covid pcr test
De wereld is al maanden gefixeerd op PCR-testen voor het nieuwe coronavirus, het opsporen van contacten en vaccinatie.

Ondertussen kreeg een ander belangrijk deel van het biomedische Covid complex veel minder aandacht: het gebruik van antilichamen voor het opsporen, diagnosticeren en behandelen van infectie met het nieuwe coronavirus.

Sinds januari 2020 zijn honderden antilichamen voor deze doeleinden goedgekeurd. En er staan er nog honderden meer op het punt om binnenkort op de markt te worden gebracht.

Dit hoort allemaal bij de biomedische goudkoorts: afgelopen zomer al lagen antilichamen op koers om het meest lucratieve medische product te worden, met een wereldwijde omzet welke naar verwachting tegen 2024 bijna een half biljoen dollar zal bedragen. Winstmarges van 67% zijn niet uitzonderlijk.


Farmareuzen als AstraZeneca, Novartis, GlaxoSmithKline en Eli Lilly behoren tot de bedrijven die de grootste hap uit de markt van de nieuwe coronavirus - antilichamen nemen. En enkele van de meest vooraanstaande overheidsinstellingen, waaronder Anthony Fauci's US National Institute of Allergy and Infectious Diseases en de US Defense Advanced Research Projects Agency, maken hier eveneens deel van uit (zie bijvoorbeeld het op een na laatste deel van dit artikel over antilichamen die worden gebruikt om Covid te behandelen).

Vrijwel iedere studie en al het marketingmateriaal in verband met Covid is gebaseerd op de positieve en juiste identificatie door wetenschappers van de aanwezigheid van het nieuwe coronavirus (ook bekend als SARS-CoV-2) in het materiaal waarmee zij werken.

De taak van die identificatie wordt in de regel toevertrouwd aan antilichamen, waarvan wordt gezegd dat deze zich aan het nieuwe coronavirus binden. Men gaat ervan uit dat deze antilichamen in staat zijn het virus, en alleen het virus, te onderscheiden van alle andere organismen en stoffen die het omringen.

Helaas blijkt dat antilichamen dat zelden (of nooit) doen. Dit komt onder meer doordat de bedrijven die de antilichamen vervaardigen en verkopen onvoldoende verifiëren of de antilichamen zich inderdaad wel op het virus richten. En hier is nog minder controle op door regelgevende overheidsinstanties.

Laten we eens vanaf 10 km hoogte kijken naar een paar van de belangrijkste kenmerken van het landschap van de antilichamen-industrie, dat overspoeld wordt door complexiteit en geld.

Kunnen Antilichamen Gemaakt Worden Die Zich Enkel Binden Aan Eén Virustype?

Antilichamen zijn kleine, nauwkeurig afgestemde deeltjes van ons immuunsysteem. Eén van hun belangrijkste functies is het opsporen van virussen en bacteriën die ziektesnkunnen veroorzaken. Antilichamen binden zich aan deze microben en neutraliseren ze vervolgens zodat deze zich niet kunnen vermenigvuldigen en verspreiden.

Mensen en onze voorouders hebben miljoenen jaren lang antilichamen in ons lichaam aangemaakt om infecties af te weren. Maar enkele tientallen jaren geleden raakten bedrijven betrokken bij de ontdekking en manipulatie van antilichamen en ontstond samenwerking met universitaire laboratoria.

Er zijn twee hoofdcategorieën antilichamen. De ene betreft de "polyklonale" antilichamen. Dit zijn huis-tuin-en-keuken variëteiten van antilichamen, die zich binden aan een groot aantal verschillende stoffen en/of organismen.

De andere hoofdcategorie betreft de monoklonale antilichamen. Zoals de naam al aangeeft komen deze tot stand door klonen. Eerst wordt een antilichaam geïdentificeerd dat specifiek is voor een bepaalde van belang geachte aminozuursequentie (aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten) - bijvoorbeeld één van een eiwit op het oppervlak van een virus of bacterie. Vervolgens wordt de cel van het immuunsysteem welke dat antilichaam heeft geproduceerd in het laboratorium 'gekloond'. Het resultaat is dat elke set monoklonale antilichamen bindt aan die specifieke aminozuursequentie.

