physician assisted death
© ThinkStock
In steeds meer landen worden wetten ingevoerd, genormaliseerd en uitgebreid om artsen toe te staan mensen te helpen bij zelfdoding.

Is dit louter om ondraaglijk lichamelijk of geestelijk lijden te verlichten? Of overheersen andere factoren?

Vroeger geloofde ik het eerste, maar sinds ik deze kwestie opnieuw onderzocht, lijkt het erop dat het tweede waarschijnlijker is.


Op 17 maart 2021 trad voor heel Canada wetsvoorstel (Bill) C-7 in werking. De nieuwe wet verhoogt aanzienlijk het aantal mensen dat in aanmerking komt voor medische hulp bij sterven (MHBS). De uitbreiding van C-7 betreft bijvoorbeeld mensen van wie de dood redelijkerwijs niet te voorzien is.


Commentaar: Opmerking van de vertaler: De Engelse term die in dit artikel gebruikt wordt, Physician-assisted death (PAD), hebben we vertaald als medische hulp bij sterven (MHBS) om het onderscheid aan te duiden met euthanasie, waarbij mensen niet om medische hulp hoeven te vragen.


Op 18 maart werd in Spanje federale wetgeving aangenomen waardoor MHBS voor het eerst mogelijk gemaakt wordt; deze zal in juni effectief worden.

Ditzelfde gebeurde in Nieuw-Zeeland: de federale 'End of Life Choice Act' wordt in november van kracht.

En op 8 april debatteerde het Franse federale parlement over de vraag of euthanasie bij wet in hun land moet worden geregeld. De meerderheid van de parlementsleden was voor het legaliseren van euthanasie. De wet werd echter niet aangenomen omdat er niet genoeg tijd was om de duizenden amendementen te behandelen, welke waren ingediend door de parlementsleden die tegen MHBS zijn.

(Andere termen voor de daad van artsen die mensen helpen zelfmoord te plegen zijn 'hulp door arts bij zelfmoord', vrijwillige hulp bij zelfdoding' en 'medische stervenshulp'. En het verschil tussen euthanasie en MHBS is dat de laatste vereist dat patiënten erom vragen).

Andere landen, zoals het VK, zijn vergelijkbaar met Frankrijk: actieve euthanasie is illegaal maar artsen en een groot deel van de bevolking keuren het goed. Daarom voeren in deze landen veel artsen euthanasie uit zonder strafrechtelijke vervolging en bestaat er een aanzienlijke druk om tot legalisatie over te gaan.

Nederland en België waren de eerste landen die euthanasie en MHBS decriminaliseerden en hun wetten daaromtrent traden in 2002 in werking. In Luxemburg werd in 2009 een soortgelijke wet inzake hulp bij overlijden van kracht.

In deze drie landen kunnen mensen MHBS ondergaan als ze een ernstige medische aandoening, handicap of psychiatrische stoornis hebben, ongeacht of hun dood op handen is of niet.

De laatste jaren is er in Nederland een tendens om te stemmen over de legalisering van MHBS voor mensen van 75 jaar of ouder die 'levensmoe' zijn. En er is in Nederland en in België een gestage en zeer aanzienlijke toename van het totale aantal mensen dat MHBS ondergaat.

MHBS kan momenteel ook legaal worden uitgevoerd in vijf andere landen, hetzij in het gehele land of in delen daarvan: Canada, de VS, Australië, Duitsland en Zwitserland.

In de VS kan elke staat zelf beslissen of MHBS aldaar is toegestaan. Tot dusver is het gelegaliseerd in acht staten plus Washington, D.C.. Ook in Australië is het een staatskwestie; tot dusver heeft de staat Victoria een wet in werking doen treden welke MHBS toestaat en op 1 juli zal de staat Western Australia dit voorbeeld volgen.

