sunlight
  • De sulfaatsynthese in de huid vangt de energie van de zon op. Voldoende blootstelling aan zonlicht voor zowel de huid als de ogen is van vitaal belang voor onze gezondheid op lange termijn.
  • Sulfaat ondersteunt onder andere de gezondheid van de bloedvaten, de elektriciteitsvoorziening van het lichaam en het afgiftesysteem voor belangrijke moleculen zoals cholesterol, vitamine D, dopamine en melatonine.
  • Er zijn aanwijzingen dat zonlicht beschermt tegen kanker, hartziekten, hoge bloeddruk en botbreuken.
  • De voordelen van blootstelling aan zonlicht omvatten veel meer dan alleen vitamine D.
  • Veel studies tonen aan dat vitamine D-supplementen de gezondheidsvoordelen van zonlicht niet kunnen reproduceren. Bovendien kan overmatige vitamine D-suppletie een systemisch sulfaattekort verergeren, waardoor calciumophoping in de slagaders wordt bevorderd.
  • Zowel zonnebrandmiddelen als glyfosaat verstoren de synthese en productie van melanine - het natuurlijke beschermingsmechanisme van het lichaam tegen de zon. Aluminium in zonnebrandcrème verstoort de sulfaatsynthese. Deze verstoringen kunnen verklaren waarom de prevalentie van melanoom de afgelopen twee decennia gestaag is toegenomen naarmate meer zonnefilters met een hogere beschermingsfactor worden gebruikt.
We zijn gehersenspoeld zodat we geloven dat de zon giftig is terwijl ze in feite levenschenkende is. Ik ben een groot voorstander van blootstelling aan zonlicht, zowel voor de huid als voor de ogen. De zon is al sinds het begin der tijden een hulpbron voor de planeet Aarde en biologische organismen ontwikkelden zich met een constante toevoer van energie, waar ze met de opkomende zon elke dag weer op konden rekenen. Planten gebruiken de energie van het zonlicht om anorganische koolstof om te zetten in organisch materiaal met behulp van chlorofyl. Waarom zouden dieren zo'n voor de hand liggende energiebron negeren? Net zoals planten zonlicht nodig hebben om te groeien, speelt zonlicht een essentiële rol in de energievoorziening van dieren, waaronder de mens.

Ik geloof dat het mechanisme waarmee wij veilig gebruik maken van de energie van de zon de oxidatie van zwavel tot sulfaat is, met behulp van cholesterol. Deze reactie vindt plaats in de huid - gekatalyseerd door zonlicht - en is van vitaal belang voor onze gezondheid op lange termijn.

BESCHERMEND ZONLICHT

Mensen die op plaatsen wonen waar weinig zonlicht is, hebben een statistisch hoger risico op vele chronische aandoeningen, waaronder multiple sclerose, diabetes, hart- en vaatziekten, autisme, de ziekte van Alzheimer en leeftijdsgebonden maculadegeneratie.1 Anderzijds zijn er veel epidemiologische aanwijzingen, dat blootstelling aan zonlicht bescherming biedt tegen veel verschillende vormen van kanker. Ultraviolette (UV) straling wordt aanbevolen bij de behandeling van verschillende huidaandoeningen, waaronder psoriasis, eczeem, geelzucht en acne. Zonlicht kan ook heilzaam zijn bij de genezing van verschillende auto-immuunziekten, waaronder reumatoïde artritis, systemische lupus erythematosus, inflammatoire darmziekten en thyreoïditis.

Toch is de kans groot dat uw dermatoloog u verteld heeft, dat u "uit de zon moet blijven en elke dag een vitamine D-supplement moet nemen". Voor sommigen lijkt dit een goed advies, omdat ons is geleerd te geloven dat de zon huidkanker veroorzaakt en dat de enige reden om überhaupt de zon in te gaan het vitamine D-gehalte zou verhogen door de door UV-straling gestimuleerde synthese in de huid. Gedreven door de overtuiging dat de voordelen van blootstelling aan zonlicht voornamelijk te danken zijn aan de vitamine D-synthese, is de natuurlijke conclusie dat vitamine D-supplementen hetzelfde doel zouden bereiken.

Maar zo simpel ligt het niet. Wanneer placebo-gecontroleerde studies worden uitgevoerd naar vitamine D-suppletie, leveren ze meestal teleurstellende resultaten op. Ik denk dat de reden is dat blootstelling aan zonlicht veel meer omvat dan vitamine D-synthese in de huid. In een paper uit 2016 schreef Richard Weller: "Een substantiële hoeveelheid bewijs toont aan, dat zonlicht gezondheidsvoordelen heeft en dat deze onafhankelijk zijn van vitamine D en dus niet kunnen worden gereproduceerd door orale suppletie."2

DE ROL VAN SULFAAT

Degenen die bekend zijn met mijn onderzoek weten dat ik geloof dat keratinocyte cellen in de huid, endotheelcellen langs de wanden van de oppervlakteaders en rode bloedcellen in staat zijn de energie in zonlicht te benutten door waterstofsulfide te oxideren tot sulfaat.3 In de huid wordt het sulfaat gekoppeld aan zowel vitamine D als cholesterol en dit maakt deze anders in water onoplosbare sulfaatmoleculen in water oplosbaar. Dit vergemakkelijkt hun transport in het bloed aanzienlijk, omdat zij niet langer opgesloten hoeven te zitten in lipidedeeltjes zoals hoge-densiteit-lipoproteïne (HDL) en lage-densiteit-lipoproteïne (LDL). Blootstelling aan zonlicht produceert dus zowel cholesterolsulfaat als vitamine D-sulfaat en het is het cholesterolsulfaat dat veel van de voordelen biedt welke op zonnige plaatsen epidemiologisch worden waargenomen. Ik geloof zelfs dat een tekort aan systemisch sulfaat een belangrijke oorzaak is van veel chronische ziekten, welke in de geïndustrialiseerde landen toenemen.