Clifford B. Saper PCR tests harvard covid
© Harvard UniversityClifford B. Saper, M.D., Ph.D.
Ik e-mailde Clifford Saper, professor aan de Harvard Medical School en een van de meest toonaangevende autoriteiten in de Engelssprekende wereld op het gebied van monoklonale antilichamen, om hierover duidelijkheid te krijgen. Ik vroeg hem of het klopt dat, zoals beweerd wordt door de meesten in de commerciële arena betreffende antilichamen, een monoklonaal antilichaam gemaakt kan worden dat specifiek is voor (d.w.z. bindt aan) slechts één type virus of slechts één ander type organisme.

Saper antwoordde [vetgedrukt door mijzelf voor extra nadruk]: "Nee, er bestaat niet zoiets als een monoklonaal antilichaam dat, omdat het monoklonaal is, slechts één eiwit of slechts één virus herkent. Het zal zich binden aan elk eiwit met dezelfde (of een zeer vergelijkbare) sequentie."

De implicatie van Sapers verklaring is dat elke poging om een monoklonaal antilichaam te gebruiken om de aanwezigheid van het nieuwe coronavirus te verifiëren, een groot aantal fout-positieve resultaten zal opleveren. Dat wil zeggen, zij zullen aangeven dat het nieuwe coronavirus is waargenomen, terwijl dat in feite niet het geval is. Dat komt omdat er een grote kans is dat het monoklonale antilichaam bindt aan iets anders dan het virus (dit staat bekend als "kruisreactie").

(Ik raad een ieder aan die meer wil weten over de validatie van antilichamen om deze paper van Saper te lezen, alsmede deze en ook deze , welke mede geschreven werd door David Rimm, hoogleraar pathologie aan Yale).

En in feite werd de overgrote meerderheid van de antilichamen en monoklonale antilichamen welke op de markt worden gebracht, zijnde specifiek voor het nieuwe coronavirus, jaren geleden ontwikkeld voor het opsporen van SARS-CoV-1. Daarna werden ze gewoon opnieuw gebruikt voor de opsporing van SARS-CoV-2 -, met zeer weinig tot geen controles om na te gaan of ze ook kruisreageren op andere organismen of stoffen.

Ik vroeg Zhen Lu om bevestiging van dit opnieuw gebruiken van antilichamen. Zij is de Noord-Amerikaanse marketingmanager voor Sino Biological, een bedrijf in Beijing dat onder andere honderden antilichamen ontwikkelt en verkoopt. Lu antwoordde mij via e-mail: "Ja, antilichamen worden opnieuw gebruikt [sic]."

Ik heb ook navraag gedaan en ontving bevestiging van Pratiek Matkar, een senior medewerker van BenchSci, een bedrijf dat antilichamen-databases bijhoudt. En om het met eigen ogen te aanschouwen, logde ik in op de BenchSci database (Matkar gaf me een gastaccount), selecteerde alle antilichamen voor het nieuwe coronavirus en keek welke organismen waren gebruikt in kruisreactiviteitstesten voor deze antilichamen. SARS-CoV-1 was de enige welke bij deze controle naar boven kwam.

Dit alles verklaart wat ik vorige week observeerde: Sino Biological had zojuist de inhoud gewijzigd van haar homepage betreffende het gedeelte van de website over antilichamen tegen SARS-CoV-2. Op de pagina wordt nu aangekondigd, dat zij nieuwe "gematchte antilichaamsparen" hebben geïntroduceerd, welke beter werken bij het opsporen van het virus. Het paar bestaat uit een "capture-antilichaam" en een "detectie-antilichaam."

En ze beweren dat deze paren nauwkeuriger zijn in het vinden van het nieuwe coronavirus: dat ze "een hoge specificiteit hebben zonder kruisreactiviteit met MERS-CoV, [of met de gewone menselijke coronavirussen] 229E, NL63, HKU1, [en] OC43."

