covid protein
VELEN vragen zich af hoe een dermate ineffectief doch schadelijk beleid voor het leven en de vrijheden van zovelen, zo snel en schijnbaar vrijwel op wereldwijde schaal kon worden ingevoerd ter reactie op de Covid-crisis.

Een deel van het antwoord hierop is te vinden in een onderzoek van de Duitse journalist en auteur Paul Schreyer. In een video van een uur volgt hij een reeks simulatie-oefeningen in verband met een pandemie, die gedurende vele jaren in de meest invloedrijke Westerse industrielanden op het hoogste niveau werden uitgevoerd.

Topambtenaren werden 'klaargestoomd' om te reageren zoals zij deden op het moment dat de Wereldgezondheidsorganisatie de pandemische verspreiding van een nieuw coronavirus, SARS-COV-2, afkondigde, vrijwel ongeacht de aard van het virus of de mate van schade welke het waarschijnlijk zou veroorzaken.

Deze zwakte kan worden beschouwd als een enorme belemmering voor een rationele besluitvorming. Het verklaart mede waarom de standpunten van duizenden artsen, wetenschappers en anderen, die de officiële, op angst gebaseerde aanpak van de pandemie betwistten, werden genegeerd.

Volgens Schreyer kwamen de politieke besluiten tijdens de crisis niet uit de lucht vallen, maar vloeiden voort uit een 'oorlog tegen virussen', die reeds in de jaren negentig een aanvang had genomen, tezamen met de 'oorlog tegen het terrorisme'.

Het was alsof er na het einde van de Koude Oorlog, waarin de grootmachten Rusland en Amerika elkaar met immense en potentieel suïcidale bewapening en militaire budgetten te lijf gingen, een nieuwe vijand moest komen.

"Er is een tekort aan slechterikken. Er zijn geen schurken meer over," zei generaal Colin Powell in een kranteninterview in 1991. "Ik heb alleen nog maar Castro en Kim Il-Sung." Op dat moment was Powell drager van het hoogste militaire ambt in de VS.

Tegen deze achtergrond nam de strijd tegen terreur een aanvang, inclusief de voorbereidingen ter bestrijding van biologische wapens. Een bomaanslag op het World Trade Centre in New York City in 1993, toegeschreven aan islamitische terroristen, stimuleerde de roep om voortzetting van het gebruik van Amerikaanse militairen in het buitenland, terwijl een soortgelijke aanval in 1995 op een federaal gebouw in Oklahoma City, met een mysterieuze oorsprong, de angst voor een 'schaduwvijand', die zich binnen de VS verborgen zou houden, versterkte.

Op hetzelfde moment werd in Amerikaanse instellingen gevaarlijk biologisch onderzoek verricht, naar verluidt met het oog op een beter begrip van de dreiging die zou kunnen uitgaan van een staat of terrorist met een biologisch arsenaal.

Kolonel Dr. Robert Kadlec, directeur Biodefence Programmes van het Department of Homeland Security, schreef in een strategiedocument van het Pentagon uit 1998:
"Het gebruik van biologische wapens onder de dekmantel van een endemische of natuurlijke ziekte biedt een aanvaller de mogelijkheid tot plausibele ontkenning. Het vermogen van biologische oorlogsvoering om aanzienlijke economische verliezen en daaropvolgende politieke instabiliteit te veroorzaken, gekoppeld aan plausibele ontkenning, overtreft de mogelijkheden van elk ander menselijk wapen".

Commentaar: Noot van de vertaler: Plausibele ontkenning is het vermogen van mensen, meestal hooggeplaatste ambtenaren in een formele of informele hiërarchie, om kennis of verantwoordelijkheid te ontkennen voor verwerpelijke daden, welke door anderen werden gepleegd binnen een organisatorische hiërarchie, omdat er geen dan wel onvoldoende bewijs is dat hun deelname kan bevestigen, zelfs indien zij persoonlijk betrokken waren bij de daden of er op zijn minst moedwillig niet van op de hoogte waren. Als illegale of anderszins onbetwistbare en impopulaire activiteiten openbaar worden, kunnen hooggeplaatste ambtenaren ontkennen op de hoogte te zijn van dergelijke daden om zichzelf af te schermen en de schuld af te schuiven op degenen die de daden hebben uitgevoerd, omdat zij ervan overtuigd zijn dat hun tegenstanders niet in staat zullen zijn het tegendeel te bewijzen. Het ontbreken van bewijs van het tegendeel maakt de ontkenning ogenschijnlijk plausibel (geloofwaardig), maar soms maakt het de ontkenning alleen maar onaantastbaar.


