New York times propaganda
De reguliere media, die door het volk in toenemende mate als onbetrouwbaar wordt gezien, menen dat de vrije stroom van ideeën en informatie op het internet een bedreiging vormen voor ons welzijn.

Het 'nepnieuws'-offensief begon in november 2016. De Washington Post bracht toen een zwarte lijst naar buiten berust op de anonieme bron PropOrNot waarop 200 websites werden beschuldigd van "Russische propaganda pogingen om de Amerikaanse democratie en belangen te ondermijnen."

Op de zwarte lijst staan onder anderen voormalige republikeinse afgevaardigden en oud-presidentskandidaat Ron Paul, de voormalige Amerikaanse assistent-minister van Financiën, Paul Craig Roberts, The Corbett Report, Natural News en ook SOTT.

Bewijs waarom de 200 websites waar SOTT onder valt hier zich schuldig aan maken wordt niet geleverd. Ongefundeerd verklaart de reguliere media deze websites en de mensen daarachter als een gevaar voor de maatschappij.

Wat mag dan echter wel het ankerpunt van objectieve verslaggeving wezen? De originele bron van de zwarte lijst PropOrNot die de reguliere media hanteren meldt daarover het volgende:
Verkrijg nieuws van echte verslaggevers, die aan een redacteur rapporteren en professioneel aansprakelijk zijn voor fouten. Wij stellen NPR, de BBC, de New York Times, het Wall Street Journal, de Washington Post, Buzzfeed News, VICE, enz. voor, en vooral uw lokale kranten en lokale tv-nieuwszenders. Ondersteun ze door erop te abonneren als u wilt!
De reguliere media verkondigen zichzelf als de bakermat van de pers. De vrije (alternatieve) media, in collaboratie met Rusland, zo vertellen ze, ontwricht en vormt een gevaar voor de maatschappij.

waarheid sterft
Ook een aantal (ex)politici laten zich ferm horen en roepen zelfs op tot draconische maatregelen.

Hillary Clinton liet weten dat de epidemie aan 'nepnieuws' levens in gevaar brengt. ''Leiders in de publieke en private sector moeten meer doen om nepnieuws te stoppen, om onze democratie en onschuldige levens te beschermen." zei ze.

Voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker wil dat sociale media een 'consequente aanpak' gaat doorvoeren om de verspreiding van 'nepnieuws' via hun kanalen te bestrijden. Bovendien gaat de Europese Commissie erop toezien dat sociale media hier zich ook aan houden. "Wij zullen er goed op letten hoe dat wordt uitgevoerd," belooft Junker.

Ook de aftredende voorzitter van het Europees Parlement Martin Schulz liet zich eerder uit over maatregelen tegen 'nepnieuws'. Als een vrijwillige inzet van sociale media niet genoeg is, dan moet er wetgeving tegen komen - "niet alleen nationaal, maar ook Europees," vindt Schulz.

Bondskanselier Angela Merkel vertelde in december tegen het Duitse parlement dat 'nepnieuws' een groot gevaar vormt; "dit verschijnsel moet geconfronteerd, en indien nodig gereguleerd, worden."

Het maken van 'nepnieuws' moet bestraft kunnen worden. Dat vindt een toenemend aantal Duitse politici. "Zeker als het om doelgerichte desinformatiecampagnes gaat, moeten daar hoge straffen op komen te staan", zegt Ansgar Heveling van de CDU.

Het idee heeft inmiddels ook goedkeuring gekregen van andere prominente politici. Patrick Sensburg van de Christen-Democratische Unie vertelde de Duitse media dat "gerichte desinformatie met als doel een ​​staat te destabiliseren gestraft moet worden."

Het lid van de CDU van de bondskanselier merkte ook op dat als de daders deel uitmaken van inspanningen om de samenleving en de democratische instellingen te ondermijnen,"dan zouden ze vervolgd kunnen worden krachtens anti-spionage wetgeving".

Politici beginnen de oorlog te verklaren aan de vrije media.

Voorlopig gaat Facebook in Duitsland samenwerken met journalistieke organisaties om de verspreiding van 'nepnieuws' tegen te gaan. Journalistiek onderzoeksbureau Correctiv is de eerste organisatie die aan de slag gaat voor Facebook, en zal gaan controleren of een bericht 'nep' of 'echt' is.
Voordat u dit verhaal deelt
Facebook: Voordat u dit verhaal deelt, zou u misschien willen weten dat 'onafhankelijke' partijen de juistheid ervan betwisten
In Frankrijk werkt Facebook samen met persbureau AFP, de kranten Le Monde en L'Express, en tv-zender BFM bij de aanpak van 'nepnieuws'.

In het Verenigd Koninkrijk bekommert de BBC zich hierom: "Waar we opzettelijk misleidende verhalen zien die zich verbergen voordoen als nieuws, zullen we een waarheidscontrole publiceren die dat bepaalt."

