biohazard covid laboratorium
Toen de Amerikaanse president Joe Biden de Amerikaanse inlichtingendiensten (IC) vroeg om de oorsprong van COVID-19 te bepalen, was hun conclusie opmerkelijk ingetogen maar niettemin schokkend. In een samenvatting van slechts één bladzijde maakte de IC duidelijk, dat het niet kon uitsluiten dat SARS-CoV-2 (het virus dat COVID-19 veroorzaakt) uit een laboratorium afkomstig was.

Maar nog schokkender voor Amerikanen en de wereld is een bijkomend punt waarover de IC zweeg: indien het virus inderdaad het gevolg was van laboratoriumonderzoek en experimenten, werd het bijna zeker gecreëerd met Amerikaanse biotechnologie en know-how die aan onderzoekers in China ter beschikking werd gesteld.

Om de volledige waarheid over de oorsprong van COVID-19 te achterhalen, hebben we een volwaardig, onafhankelijk onderzoek nodig, niet alleen naar de uitbraak in Wuhan, China, maar ook naar het Amerikaanse wetenschappelijk onderzoek, de internationale contacten en de technologielicenties in de aanloop naar de pandemie.

Onlangs hebben wij daartoe opgeroepen in de Proceedings of the National Academy of Sciences. Sommigen zullen onze redenen hiervoor afdoen als een "complottheorie". Maar laten we er geen doekjes om winden: als het virus uit een laboratorium is voortgekomen, dan is dat vrijwel zeker per ongeluk gebeurd in het kader van het normale verloop van onderzoek, mogelijk onopgemerkt als gevolg van asymptomatische besmetting.


Commentaar: Het is waarschijnlijk ontsnapt uit een laboratorium, alleen is er reden om aan te nemen dat sommigen al vroeg wisten wanneer en waaruit het ontsnapt was, het is alleen nooit toegegeven: Did COVID-19 escape Fort Detrick vaccine trial? Evidence that virus originated in US bioweapons lab


Het is natuurlijk ook nog steeds mogelijk dat het virus een natuurlijke oorsprong had. Waar het op neerkomt is dat niemand het weet. Daarom is het zo belangrijk dat alle relevante informatie uit de in de VS beschikbare databanken wordt onderzocht.

Gemiste Kansen

Vanaf het begin van de pandemie begin 2020 heeft de Amerikaanse regering met een beschuldigende vinger naar China gewezen. Maar hoewel het waar is dat de eerste waargenomen COVID-19-gevallen zich in Wuhan voordeden, zou het volledige verhaal van de uitbraak te maken kunnen hebben met de rol van Amerika bij het onderzoek naar coronavirussen en met het delen van zijn biotechnologie met anderen in de wereld, waaronder China.

Amerikaanse wetenschappers die met SARS-achtige coronavirussen werken, creëren en testen regelmatig gevaarlijke nieuwe varianten met als doel geneesmiddelen en vaccins tegen deze virussen te ontwikkelen. Men is al tientallen jaren bezig met dergelijk "gain-of-function"-onderzoek, maar dit was altijd controversieel vanwege de vrees dat het zou kunnen leiden tot een onvoorziene uitbraak, of dat de technieken en technologieën voor het creëren van nieuwe virussen in verkeerde handen terecht zouden kunnen komen. Men kan zich afvragen of SARS-CoV-2 zijn opmerkelijke besmettelijkheid te danken heeft aan deze bredere onderzoeksinspanning.

Helaas hebben de Amerikaanse autoriteiten juist deze vraag proberen te onderdrukken. In een vroeg stadium van de epidemie verklaarde een kleine groep virologen, die door de Amerikaanse National Institutes of Health waren ondervraagd, aan de NIH-leiding dat SARS-CoV-2 mogelijk uit laboratoriumonderzoek was voortgekomen, waarbij zij opmerkten dat het virus ongebruikelijke kenmerken heeft die virologen in de VS al jaren bij experimenten gebruiken - vaak met steun van de NIH. Hoe weten we nu welke informatie aan NIH-ambtenaren is verstrekt, en wanneer? Omdat we nu beschikken over openbaar beschikbare informatie die door het NIH is vrijgegeven in antwoord op een verzoek op grond van de wet op de vrijheid van informatie (Freedom of Information Act, FOIA). We weten dat het NIH op 1 februari 2020 een telefonische vergadering heeft gehouden met een groep topvirologen, ter bespreking van de mogelijke oorsprong van het virus. Tijdens die vergadering wezen verschillende onderzoekers erop, dat manipulatie van het virus in een laboratorium niet alleen mogelijk was, maar volgens sommigen zelfs waarschijnlijk. Op dat moment had het NIH om een spoedeisend onafhankelijk onderzoek moeten vragen. In plaats daarvan heeft het NIH geprobeerd deze onderzoekslijn van tafel te vegen en in diskrediet te brengen.