Het sulfaat dat wordt geproduceerd als reactie op zonlicht levert ook sulfaat aan de glycocalyx, het netwerk van extracellulaire matrix glycoproteïnen welke de wanden van alle bloedvaten bekleden. Rode bloedcellen geven cholesterolsulfaat af aan de endotheelcellen wanneer zij de haarvaten doorkruisen en zowel het cholesterol als het sulfaat zijn van vitaal belang voor de gezondheid van de endotheelcel. De endotheelcellen kunnen ook het sulfaat dat zij zelf synthetiseren direct in de glycocalyx opnemen.

Sulfaat in de glycocalyx helpt het gestructureerde water in de uitsluitingszone te houden, een laag van gegeleerd water welke het oppervlak van alle bloedvaten bedekt. De gel beschermt niet alleen de bloedvatwand tegen oxidatie- en glycatieschade maar zorgt ook voor een glad oppervlak, waardoor de rode bloedcellen het capillair wrijvingsloos kunnen doorkruisen. En misschien wel het belangrijkste, het draagt een negatieve lading, waardoor een batterij ontstaat welke waarschijnlijk de belangrijkste bron van elektriciteit voor het lichaam is. Licht - en vooral infrarood licht - doet de waterlaag in de uitsluitingszone dramatisch uitzetten, tot wel een factor vier.4 De elektriciteit in de batterij neemt in direct verband hiermee toe. Professor Gerald Pollack van de Universiteit van Washington in Seattle heeft een groot deel van dit verhaal op populaire wijze uiteengezet in zijn boek Cells, Gels and the Engines of Life.5

GEBRUIK VAN ZONNEBRANDCRÈME EN MELANOOM - BEIDE IN OPMARS

De meeste Amerikanen vertrouwen sterk op zonnebrandcrème als ze langere tijd buiten zijn. Moeders die goed op de hoogte zijn van de conventionele berichtgeving smeren hun kinderen tijdens een dagje aan het strand om de paar uur in met zonnebrandcrème, in de overtuiging dat dit hun kinderen behoedt voor huidkanker, zonder nadelige gevolgen. Amerikanen geloven stellig dat zij zich op deze manier tegen huidkanker beschermen, maar in feite kunnen zij het risico op huidkanker juist vergroten. Zonnebrandcrème verstoort de natuurlijke mechanismen van het lichaam ter bescherming tegen de zon, welke in de loop van de evolutie van het leven op aarde gedurende honderden miljoenen jaren zijn geperfectioneerd.

Gezien de grote hoeveelheid reclame die ons aanspoort zonnebrandcrème te gebruiken, gaan mensen er waarschijnlijk van uit dat er voldoende bewijs is dat zonnebrandcrème tegen huidkanker beschermt. Als dit waar is, dan is het moeilijk te verklaren waarom het aantal gevallen van melanoom de afgelopen twee decennia gestaag is toegenomen naarmate er meer zonnebrandcrèmes met een steeds hogere beschermingsfactor (SPF) worden gebruikt. In een in 2009 gepubliceerde studie, waarin bijna driehonderd miljoen persoonsjaren over een periode van meer dan tien jaar werden geanalyseerd werd geconcludeerd, dat het aantal gevallen van melanoom in de huid van 1992 tot 2004 in de Verenigde Staten met 3,1 procent per jaar is toegenomen6. Een bevolkingsonderzoek uit 2019 - waarbij twaalfduizend vierhonderdzestig gevallen van hoofd-halsmelanoom in de VS en Canada tussen 1995 en 2014 werden onderzocht - stelde vast dat dit type kanker in de twee decennia met 51 procent was toegenomen, waarbij mannen van vijftien tot negenendertig jaar de bevolkingsgroep vormden welke het zwaarst werd getroffen.7 Ondertussen steeg de marktwaarde van zonbeschermingsproducten van 940 miljoen dollar in 2006 tot 1,6 miljard dollar in 2016.

Al in 1996 publiceerden onderzoekers een paper, waarin werd onderzocht of zonnebrandcrème beschermt tegen huidkanker. De auteurs schreven: "Onze resultaten ondersteunen de hypothese dat zonnebrandcrèmes niet beschermen tegen melanoom, waarschijnlijk vanwege hun vermogen om zonnebrandepisodes uit te stellen of te voorkomen, waardoor langdurige blootstelling aan ongefilterde ultraviolette straling mogelijk is." 8 Met andere woorden, zonnebrandcrème geeft je de illusie dat je veilig bent, omdat je de pijn niet voelt of de roodheid van de huid niet ervaart welke van nature optreedt wanneer je lichaam je laat weten dat het tijd is om uit de zon te gaan. Uw huid wordt beschadigd door te veel UV-straling, maar het signaal dat de blootstelling zou stoppen ontbreekt.

MEER PROBLEMEN MET ZONNECRÈMES

Erger is, naar mijn mening, dat zonnebrandmiddelen het natuurlijke mechanisme van het lichaam voor bescherming tegen de zon verstoren: de melaninesynthese. Melanine wordt aangemaakt als reactie op blootstelling aan zonlicht. Zonnebrandcrème beschermt alleen zolang de zonnebrandcrème plaatselijk aanwezig is; melanine daarentegen bouwt zich in de loop der tijd op en produceert uiteindelijk een gezonde bruine kleur met bescherming welke weken of zelfs maanden kan duren. De slimste manier om uzelf tegen de potentiële schade van UV-stralen te beschermen is om in de lente langzaam bruin te worden wanneer de zon nog niet zo intens is - dit geeft u een bescherming tegen de intense zomerzon welke anders gevaarlijk zou zijn. Omdat de krachtige antioxiderende werking van melanine je beschermt tegen de UV-stralen, kun je nog steeds genieten van de vele gezondheidsvoordelen van zichtbaar licht en infrarood licht, veel meer dan wat je binnen zou krijgen met een vitamine D-supplement.

