Putin montage
© enVolve

Het kwaadwillig demoniseren van Ruslands leider heeft de nieuwe Koude Oorlog zelfs nog gevaarlijker gemaakt.

Stephen F. Cohen, professor emeritus Russische studies en politiek aan Princeton en NYU en John Batchelor gaan door met hun (doorgaans) wekelijkse discussies over de nieuwe VS-Rusland Koude Oorlog. (Vorige afleveringen, nu in hun vijfde jaar, zijn te vinden op TheNation.com.) Deze publicatie is anders. Het gesprek was gebaseerd op Cohens artikel hieronder, afgerond op de dag van de uitzending.
"Poetin is een boosaardige man, en hij concentreert zich op kwaadaardige handelingen."
- Senator John McCain
"[Poetin] was een KGB-agent. Per definitie heeft hij geen ziel."
"Als dit bekend overkomt, zo handelde Hitler in de dertiger jaren."
- Democratische genomineerde van 2016 Hillary Clinton.
De dreiging van Vladimir Poetin die kwaad berokkent hangt al ten minste een decennium over en ondermijnt de Amerikaans gedachtegang inzake Rusland. Henry Kissinger verdient lof omdat hij al sinds 2000, misschien is hij de enige onder prominente Amerikaanse politici, waarschuwt tegen dit zwaar vertekende beeld van Ruslands leider: "De demonisering van Vladimir Poetin vormt geen beleid. Het is een alibi voor het ontbreken ervan.

Maar Kissinger had ook ongelijk. Washington heeft heel wat beleid gemaakt dat sterk beïnvloed wordt door de demonisering van Poetin - het zwartmaken van een persoon dat veel verder strekt dan ooit werd toegepast op de laatste Sovjet-communistische leiders. Dat beleid verspreidde zich van groeiende klachten in het begin van het nieuwe millennium naar de VS-Rusland proxy-oorlogen en uiteindelijk zelfs in den lande met Russiagate-beschuldigingen. Sterker nog, beleidsmakers namen de eerdere formulering van wijlen senator John McCain aan als een integraal onderdeel van een nieuwe en gevaarlijkere Koude Oorlog:
"Poetin [is] een ongesaneerde Russische imperialist en KGB-apparatchik... Zijn wereld is een beestachtige, cynische plek... We moeten voorkomen dat het duister van de heer Poetins wereld meer mensen treft."
De mainstream media hebben een belangrijke aanklagende rol gespeeld in de demonisering. Verre van atypisch schreef de redacteur opinie van The Washington Post,
"Poetin beleeft plezier aan het stuiteren van de lijken... Overheers middels angst is Sovjet, maar deze keer is er geen ideologie - slechts een verderfelijk mengsel van een persoonlijk op de borst klopperij, xenofobie, homofobie en primitief anti-Amerikanisme.
Gerespecteerde publicaties en schrijvers verlagen zichzelf nu routinematig door te wedijveren om de "kwabbig spiervorm" van de "kleine grijze griezel Vladimir Poetin genaamd" te kleineren. Er zijn honderden van zulke voorbeelden, zo niet meer, door de jaren heen. Het verguizen van Ruslands leider is verworden tot een canon in het orthodoxe Amerikaanse narratief van de nieuwe Koude Oorlog.

Zoals met alle instituties kent de demonisering van Poetin zijn eigen geschiedenis. Toen hij in 1999-2000 voor het eerst op het wereldtoneel verscheen werd Poetin verwelkomd door toonaangevende afgevaardigden van het Amerikaanse politieke-media establishment. Chef-correspondent in Moskou van The New York Times en andere controleurs rapporteerden dat Ruslands nieuwe leider "emotioneel betrokken [was] bij het opbouwen van een sterke democratie". Twee jaar later liet president George W. Bush zich lovend uit over zijn top met Poetin en "het begin van een zeer constructieve relatie".