De enige manier waarop ik dat kan interpreteren is dat ze weten dat de antilichamen die ze al maanden op de markt brengen en waarvan ze beweren dat ze specifiek zijn voor het nieuwe coronavirus, ook binden aan andere dingen, zoals gewone menselijke coronavirussen.

Hoe Worden Antilichamen Aangewend in Testen voor het Nieuwe Coronavirus?

Een van de belangrijkste soorten testen voor het virus bevat antilichamen die schijnbaar specifiek zijn voor het nieuwe coronavirus. Deze zijn dermate ontworpen dat wanneer het virus in een bloedmonster aanwezig is, de antilichamen zich binden aan het virus en de test bijgevolg een positief signaal geeft.

Het andere type test bevat eiwitsequenties van het nieuwe coronavirus; als in een bloedmonster antilichamen tegen het virus aanwezig zijn, binden zij zich aan de eiwitsequenties en dit geeft dan een positief resultaat.

De fabrikanten worden geacht de nauwkeurigheid van hun testkits te controleren voordat zij deze op de markt brengen. Deze controles bestaan grotendeels uit een schatting van het percentage fout-positieven en fout-negatieven (dit laatste is een negatief resultaat wanneer het betrokken antilichaam of eiwit aanwezig is in het monster dat met de kit wordt getest).

Bedrijven voeren deze oppervlakkige nauwkeurigheidscontrole echter uit met slechts zeer weinig monsters van een klein aantal virussen - en zelden op bacteriën of enig andere van de miljoenen biologische stoffen die in het bloed aanwezig kunnen zijn.

Ondanks deze zeer ontoereikende validatie en de sterke stimulans voor bedrijven om hun producten er goed te laten uitzien, zoals afgelopen mei gedocumenteerd door David Crowe, registreren de fabrikanten vaak een aanzienlijk percentage fout-positieven. De fout-positieve uitslagen betreffen alles van het West-Nijl virus tot verschillende soorten menselijke coronavirussen.

Gewoonlijk wentelen de bedrijven en regeringen dit af als onbeduidend. Soms echter zijn de testkits dermate ondeugdelijk dat ze uit de handel worden genomen.

Zo werd bijvoorbeeld op 31 maart 2020 een testkit voor antilichamen op de markt gebracht door het bedrijf Chembio Diagnostics. Het kreeg bijna onmiddellijk een Emergency Use Authorization (EUA) van de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA). Een EUA stelt bedrijven in staat producten snel op de markt te brengen met maar zeer minimaal toezicht. Brazilië en de Europese Unie hebben in respectievelijk april en mei 2020 ook ingestemd met de verkoop van de Chembio-test in hun landen.

In juni 2020 haalde de FDA vervolgens de test van de markt. Het agentschap zei: "Deze test genereert een hoger dan verwacht percentage valse resultaten". (Merk op dat de bovenste tabel op pagina 13 van de bijsluiter van die "teruggetrokken" Chembio test aangeeft, dat deze kruisreageert met het menselijke coronavirus 229E).

Maar in november 2020 werd de Chembio-antistoftest opnieuw goedgekeurd voor gebruik in Brazilië. En op 14 januari 2021 kreeg de test het groene licht voor gebruik in de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk en Ierland.

Is de test identiek aan de test welke zo onnauwkeurig was, dat hij afgelopen juni van de markt werd gehaald? Lastig te zeggen. Ik heb geen bijsluiter van het product kunnen vinden. Er is in feite maar heel weinig informatie over de test op de webpagina; je moet de informatie opvragen. Ik heb op 23 januari een verzoek daartoe ingediend en heb het nog niet ontvangen.

Twee directeuren van de afdeling binnen de FDA belast met goedkeuring van testapparatuur schreven op 18 februari 2021 een artikel in de New England Journal of Medicine. Daarin geeft het tweetal toe, dat de EUA's van de FDA te ruime goedkeuringen voor serologische tests toestonden.

Zij gaven aan, dat de FDA haar criteria voor de goedkeuring van deze tests heeft aangescherpt. Zij wijzen ook op inspanningen van andere overheidsinstanties om serologische tests te evalueren. Maar het tweetal rept met geen woord over de noodzaak van een objectieve, grondige testvalidatie. Ze zwijgen ook over het feit dat er nog steeds EUA's worden afgegeven.

