Israëlische controlepost westelijke Jordaanoever arbeiders
© Nedal Eshtayah/Anadolu AgencyDuizenden Palestijnen staan in de rij bij de grensovergang Eyal in de stad Qalqilya op de Westelijke Jordaanoever op 1 mei 2019, om tijdens zonsopgang naar hun werk in Israël kunnen gaan.
Deel 1

In de loop der jaren, sinds mei 2007, heb ik in verschillende delen van bezet Palestina gewoond en heb met eigen ogen de misdaden van de zionistische entiteit kunnen aanschouwen. Ik was deelgenoot van de dagelijkse tragedies, onrechtvaardigheden en realiteiten van het leven van de Palestijnen.

In 2007 deed ik acht maanden lang vrijwilligerswerk voor ISM op de bezette Westelijke Jordaanoever. In die tijd werd ik opgepakt bij een protest tegen een snelweg die alleen voor joden toegankelijk was, gearresteerd tijdens een actie om een wegversperring te verwijderen om uiteindelijk uit bezet Palestina gedeporteerd en verbannen te worden.

Gedurende die maanden was ik getuige van de akeligste aspecten van het leven onder zionistische heerschappij: aanvallen op Palestijnse kinderen, vrouwen en ouderen door illegale joodse kolonisten (ook gewapend) en door zionistische soldaten; vernederende militaire controleposten, sommige met draaihekken die je wel in dierentuinen ziet en die alle dienen om de bewegingsvrijheid van Palestijnen te hinderen of geheel te verhinderen; en invallen en wekenlange lockdowns in Palestijnse dorpen en steden, waarbij het zionistische leger huizen plundert en meestal één of meer gezinsleden ontvoert, inclusief kinderen. Op dit moment zitten er 195 Palestinijnse kinderen in zionistische gevangenissen.

In Susiya, een gehucht in de heuvels van Zuid-Hebron, zag ik hoe land werd gestolen, waarna het snel werd geannexeerd door de illegale joodse kolonisten. Terwijl we deze annexatie documenteerden, gaf een kolonist onbeschaamd toe dat het land Palestijns was, maar dat de druivenstokken die ze op het land hadden geplant 60.000 shekels (ruwweg $17.500) waard waren en bedoeld waren voor de wijnproductie. "Het maakt niet uit. Kijk, de druiven die we telen zullen wijn worden. En ik zal de wijn drinken. Het maakt allemaal niet uit wat je zegt."

Ik sliep in tenten van de Palestijnse families die twintig jaar eerder uit hun huizen waren gezet en nu in gammele tenten wonen die al vele malen door het zionistische leger werden gesloopt - en altijd onder de dreiging van de volgende slooppartij. We bleven bij hen in de hoop de onvermijdelijke aanvallen van de kolonisten in de buurt te voorkomen. Hajj Khalil, een dorpsoudste van in de tachtig, was het jaar voordat ik hem ontmoette hardhandig in elkaar geslagen door kolonisten. Het jaar nadat ik hem ontmoet had, werd hij opnieuw, samen met zijn vrouw, op gewelddadige wijze afgetuigd.

Tijdens confrontaties met het leger, dat een militaire basis heeft in de buurt van Susiya, hoorde ik hen de bezette Westelijke Jordaanoever vaak "Judea en Samaria" noemen, wat getuigt van hun onwetendheid en hersenspoeling. Aan de andere kant, de website van het zionistische bezettingsleger pretendeert niet eens Palestina te erkennen, noch in historisch noch in huidig opzicht, en verwijst eveneens naar "Judea en Samaria."

Khalil (Hebron) zelf vormt een van de meest schaamteloze voorbeelden van de controle van illegale joodse kolonisten over Palestijns land. Zo'n 800 gewapende kolonisten zwaaien de scepter in H2, een gebied in Khalil dat volledig onder zionistische controle staat. Vooral in Tel Rumeida vonden door de jaren heen veelvuldige en zware aanvallen plaats, waarbij de sadistische agressie van de illegale kolonisten werd aangemoedigd door zionistische soldaten. Palestinijnen van alle leeftijden vormen vaak het doelwit, terwijl gezinnen op gewelddadige wijze uit hun huizen worden gezet door de kolonisten, die vervolgens die huizen inpikken.