Maar het Poetin-vriendelijke narratief maakte snel plaats voor het onverbiddelijke neerslaan van Poetin. In 2004 legde Times-columnist Nicholas Kristof onverhoeds uit waarom, gedeeltelijk in ieder geval. Kristof deed zijn bittere beklag dat hij "door de heer Poetin" was "beetgenomen. Hij is niet een sobere versie van Boris Jeltsin." Tegen 2006 verklaarde een Wall Street-redacteur die uiting gaf aan de herziene opinie van het establishment, dat het "tijd voor ons is om in ogenschouw te nemen dat Vladimir Poetins Rusland een vijand van de Verenigde Staten is." De rest, zoals men zegt, is geschiedenis.

Wie is Poetin werkelijk gedurende zijn vele jaren aan de macht? Wellicht moeten we deze grote, complexe vraag aan toekomstige historici overlaten als materiaal voor een volledige biografische studie - memoires, archiefdocumenten en nog meer - voorhanden is. Desondanks zal het lezers wellicht verbazen dat Ruslands eigen historici. beleidsintellectuelen en journalisten al publiekelijk debatteren en aanzienlijk van elkaar verschillen als het gaat om de plus- en minpunten van Poetins leiderschap. (Mijn eigen evaluatie ligt ergens in het midden.)

In de VS en elders in het westen echter gelden slechts zogenaamde "minpunten" bij het extreem verguizen, of anti-cult, van Poetin. Velen zijn substantieel ongeïnformeerd, gebaseerd op zeer selectieve of ongeverifieerde bronnen en geprikkeld door politieke grieven, waaronder verschillende oligarchen uit het Jeltsin-tijdperk en hun agenten in het westen.

Door de belangrijkste "minpunten" die ten grondslag liggen aan de demonisering van Poetin te identificeren en te onderzoeken, niettemin summier, kunnen we op zijn minst begrijpen wie hij niet is:

Poetin is niet de man die nadat hij in 2000 aan de macht kwam de Russische democratie, opgezet door president Boris Jeltsin in de jaren 90, "ontdemocratiseerde" en een systeem verwant aan Sovjet-"totalitarisme" herstelde. Democratisering in Sovjet-Rusland begon en werd ontwikkeld in de jaren van 1987 tot 1991 onder de laatste Sovjetleider Michail Gorbatsjov.

Jeltsin deelde herhaaldelijk pijnlijke, mogelijk fatale klappen uit aan dat historische Russische experiment. Zijn andere handelingen: door het inzetten van tanks in oktober 1993 om Ruslands vrijelijk gekozen parlement te verwoesten en daarmee de gehele constitutionele orde die ervoor had gezorgd dat Jeltsin president werd. Door twee bloedige oorlogen te voeren tegen de kleine afgescheiden provincie van Tsjetsjenië. Door een kleine groep van met het Kremlin verbonden oligarchen toe te staan om Ruslands rijke schatten te plunderen en hulp te verlenen zodat zo'n twee derde van zijn bevolking in armoede en misère stortte, inclusief de eens grote en geprofessionaliseerde Sovjet-middenklassen. Door het naar zijn hand zetten van zijn eigen herverkiezing in 1996. En door het tot wet verheffen van een "super-presidentiële grondwet" ten koste van de wetgevende en rechterlijke macht maar ten voordele van zijn opvolger. Poetin heeft wellicht deze ontdemocratisering van de negentiger jaren van Jeltsin bevorderd, maar hij heeft daartoe geen initiatief genomen.

- Noch heeft Poetin zichzelf tot tsaar uitgeroepen of een Sovjet-achtige "autocraat", wat neerkomt op een despoot met absolute macht om zijn wil in beleid te veranderen. De laatste Kremlin-leider met dergelijke macht was Stalin, die in 1953 stierf en met hem zijn 20 jaar durende massaterreur. Als gevolg van de toenemende bureaucratische routinisering van het politiek-bestuurlijke systeem had iedere opeenvolgende Sovjet-leider minder persoonlijke macht dan zijn voorganger. Poetin heeft wellicht meer macht, maar als hij echt een "koudbloedige, meedogenloze" autocraat was - "de ergste dictator op aarde" - dan zouden tienduizenden demonstranten niet herhaaldelijk zijn verschenen in de straten van Moskou, soms officieel goedgekeurd. Of zouden hun protesten (en selectieve arrestaties) niet op staatstelevisie getoond zijn.