(Eveneens opmerkelijk is, dat de noteringen van de FDA en Health Canada van de 65 serologische tests die tot nu toe in de VS zijn goedgekeurd en van de 19 die tot nu toe in Canada zijn goedgekeurd, nog steeds de gevoeligheid [juiste identificatie van positieve monsters] van de tests aangeven met 'positief overeenstemmingspercentage' en de specificiteit [juiste identificatie van negatieve monsters] met 'negatief overeenstemmingspercentage'. Dit zijn relatieve maatstaven voor de nauwkeurigheid - dat wil zeggen, vergeleken met andere testen - en geen objectieve/absolute nauwkeurigheid en daarom zijn dit slechte voorstellingen van nauwkeurigheid).

W. Ian Lipkin, MD covids test antibodies pcr
W. Ian Lipkin, MD
Een van de grote spelers in het Covid-biomedische complex die de ontwikkeling en het gebruik van de antilichamen ondersteunen is Ian Lipkin. Hij is directeur van het Centrum voor Infectie en Immuniteit aan de Columbia Universiteit in New York. Lipkin is op hoog niveau betrokken bij vele wereldwijde organisaties, waaronder de Wereldgezondheidsorganisatie en de Bill & Melinda Gates Foundation, alsmede bij farmaceutische bedrijven. (En hij wordt geciteerd in een 'fact-check' van een artikel van juli 2020 dat ik samen met Patrick Corbett heb geschreven, getiteld: "Niemand is gestorven aan het coronavirus". Lipkin stelt onder andere in het fact-check stuk, dat "Complottheoretici niet worden overtuigd door gegevens.")

Lipkin was co-auteur van een artikel van 12 februari 2021 waarin hij en zijn team beweerden, met behulp van een nieuwe door hen uitgevonden 'peptide-microarray' technologie, 29 aminozuur-sequenties te hebben geïdentificeerd die uniek zijn voor het nieuwe coronavirus. Zij beweren dat antilichamen die specifiek zijn voor de sequenties kunnen worden gemaakt - en dat deze op hun beurt kunnen worden gebruikt "om de diagnostiek, epidemiologie en vaccinologie" voor Covid te vergemakkelijken. (Het enige conflict dat Lipkin en enkele van zijn co-auteurs in de paragraaf "concurrerende belangen" aan het einde van het artikel vermelden, is dat zij de peptide-microarray-technologie hebben uitgevonden die in het artikel wordt beschreven).

Doen Antilichamen die ter Behandeling van Covid Worden Ingezet het Beter?

Er worden ook antilichamen op de markt gebracht voor de behandeling van Covid. Sommige worden afzonderlijk verkocht (bekend als 'monotherapie') en andere in paren. Zij worden geacht 'passieve immuniteit' te verlenen.

Tot de reeks antilichamen voor de behandeling van Covid waarover het meest gerapporteerd is, behoren de monoklonale antilichamen casirivimab en imdevimab van Regeneron. Deze combo werd naar verluidt in oktober 2020 gebruikt voor de behandeling van de toenmalige Amerikaanse president Donald Trump. De combo kreeg vervolgens op 21 november 2020 een EUA van de FDA. Het wordt eveneens overwogen voor goedkeuring door Health Canada.

Ik wil hier graag wijzen op het wat minder bekende monoklonaal antilichaam bamlanivumab. Dit wordt afzonderlijk en ook als één helft van een paar gebruikt voor de behandeling van symptomatische Covid-patiënten in een vroegtijdig stadium van hun infectie. Het antilichaam werd ontdekt en de klinische studie gestart door het Amerikaanse National Institute of Allergy and Infectious Diseases (dat onder leiding staat van Anthony Fauci) en AbCellera Diagnostics, een in Vancouver, British Columbia, gevestigd bedrijf. Het antilichaam wordt vervaardigd en verkocht door Eli Lilly. Het kost meer dan $1,200 per flacon.