In Canada werd MHBS voor het eerst federaal gelegaliseerd in 2016. Door wetsvoorstel (Bill) C-7 wordt MHBS uitgebreid, onder meer door:
  • niet langer een 'bedenktijd' van 10 dagen te eisen tussen het moment waarop een persoon wiens natuurlijke dood redelijkerwijs te voorzien is instemt met MHBS en het moment waarop hij deze ontvangt;
  • mensen die een zeer ernstige ziekte of handicap hebben maar van wie de natuurlijke dood niet op handen is toegang te geven tot MHBS, mits zij aan bepaalde voorwaarden voldoen (voorheen was MHBS alleen toegestaan bij mensen van wie de natuurlijke dood redelijkerwijs te voorzien was);
  • MHBS toe te staan voor mensen die eerder hadden verzocht om in aanmerking te komen voor MHBS en van wie de natuurlijke dood redelijkerwijs te verwachten is, maar die niet langer in staat zijn om in te stemmen; en
  • vanaf 2023 MHBS toe te staan voor mensen die alleen een geestesziekte hebben en geen andere onderliggende medische aandoeningen of handicaps.
Door de overheid en de massamedia wordt dit alles grotendeels afgeschilderd als het verlenen van meer rechten aan meer mensen om te kiezen hoe en wanneer ze hun leven beëindigen.

Pro-MHBS groepen en opinieleiders gebruiken hierbij positieve termen zoals "recht om te sterven" en "waardig sterven".

Andere instellingen hanteren een openlijk pro-MHBS standpunt; onder deze bevindt zich het Hastings Center in de VS.

En andere invloedrijke groepen en organisaties - Wikipedia bijvoorbeeld - hebben een subtielere doch zeer herkenbare pro-MHBS inslag in de informatie die zij aan het publiek over MHBS verstrekken.

De meeste personen en groepen die zich tegen MHBS verzetten baseren zich op religieuze gronden.

Maar er zijn ten minste drie feiten omtrent medische hulp bij sterven, waarvan de meeste mensen geen kennis dragen.

Eén


De uitbreiding van MHBS vormt een ernstige potentiële bedreiging voor mensen met handicaps, dementie en Alzheimer.

Dat komt omdat de overgrote meerderheid van deze mensen goede zorg en diensten wenst en nodig heeft - maar die diensten worden erg moeilijk toegankelijk, vooral in dit Covid-tijdperk.

De MHBS-wetgeving in de meeste landen verplicht zorgverleners om mensen te informeren over beschikbare diensten om hun lijden te verlichten als alternatief voor MHBS en om doorverwijzingen aan te bieden naar hulpverleners die deze diensten kunnen verlenen. Maar deze wetten vereisen niet dat deze diensten toegankelijk worden gemaakt voor al deze mensen, door middel van verhoogde overheidsfinanciering.

En er zijn al gedocumenteerde gevallen van gehandicapte mensen die onder druk zijn gezet om MHBS te ondergaan.

Daarom zijn veel voorvechters van gehandicapten tegen uitbreiding van MHBS.


Catherine Frazee, professor aan de Ryerson University in Toronto en een vooraanstaand voorvechter voor gehandicapten, gaf een krachtige getuigenis tijdens de hoorzitting over wetsvoorstel C-7 in november 2020 van het Canadese parlementaire Permanente Comité voor Justitie en Mensenrechten.

Zij vertelde de aanwezigen bij de hoorzitting dat de beslissing van het Superior Court van Quebec uit 2019, waarbij Jean Truchon, een gehandicapte inwoner van Quebec, hulp bij zelfdoding mocht ondergaan ook al was zijn dood niet redelijkerwijs te voorzien - hetgeen de Canadese federale regering gebruikte als opstap om wetsvoorstel C-7 te creëren - zich in feite niet vertaalt in de noodzaak om het voor gehandicapten gemakkelijker te maken om zichzelf te doden.

Frazee zei dat, in plaats daarvan, "de ontberingen van het institutionele leven die zijn [Truchon's] wil om te leven verstikten [en het daaruit voortvloeiende verzoek om MHBS] geen onvermijdelijk gevolg waren van invaliditeit."

Krista Carr, vice-voorzitter van Inclusion Canada, uitte een soortgelijk gevoel.