Politieke wetenschappers zijn er in het algemeen over eens dat Poetin een "zachte autoritaire" leider is die een systeem dat autoritaire en democratische componenten uit het verleden erfde, leidt. Ze zijn het niet eens als het aankomt op het specificeren, definiëren en balanceren van deze elementen, maar de meesten zouden het globaal ook eens zijn met een beknopte Facebook-post van 7 september 2018 door de eminente diplomaat-geleerde Jack Matlock:
"Poetin... is niet de absolute dictator zoals sommigen hem zien. Zijn macht lijkt te zijn gebaseerd op het balanceren van verschillende beschermingsnetwerken, waarvan sommige nog steeds crimineel zijn. (In de jaren 90 waren de meeste dat en niemand had er controle over.) Derhalve kan hij niet publiekelijk toegeven dat [criminele handelingen] zonder zijn toestemming plaatsvonden daar dit zou aangeven dat hij niet de volledige controle heeft."
- Poetin is niet een Kremlin-leider die "Stalin vereert " en wiens "Rusland een gangster-schaduw is van Stalins Sovjet-Unie." Deze stellingen zijn zo vergezocht en ongeïnformeerd wat betreft Stalins door terreur geplaagde regime, Poetin en hedendaags Rusland dat ze nauwelijks commentaar rechtvaardigen. Stalins Rusland kwam zo vaak in de buurt van onvrijheid als men maar zich maar kan voorstellen. In hedendaags Rusland, behalve uiteenlopende politieke vrijheden hebben de meeste burgers meer vrijheid om te wonen, studeren, werken, schrijven, spreken en reizen dan ze ooit hadden. (Als beroepsdemoniseerders zoals David Kramer een "vreselijke mensenrechtensituatie in Poetins Rusland" aanvoeren, dan zouden ze gevraagd moeten worden: vergeleken met welke periode in de Russische geschiedenis of elders in de wereld vandaag de dag?)

Poetin begrijpt duidelijk dat miljoenen Russen uiting gaven en vaak geven aan hun pro-Stalin sentimenten. Desalniettemin is zijn rol in deze voortgaande controversen over de historische reputatie van de despoot - op een ongeëvenaarde manier - een van een anti-Stalinistisch leider. Beknopt toegelicht, als Poetin de herinnering aan Stalin vereert waarom maakte zijn persoonlijke steun twee monumenten (het uitstekende Staatsmuseum van de Geschiedenis van de Goelag en de zeer evocatieve "Muur van Verdriet") voor de miljoenen slachtoffers van de tiran in het centrum van Moskou mogelijk? Het tweede herdenkingsmonument werd door toenmalig Nikita Chroesjtsjov in 1961 als eerste voorgesteld. Onder geen van zijn opvolgers werd het gebouwd - tot Poetin, in 2017.

- Noch creëerde Poetin een post-Sovjet Ruslands "kleptokratisch economisch systeem", met zijn oligarchische en andere wijdverspreide corruptie. Dit nam ook vormen aan onder Jeltsin tijdens de privatiseringsplannen van de shocktherapie van het Kremlin in de jaren 90, toen de "zwendelaars en dieven" die nog steeds verketterd worden door de hedendaagse oppositie daadwerkelijk tevoorschijn kwamen.

Poetin heeft een aantal "anti-corruptie" beleidsmaatregelen door de jaren heen aangenomen. Hoe succesvol ze zijn is het onderwerp van legitiem debat. Hetzelfde geldt voor hoeveel macht hij heeft om Jeltsins oligarchen en zijn eigen oligarchen volledig in te tomen en hoe oprecht hij is. Maar om hem te markeren als "een kleptokraat" mist context en is niet veel meer dan nauwelijks geïnformeerde demonisering.

Een recent academisch boek constateert bijvoorbeeld, dat hoewel ze wellicht "corrupt" zijn" managen" Poetin "en het liberale technocratische economische team waar hij zich op verlaat ook op bedreven manier Ruslands economisch kapitaal." Een voormalig IMF-directeur gaat zelfs verder, concluderend dat Poetins huidig economisch team "corruptie" niet "tolereert" en dat Rusland nu op de 35ste plaats staat van de 190 in de Wereldbanks beoordeling van zakendoen. Het stond op 124 in 2010.