Zonnefilters bevatten giftige ingrediënten welke de huid beschadigen op een manier die kan leiden tot een langdurige verstoring van de sulfaatsynthese.9 Bijzonder verontrustend is dat aluminium wordt toegevoegd om de zinkoxide- en titaniumdioxide-additieven (de actieve ingrediënten) te laten mengen. Van aluminium is bekend dat het cytochroom P450-enzymen (CYP-enzymen) onderdrukt. Deze enzymen zijn volgens mij juist cruciaal voor de sulfaatsynthese - endotheliaal stikstofoxidesynthase (eNOS) - is een wees-CYP-enzym.

Ik denk dat glyfosaat, het actieve ingrediënt in de alomtegenwoordige onkruidverdelger Roundup, ook eNOS verstoort. Uit studies met ratten blijkt dat glyfosaat de CYP-enzymen in de lever onderdrukt. Erger nog, glyfosaat verstoort de shikimaatroute in de darmmicroben, welke essentieel is voor de productie van aromatische aminozuren.10 Een van deze aminozuren, tyrosine, is een precursor van melanine. Glyfosaat veroorzaakt dus waarschijnlijk een melaninegebrek, waardoor je geen gezonde bruine kleur krijgt en dus de natuurlijke beschermingsmechanismen tegen UV-schade worden verstoord.

MELANOOM, BLOOTSTELLING AAN DE ZON EN VITAMINE D

De meeste mensen bij wie huidmelanoom is vastgesteld doen instinctief hun best om na de diagnose de zon te vermijden - hetgeen waarschijnlijk een heel slecht idee is. Opmerkelijk is dat een verhoogde blootstelling aan de zon, meer frequente zonnebrand en zonne-elastose (bewijs van fotoveroudering in de huid) allemaal in verband werden gebracht met betere overlevingsstatistieken in een studie van vijfhonderdachtentwintig patiënten, bij wie cutaan melanoom was vastgesteld.11

Het leek velen logisch dat het voordeel van een verhoogde blootstelling aan de zon te danken moet zijn aan de stijging van het vitamine D-gehalte ten gevolge van de blootstelling aan de zon. Een tekort aan vitamine D op het moment van de diagnose wordt in verband gebracht met een slechtere prognose bij melanoom.12 Patiënten met stadium IV melanoom hadden een twee keer slechtere prognose als zij op het moment van de diagnose een tekort aan vitamine D hadden. Bovendien hadden degenen die begonnen met een vitamine D-tekort en bij wie de vitamine D-spiegel daalde of steeg met niet meer dan twintig ng/mL een hazard ratio van 4,68 (wat een hoger risico betekent) in vergelijking met patiënten die aanvankelijk geen tekort hadden en bij wie de vitamine D-spiegel na verloop van tijd steeg met meer dan twintig ng/mL.

Een grote placebogecontroleerde studie met meer dan 36.000 postmenopauzale vrouwen vergeleek echter vrouwen die gedurende zeven jaar dagelijks vierhonderd IE vitamine D3 en duizend mg elementair calcium kregen toegediend met controles die een placebo kregen.13 Het aantal gevallen van huidmelanoom en niet-melanoom huidkanker werd gedurende de periode van zeven jaar gecontroleerd. Er was geen verschil in het aantal goedaardige of kwaadaardige kankers tussen de twee groepen. Dit wijst er sterk op dat vitamine D niet de reden is voor de verbeterde overlevingskansen van melanomen bij blootstelling aan de zon.

MELANINE, INFRAROOD LICHT EN HUIDKANKER

Melanine is in staat om 99,9 procent van het geabsorbeerde zonlicht om te zetten in warmte en dit vermindert het risico op huidkanker aanzienlijk. Het verhoogt ook de hoeveelheid infrarood die je van de zon kunt ontvangen.

In een fascinerende studie uit 2017 werd geëxperimenteerd met een nieuw idee om muizen te beschermen tegen huidkanker.14 Het betrof een nieuwe techniek om melanoom huidkanker te behandelen met behulp van een transdermale huidpleister, infrarood licht en melanine. Melanoma tumorcellen produceren grote hoeveelheden melanine. De onderzoekers maakten een huidpleister van gescheurde melanoomcellen, welke zij aanbrachten op de huid van muizen (als bron van melanine). Zij vergeleken drie groepen muizen: de controlegroepen, muizen met alleen de pleister en muizen met de pleister plus blootstelling aan infrarood licht. Toen de onderzoekers vervolgens levensvatbare melanoomcellen in alle drie groepen injecteerden om huidkanker te induceren, bezweek 100 procent van de controlegroep binnen een periode van twee maanden aan melanoomkanker. Van de muizen met de huidpleister overleefde slechts 13 procent. Opmerkelijk genoeg leefden de muizen die zowel het infrarode licht als de patch kregen na twee maanden nog allemaal en 87 procent had geen tumoren. Men kan zich afvragen wat er gebeurd zou zijn met alleen infrarood en zonder pleister!

ZONLICHT, VITAMINE D-SUPPLEMENTEN EN KANKER

In de volgende paragrafen ga ik in op het bewijs dat zonlicht bescherming biedt tegen vier verschillende ziekten en aandoeningen: kanker, hartziekten, hoge bloeddruk en botbreuken. In elk van deze gevallen hebben studies aangetoond, dat vitamine D-supplementen deze voordelen van zonlicht niet kunnen vervangen.