John Montalbano
John Montalbano is lid van AbCellera's Raad van Bestuur
AbCellera ontwikkelt een aanzienlijke serie andere antilichamen. De capaciteiten hiervoor werden gedurende de afgelopen ruim twee jaar ontwikkeld als onderdeel van het DARPA (Defense Advanced Research Projects Agency) Pandemic Prevention Platform programma. (AbCellera ontving ook honderden miljoenen dollars van de Canadese regering, onder meer voor de bouw van een fabriek voor de productie van antilichamen. En Peter Thiel, medeoprichter van PayPal en Palantir, is lid van de Raad van Bestuur. Datzelfde geldt voor John Montalbano, die tevens zitting heeft in de Raad van Bestuur van de Canada Pension Plan Investment Board en tot 2015 CEO was van RBC [Royal Bank of Canada] Global Asset Management. Dit en aanzienlijke positieve media-aandacht hielpen het bedrijf op weg naar de grootste Canadese-biotech-onderneming beursgang tot nu toe, op 11 december 2020).

Op 9 november 2020 kreeg bamlanivumab een EUA van de FDA voor de behandeling van milde tot matig ernstige Covid. En Health Canada gaf op 17 november de monotherapie een tussentijdse autorisatie. Het middel krijgt tot nu toe echter in Canada niet veel aandacht in de klinische praktijk, wellicht vanwege de ondermaatse resultaten van de klinische proeven (zie hieronder).

Maar dit heeft de Canadese en Amerikaanse federale regeringen niet afgeschrikt; samen kochten zij bijna een half miljoen van deze testen. Zo heeft de Amerikaanse regering bijvoorbeeld onlangs, op 26 februari, 100.000 flacons gekocht.

De enige studie over bamlanivimab die vóór de goedkeuring door de FDA op 9 november openbaar werd gemaakt, was een studie welke op 1 oktober 2020 werd gepubliceerd op de website van het online tijdschrift bioRχiv. [Mijn artikelen van 3 februari 2021 en van 11 februari 2021 - respectievelijk over de nieuwe varianten en de bijbehorende modellen - wezen erop, dat het tijdschrift en haar zusterpublicatie medRχiv slechts niet-collegiaal getoetste artikelen bevatten en zijn opgericht door een organisatie welke onder leiding staat van Mark Zuckerberg en zijn vrouw].

In de studie werden resusapen gebruikt en er werden zeer uitgebreide details gegeven met betrekking tot de wijze waarop het antilichaam werd ontdekt en gecontroleerd op specificiteit voor het nieuwe coronavirus. De onderzoekers concludeerden dat het antilichaam - op dat moment bekend als LY-CovV555 - "krachtige neutraliserende activiteit" heeft tegen SARS-CoV-2.

Op 14 januari e-mailde ik de hoofdauteur van dat artikel, Bryan Jones. Hij is als onderzoeker werkzaam bij Lilly's Biotechnology Research Program. Ik vroeg Jones waar ik in hun artikel het bewijs kan vinden, dat het antilichaam specifiek is voor SARS-CoV-2 (en dus niet bindt aan iets anders in plaats van, of in aanvulling op, het nieuwe coronavirus).

Hij antwoordde onmiddellijk als volgt [vetgedrukt door mijzelf voor extra nadruk]: "Hoewel we hebben vastgesteld dat LY-CoV555 specifiek is voor SARS-CoV-2 (en zich niet bindt aan het spike-eiwit van SARS-CoV), wordt dat in geen van de figuren of tabellen [in de paper] gespecificeerd of gedetailleerd."

Jones wees me op verschillende onderdelen van de paper en het aanvullend materiaal dat erbij gepubliceerd werd en dat volgens hem, door middel van indirecte extrapolatie, aantoont dat het antilichaam specifiek is voor het nieuwe coronavirus.

Dat is niet bepaald overtuigend.

Vervolgens werd op 22 december in een studie in de New England Journal of Medicine een negatief oordeel uitgesproken over het nut van bamlanivimab bij mensen die in het ziekenhuis waren opgenomen na een Covid-diagnose. Volgens de paper werd de studie eind oktober stopgezet omdat het antilichaam de patiënten niet beter hielp dan een placebo.