Bezien door een menselijke bril, toen Poetin in 2000 aan de macht kwam leefden zo'n 75 procent van de Russen in armoede. De meesten hadden zelfs hun bescheiden nalatenschap van het Sovjet-tijdperk verloren - hun spaargeld, medische en andere sociale uitkeringen, salarissen; pensioenen, beroepen en voor mannen de levensverwachting, die daalde wel onder de 60 jaar. In slechts een paar jaar had de "kleptokraat" Poetin genoeg rijkdommen gemobiliseerd om die menselijke catastrofes ongedaan te maken en om te draaien en miljarden dollars in fondsen voor tegenslagen te stoppen die een buffer vormden voor de natie in aankomende slechte tijden. We beoordelen deze historische prestatie zoals we willen, maar daarom noemen vele Russen Poetin nog steeds "Vladimir de Verlosser".

- Wat ons brengt bij de meest sinistere aantijging tegen hem: Poetin, opgeleid als "KGB-tuig", beveelt regelmatig moorden op hinderlijke journalisten en persoonlijke vijanden als een "maffiabaas". Dat zou de makkelijkste demoniserende axioma moeten zijn om te verwerpen, omdat er geen feitelijk bewijs is of nauwelijks enige logica om het te ondersteunen. En toch het is alomtegenwoordig. Times-redacteuren en -columnisten - en ze zijn absoluut niet de enigen - karakteriseren Poetin zo vaak als een "schurk" en zijn beleid als "gangsterpraktijken" - soms doen ze nog eens een duit in het zakje met "autocratisch tuig" dat de praktijken wellicht specifiek genoemd worden in een interne handleiding. Niet verbazingwekkend dat zo vele politici het routinematig beoefenen, zoals senator Ben Sasse dat onlangs deed:
"We moeten het Amerikaanse volk en de wereld vertellen dat we weten dat Vladimir Poetin een schurk is. Hij is een voormalig KGB-agent en een moordenaar."
Weinige, als ze er al zijn, hedendaagse leiders zijn zo door het slijk gehaald of zo regelmatig. Noch "weet" Sasse daadwerkelijk hier iets van. Hij en anderen nemen het tot zich via een scala van invloedrijke vertelsels van de media die Poetin volledig aanklagen terwijl ze een genullificeerde "maar", wat echt bewijs betreft, begraven. Aldus nog een Times-columnist: "Ik realiseer me dat dit slechts indirect bewijs is en zeker met een tekort aan bewijsstukken. Maar het is een van de vele verdachte patronen." Dit is ook een journalistisch "patroon" als het om Poetin gaat.

Als we andere wereldleiders met meer of minder omvangrijke carrières bij de inlichtingendiensten laten voor wat ze zijn, dan waren Poetins jaren als een KGB-inlichtingenofficier in het voormalig Oost-Duitsland duidelijk vormend. Vele jaren later, in de leeftijd van 65, spreekt hij er nog steeds met trots over. Waaraan die ervaring dan ook bijdroeg het zorgde ervoor dat Poetin een geëuropeaniseerde Rus werd, iemand die vloeiend Duits spreekt en een politiek leider met een opmerkelijke aangetoonde capaciteit voor het onthouden en kalm analyseren van zeer uiteenlopende informatie. (Lees of kijk naar een paar van zijn lange interviews.) Geen slechte eigenschap voor een leider in hele beladen tijden.

Bovendien zou geen enkele serieuze biograaf slechts een tijdperk in een lange publieke carrière van het onderwerp als definitief behandelen, zoals de demoniseerders van Poetin. Waarom niet in plaats daarvan de periode nadat hij in 1991 de KGB verliet, toen hij diende als locoburgemeester van Sint-Petersburg, indertijd beschouwd als een van de twee of drie meest democratische leiders in Rusland? Of de jaren in Moskou die direct daarop volgden, waar hij van dichtbij de volledige omvang van de corruptie van het Jeltsin-tijdperk aanschouwde? Of de daarop volgende jaren, toen hij nog relatief jong was als president?