Al in 1980 toonden epidemiologische studies een omgekeerd geografisch verband aan tussen de hoeveelheid zonnestraling en het sterftecijfer voor darmkanker.15 In de veertig jaar daarna hebben talrijke studies aangetoond, dat een hoog serumniveau van vitamine D geassocieerd is met een verminderd kankerrisico voor diverse soorten kanker. Een overzichtsartikel uit 2018 met honderdveertig referenties onthulde, dat degenen met een hoger serum vitamine D een verbeterde kansverhouding hebben dat zij beschermd zijn tegen het ontwikkelen van hersen-, baarmoederhals-, endometrium-, slokdarm-, eierstok-, schildklier- en hoofd-halskanker, evenals maagadenocarcinoom, hepatocellulair carcinoom en lymfoom.16 Bovendien hebben voor veel soorten kanker degenen met een hoger serum vitamine D op het moment van de kankerdiagnose een statistisch verbeterde overlevingstijd.

Gezien al dit bewijs voor een verband tussen serum vitamine D-spiegels en bescherming tegen kanker lijkt het voor de hand te liggen, dat vitamine D-suppletie een bescherming tegen kanker zou moeten bieden. Een grote placebogecontroleerde studie, gepubliceerd in 2019 door meer dan vijftien auteurs, leverde echter teleurstellende resultaten op.17 De studie volgde meer dan vijfentwintigduizend deelnemers over een periode van vijf jaar, waarbij de studiepopulatie werd beperkt tot mannen ouder dan vijftig jaar en vrouwen ouder dan vijfenvijftig jaar, maar met inbegrip van deelnemers uit verschillende plaatsen in de Verenigde Staten. In de groep die vitamine D (tweeduizend IE per dag) kreeg leidde suppletie niet tot een lagere incidentie van invasieve kanker of van cardiovasculaire gebeurtenissen vergeleken met de placebogroep.

ZONLICHT EN HART- EN VAATZIEKTEN

Onderzoekers zijn zich er al lang van bewust dat er epidemiologisch gezien een direct verband bestaat tussen hart- en vaatziekten en de breedtegraad. Mensen die op hoge breedtegraden leven hebben significant hogere percentages hartziekten dan mensen die dichterbij de evenaar wonen.18 Bovendien krijgen meer mensen een hartaanval in de winter dan in de zomer, zowel op noordelijke als op zuidelijke breedtegraden.19

We zagen al dat een grote placebogecontroleerde studie geen voordeel vond in vitamine D-suppletie voor het risico op hartziekten. Een studie in India vormde een van de weinige gecontroleerde studies waarbij de onderzoekers vitamine D-suppletie vergeleken met blootstelling aan zonlicht. Aan de studie namen honderd mannen deel bij wie een ernstig vitamine D-tekort was vastgesteld.20 De helft van hen kreeg een supplement met vitamine D voorgeschreven (duizend IE/dag) en de andere helft kreeg het advies elke dag 's middags ten minste twintig minuten in het zonlicht door te brengen. Beide groepen zagen een stijging van hun serum vitamine D niveaus, maar opmerkelijk genoeg hadden de twee benaderingen tegengestelde effecten op het serum cholesterol. Degenen die blootgesteld werden aan zonlicht zagen een statistisch significante daling van hun totale cholesterol, terwijl degenen die het supplement innamen een statistisch significante stijging zagen.

Dit lijkt me logisch, omdat vitamine D supplementen in vet oplosbaar zijn, hetgeen betekent dat de lever cholesterol moet aanmaken en LDL deeltjes moet afgeven om de vitamine D te transporteren. Blootstelling aan zonlicht stimuleert de cholesterolsulfaat synthese in de huid en het sulfaat maakt de molecule oplosbaar in water.3 Dit betekent dat het in het bloed kan worden getransporteerd zonder dat het in een LDL deeltje wordt verpakt. Omdat het zowel in water als in vet oplosbaar is, kan cholesterolsulfaat gemakkelijk door media op basis van water worden getransporteerd van het membraan van een cel in de huid naar het membraan van een HDL-deeltje of een rode bloedcel en het kan eveneens gemakkelijk worden overgebracht naar een weefselcel welke extra cholesterol nodig heeft. Door zonlicht geïnduceerde sulfatie bevordert dus een efficiënte afgifte van cholesterol aan de weefsels zonder dat daarvoor LDL-dragerdeeltjes nodig zijn. Deze ideeën zijn schematisch weergegeven in figuur 1.

Calcitriol is het 1,25(OH)-D3 dat gewoonlijk wordt geproduceerd door CYP enzymen in de nieren en het is de "actieve vorm" van vitamine D. Omdat nierfalen dit proces kan verstoren krijgen dit soort patiënten vaak calcitriol als supplement. Uit een in 2006 gepubliceerde studie bleek echter dat het een averechts effect heeft om jonge volwassenen met eindstadium nierziekte calcitriol te geven, omdat calcitriol wordt opgenomen door cellen in de slagaderwand en leidt tot verhoogde slagaderverkalking.21

Vitamine D mobiliseert calcium maar bepaalt niet waar het naartoe gaat. Ik denk dat een tekort aan sulfaat in de bloedvaten leidt tot een omzetting van gladde spiercellen in botachtige cellen en dat dit ervoor zorgt dat ze actief calcium en fosfaat opnemen. Vitamine D supplementen zullen deze aanmoedigen zulks sneller te doen. Slagaderverkalking is een van de voornaamste risicofactoren voor hart- en vaatziekten.

HOGE BLOEDDRUK

In een paper uit 2016 met de toepasselijke titel Sunlight has cardiovascular benefits independently of vitamin D werd betoogd, dat zonlicht een therapiemogelijkheid is voor hoge bloeddruk, een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten.2 In het artikel toonde een spreidingsplot met de gemiddelde bloeddruk van de mannelijke bevolking versus de centrale breedtegraad voor een groot aantal landen (hier weergegeven als figuur 2) een duidelijk lineair verband aan. De auteur betoogde dat de verlaging van de bloeddruk het gevolg is van de stimulering door zonlicht van de afgifte van stikstofmonoxide uit de huid.