In datzelfde jaar werd het Johns Hopkins Centre for Civilian Biodefence Strategies opgericht, dat later werd omgedoopt tot het Centre for Health Security. Deze instelling speelde een belangrijke rol in de Covid-pandemie door gegevens te verzamelen, weer te geven en te analyseren op een wereldwijd dashboard, dat - grotendeels kritiekloos - door media over de hele wereld wordt gebruikt.

En dit specifieke centrum organiseerde verschillende belangrijke simulatieoefeningen op het gebied van rampenbestrijdingsstrategieën.

De eerste, het National Symposium on Medical and Public Health Response to Bioterrorism, werd in februari 1999 gehouden in Arlington, de thuisbasis van het Pentagon. Honderden afgevaardigden uit tien landen namen hier deel aan. Het veronderstelde biowapen was pokken en de afgevaardigden werd een reeks sessies voorgeschoteld, waarin gesimuleerd werd hoe een aanval zou kunnen worden aangepakt en welke problemen zich daarbij zouden kunnen voordoen.

Hoe ver kon de politie gaan om patiënten vast te houden? Hoe vaccinatie in werking te stellen? Moet de staat van beleg worden afgekondigd? Hoe moet de boodschap aan het publiek worden gecontroleerd? Volksgezondheidskwesties werden voor het eerst behandeld als militaire problemen, waarbij het ministerie van Volksgezondheid onderdeel werd van het Amerikaanse nationale veiligheidsapparaat.

Een soortgelijke oefening vond plaats in november 2000 in Washington DC, ditmaal met de pest als gesimuleerde pandemie. Ten overstaan van de aanwezige hoge ambtenaren werden onder meer de volgende scenario's gesimuleerd: 'De aanblik van een gewapende militaire aanwezigheid in Amerikaanse steden lokte protesten uit over de inperking van burgerlijke vrijheden ... de vraag is hoe we dit afdwingen en in welke mate? Hoeveel geweld gebruiken we om mensen in hun huizen te houden?'

Een derde oefening, met de naam Dark Winter, werd in juni 2001 gehouden op een militaire basis enkele kilometers buiten Washington en simuleerde een grootschalige pokkennoodsituatie. Hierbij werden journalisten van bekende media, waaronder de BBC, ingezet om politici en topambtenaren te ondervragen, zodat zij konden leren wat voor problemen zich zouden voordoen.

Enkele van de conclusies die werden getrokken naar aanleiding van deze oefening waren:
  • We zijn slecht toegerust om de gevolgen van een aanval met biologische wapens te voorkomen.
  • Amerika beschikt niet over de benodigde voorraden om adequaat te kunnen reageren, zoals vaccins, antibiotica en middelen voor een doeltreffende distributie.
  • Dwangmaatregelen tegen burgers zullen waarschijnlijk de enige beschikbare middelen zijn wanneer de vaccinvoorraden uitgeput zijn.
  • Amerikanen kunnen fundamentele burgerlijke vrijheden zoals vrijheid van vergadering of reizen niet langer als vanzelfsprekend beschouwen.
Op een fictieve, specifiek voor de oefening gecreëerde nieuwszender kondigde Kadlec aan: "Het probleem is dat we niet genoeg vaccins hebben... dit betekent dat het een zeer donkere winter kan worden in Amerika."

Toen het echte Covid-19 toesloeg werd Kadlec de topambtenaar voor de voorbereiding op noodsituaties, die de reactie van zowel het Amerikaanse Department of Health and Human Services als de federale regering coördineerde.

Enkele dagen nadat Joe Biden tot winnaar van de presidentsverkiezingen werd uitgeroepen, waarschuwde hij voor een 'donkere winter' en drong hij aan op het blijven dragen van mondkapjes. "Je zou het toeval kunnen noemen, maar je zou ook kunnen vermoeden dat zijn woordkeuze met de oefening te maken had", aldus Schreyer.

De aanslagen van 11 september 2001 benadrukten de terroristische dreiging voor de gehele wereldgemeenschap. Voorgestelde wettelijke veranderingen ter uitbreiding van surveillancebevoegdheden van de staat stuitten in de VS op verzet, maar dat verdween na de zogenaamde miltvuuraanslagen in oktober van datzelfde jaar. Brieven met miltvuursporen werden naar kantoren van verschillende nieuwsmedia gestuurd, alsmede naar twee senatoren die tegen de veranderingen waren.