Koppen in het Zand

Enige dagen na die vergadering van 1 februari stelde een groep virologen, waaronder enkelen die aan de vergadering hadden deelgenomen, het eerste ontwerp op van een document over de "Proximale oorsprong van SARS-CoV-2." Het definitieve ontwerp werd een maand later gepubliceerd, in maart 2020. Ondanks de eerste waarnemingen op 1 februari dat het virus tekenen van mogelijke laboratoriummanipulatie vertoonde, concludeerde het artikel van maart dat er overweldigend bewijs was dat het virus in de natuur was ontstaan.

De auteurs beweerden dat het virus onmogelijk uit een laboratorium kon zijn voortgekomen, aangezien "de genetische gegevens onweerlegbaar aantonen dat SARS-CoV-2 niet is afgeleid van een eerder gebruikte virus backbone." Maar de enige voetnoot (nummer 20) die deze belangrijke bewering ondersteunt, verwijst naar een paper uit 2014, wat betekent dat het zogenaamde "onweerlegbare bewijs" van de auteurs al minstens vijf jaar verouderd was.

Vanwege hun weigering om een onafhankelijk onderzoek naar de lablek-hypothese te ondersteunen, werden de NIH en andere Amerikaanse federale overheidsinstellingen onderworpen aan een golf van FOIA-verzoeken van een reeks organisaties, waaronder US Right to Know en The Intercept. Deze FOIA-openbaarmakingen, evenals internetzoekopdrachten en lekken van "klokkenluiders", leverden een aantal opzienbarende gegevens op.

Neem bijvoorbeeld een subsidievoorstel van maart 2018, dat door EcoHealth Alliance (EHA) en onderzoekers van het Wuhan Institute of Virology (WIV) en de University of North Carolina (UNC) werd ingediend bij het US Defense Advanced Research Projects Agency (DARPA). Op bladzijde 11 leggen de aanvragers in detail uit, hoe zij van plan zijn de genetische code van vleermuiscoronavirussen te wijzigen om precies die eigenschap in te voegen die het meest ongewone onderdeel van het SARS-CoV-2-virus vormt.

Hoewel DARPA deze subsidie niet goedkeurde, kan het werk toch zijn doorgegaan. Dat weten we gewoon niet. Maar dankzij een ander FOIA-verzoek weten we wel, dat deze club soortgelijke "gain-of-function"-experimenten heeft uitgevoerd op een ander coronavirus, het virus dat het Midden-Oosten respiratoir syndroom (MERS) veroorzaakt.

In weer andere gevallen werden FOIA-documenten zwaar geredigeerd, waaronder een opmerkelijke poging om 290 pagina's documenten daterend vanaf februari 2020 te verdoezelen, waaronder het Strategisch Plan voor COVID-19-Onderzoek, dat in april werd opgesteld door het Amerikaanse National Institute of Allergy and Infectious Diseases. Dergelijke uitgebreide redacties ondermijnen het vertrouwen van het publiek in de wetenschap ten zeerste, en hebben alleen maar geleid tot meer dringende vragen van researchers en onafhankelijke onderzoekers.

De Feiten van de Zaak

Er zijn tien dingen die we wel weten. Ten eerste onderscheidt het SARS-CoV-2-genoom zich door een bepaalde sequentie van 12 nucleotiden (de genetische code), die dient om de besmettelijkheid ervan te verhogen. De specifieke aminozuursequentie die door deze invoeging wordt gestuurd, is veelbesproken en staat bekend als een furinsplitsingsplaats (FCS).

Ten tweede is de FCS sinds 2006, na de oorspronkelijke uitbraak van SARS in 2003-2004, het doelwit van baanbrekend onderzoek. Wetenschappers weten al lang dat de FCS de sleutel is tot de besmettelijkheid en pathofysiologie van deze virussen.

Ten derde is SARS-CoV-2 het enige virus in de familie van SARS-achtige virussen (sarbecovirussen), waarvan bekend is dat het een FCS heeft. Interessant is dat de specifieke vorm van de FCS dat aanwezig is in SARS-CoV-2 (acht aminozuren gecodeerd door 24 nucleotiden) wordt gedeeld met een menselijk natriumkanaal dat in Amerikaanse laboratoria werd bestudeerd.

Ten vierde was de FCS al dusdanig bekend als aanjager van overdraagbaarheid en virulentie, dat een groep Amerikaanse wetenschappers in 2018 een voorstel indiende bij de Amerikaanse regering om het effect te bestuderen van het invoegen van een FCS in SARS-achtige virussen die bij vleermuizen worden aangetroffen. Hoewel de gevaren van dit soort werk al enige tijd onder de aandacht worden gebracht, werden deze vleermuisvirussen op de een of andere manier geacht tot een lagere risicocategorie te behoren. Hierdoor waren zij vrijgesteld van de NIH-richtlijnen voor gain-of-function-onderzoek, waardoor door het NIH gefinancierde experimenten konden worden uitgevoerd op het ontoereikende BSL-2-veiligheidsniveau.

Ten vijfde was de NIH een groot voorstander van dergelijk gain-of-function-onderzoek, waarvan een groot deel werd uitgevoerd met behulp van door de VS ontwikkelde biotechnologie, dat werd uitgevoerd binnen een door de NIH gefinancierd driezijdig partnerschap tussen het EHA, het WIV en UNC.