Stikstofmonoxide (NO) is een bekende "gasotransmitter", een gasvormig signaalmolecuul dat een opmerkelijk vermogen heeft om een ontspanning van de slagaderwand en een daaruit voortvloeiende verlaging van de bloeddruk teweeg te brengen. Endotheeldysfunctie welke verband houdt met hart- en vaatziekten wordt in verband gebracht met een verminderde productie van NO uit arginine door eNOS en dit veroorzaakt een hoge bloeddruk.22 Onderzoekers zijn er zich onlangs van bewust geworden dat de huid op de een of andere manier in staat is stikstofmonoxide af te geven als reactie op blootstelling aan zonlicht. Waar het NO precies vandaan komt is een beetje mysterieus, omdat duidelijk is geworden dat het niet het resultaat is van directe synthese door eNOS.23

Een aanwijzing vormt het feit dat glutathion reageert met stikstofmonoxide om S-nitrosoglutathion (GSNO) te produceren, dat volgens mij dient als een tijdelijke opslagvorm van NO. Bijna wonderbaarlijk genoeg kan zichtbaar licht (groen, blauw en paars) het vrijkomen van NO uit glutathion katalyseren.24 Dit veroorzaakt niet alleen een ontspanning van de bloedvaten, maar het maakt ook glutathion vrij om met waterstofsulfidegas te reageren en sulfaat te produceren.

spring
FIGUUR 1. Schematische weergave van de verschillen tussen blootstelling aan zonlicht en vitamine D-suppletie. Cholesterolsulfaat en vitamine D-sulfaat, gesynthetiseerd in de huid na blootstelling aan zonlicht, kunnen vrij in het bloed worden getransporteerd in plaats van dat daarvoor lipidedragende deeltjes zoals LDL nodig zijn.
Zoals uit figuur 3 blijkt reageert glutathion met gereduceerde zwavel tot glutathionpersulfide (GSSH), dat in aanwezigheid van superoxide de oxidatie van het extra zwavelatoom tot zwaveldioxide kan katalyseren. eNOS bindt zich aan flavines die op zichtbaar licht reageren door elektronen af te geven welke zuurstof in superoxide omzetten. Het door eNOS geproduceerde zwaveldioxide wordt vervolgens door sulfietoxidase geoxideerd tot sulfaat. Dit betekent dat het zichtbare licht in zonlicht van cruciaal belang is voor zowel het vrijkomen van NO uit de huid als de synthese van sulfaat in de huid - en beide resultaten zijn cruciale aspecten van de gunstige effecten van blootstelling aan zonlicht.

Merk op dat eNOS een "zwartwerker" enzym is. Zoals uitvoerig beschreven in een paper welke ik in 2015 met collega's publiceerde,25 is eNOS in staat om te schakelen tussen twee gesynthetiseerde producten: stikstofmonoxide en zwaveldioxide, afhankelijk van elektromagnetische signalen welke het ontvangt van de circulerende rode bloedcellen.

Deze resultaten zouden medische professionals ertoe kunnen aanzetten om mensen op hogere breedtegraden aan te raden een vitamine D-supplement te nemen. Maar zoals we ondertussen wel kunnen raden, leverde een grote studie over vitamine D-supplementen en heupfracturen teleurstellende resultaten op.26 De studie betrof vrouwen ouder dan zeventig jaar die ten minste één zelfgerapporteerde risicofactor voor heupfracturen hadden (laag lichaamsgewicht, eerdere fractuur, heupfractuur bij de moeder, roker of slechte gezondheid in het algemeen).27 De interventie bestond uit dagelijkse orale supplementatie met duizend mg calcium en achthonderd IU vitamine D3. Om het risico op vitamine D-vergiftiging te verminderen, werden vrouwen die calciumsupplementen innamen uitgesloten van de studie, evenals vrouwen met een voorgeschiedenis van blaas- of nierstenen, nierfalen of hypercalcemie. Ondanks de bijna ideale experimentele opzet was er na een mediane follow-up-periode van vijfentwintig maanden geen significant verschil tussen fracturen in de behandelingsgroep en in de controlegroep.

Een ander driejarig onderzoek vergeleek drie verschillende doses vitamine D - vierhonderd IU/dag, vierduizend IU/dag en tienduizend IU/dag - waarbij specifiek werd gekeken naar de botdichtheid. Verrassend genoeg hadden degenen die de hoogste dosis innamen een statistisch significant slechter resultaat wat betreft botmineraaldichtheid.28 Ik zou willen stellen, dat een tekort aan systemisch sulfaat calcium in de slagaderen drijft, waardoor het uit de botten wordt onttrokken - en een teveel aan vitamine D verhoogt de snelheid waarmee dit gebeurt.

ZONLICHT EN DE OGEN

Reclames voor zonnebrillen hebben ons geleerd altijd een zonnebril te dragen als we naar buiten gaan, zogenaamd om onze ogen te beschermen tegen schadelijke UV-stralen. Melanine - dat uw ogen hun blauwe, hazelnootkleurige, groene of bruine kleur geeft - beschermt ze echter al tegen UV-stralen. In feite is het menselijk oog geëvolueerd om op natuurlijke wijze om te gaan met blootstelling aan de zon door middel van antioxidant-bescherming door melanine, evenals andere antioxidant-verdedigingssystemen gebaseerd op glutathion en het enzym superoxide dismutase (SOD). Ik geloof dat het van cruciaal belang is om de ogen voldoende aan zonlicht bloot te stellen, niet alleen omwille van de gezondheid van de ogen, maar ook omdat cruciale kernen in de hersenstam goed gebruik maken van licht dat via de ogen binnenkomt.