In de Verenigde Staten zijn 43 nieuwsbedrijven betrokken, ABC News, Factcheck.org, Politifact en Snopes zullen de eerste vier organisaties zijn die de nieuwe procedures uittesten.

In Nederland collaboreert Facebook samen met NU.nl om gebruikers op de vingers te tikken wanneer zij 'nepnieuws' delen.

De reguliere media gaan ons dus beletten om 'nepnieuws' te vergaren. De slager die zijn eigen vlees keurt, maar tevens ook het vlees van de concurrent.

Het Orwelliaanse Ministerie van 'Waarheid' is geboren.

Wat classificeert 'nepnieuws'?

Het Amerikaanse (met in zijn kielzog Europa) machtsblok onder het mom van democratie en mensenrechten, interveniëren in andere landen om controle te krijgen over het plaatselijke economisch, politiek en militair beleid.

Via 'liefdadigheidsinstellingen' (USAID, Civil Society Project, etc) subsidieert het westen organisaties om in allerlei landen vorm te geven aan interne politieke aangelegenheden. Miljarden dollars gingen naar oppositiepartijen om in landen "regimeverandering" te realiseren. Maar wat wij in het westen een revolutie noemen, zijn in feite staatsgrepen.

Mocht de soft coup stuklopen, dan volgt een gewapende opstand, het westen financiert, bewapent en traint oppositiegroepen, om met geweld de macht te grijpen. "Ga, en moord er op los," klinkt het.

De laatste optie, is een militaire interventie om het karwei af te maken.

De afgelopen eeuw wist het westen meer dan 30 regeringen omver te werpen. De reguliere media dienen het volk er echter van te overtuigen dat dit onder 'humanitair' interventionisme valt, en niet imperialisme.

Informatie die een kritisch licht werpt op hoe het westen zijn expansiedrift tracht te verwezenlijken valt mede in de categorie 'nepnieuws.'

media vs reality
De obscure reden achter het 'nepnieuws'-offensief

De ware verspreiders van nepnieuws zijn en waren altijd al steevast de reguliere media.

Slechts 32% van de Amerikanen heeft nog aardig of veel vertrouwen in de media, aldus de Gallup polling. Dit is 8 procentpunten lager dan vorig jaar. Wat het tot de laagste meting ooit maakt.

Gallup begon deze vragen te stellen in 1972, en sinds 1997 op een jaarlijkse basis. In 1976 bereikte het vertrouwen het hoogste punt, 72%. Na die periode is het vertrouwen in de media langzaam en gestaag gedaald. Het niveau ligt sinds 2007 onder de 50%.

vetrouwen in de media
© Gallup pollingGrafiek: Jaarlijkse daling Amerikaans vertrouwen in de media
Amerikanen beschouwen CNN als het minst vertrouwde nieuwsnetwerk, slechts 33 procent van hun kijkers meldt dat ze de politieke verslaggeving van het tv kanaal vertrouwen. Dat blijkt uit een recente opiniepeiling van Rasmussen Reports.

Jeff Zucker, CEO van CNN meldt echter laatst in een interview dat de geloofwaardigheid, kijkcijfers en rapportages van het tv-kanaal sterker dan ooit is. Hij ging zelfs een stap verder; ''Er is maar één televisienetwerk dat in Peking, Moskou, Seoel, Tokio, Pyongyang, Bagdad, Teheran en Damascus wordt gekeken - en dat is CNN.''

Wie een eerlijk antwoord had verwacht van één van de grootste nepnieuws-producenten komt bedrogen uit.

Voorlopig lijkt het erop dat het 'nepnieuws'-offensief de terechte ongeloofwaardigheid onder de reguliere media een halt probeert toe te roepen.

Onder de 'nepnieuws'-doctrine van het zelf-aangestelde Ministerie van Waarheid, is verschil van mening en kritiek die buiten hun parameters terecht komen abusief.

masker
Orwelliaanse escalatie

Wanneer politici de vrije media brandmerken als levensgevaarlijk voor de maatschappij, socialemediagebruikers op de vingers tikken als zij 'nepnieuws' delen, het verspreiden van 'nepnieuws' strafbaar willen maken, en zelfs deze burgers desnoods achter slot en grendel willen zetten via anti-spionage wetgeving - dan is het aannemelijk om te stellen dat door zijn kritische toon de burger debet geacht kan worden aan de 'staatsgevaarlijkheid'.

De implementatie hiervan verkeert zich op dit moment in de beginfase. Het is een ontwikkeling waar wij allen getuige van zijn, een ontwikkeling die een duister tijdperk kan inluiden.

Naarmate de heersende pathocratie (geleid door psychopaten) de informatieoorlog verder verliest, zal het zijn ware gezicht onthullen.