Als het aankomt op zijnde een "moordenaar" van journalisten en andere "vijanden" is de lijst uitgegroeid tot een grote hoeveelheid Russen die in eigen land of het buitenland stierven, door onnatuurlijke of natuurlijke oorzaken - alle uit een reflex toegeschreven aan Poetin. Onze geheiligde traditie is dat de bewijslast bij de aanklagers ligt. Poetins aanklagers hebben niets naar voren gebracht, slechts aannames, toespelingen en verkeerd vertaalde verklaringen door Poetin over het lot van "verraders". De twee zaken die deze lasterlijke praktijk stevig tot stand brachten waren de onderzoeksjournalist Anna Politkovskaya die in 2006 in Moskou werd doodgeschoten en Alexander Litvinenko, een schimmige en eens KGB- overloper met banden met de gekrenkte oligarchen uit het Jeltsin-tijdperk, die in Londen stierf aan stralingsvergiftiging, ook in 2006.

Geen flintertje reëel bewijs wijst in beide gevallen naar Poetin. De redacteur van Politkovskaya's krant, de vroom onafhankelijke Novaya Gazeta, denkt nog steeds dat haar sluipmoord bevolen was door Tsjetsjeense officials wiens mensenrechtenschendingen zij aan het onderzoeken was. Wat Litvinenko betreft, ondanks koortsige beweringen van de media en een schijnhoorzitting suggererende dat Poetin "waarschijnlijk" verantwoordelijk was, is er nog steeds geen afdoende bewijs dat zelfs wat de vergiftiging van Litvinenko betreft dit opzettelijk of per ongeluk was. Hetzelfde gebrek aan bewijs is van toepassing op vele zaken die daarna volgden, met name de beschieting van oppositie-politicus Boris Nemtsov in 2015, "op [verafgelegen] afstand van het Kremlin".

Er is echter een significante, weggelaten statistiek over Russische journalisten. Volgens de Amerikaanse Commissie voor de Bescherming van Journalisten werden per 2012 77 journalisten vermoord - 41 gedurende de Jeltsin-jaren, 36 onder Poetin. Per 2018 stond het totaal op 82-41 onder Jeltsin, hetzelfde onder Poetin. Dit suggereert sterk dat het nog deels corrupte post-Sovjet economische systeem, niet Jeltsin of Poetin persoonlijk, leidde tot de moorden op zo vele journalisten na 1991, de meesten onderzoeksjournalisten. De voormalige vrouw van een journalist waarvan gedacht wordt dat hij werd vergiftigd komt zo'n beetje tot deze conclusie:
"Vele westerse analisten leggen de verantwoordelijkheid voor deze misdaden neer bij Poetin. Maar het is waarschijnlijker dat het systeem van wederzijdse verantwoordelijkheid en de cultuur van straffeloosheid dat zich begon te vormen voor Poetin aan het eind van de jaren 90 de oorzaak is."
- Meer recentelijk is er nog een andere aantijging: Poetin is een fascist en een blanke racist. De beschuldiging komt grotendeels, zo lijkt het, van mensen die de aandacht wensen af te leiden van de rol die door neonazi's gespeeld wordt in door de VS gesteunde Oekraïne. Ongetwijfeld ziet Poetin het als een smet van bloed, en zelfs oppervlakkig gezien is het, om maar buitengewoon menslievend te zijn, volkomen ongeïnformeerd. Hoe moet je anders senator Ron Wydens ernstige waarschuwingen over "het huidige fascistische leiderschap van Rusland" op een hoorzitting van 1 november 2017 verklaren? Een jonge geleerde sloopte onlangs de bijna onverklaarbare verkondiging van deze these door een senior professor aan Yale. Mijn eigen aanpak is compatibel, ofschoon afwijkend.

Wat Poetins mankementen ook zijn, de "fascistische" aantijging is absurd. Niets in zijn verklaringen van de laatste 20 jaar dat hij aan de macht is zijn verwant aan fascisme, diens kernovertuiging een cult van bloed is gebaseerd op de zich doen geldende superioriteit van een etniciteit boven alle andere. Als hoofd van een enorme multi-etnische staat - die vele diverse groeperingen met een grote variatie aan huidskleuren omarmt - zouden zulke uitingen of gerelateerde handelingen door Poetin ondenkbaar zijn, zo niet politieke zelfmoord. Daarom verzoekt hij eindeloos om harmonie in "onze hele multi-etnische natie" met zijn "multi-etnische cultuur", zoals hij wederom deed tijdens zijn inhuldigingsspeech in 2018.