sunshine
FIGUUR 2. Routes gekatalyseerd door zichtbaar licht die leiden tot de synthese van sulfaat en het vrijkomen van stikstofmonoxide uit de huid, waardoor de bloeddruk wordt verlaagd.
DE PIJNAPPELKLIER EN SLAAPSTOORNISSEN

De pijnappelklier bevindt zich achter de ogen en kan gemakkelijk licht opvangen dat via de ogen binnenkomt. Deze klier speelt een belangrijke rol in het circadiane ritme en bevordert een rustige slaap door grote hoeveelheden melatonine te synthetiseren als het licht 's avonds vervaagt. De melatonine wordt samengevoegd met sulfaat en 's nachts afgevoerd naar de cerebrospinale vloeistof. In een artikel dat ik samen met Wendy Morley heb gepubliceerd, betoogde ik dat melatonine 's nachts sulfaat aan de neuronen in de hersenen levert en dat dit tijdens de slaap activiteiten ondersteunt om cellulair afval af te breken en te recyclen.29

Overdag wordt een sulfotransferase enzym sterk gestimuleerd in de pijnappelklier en het verhoogt de hoeveelheid sulfaat in de glycosaminoglycanen (GAGs) in de intercellulaire ruimten van de pijnappelklier.30 Hieruit kunnen we afleiden dat zonlicht de sulfaat synthese in de pijnappelklier katalyseert, en, inderdaad, de cellen daar brengen eNOS tot expressie. Het sulfaat dat overdag wordt gevormd kan 's avonds uit de matrix worden geëxtraheerd en aan melatonine worden gebonden om de voorraad van deze belangrijke voedingsstof in de hersenen op peil te houden.

DE SUBSTANTIA NIGRA EN DE ZIEKTE VAN PARKINSON

De ziekte van Parkinson (PD) is een betrekkelijk veel voorkomende progressieve neurologische aandoening, welke zich manifesteert als een bewegingsstoornis geassocieerd met tremoren, stijfheid en vertraagde beweging. De ziekte wordt veroorzaakt door een verlies van neuronen in de substantia nigra ("zwarte substantie"), een donkere structuur in de middenhersenen waar dopamine wordt gesynthetiseerd. De donkere kleur is te wijten aan een aanzienlijke productie van neuromelanine, een stof die nauw verwant is aan melanine, een looistof voor de huid. Depigmentatie van de substantia nigra door verlies van neuromelanine is een kenmerkende eigenschap van PD.31

Studies welke serum vitamine D niveaus hebben gemeten vonden significante verschillen in PD patiënten vergeleken met controles. Eén studie, waarin honderdzesentachtig PD-patiënten werden vergeleken met niet-PD-controles toonde aan, dat de PD-patiënten een significant lagere botdichtheid en significant lagere serum vitamine D-spiegels hadden dan de controles.32 Een andere studie, uit China, vergeleek tweehonderdnegenennegentig nieuw gediagnosticeerde PD-patiënten met honderdnegenennegentig controles en stelde eveneens vast, dat een laag serum vitamine D verband hield met Parkinson.33 De Chinese studie gebruikte ook een vragenlijst om te bepalen of de deelnemers aan de studie vitamine D-supplementen gebruikten en hoeveel blootstelling aan de zon zij kregen. De frequentie van de ziekte van Parkinson in de groep in het hoogste kwartiel van blootstelling aan de zon was slechts de helft van het percentage voor degenen in het laagste kwartiel. Interessant is dat de serum vitamine D-spiegels sterk gecorreleerd waren met de mate van blootstelling aan de zon, maar niet met vitamine D-suppletie.

Eén manier waarop blootstelling aan de zon gunstig kan zijn bij Parkinson is door blootstelling aan de ogen! Van lichttherapie is aangetoond dat het gunstig is voor PD-patiënten, omdat het de slaap, de stemming en ook de motoriek verbetert.34 In een opmerkelijke studie bij ratten kon de hoeveelheid licht worden gemeten die het mesencephalon (de middenhersenen, waarin de substantia nigra is ondergebracht) bereikte wanneer licht op de ogen werd geschenen.35 Zij constateerden een scherpe piek bij ongeveer zevenhonderdtien nanometer, hetgeen in het bereik van infrarood licht ligt. Het is waarschijnlijk dat zonlicht de synthese van neuromelanine stimuleert, net zoals het de synthese van melanine in de huid stimuleert. Het neuromelanine beschermt de dopaminerge neuronen dan waarschijnlijk tegen oxidatieve schade door vrije radicalen op te vangen.
sunlight
FIGUUR 3. Door zichtbaar licht gekatalyseerde routes welke leiden tot de synthese van sulfaat en het vrijkomen van stikstofmonoxide uit de huid, waardoor de bloeddruk wordt verlaagd.
Gerald Pollack's research on structured "exclusion zone" water has shown that infrared light is very effective in growing the exclusion zone size by as much as a factor of four. This will increase the mobilization of electrons (electricity) needed to oxidize oxygen and ultimately form sulfate, assisted by eNOS and sulfite oxidase. The sulfate is of direct benefit to form dopamine sulfate — the water-soluble form of dopamine that is easily transported and delivered to dopamine receptors. This story has parallels to the story regarding cholesterol sulfate in the skin.

SAMENVATTING

Zonlicht is sinds het ontstaan van de planeet Aarde een belangrijke bron van energie geweest. Planten hebben geleerd hoe zij de energie van het zonlicht kunnen gebruiken om organisch materiaal te maken en ik geloof dat dieren zonlicht hebben benut als energiebron voor beweging en cognitie.

