Slavernijmuseum Qatar
© Petra SijpesteijnHet Slavernijmuseum in Qatar

Commentaar: Hoewel onderstaand artikel interessant is lijkt het mee te gaan in het taboe dat nog steeds op de Arabische slavenhandel rust door niet alle feiten die bekend zijn te onthullen. Lezer opgelet!


Vlak naast de anglicaanse kathedraal in Stone Town ligt de voormalige slavenmarkt van Zanzibar. In een ietwat stoffig museum kun je daar de geschiedenis van de mensenhandel op dit eiland volgen. De Europese bezoeker - gewend aan alle herdenkingen die het geweten van de westerse wereld aanspreken - krijgt hier een ander verhaal voorgeschoteld.

In Stone Town gaat het vooral om de Arabische rol op deze slavenmarkt. Zanzibar viel namelijk in de achttiende en negentiende eeuw onder de sultan van Oman. De begeleidende teksten vertellen een geschiedenis die doorwerkt tot op de dag van vandaag. Ik las dat afstammelingen van de slaven op de huwelijksmarkt als minderwaardig worden beschouwd.

Het stigma van dat verleden is nog steeds voelbaar, zo blijkt uit een getuigenis: "Ik had een verloofde, die veel van me hield. Maar toen ik haar ten huwelijk vroeg, weigerde de familie ermee in te stemmen. Ze zeiden: 'Weet je dan niet dat je familie afstamt van slaven? De familie waarin je wilt trouwen is verschillend van de jouwe.' En daarom verloor ik mijn geliefde."

De tentoonstelling maakt duidelijk dat het zwijgen over dit verleden op Zanzibar nog steeds de regel is. Dat past wel in een breder patroon: terwijl in veel westerse landen de slavernij onderwerp is van felle debatten, wordt daarover nog weinig gesproken in de Arabische wereld - al is er sinds 2015 een museum in Qatar.

De Leidse arabist Petra Sijpesteijn beschreef in Trouw dit museum - het eerste in de islamitische wereld - en vertelde over de weerstand onder studenten in Qatar als het over de slavernijgeschiedenis gaat. Ze komt hier een vergelijkbare ontkenning tegen: "Opmerkelijk genoeg reageren veel van mijn islamitische studenten in Leiden even heftig en afwerend als ik ze vertel over de geschiedenis van islam en slavernij."

De slavernij was zeker geen marginaal verschijnsel; ook in deze moslimlanden was het bezit van medemensen gangbaar. Het is van belang om die geschiedenis te kennen: slavernij blijkt geen eenvoudige zwart-witte aangelegenheid. Dat geldt zowel voor de slaven als de eigenaren: zo werden in het Midden-Oosten niet alleen zwarte Afrikanen, maar ook blanken uit de Kaukasus als slaven gebruikt.


Commentaar: Zelfs in China werden mensen gekidnapt om het groeiende islamitisch rijk te ondersteunen.


De slavenhandel op Zanzibar heeft lang geduurd. Er bestond weerstand tegen Britse pogingen om die handel af te schaffen. Zo lezen we in het museum: "In 1872 kwam een bijzondere diplomatieke missie uit London aan, geleid door Sir Bartle Frere. De missie drong er bij Sultan Barghash op aan om de handel volledig te beëindigen. Frere verliet het eiland zonder succes, maar later slaagde John Kirk, de Britse consul op Zanzibar, er wel in om de Sultan tot stopzetting te bewegen."

Afschaffing van de slavernij heeft in de Arabische wereld op zich laten wachten. Nederland liep in 1863 al achter, maar in Irak werd slavernij pas in 1924 verboden, in Koeweit duurde het tot 1949. Nog later, in 1962, werd de slavernij in Saoedi-Arabië beëindigd. Het land telde op dat moment nog zo'n 15.000 tot 30.000 slaven. Oman kwam in 1970 met een verbod.

In Stone Town zag ik het verhaal van de legendarische Tippo Tip - zijn echte naam was Hamed ben Mohammed el-Murjebi. De indringende portretfoto bij de tentoonstelling toont een heerser - zijn bijnaam is ontleend aan de klank van geweerschoten. Tussen 1870 en 1880 omvatte zijn handelsrijk een gebied tot in het oosten van Congo. Bij zijn dood in 1905 had Tippo Tip zeven kruidnagelplantages op Zanzibar, waar tienduizend slaven voor hem werkten.

De omvang van de Arabische slavenhandel is niet goed gedocumenteerd, maar schattingen laten zien dat die alles bijeen niet veel afwijkt van de Westerse slavenhandel. Wel lezen we dat de slaven verhoudingsgewijs meer bescherming kregen binnen het islamitische recht. Maar uiteindelijk gaat het niet om zulke vergelijkingen: het ene leed kun je niet tegen het andere wegstrepen.


Commentaar: Volgens de onderstaande Franstalige video duurde de Arabische slavenhandel 13 eeuwen en ging het om 17 miljoen zwarte Afrikanen plus 3 miljoen blanken die gekidnapt werden. Daarmee staat de Arabische slavenhandel op nummer 1. Het ronselen van de slaven gebeurde op zeer gewelddadige wijze, iets wat in het boek Le génocide voilé; Étude de la traite négrière arabo-musulmane uit 2008 van antropoloog Tidiane N'Diaye naar voren komt. Ook werden slaven gecastreerd, zodat ze zich niet konden voortplanten en vrouwen in harems konden verdwijnen. Zeventig tot tachtig procent van de slaven overleefden de castratie niet en gekoppeld aan de gepleegde infanticide komt dit neer op genocide.



Daarom is een bezoek aan het museum op Zanzibar zo de moeite waard. Iedereen zou dit verhaal van de slavenmarkt in Stone Town tot zich moeten laten doordringen. Het roept de vraag op: waarom is de morele omwenteling die tot afschaffing van de slavernij heeft geleid in de westerse wereld begonnen? En waarom is er in de Arabische wereld tot nog toe veel minder sprake van bewustwording?

Het is goed dat in onze contreien steeds meer mensen zich verdiepen in deze tragedie. Dat is de inzet van de jaarlijkse herdenking op 1 juli in ons land. Het zou nog beter zijn als ook in Riad of Muscat de afschaffing van de slavernij ruimhartig zou worden gevierd. De handel in mensen is een erfenis die alle beschavingen tot schaamte en verantwoording moet aanzetten.

Paul Scheffer is hoogleraar Europese studies.