Natuurlijk heeft Rusland fascistische blanke racistische denkers en activisten, hoewel velen wellicht in het gevang zitten. Maar een massale fascistische beweging is nauwelijks haalbaar in een land waar zo vele miljoenen stierven in de oorlog tegen nazi-Duitsland, een oorlog die Poetin direct raakte en duidelijk een vormend litteken bij hem naliet. Hoewel hij na de oorlog werd geboren overleefden zijn moeder en vader ternauwernood bijna-fatale wonden en ziekte, zijn oudere broer stierf tijdens de lange Duitse belegering van Leningrad en verscheidene ooms kwamen om. Slechts mensen die nog nooit zo'n ervaring doorstonden of die niet in staat zijn om het zich voor te stellen kunnen een fascistische Poetin voor de geest roepen.

Er is nog een makkelijk te begrijpen indicatief feit. Geen spoor van antisemitisme is evident in Poetin. Hier weinig opgetekend, maar ruimschoots gerapporteerd in Rusland en Israël is het leven voor Russische joden beter onder Poetin dan het ooit is geweest in de lange geschiedenis van dat land.

- Tenslotte, althans voorlopig, hebben we de complicerende aantijging van demonisering dat als buitenlandbeleid-leider Poetin buitengewoon "agressief" in den vreemde is. Hooguit is dit een verklaring "van mensen die het persoonlijk opnemen" en half blind zijn. In het slechtste geval rechtvaardigt het wat zelfs een Duits minister van Buitenlandse Zaken karakteriseerde als "oorlogsstokerij" tegen Rusland.

In de drie zaken die op grootschalige manier als voorbeelden van Poetins "agressie" worden gegeven wijst het bewijs, sinds lange tijd aangehaald door mijzelf en vele anderen, naar door de VS geleide instigaties, die voornamelijk bezig zijn om het militaire bondgenootschap van de NAVO van Duitsland sinds eind jaren 90 tot aan Ruslands grenzen vandaag de dag uit te breiden. De proxy Amerikaans-Russische oorlog in 2008 in Georgië werd geïnitieerd door de door de VS gesteunde president van dat land, die was aangemoedigd om het NAVO-lidmaatschap te ambiëren. De crisis in 2014 en de daaropvolgende proxy-oorlog in Oekraïne vloeide voort uit de langdurige poging om dat land, ondanks de grote regio's die dezelfde beschaving delen met Rusland, in de NAVO te krijgen. En Poetins militaire interventie in 2015 in Syrië werd uitgevoerd op basis van een valide uitgangspunt: of de Syrische president Assad zou in Damascus verblijven of de terroristische Islamitische Staat - en op basis van president Barack Obama die weigerde om zich bij Rusland te voegen voor een anti-ISIS bondgenootschap. Als gevolg van deze geschiedenis wordt Poetin in Rusland vaak gezien als een lang op zich laten wachtend reactief leider in het buitenland, niet als een toereikend "agressief" leider.

In de "agressieve Poetin"-axioma ingebed zitten er nog twee. Een is dat Poetin een neo-Sovjet leider is die ernaar streeft de Sovjet-Unie ten koste van Ruslands buren in ere te herstellen. Op obsessieve wijze wordt hij verkeerd geciteerd, in 2005 gezegd hebbende dat: "De ineenstorting van de Sovjet-Unie de grootste catastrofe van de twintigste eeuw was", het blijkbaar rangschikkend boven de twee Wereldoorlogen. Wat hij werkelijk zei was "een belangrijke geopolitieke catastrofe van de twintigste eeuw," zoals het voor de meeste Russen gold.

Hoewel hij vaak kritisch is over het Sovjet-systeem en zijn twee vormende leiders, Lenin en Stalin, blijft Poetin deels, net zoals de meesten van zijn generatie, natuurlijk een Sovjet-persoon. Maar wat hij in 2010 zei reflecteert zijn echte denkbeeld dat gedeeld wordt door heel veel andere Russen. "Diegenen die de ineenstorting van de Sovjet-Unie niet betreuren zijn harteloos, en diegenen die het wel betreuren beschikken niet over een brein."

