Geldbol
Waardoor werd het meest ambitieuze land van Europa op het gebied van netto-nul een achterblijver? Door de realiteit

Het gaat niet goed met Duitslands poging om in 2045 netto-nul te bereiken, vijf jaar eerder dan het onrealistische doel van Groot-Brittannië. De Duitse regering probeert al maanden een manier te bedenken om de zware industrie te redden van de hoge energieprijzen, die ertoe leiden dat bedrijven hun productie naar Azië verplaatsen. Vorig jaar nog kondigde chemiereus BASF aan dat het, omwille van de energiekosten, zou investeren in een nieuwe fabriek van 11,6 miljard Euro in China in plaats van Europa.

Het lijkt er nu op dat de regering een manier heeft bedacht. Ze zal het klimaatovergangsfonds van 231,11 miljard Euro inzetten om te investeren in groene technologie. Het fonds was tevens bedoeld om huizenbezitters te compenseren die gebukt gingen onder de kosten van het beleid, zoals het voorgestelde verbod op nieuwe gasketels dat volgend jaar van kracht wordt.

In plaats daarvan zal een deel van het geld worden besteed aan het subsidiëren van goedkopere energie voor grootverbruikers (hoewel huishoudens uiteindelijk meer kunnen gaan betalen). Het spreekt voor zich dat een deel van de subsidies in de zakken van de eigenaren van kolengestookte elektriciteitscentrales zal verdwijnen - aangezien sommige daarvan weer opgestookt moesten worden om de verdwijning van Russisch gas op te vangen.

Tegelijkertijd verzet Duitsland zich tegen EU-voorstellen voor nieuwe rapportageverplichtingen over klimaat- en andere milieukwesties en wil de regels zodanig veranderen dat ze alleen van toepassing zijn op bedrijven met meer dan 500 werknemers in plaats van 250. De Duitse auto-industrie is er al in geslaagd om een EU-verbod op benzine- en dieselauto's vanaf 2035 af te zwakken - verbrandingsmotoren zullen nog steeds worden toegestaan als ze kunnen rijden op synthetische 'e-brandstoffen,' die worden gemaakt van waterstof en kooldioxide. Aangezien je synthetische brandstoffen kunt maken volgens elk recept dat je maar wilt, betekent dit in principe dat de auto-industrie verbrandingsmotoren kan blijven produceren zoals dat nu gebeurt.

Dus waardoor werd het meest ambitieuze land van Europa op het gebied van netto-nul een achterblijver (zonder de steeds onbereikbaarder wordende doelstelling voor 2045 te schrappen)? Door de realiteit.

Jarenlang was Duitslands beleid gericht op het gebruik van goedkoop Russisch gas in de hoop dat er op magische wijze een oplossing zou komen voor het probleem van de intermitterende hernieuwbare energiebronnen. Dit beleid werd zelfs voortgezet toen Poetin zijn tanks opstelde aan de Oekraïense grenzen - drie kerncentrales werden op oudejaarsavond 2021 vervroegd gesloten.

Nu wordt het kostenplaatje duidelijker. Wind- en zonne-energie zullen niet voldoende energie kunnen leveren op een manier die goedkoop en betrouwbaar genoeg is om alle fossiele brandstoffen te vervangen - tenminste niet zonder een nog onduidelijke technologie die de betaalbare opslag van grote hoeveelheden energie mogelijk maakt. Het onvermijdelijke resultaat van pogingen om door te modderen met netto-nul zal erin bestaan dat nog meer delen van de Duitse industrie zullen verdwijnen naar Zuid-Azië, waar geen wettelijk bindende doelstellingen gelden.

De vraag is welk land als eerste zijn netto-nuldoelstelling zal terugschroeven, afzwakken of de definitie van wat meetelt zal veranderen. Duitsland lijkt de meest voor de hand liggende kandidaat, hoewel het nog wel een aantal jaren kan duren voordat enige regering de moed opbrengt om het onvermijdelijke toe te geven.
Ross Clark is schrijver en columnist en schrijft al dertig jaar voor The Spectator. Tot zijn boeken behoren Not Zero and The Road to Southend Pier.
Zie: https://www.spectator.co.uk/article/will-germany-be-the-first-to-ditch-its-net-zero-commitments/