In bezet Palestina heb ik mezelf en andere solidariteitsactivisten vaak dingen zien doen die een totale tijdverspilling leken. In Khalil stonden we uren bij de militaire controleposten om te kijken of Palestijnen ten onrechte werden tegengehouden of de doorgang werd ontzegd door de zionistische soldaten.

Soms bracht onze aanwezigheid de soldaten in verlegenheid en werden Palestijnen doorgelaten, maar vaak waren de soldaten zo agressief dat het hen niet kon schelen dat we getuige waren van hun wreedheden tegen Palestijnen (en dit filmden). Vaak werden ook wij aangehouden of gearresteerd door de zionistische soldaten als we weigerden een gebied te verlaten dat plotseling werd beschouwd als een "gesloten militaire zone," een tactiek die het zionistische leger gebruikt om zowel Palestijnen als buitenlanders uit een gebied weg te houden, en ook om meer Palestijns land te annexeren (zoals in het geval van Susiya).

In de Shuhada (Martelaren)straat - ooit de bloeiende en welvarende hoofdstraat van Khalil, nu een spookstraat met dichtgetimmerde huizen met racistische, haatdragende graffitti op deuren en muren - zaten we uren in de zon, louter om maar ter plekke te zijn om de kolonisten ervan te weerhouden Palestijnse kinderen aan te vallen als ze naar school liepen, of Palestijnse vrouwen en ouderen die daar rondliepen. Urenlang zitten leek een enorme tijdverspilling, maar in veel gevallen maakte onze aanwezigheid daar een zekere mate van veilige doorgang mogelijk.

We namen deel aan de wederopbouw van huizen die door het zionistische leger waren verwoest onder het zwakke voorwendsel van het ontbreken van bouwvergunningen (door Israël verleend) of regels omtrent ruimtelijke ordening. Bij één zo'n gelegenheid was de familie met wie we waren voor de derde keer aan het herbouwen. Het Israëlische Comité tegen de Sloop van Huizen schat dat er sinds 1967 minstens 27.000 Palestijnse huizen met de grond gelijk werden gemaakt ( exclusief de huizen die in Gaza plat gebombardeerd werden). De Zionisten zijn van plan om in het kader van het "Prawer Plan" 70.000 Palestijnen met het "Israëlische" staatsburgerschap te verdrijven en 35 dorpen in de Negev woestijn in bezet Palestina te vernietigen.


Commentaar: Vergeet niet dat dit stuk tien jaar geleden werd geschreven. Sindsdien werden nog eens duizenden Palestijnse huizen, boerderijen en bedrijven vernietigd.


Tijdens het olijvenseizoen gingen we naar families in gebieden waar gewelddadige aanvallen van de illegale kolonisten plaatsvonden. Samen met de Palestijnse lokale bevolking oogstten we olijven totdat de onvermijdelijke aanvallen begonnen. Op een keer liep een Palestijn een lelijke hoofdwond op door de grote stenen die naar hem werden gegooid. Ik kon ternauwernood een steen tegen mijn slaap vermijden, omdat mijn camerahand die blokkeerde. Het stelletje kolonisten, een stuk of zes die zich op een heuvel boven ons bevonden, raakte niet eens geïrriteerd toen we riepen dat ze wel eens iemand konden vermoorden. Per slot van rekening was dat ook hun bedoeling.
olijfboer kolonistenaanval israël
© Eva BartlettPalestijnse olijfboer aangevallen door illegale kolonisten.
Een andere idioterie tijdens het oogstseizoen voor olijven, en in het algemeen voor elke boer die zijn land probeert te betreden, is de noodzaak om een vergunning te krijgen, een vergunning die al dan niet door de zionisten verleend wordt. En zelfs met deze vergunning is er geen garantie dat de Palestijnen hun land kunnen betreden en bewerken.