"Tot op heden is het niet duidelijk wie verantwoordelijk was voor deze aanvallen", zegt Schreyer, die deze interpreteert als "een signaal dat een bepaalde rode lijn niet mag worden overschreden".

Een maand later, in november 2001, werd op initiatief van de Amerikaanse regering een nieuwe internationale organisatie opgericht onder de naam Global Health Security Initiative (GHSI).

Benadrukt werd dat elke regering het gevaar liep met een dodelijke ziekteverwekker te maken te krijgen en dat het noodzakelijk was zich te verenigen en gezamenlijk actie te ondernemen. De deelnemende landen waren Canada, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, Mexico, Groot-Brittannië en de VS. Ook de Europese Unie sloot zich bij het initiatief aan, terwijl de WHO er als technisch adviseur bij betrokken werd. De ministers van Volksgezondheid en hoge ambtenaren kwamen regelmatig bijeen om bioterrorisme te bespreken en hoe een reactie het best kon worden gecoördineerd.

In 2002 werd een volgende cruciale stap gezet: De groep verklaarde dat de dreiging niet alleen van de mens hoefde te komen, maar ook vanuit de natuur zou kunnen komen, zoals bij een grieppandemie. Voor beide scenario's was voorbereiding op noodsituaties nodig, en wel op mondiale schaal.

Vanaf dat moment werden oefeningen internationaal gecoördineerd. De eerste kreeg de naam Global Mercury en werd in 2003 werd gehouden. Er werd een aanval voorgesteld door fictieve terroristen die zichzelf hadden ingeënt om pokken over nationale grenzen naar doellanden te verspreiden. Een planningsgroep voor de oefening werd geleid door Canada en bestond uit 'betrouwbare functionarissen' uit alle deelnemende landen of organisaties. Honderden mensen namen hieraan deel.

Een andere belangrijke oefening uit 2005 kreeg de naam "Atlantic Storm". Veel van de landenvertegenwoordigers waren huidige of voormalige personen met regeringsverantwoordelijkheid. De echte Madeleine Albright bijvoorbeeld, voormalig minister van Buitenlandse Zaken van de VS, speelde de Amerikaanse president.

In het rapport dat volgde op deze oefening kwamen onder andere de volgende hoofdvragen aan de orde:
  • Hoe moeten nationale leiders maatregelen als grenssluitingen of quarantaine bepalen?
  • Als er maatregelen worden genomen om het verkeer van personen te beperken, hoe lang moeten die dan worden gehandhaafd? Hoe moeten deze maatregelen internationaal worden gecoördineerd en hoe moet worden besloten deze op te heffen?
Het uitgangspunt van alle scenario's, aldus Schreyer, was om de nadruk te leggen op besluitvormingsprocessen en competenties in een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid. "Maar het ging ook om het uitroepen van de noodtoestand, het invoeren van een autoritair bewind, het omzeilen van het parlement en het toekennen van extra beslissingsbevoegdheid aan bepaalde federale ambtenaren, opschorting van fundamentele burgerrechten en uitvoeringsplannen ter vaccinatie van de bevolking".

"Wat mij in het bijzonder opvalt, is de onmiddellijke opschorting van fundamentele mensenrechten als reactie op een pandemie of een bioterroristische aanslag; want dat is niet noodzakelijkerwijs een logisch gevolg.

Dit alles in ogenschouw nemend, rijst de vraag: Misschien hadden dergelijke oefeningen kunnen dienen als dekmantel en oefenterrein voor een noodtoestand en om na te gaan hoe met een dergelijke politieke situatie zou kunnen worden omgegaan".

Uit de aanpak van de Covid-crisis valt de les te leren dat politici weliswaar begrijpelijkerwijs de behoefte voelen om zich voor te bereiden op wereldwijde rampen, maar dat zij het risico lopen veel meer kwaad dan goed te doen door het tracé te volgen van maatregelen welke op rigide wijze van tevoren zijn vastgesteld als zijnde "de wetenschap" van de situatie, maar welke in feite rationele reacties in de weg staan.

Zie: https://www.conservativewoman.co.uk/covids-dark-winter-how-bio-war-gaming-robbed-us-of-our-liberty/
Neville Hodgkinson is een voormalig medisch en wetenschappelijk correspondent van de Sunday Times en de auteur van AIDS: The Failure of Contemporary Science, gepubliceerd in 1996 door Fourth Estate.