven wat ik zeg. Je mag er zelfs boos om worden. Ik moedig mensen alleen aan om zelf eens te gaan graven."

Zijn eenmansstrijd kan soms frustreren, maar buiten de wetenschappelijke wereld, onder zijn ufo-medestanders, is hij een soort rockster. Zoals een meisje tijdens de avond met Lange Frans tegen hem zei: ,Ik vind het zo dapper wat u doet, dat u zich zo durft uit te spreken."

,Ik ben een doctor in de technische wetenschap", zegt Vermeeren. ,Die titel brengt óók plichten. Ik zie het als mijn plicht te delen wat ik weet." Hij heeft wel eens budget aangevraagd om het ufo-fenomeen te onderzoeken, maar dat werd afgewezen. ,En misschien ben ik wel helemaal niet de persoon om dat te doen. Ik wil mensen vooral aansporen óók op zoek te gaan."

Is hij weleens bang dat hij het fout heeft? Dat hij middenin de nacht overeind schiet in bed, en zich realiseert dat hij zich gigantisch heeft vergist?

Vermeeren denkt even na.

,Ik zal je vertellen", zegt hij ten slotte, ,als ik soms van heel intelligente mensen te horen krijg dat er niets klopt van wat ik zeg, dan heb ik weleens een moment van twijfel. Zo van: het zou toch niet? Eventjes, en verdwijnt het weer."