Tijdens een militaire invasie in de oude stad Nablus, in het noorden van de Westelijke Jordaanoever, liepen we door de straten om eten te brengen aan Palestijnen die in hun huizen opgesloten zaten en we liepen met mensen mee die buitenshuis waren geweest toen de "avondklok" (lockdown) was ingesteld. Op een bepaald moment tijdens de avondlockdown, nadat we met drie vrouwen waren meegelopen naar huizen die omsingeld waren door zionistische soldaten, werd een Palestijnse hospik uit onze groep door de soldaten gevangen genomen, geblinddoekt en in de handboeien geslagen, waarna hij als menselijk schild werd gebruikt om het Palestijnse verzet ervan te weerhouden terug te vechten tegen de binnenvallende soldaten. Geen van onze pogingen om te onderhandelen over zijn vrijlating waren succesvol; het tegen soladaten zeggen dat het oppakken van burgers - en hospikken nog wel - voor gebruik als menselijk schild illegaal was, had totaal geen effect. Zionisten staan immers boven de wet...
israël muur apartheid
© Atef Safadi/European Press AgencyEen Israëlische muur die het Palestijnse vluchtelingenkamp Shuafat scheidt van een wijk in Oost-Jeruzalem. Israël en de VS verwierpen ten stelligste het VN-rapport.
Bil'in, een dorp ten noorden van Ramallah, was een van de eerste dorpen waar geprotesteerd werd tegen de gigantische, illegale muur die de zionisten aan het bouwen zijn en die diep de al bezette Westelijke Jordaanoever inslingert. Sinds 2005 marcheren mannen, vrouwen, kinderen en ouderen uit Bil'in elke vrijdag op hun land om te protesteren tegen deze nieuwste zionistische annexatie en het verlies van 60% van het dorpsgebied. Ze worden systematisch bestookt met scherpe munitie en met rubber omhulde metalen kogels en traangassalvo's.

De "rubberen" kogels zijn in feite metalen kogellagers met een heel dun laagje rubber, vaak opzettelijk opengespleten voordat ze worden afgeschoten, om maximaal letsel toe te brengen. Ze zijn alleen bedoeld voor gebruik op de benen, maar zionistische soldaten richten routinematig op het gezicht.

De hoeveelheid traangas die op demonstranten in Bil'in wordt afgevuurd is duizelingwekkend, maar dodelijker is de manier waarop dat gebeurt: vaak wordt er rechtstreeks op de persoon geschoten, zoals in het geval van Bassam Abu Rahme, die daarbij gedood werd. Bassam stierf nadat hij op slechts een paar meter afstand met een traangasgranaat met hoge snelheid werd bekogeld. Toen hij in april 2009 door het zionistische leger werd vermoord, was hij de 18e persoon die demonstrerend tegen de muur de dood vond. Onder de doden bevinden zich veel 14- tot 16-jarigen maar ook een 10-jarige.

Degenen die als organisatoren worden beschouwd, worden systematisch ontvoerd, zowel tijdens de demonstraties als bij nachtelijke invallen in het dorp, en worden meestal maandenlang vastgehouden zonder in staat van beschuldiging te worden gesteld. Sommige van de 134 Palestijnen die in zionistische gevangenissen worden vastgehouden, zitten daar in "administratieve hechtenis."

Toen we deelnamen aan de protesten in Bil'in, en de vele andere Palestijnse dorpen die zulke Gandhiaanse demonstraties hielden, marcheerden we met hen mee en kregen eveneens wolken traangas over ons heen. Als het erop leek dat het leger een Palestijn ging ontvoeren, probeerden we hem/haar te "de-arresteren." Op een keer, door onze armen en benen om Adeeb te wikkelen, een van de vele ontvoerde demonstranten in Bil'in, lukte het ons om zijn arrestatie af te wenden, maar we werden wel geslagen en tegen ons hoofd geschopt voordat de soldaten traangas op ons afvuurden [video].


De ironie van dergelijk geweld dat bij verschillende geweldloze protesten wordt gebruikt, is dat de reguliere media vaak zeggen, "waarom zijn er geen Palestijnse Gandhi's?" Maar elke dag van overleven onder zionistische heerschappij vormt op zichzelf al een geweldloos protest, om nog maar te zwijgen van de daadwerkelijke demonstraties die iedere week plaatsvinden.