De sulfaatsynthese in de huid is een krachtige manier om de energie van de zon op te vangen (zie figuur 4). De diverse rollen van sulfaat in het lichaam zijn essentieel voor een goede gezondheid en met name voor het behoud van een gezond vaatstelsel, een elektrische toevoer naar het lichaam en een efficiënt leveringssysteem voor met sulfaat geconjugeerde biologisch actieve moleculen - zoals cholesterol, vitamine D, dopamine en melatonine. Zonlicht biedt ook een natuurlijke bescherming tegen de felle zomerzon door de productie van melanine in de huid. Vitamine D-supplementen daarentegen geven de weefsels een vals signaal dat er cholesterolsulfaat in overvloed is. Blootstelling aan de zon is niet alleen belangrijk voor de huid, maar ook voor de ogen, en, misschien nog belangrijker, voor de structuren in de hersenstam achter de ogen die het circadiane ritme (pijnappelklier) en de beweging (substantia nigra) regelen.

Als ik mensen vertel dat ik de zon aanbid geven ze vaak dit soort reacties: "Ja, ik ben me bewust van alle ontelbare gezondheidsvoordelen van vitamine D." Dan moet ik uitleggen dat het niet om vitamine D gaat. Het gaat om iets veel belangrijkers. Onderzoekers zijn gefrustreerd omdat ze zien dat een hoog serum vitamine D wordt geassocieerd met veel gezondheidsvoordelen, maar wanneer ze placebo-gecontroleerde studies uitvoeren naar vitamine D-supplementen, leveren ze steeds ontmoedigende resultaten op. En wanneer mensen met de diagnose huidkanker de zon gaan mijden, verslechteren ze hun prognose.
sunlight
Naast blootstelling aan zonlicht leveren sommige voedingsmiddelen van nature vitamine D en cholesterolsulfaat en deze kunnen erg belangrijk zijn voor mensen die op noordelijke breedtegraden leven. Ik vermoed dat het eten van veel zeehondenblubber (een uitstekende bron van zowel vitamine D als cholesterolsulfaat) de Eskimo's hielp zich te redden. Andere bronnen zijn rauwe melk en boter van met gras gevoerde koeien, biologische reuzel, in het wild gevangen vette vis zoals zalm en levertraan. Kunstmatig met vitamine D aangevuld voedsel is echter niet voldoende omdat het gewoonlijk geen cholesterolsulfaat bevat. Het is ook belangrijk om alleen gecertificeerd biologisch voedsel te eten om blootstelling aan glyfosaat en giftige chemicaliën te minimaliseren, aangezien deze het vermogen van het lichaam om zonlicht op de juiste manier te gebruiken verstoren.

Er zijn andere eenvoudige maatregelen die je kunt nemen. Eén daarvan is het nemen van een bad met een half kopje Epsomzout met zo heet mogelijk water als je maar op comfortable wijze kunt verdragen. Het sulfaat in het Epsomzout dringt door in je huid, terwijl de warmte synergetisch werkt om de wateruitsluitingszone te vergroten. Een infraroodsauna is een andere mogelijkheid, hoewel er wat problemen kunnen zijn met de blootstelling aan elektromagnetische velden (EMV).

Een van de allerbeste dingen die je kunt doen om gezond te blijven is op een zonnige dag blootsvoets in het water lopen langs de zeekust op een zandstrand. Het zand en het water zorgen voor een goede aarding en leveren de negatieve lading die zo belangrijk is voor het mobiliseren van elektronen om het gestructureerde water in de uitsluitingszone die alle bloedvaten omgeeft van brandstof te voorzien. Bovendien is de zeeucht verrijkt met waterstofsulfidegas dat gemakkelijk de huid kan binnendringen.

Als je niet in de buurt van de zee woont, is blootsvoets in het gras lopen ook heilzaam. Zelfs in de winter, wanneer de zonnestralen niet zo intens zijn, is het infrarode licht nog bijna even sterk als in de zomer. En zelfs bij koud weer is het gezondheidsbevorderend als het winterzonlicht op uw gezicht en handen schijnt. Zonlicht activeert de elektronen in de uitsluitingszone om de synthese van sulfaat uit sulfide op gang te brengen, hetgeen op haar beurt de uitsluitingszone in een natuurlijke terugkoppelingslus in stand houdt. Dit is de elektrische voeding van het lichaam en zonlicht vormt hiervan de voornaamste bron.

Zie ook: https://www.westonaprice.org/health-topics/sunlight-and-vitamin-d-theyre-not-the-same-thing/

