Amsterdam Zuidoost
© ANP
Tieners in Zuidoost persen op grote schaal leeftijdgenoten af van geld, telefoons en kleding. Lang zag de overheid niets: wie aangifte doet, wordt ernstig bedreigd. Een speciale aanpak, samen met moeders uit de buurt, moet verlichting brengen.

Vermoedelijk vele tientallen kinderen die in Amsterdam-Zuidoost wonen of naar school gaan, zijn de afgelopen jaren slachtoffer geworden van afpersingen door leeftijdsgenoten.

Onder dreiging van geweld, waarbij ook messen, stroomstootwapens en vuurwapens zijn getoond, staan de slachtoffers telefoons, merkkleding en geld af. Dat gebeurt veelal bij scholen, op straat, bij metrostations, bij de doorgangen onder de flats en in trapportalen.

Ook krijgen slachtoffers 'boetes' opgelegd, die ze per week of maand moeten betalen. Soms jarenlang.

Angst

De daders van de afpersingen zijn heel jong, veelal tussen de 14 en 20 jaar, en werken in wisselende groepjes samen. Vaak kennen daders en slachtoffers ­elkaar van school of uit de buurt. Sommige jongens die volgens politie en justitie leeftijds­genoten afpersten, zijn ook met zwaardere ­misdrijven in verband gebracht, zoals winkelovervallen, steekpartijen en woningovervallen.

Veel daders zijn eerder zelf slachtoffer geweest: ze bewapenen zich uit angst en gaan vervolgens zelf afpersen. Oudere jongens zetten jongere kinderen aan om óók mensen te bedreigen en beroven, soms met dreigementen.

In chatgesprekken, met name via Snapchat - de berichtendienst die berichten na enkele seconden verwijdert - intimideren de tieners elkaar. Via social media wordt ook de reputatie van nietsontziende daders gevestigd, die dat imago bij volgende afpersingen gebruiken.

Intussen leven jongeren die het slachtoffer worden in zenuwslopende angst. In sommige gevallen stalen kinderen geld van hun ouders om hun afpersers te betalen.

Ze vertellen hun ouders vaak niets over de afpersingen omdat ze hun vader en moeder willen beschermen. In Zuidoost gaan geruchten dat ouders in elkaar zijn geslagen toen die zelf verhaal gingen halen.

Dit alles gebeurde jarenlang grotendeels buiten het zicht van de overheid: uit angst deed vrijwel niemand aangifte.


Commentaar: Het lijkt er eerder op dat de overheid dit jarenlang heeft laten escaleren en dat politie en justitie de controle hebben verloren.


Ingrijpen

Sinds politie, justitie, stadsdeel en gemeente vorig jaar de samenwerking intensiveerden om het probleem in het vizier te krijgen, komt langzaam de omvang aan het licht. Ook met campagnes die zich via Facebook en Instagram op jongeren richten, tracht het stadsdeel inzicht te krijgen in de aantallen.

Hoewel cijfers nog ontbreken, stijgt een verontrustend beeld op, vertellen gemeenteambtenaren en medewerkers van politie en justitie. De afpersingen zijn volledig ingebed in de gemeenschap in Zuidoost; niemand durft erover te praten.

Politie Amsterdam Zuidoost
In 2012 werd Zuidoost nog het 'veiligste stadsdeel' van Amsterdam genoemd
Hoewel afpersingen onder jongeren ook elders in de stad voorkomen, maken de schaal en de zwijgzaamheid rond het onderwerp de situatie in Zuidoost uniek. Gerdine Dankers, als officier van justitie betrokken bij het project: "We grijpen in, want we dreigden in een impasse terecht te komen: niet ingrijpen betekende dat de orde niet langer zou worden gehandhaafd."

Politie en justitie merkten dat ernstige misdrijven als steekpartijen en mishandelingen niet werden gemeld, mogelijk omdat die met de afpersingsproblematiek hadden te maken. Ook meldden zich zelden getuigen van dergelijke misdrijven.

De wijkagente van Gein zat zeer met het probleem in haar maag. Ze wil niet met haar naam in de krant, maar ze vertelt hoe ze steeds vaker hoorde dat er van alles in haar wijk gebeurde waarover bij de politie geen informatie bekend was. "Mensen vertellen je iets, maar willen geen aangifte doen omdat de angst te groot is. Dat is voor een politieagent moeilijk te verteren."

Snitch

Een lid van het rechercheteam dat onderzoek doet naar de afpersingen, die niet met zijn naam in de krant wil, begrijpt de angst in de buurt: "Dit heeft een maffia-achtige greep op de buurt. Het gaat om jongens die op heel jonge leeftijd al knetterhard zijn. Er geldt één regel: praat nooit met de politie. Doe je dat wel, dan heb je een groot probleem."

Het stigma dat aan 'snitches' (verraders) kleeft, is hardnekkig: wie met de politie praat, komt in een sociaal isolement. Praten kan bovendien tot ernstig bedreigingen leiden: in zeker één geval achtten politie en justitie het gevaar zo groot dat een kind een alarmknop kreeg waarmee hij de politie direct kon alarmeren.