"Dit wetsvoorstel moet gestopt worden, anders zal het een einde maken aan het leven van mensen. Het zal het leven beëindigen van veel te veel gehandicapte mensen, die het gevoel hebben dat ze geen andere opties hebben," aldus Krista Carr in een artikel in de Canadian Press van 8 februari 2021.

Twee


België werd in 2014 het eerste land dat MHBS uitbreidde naar mensen vanaf één jaar oud.

In Nederland is het sinds de inwerkingtreding van de MHBS-wet in 2002 toegestaan om hulp te verlenen bij het doden van kinderen vanaf 12 jaar - in gevallen waarin ze als ongeneeslijk ziek worden beschouwd. De Nederlandse overheid overweegt thans om, in navolging van België, de minimumleeftijd te verlagen tot slechts één jaar oud.

Deze uitbreiding zou geen wijziging inhouden van de Nederlandse wetgeving. In plaats daarvan zou het 'Groningen-protocol' worden gewijzigd. Dit protocol werd in 2004 in het leven geroepen voor het doden van pasgeborenen en zuigelingen met zeer ernstige ziekten of misvormingen zoals spina bifida.

Drie


Er bestaat een aanzienlijke controverse over het toestaan van hulp bij zelfdoding voor mensen die louter een psychiatrische stoornis hebben en geen andere aandoeningen.

Momenteel staan alleen Nederland, België en Luxemburg dit toe als onderdeel van hun oorspronkelijke wetten omtrent hulp bij sterven.

Op grond van wetsvoorstel C-7 zal Canada dit vanaf 2023 toestaan.

De Canadese Psychiatrische Associatie (CPA) gaf vorig jaar een verklaring af, waarin ze stelde dat ze "geen standpunt inneemt noch zal innemen omtrent de wettelijkheid of moraliteit van MHBS [medische hulp bij sterven] aangezien zulk een beslissing de huidige Canadese ethische, culturele en morele opvattingen weerspiegelt".

Dit bracht twee voormalige voorzitters van de CPA ertoe een open brief te publiceren aan Canadese psychiaters, waarin ze benadrukten dat de CPA haar leden niet had geraadpleegd alvorens haar standpunt bekend te maken.

De twee voormalige voorzitters verzochten de CPA om "de verklaring te heroverwegen door deze tijdelijk in te trekken, teneinde ruimte te maken voor degelijk overleg en een ontwikkeling van op feiten gebaseerde aanbevelingen ter onderbouwing van een toekomstige standpuntbepaling omtrent MHBS".

De CPA legde dit naast zich neer.

De American Psychiatric Association bracht in 2016 haar standpunt omtrent MHBS middels een verklaring uit. Daarin staat, in haar geheel: "De American Psychiatric Association is, in overeenstemming met het standpunt van de American Medical Association omtrent medische euthanasie, van mening dat een psychiater geen enkele interventie mag voorschrijven of toedienen aan een niet-terminaal ziek persoon met als doel de dood te veroorzaken."

De Medische Ethische Code van de American Medical Association stelt onder andere: "Zelfmoord met hulp van een arts is fundamenteel onverenigbaar met de rol van de arts als genezer, zou moeilijk of onmogelijk te controleren zijn en zou ernstige maatschappelijke risico's met zich meebrengen. In plaats van zich bezig te houden met hulp bij zelfdoding, moeten artsen voortvarend reageren op de behoeften van patiënten aan het einde van hun leven.

Men kan zich zeker afvragen waarom het publiek niet al deze informatie krijgt.

In plaats daarvan houdt de haast om namens de menselijkheid wereldwijde uitbreiding van toegankelijkheid tot medische hulp bij sterven de overhand.

Zie: https://www.rosemaryfrei.ca/three-things-most-people-dont-know-about-physician-assisted-suicide/
Over de auteur:

Rosemary Frei
maakte na het behalen van een MSc in moleculaire biologie aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Calgary, een ommezwaai en werd freelance schrijfster. Dat leidde tot 22 jaar als schrijfster en journaliste met een focus op geneeskunde. Begin 2016 maakte ze opnieuw een ommezwaai naar fulltime, onafhankelijk activisme en onderzoeksjournalistiek. Haar website is RosemaryFrei.ca