REFERENCES

VERWIJZINGEN
  1. Hoel DG, de Gruijl FR. Sun exposure public health directives. Int J Environ Res Public Health 2018;15(12):2794.
  2. Weller RB. Sunlight has cardiovascular benefits independently of vitamin D. Blood Purif 2016;41(1- 3):130-4.
  3. Seneff S, Lauritzen A, Davidson R, Lentz-Marino L. Is endothelial nitric oxide synthase a moonlight­ing protein whose day job is cholesterol sulfate synthesis? Implications for cholesterol transport, diabetes and cardiovascular disease. Entropy 2012;14:2492-530.
  4. Chai B, Yoo H, Pollack GH. Effect of radiant energy on near-surface water. J Phys Chem B 2009;113(42):13953-8.
  5. Pollack GH. Cells, Gels and the Engines of Life (a New, Unifying Approach to Cell Function). Seattle: Ebner and Sons Publishers; 2001.
  6. Eleni Linos, Swetter SM, Cockburn MG, Colditz GA, Clarke CA. Increasing burden of melanoma in the United States. J Invest Dermatol 2009;129(7):1666-74.
  7. Bray HN, Simpson MC, Zahirsha ZS, et al. Head and neck melanoma incidence trends in the pedi­atric, adolescent, and young adult population of the United States and Canada, 1995-2014. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2019; 145(11):1064-72.
  8. Autier P, Doré JF, Schifflers E, et al. Melanoma and use of sunscreens: an EORTC case-control study in Germany, Belgium and France. The EORTC Melanoma Cooperative Group. Int J Cancer 1995;61(6):749-55.
  9. Plourde E. Sunscreens: the dark side of avoiding the sun. Wise Traditions 2018;19(4):26-37.
  10. Samsel A, Seneff S. Glyphosate's suppression of cytochrome P450 enzymes and amino acid bio­synthesis by the gut microbiome: pathways to modern diseases. Entropy 2013;15:1416-63.
  11. Berwick M, Armstrong BK, Ben-Porat L, et al. Sun exposure and mortality from melanoma. J Natl Cancer Inst 2005;97(3):195-9.
  12. Timerman D, McEnery-Stonelake M, Joyce CJ, et al. Vitamin D deficiency is associated with a worse prognosis in metastatic melanoma. Oncotarget 2017;8(4):6873-82.
  13. Tang JY, Fu T, Leblanc E, et al. Calcium plus vitamin D supplementation and the risk of nonmela­noma and melanoma skin cancer: post hoc analyses of the Women's Health Initiative randomized controlled trial. J Clin Oncol 2011;29(22):3078-84.
  14. Ye Y, Wang C, Zhang X, et al. A melanin-mediated cancer immunotherapy patch. Sci Immunol 2017;2(17):eaan5692.
  15. Garland CF, Garland FC. Do sunlight and vitamin D reduce the likelihood of colon cancer? Int J Epidemiol 1980;9(3):227-31.
  16. Grant WB. A review of the evidence supporting the vitamin D-cancer prevention hypothesis in 2017. Anticancer Res 2018;38(2):1121-36.
  17. Manson JE, Cook NR, Lee IM, et al. Vitamin D supplements and prevention of cancer and cardio­vascular disease. N Engl J Med 2019;380(1):33-44.
  18. Feelisch M, Kolb-Bachofen V, Liu D, et al. Is sunlight good for our heart? Eur Heart J 2010;31(9):1041-5.
  19. Pell JP, Cobbe SM. Seasonal variations in coronary heart disease. QJM 1999;92(12):689-96.
  20. Patwardhan VG, Mughal ZM, Padidela R, et al. Randomized control trial ashttps://www.westonaprice.org/health-topics/sunlight-and-vitamin-d-theyre-not-the-same-thing/sessing impact of increased sunlight exposure versus vitamin D supplementation on lipid profile in Indian vitamin D deficient men. Indian J Endocrinol Metab 2017;21(3):393-8.
  21. Briese S, Wiesner S, Will JC, et al. Arterial and cardiac disease in young adults with childhood-onset end-stage renal disease — impact of calcium and vitamin D therapy. Nephrol Dial Transplant 2006;21(7):1906-14.
  22. Puddu P, Puddu GM, Zaca F, Muscari A. Endothelial dysfunction in hypertension. Acta Cardiol 2000;55(4):221-32.
  23. Liu D, Fernandez BO, Hamilton A, et al. UVA irradiation of human skin vasodilates arterial vasculature and lowers blood pressure independently of nitric oxide synthase. J Invest Dermatol 2014;134(7):1839-46.
  24. Sexton DJ, Muruganandam A, McKenney DJ, Mutus B. Visible light photochemical release of nitric oxide from S-nitrosoglutathione: potential photochemotherapeutic applications. Photochem Photobiol 1994;59(4):463-7.
  25. Seneff S, Davidson RM, Lauritzen A, Samsel A, Wainwright G. A novel hypothesis for atherosclerosis as a cholesterol sulfate deficiency syndrome. Theor Biol Med Model 2015;12:9.
  26. Johnell O, Borgstrom F, Jonsson B, Kanis J. Latitude, socioeconomic prosperity, mobile phones and hip fracture risk. Osteoporos Int 2007;18(3):333-7.
  27. Ramason R, Selvaganapathi N, Ismail NH, et al. Prevalence of vitamin D deficiency in patients with hip fracture seen in an orthogeriatric service in sunny Singapore. Geriatr Orthop Surg Rehabil 2014;5(2):82-6.
  28. Burt LA, Billington EO, Rose MS, et al. Effect of high-dose vitamin D supplementation on volumetric bone density and bone strength: a randomized clinical trial. JAMA 2019;322(8):736-45.
  29. Morley WA, Seneff S. Diminished brain resilience syndrome: a modern day neurological pathology of increased susceptibility to mild brain trauma, concussion, and downstream neurodegeneration. Surg Neurol Int 2014;5:97.
  30. Kuberan B, Lech M, Borjigin J, Rosenberg RD. Light-induced 3-O-sulfotransferase expression alters pineal heparan sulfate fine structure. A surprising link to circadian rhythm. J Biol Chem 2004;279(7):5053-4.
  31. Haining RL, Achat-Mendes C. Neuromelanin, one of the most overlooked molecules in modern medicine, is not a spectator. Neural Regen Res 2017;12(3):372-5.
  32. van den Bos F, Speelman AD, van Nimwegan M, et al. Bone mineral density and vitamin D status in Parkinson's disease patients. J Neurol 2013;260(3):754-60.
  33. Wang J, Yang D, Yu Y, Shao G, Wang Q. Vitamin D and sunlight exposure in newly-diagnosed Parkinson's disease. Nutrients 2016;8(3):142.
  34. Rutten S, Vriend C, van den Heuvel OA, et al. Bright light therapy in Parkinson's disease: an overview of the background and evidence. Parkinsons Dis 2012;2012:767105.
  35. Romeo S, Di Camillo D, Spendiani A, et al. Eyes as gateways for environmental light to the substantia nigra: relevance in Parkinson's disease. ScientificWorldJournal 2014;2014:317879Zie ook: https://www.westonaprice.org/health-topics/sunlight-and-vitamin-d-theyre-not-the-same-thing/