De term 'snitch' wordt gauw gebruikt. Toen de overheid recent een informatieavond over het afpersen organiseerde, vertelden ouders dat hun kinderen hadden getracht hen tegen te houden: je bent toch geen snitch?

De rechercheur: "We kennen verhalen van kinderen van wie de foto op social media was geplaatst omdat ze aangifte hadden gedaan van afpersing. Bij de foto stond 'snitch.' Zo'n foto gaat de hele buurt door. Vervolgens werden die kinderen door tientallen jongeren opgewacht. Anderen zijn in elkaar geslagen of tot bij hun huis gevolgd en bedreigd nadat ze aangifte hadden gedaan."

"Een jongen, destijds 18 jaar, die zelf werd verdacht van afpersing, vertelde dat hij al vanaf zijn 12de was gevolgd en bedreigd, omdat hij één keer zou hebben gesnitcht," zegt Dankers.

Rappers

De wijkagente: "Daders willen lang niet altijd dader zijn, maar niemand wil slachtoffer zijn. Dus als je kunt kiezen, wie ben je dan liever: degene die in angst moet leven of degene die het geld pakt en die er rustig bijzit?"

Op de achtergrond van de afpersingen speelt een veelheid aan problemen, schatten de professionals in. De politie benadrukt dat zeker niet alleen kwetsbare kinderen worden aangevallen. Daders hebben wel vaak een problematische achtergrond: ze komen uit grote gezinnen met een afwezige vaderfiguur, een moeder die weinig thuis is, armoede. Sommigen zijn licht verstandelijk beperkt.

Opmerkelijk: zowel politie als justitie wijst op de invloed van rappers op de jongeren. De rechercheur: "De jongeren geven handen en voeten aan wat ze rappers horen en zien uiten, het leven van snel geld en een harde reputatie. Zo richten ze schade aan die ze zelf nauwelijks kunnen overzien."

Moeders nemen heft in handen

Sinds de problematiek in 2017 in beeld kwam, vooral door meldingen van de wijkagente en dankzij de oproep van Bianca Tjon a Koy, wier zoon was bedreigd, besloten gemeente, stadsdeel, politie en justitie tot nog intensievere samenwerking. Een speciale aanpak moet vooral de discussie over de afpersingen openbreken. Ook moet het slachtoffer beter worden ondersteund.

De aanpak zet nadrukkelijk in op drie pijlers: het versterken van de opsporing doordat de stilte wordt verbroken, meer aandacht en zorg voor het slachtoffer en het verhogen van de maatschappelijke betrokkenheid.

Daartoe moest het systeem worden verbeterd, vertelt Annerieke Coenraads, die de aanpak namens de gemeente coördineert. "We hebben elkaar vragen gesteld: waar loop jij tegenaan? We bleken veel dezelfde dilemma's te hebben, waarna we samen naar oplossingen konden zoeken. Het contact is belangrijk, zodat we actuele gevallen kunnen bespreken: hoe moet een hulpverlener bijvoorbeeld omgaan met een slachtoffer van wie wordt gevreesd dat die misschien zelf dader wordt?"

Binnen die nieuwe aanpak kunnen slachtoffers voortaan gedeeltelijk anoniem aangifte doen, zodat verdachten minder persoonlijke informatie ter inzage krijgen. Het werkt: sommige dadergroepen maken zóveel slachtoffers dat zij die in een anonieme aangifte niet herkennen.

Waarheid vertellen

Ieder geval wordt individueel bekeken, vertelt Coenraads: "Als je een melding doet, gaan we voor je zorgen. Als iemand nu een melding doet van een voorval, dan zorgen we dat er hulp komt die past bij het slachtoffer. Ook als je geen aangifte doet."

Ook aan de maatschappelijke betrokkenheid wordt gewerkt: de gemeente, politie en justitie ondersteunen een groep moeders uit Zuidoost, die uit eigen initiatief de krachten hebben gebundeld in antwoord op de afpersingen.

De moeders, die zich sinds kort het Zuidoost Safety Movement (ZSM) noemen, adviseren kinderen die slachtoffer zijn geworden en hun ouders. Ze geven de eerste raad en verwijzen door naar de juiste instanties. Het stadsdeel ondersteunt de moeders, met wat budget en een contactpersoon.

Coenraads: "De moeders van ZSM zijn ongelooflijk belangrijk voor ons. Zij hebben zichzelf opgericht, omdat ze het vertikten nog langer slachtoffer te zijn. Zij kunnen de mensen namelijk uitleggen: de waarheid vertellen helpt wél."

Dat zegt ook officier van justitie Gerdine Dankers: "Deze moeders zijn opgestaan, ze hebben dit zelf meegemaakt. Moeders van slachtoffers én daders. We kunnen slachtoffers naar hen doorverwijzen. Dat is goud. Dit los je niet op zonder die moeders."