Maar Lily raakte niet ontmoedigd. Op 21 januari 2021 deed het bedrijf een persbericht uitgaan over een studie van bamlanivumab bij bewoners en personeel in verpleeghuizen. Ze beweerden dat uit hun onderzoek bleek dat het antilichaam "het risico op het oplopen van symptomatische COVID-19 aanzienlijk verminderde".

Deze bewering werd echter niet met veel informatie gestaafd. De studie is niet gepubliceerd in een tijdschrift of gepresenteerd op een wetenschappelijke/medische bijeenkomst. En er is nog niets bekend over wanneer dat zal gebeuren.

Desondanks verschenen er op dezelfde ochtend van Lilly's perscommuniqué lovende artikelen in de grote mediakanalen waarin werd gesteld, dat de studie aantoonde dat bamlanivumab de symptomen van Covid bij kwetsbare ouderen aanzienlijk lijkt te verminderen.

Zo verscheen er bijvoorbeeld op 21 januari om 8 uur 's ochtends een Bloomberg-artikel met de kop: "Eli Lilly Antilichaam Covid-19 Risico tot 80% Verminderd in Verpleeghuis-studie." Het artikel werd overgenomen in vele andere media, zoals de Globe & Mail.

Het artikel citeerde Lilly's Chief Scientific Officer Daniel Skovronsky als volgt: "Dit is een urgente situatie. Als er een uitbraak is in verpleeghuizen en de mensen hebben het vaccin nog niet gekregen, dan kan dit een mogelijke manier zijn om hen te beschermen voordat ze het krijgen."

En in een stuk in de New York Times van 21 januari citeert Gina Kolata, senior wetenschapsjournalist, een vaccindeskundige van het Boston Children's Hospital, Ofer Levy, die niet tot de wetenschappers behoorde die bij de studie betrokken waren: "Ik zie hier alleen maar positieve dingen. Dit is een zege."

Kolata meldde ook dat Lilly voornemens is om een EUA voor bamlanivimab aan te vragen bij de FDA ter preventie van Covid bij kwetsbare ouderen, waarbij de nadruk ligt op degenen die langdurig in verpleeg- en verzorgingshuizen verblijven.

Tegelijkertijd stapt Lilly over naar het gebruik van bamlanivumab in combinatie met etesevimab, een ander monoklonaal antilichaam. Een studie over deze combinatie bij mensen met milde of matige Covid werd gepubliceerd op 21 januari 21. De resultaten wijzen uit, dat het de symptomen niet vermindert maar slechts de virale belasting van mensen verlaagt.

Ook nu raakte Lily niet ontmoedigd; in de media wenden ze het voor als een zeer positief resultaat. En dat doet de FDA ook: op 9 februari heeft het agentschap een EUA afgegeven voor de combinatie van de twee antilichamen voor de behandeling van milde of matige COVID.

Vervolgens deed zich op 16 februari de volgende plotwending voor: een op diezelfde dag in bioRχiv gepubliceerd artikel stelde, dat bamlanivumab de Zuid-Afrikaanse en Braziliaanse varianten van het nieuwe coronavirus niet neutraliseert.

Ik Laat Het Laatste Woord aan Scott Adams

De ontwerper van de Dilbert-stripfiguur Scott Adams maakt deze opmerking op pagina 13 van zijn boek Loserthink:
"Ik kan één ding met volledige zekerheid zeggen: het is een slecht idee om de meerderheid van de experts te vertrouwen op ieder gebied waar zowel complexiteit als grote geldbedragen een rol spelen."
Dit behelst precies de situatie van de antilichamen voor het nieuwe coronavirus.

Mensen pas op, volg de geldstromen en blijf op de hoogte.

Zie: https://www.rosemaryfrei.ca/the-antibody-deception/
Over de auteur:

Rosemary Frei maakte na het behalen van een MSc in moleculaire biologie aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Calgary, een ommezwaai en werd freelance schrijfster. Dat leidde tot 22 jaar als schrijfster en journaliste met een focus op geneeskunde. Begin 2016 maakte ze opnieuw een ommezwaai naar fulltime, onafhankelijk activisme en onderzoeksjournalistiek. Haar website is RosemaryFrei.ca