De andere bedrieglijke subaxioma behelst dat Poetin altijd "antiwesters," in het bijzonder "anti-Amerikaans" is, en "de Verenigde Staten altijd met "smeulende argwaan" waarneemt. Een simpele lezing van zijn jaren aan de macht zegt ons iets anders. Poetin, een verwesterde Rus, werd in 2000 president volgens de nog steeds heersende traditie van Gorbatsjov en Jeltsin - in de hoop op een "strategische vriendschap en partnerschap" met de Verenigde Staten. Vandaar zijn overvloedige assistentie, volgend op 9/11, bij de Amerikaanse oorlog in Afghanistan. Vandaar, totdat hij meende dat Rusland niet als gelijke behandeld zou worden en de NAVO te dichtbij kwam, zijn volledig partnerschap in de Amerikaans-Europese clubs van belangrijke leiders.

Gezien alles dat zich gedurende de afgelopen nagenoeg twintig jaar heeft voorgedaan - in het bijzonder hoe Poetin en andere Russische leiders de voorvallen waarnemen - zou het opmerkelijk zijn als zijn opvattingen over het westen, in het bijzonder Amerika, niet veranderd waren. Zoals hij in 2018 opmerkte, "We veranderen allemaal". Een paar jaar eerder gaf Poetin opmerkelijkerwijs toe dat hij "illusies" over het buitenlandbeleid koesterde, zonder er nader op in te gaan. Wellicht bedoelde hij dit, verwoord aan het einde van 2017:
"Onze meest serieuze fout met betrekking tot onze relaties met het westen is dat we u te veel vertrouwden. En uw fout is dat u vertrouwen als zwakheid opvatte en het oneigenlijk gebruikte."
Als mijn weerlegging van de axioma's rond de demonisering van Poetin valide is hoe blijven we dan achter? Absoluut, niet met een verweer voor Poetin, maar met de vraag "Wie is Poetin?" De Russen zeggen graag: "Laat de geschiedenis het beoordelen", maar gezien de gevaren van de nieuwe Koude Oorlog kunnen we niet wachten.

We kunnen op zijn minst beginnen met een een paar historische waarheden. In 2000 werd een jonge en weinig ervaren man de leider van een gigantische staat die twee keer in de 20ste eeuw - in 1917 en opnieuw in 1991 - uit elkaar was gevallen of "in elkaar gestort" met rampzalige gevolgen voor zijn bevolking. En in beide gevallen verloor het zijn "soevereiniteit" en derhalve zijn zekerheid op fundamentele manieren.

Dit zijn terugkomende thema's in Poetins woorden en daden. Van daaruit kunnen we beginnen met inzicht verkrijgen. Niemand kan betwijfelen dat hij reeds de meest aanzienlijke "staatsman" van de 21ste eeuw is, hoewel in de Verenigde Staten het woord zelden, of nooit, op hem slaat. En wat betekent "aanzienlijk"? Zelfs zonder de pseudominpunten hierboven beschreven zal een evenwichtige evaluatie valide punten omvatten.

Bijvoorbeeld in het land zelf: was het nodig om de "verticaliteit" van het Kremlin te versterken en door het hele land uit te breiden teneinde Rusland samen te brengen? Moest het historische experiment met democratie niet dezelfde prioriteit krijgen? Waren er in het buitenland geen alternatieven voor de annexatie van de Krim, zelfs gezien de gesignaleerde dreigingen? En liet Poetins leiderschap het echt na om angst in de kleine Oost-Europese landen die eeuwenlang het slachtoffer van Rusland waren op te wekken? Dit zijn slechts een paar vragen die wellicht minpunten opleveren naast Poetins verdiende pluspunten.

Wat de aanpak dan ook is, diegene die een evenwichtige evaluatie onderneemt moet dit niet doen, om Spinoza te parafraseren, teneinde te demoniseren, te bespotten, of te haten, maar om te begrijpen.
Over de auteur

Stephen F. Cohen is professor emeritus Russische studies, geschiedenis en politiek aan de New York University en Princeton University. Een bijdragende redacteur voor The Nation, zijn recente boek Soviet Fates and Lost Alternatives: From Stalinism to the New Cold War is beschikbaar in paperback bij Columbia University Press.