Ten zesde stelde een vooraanstaande Amerikaanse wetenschapper die dit onderzoek in 2018 verrichtte, dat manipulatie in het laboratorium van vitaal belang is voor de ontdekking van geneesmiddelen en vaccins, maar dat meer regelgeving vooruitgang zou kunnen belemmeren. Velen binnen de virologiegemeenschap blijven zich verzetten tegen zinnige oproepen tot meer regulering van de meest risicovolle virusmanipulatie, waaronder de oprichting van een nationale regelgevende instantie die onafhankelijk is van de NIH.

Ten zevende circuleerde het virus zeer waarschijnlijk al veel eerder dan het standaardverhaal, dat kennis van de uitbraak dateert van eind december 2019, wil doen geloven. We weten nog steeds niet wanneer delen van de Amerikaanse overheid zich bewust werden van de uitbraak, maar enkele wetenschappers waren al vanaf half december op de hoogte van de uitbraak.


Commentaar: Het werd al in augustus 2019 waargenomen.


Ten achtste wist het NIH al op 1 februari 2020 dat het virus kon zijn ontstaan als gevolg van door het NIH gefinancierd laboratoriumonderzoek, maar maakte dit fundamentele feit niet bekend aan het publiek noch aan het Amerikaanse Congres.

Ten negende is bij uitgebreide bemonstering door de Chinese autoriteiten van dieren op natte markten in Wuhan en in het wild geen enkel wild dier aangetroffen dat drager was van het SARS-CoV-2-virus. Desondanks zijn er geen aanwijzingen dat het NIH de laboratoriumgegevens heeft opgevraagd van Amerikaanse instanties, academische centra en biotechbedrijven die betrokken zijn bij het onderzoek naar en de manipulatie van SARS-achtige coronavirussen.

Ten tiende hebben de inlichtingendiensten niet uitgelegd waarom ten minste sommige Amerikaanse inlichtingendiensten wel degelijk van mening zijn dat een laboratoriumuitbraak de meest waarschijnlijke of althans een mogelijke oorsprong van het virus was.

Tijd voor Transparantie

Gezien de vragen die onbeantwoord blijven, roepen wij de Amerikaanse regering op een partijoverschrijdend onderzoek in te stellen. We zullen de oorsprong van SARS-CoV-2 wellicht nooit begrijpen zonder de boeken te openen van de betrokken federale instanties (waaronder de NIH en het ministerie van Defensie), de laboratoria die zij ondersteunen, academische instellingen die gegevens over virussequenties opslaan en archiveren, en biotechnologische bedrijven.

Een belangrijke doelstelling van het onderzoek zou zijn om duidelijkheid te verschaffen over een fundamentele vraag: Hebben Amerikaanse onderzoekers onderzoek verricht, of hun Chinese collega's geholpen onderzoek te verrichten, om een FCS in een SARS-achtig virus in te voegen en zodoende mogelijk een rol hebben gespeeld bij het vervaardigen van nieuwe ziekteverwekkers, zoals die welke tot de huidige pandemie hebben geleid?

Het onderzoek naar de oorsprong van COVID-19 mag niet langer een geheimzinnige onderneming zijn onder leiding van de inlichtingendiensten. Het proces moet transparant zijn, waarbij alle relevante informatie openbaar moet worden gemaakt voor gebruik door onafhankelijke wetenschappelijke onderzoekers. Het lijkt ons duidelijk dat er een gezamenlijke inspanning is geleverd om informatie betreffende de vroegste gebeurtenissen inzake de uitbraak te onderdrukken en om de zoektocht naar bijkomend bewijsmateriaal dat duidelijk beschikbaar is in de VS te belemmeren. Wij stellen voor dat een panel van onafhankelijke onderzoekers uit de desbetreffende disciplines wordt opgericht en toegang krijgt tot alle relevante gegevens, om zo het Amerikaanse Congres alsmede het publiek van informatie te voorzien.

Er is een reële kans dat we meer te weten kunnen komen over de oorsprong van dit virus zonder op China of enig ander land te wachten, door eenvoudigweg binnen de VS te zoeken. Wij zijn van mening dat een dergelijk onderzoek allang had moeten plaatsvinden.
Neil L. Harrison is hoogleraar aan de Universiteit van Columbia.

Jeffrey D. Sachs, universiteitshoogleraar aan de universiteit van Columbia, is directeur van het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling aan de universiteit van Columbia en voorzitter van het VN-netwerk voor oplossingen voor duurzame ontwikkeling. Hij was adviseur van drie VN-secretarissen-generaal en is momenteel SDG pleitbezorger van secretaris-generaal António Guterres. Hij schreef onder meer de boeken The End of Poverty, Common Wealth, The Age of Sustainable Development, Building the New American Economy, A New Foreign Policy: Beyond American Exceptionalism en de meest recente, The Ages of Globalization.
Zie: https://www.project-syndicate.org/onpoint/did-us-technology-help-create-covid-19-in-china-by-neil-l-harrison-and-jeffrey-d-sachs-2022-05