Hoewel ik getuige ben geweest van gruwelijke gewelddadigheden en vernederingen tegen Palestijnen door het zionistische leger en kolonisten, heb ik in mijn ongeveer vier jaar in bezet Palestina verrassend genoeg ook veel schoonheid, vrijgevigheid, cultuur en veerkracht mogen aanschouwen.

Voor iemand die Palestijnen kent, zou dit niet verbazingwekkend moeten zijn, maar voor een waarnemer die alleen hoort over de verschillende oorlogen die de zionistische staat uitvoert tegen de onder bezetting levende Palestijnen, zou je nauwelijks verwachten dat schoonheid en leven floreren.

Maar lijden en tragedie wegen veel zwaarder dan vreugde en hoop en staan in een wanverhouding die vergelijkbaar is met die van de machtsongelijkheid tussen de zwaarbewapende zionistische staat en de met stenen en zelfgemaakte raketten bewapende onder bezetting levende Palestijnen.

Het minste wat ik kan doen, wat wij kunnen doen, is werken aan het verschuiven van die machtsongelijkheid naar een meer rechtvaardige toestand.

Deel 2

Buitengewoon zware stortregens overspoelden vorige maand een groot deel van Gaza, dat al sinds 2006 gebukt gaat onder het Israëlisch-Egyptische beleg. Honderdduizenden mensen werden getroffen en meer dan 5.000 mensen werden uit hun huizen geëvacueerd. Stroomonderbrekingen van 20-22 uur per dag, of hele dagen, zijn de norm geworden en beïnvloeden elk facet van het leven in Gaza.

De Gazastrook, een strook land met een lengte van 40 km en op het breedste stuk een breedte van 12 km op een oppervlakte van 365 vierkante kilometer, herbergt 1,7 miljoen Palestijnen, waarvan tweederde vluchteling is.

Hoewel het lijden in Gaza al tientallen jaren geleden begon, heeft sinds 2006 een groot deel van de wereld de banden met Gaza verbroken en sinds 2007 heeft Israël, gesteund door Egyptische en westerse mogendheden, een volledige blokkade opgelegd aan de Gazastrook.

Het gaat niet alleen om een economische blokkade, maar vooral om een volledige blokkade in de enclave van verkeer, goederen, toegang tot gezondheidszorg buiten de stad en beperking van de invoer van brandstof, kookgas en medicijnen, om maar een paar artikelen te noemen. Het heeft invloed op elk denkbaar aspect van het leven.

In november 2008 sloot ik me aan bij een groep Europese parlementsleden die met de boot van Cyprus naar de Gazastrook voeren in een poging de blokkade symbolisch te doorbreken. Behalve een daad van solidariteit was het ook mijn enige manier om Gaza binnen te komen. Op één grensovergang na werden alle grensovergangen door Israël gecontroleerd en de overgebleven grensovergang door het medeplichtige bewind van Mubarak in Egypte. De uitkomst was echter niet zeker: Israël controleert ook de Palestijnse wateren.
gaza visser intimidatie israël kanonneerboot
© Eva BartletIsraëlische kanonneerboot flankeert de Dignity terwijl deze door internationale wateren naar Palestijnse wateren vaart.
De boottocht van november, georganiseerd door de Free Gaza-beweging, was de derde in deze categorie. Nog twee boten bereikten de Palestijnse kusten voordat Israëlische oorlogsschepen de doorgang met geweld begonnen te belemmeren, waarbij één boot werd geramd.

Ik sloot me aan bij een handvol andere mensenrechtenactivisten van de ISM en begon aan wat uiteindelijk drie jaren zouden worden van de meest surrealistische en gruwelijke ervaringen die ik als activist ooit heb mee mogen maken.

Ons werk bestond uit het begeleiden van boeren en vissers bij hun pogingen om hun beroep uit te oefenen, waarbij ze regelmatig onder machinegeweervuur van zionistische soldaten kwamen te liggen. De vissers worden ook onderworpen aan beschietingen en zware aanvallen met waterkanonnen, waarvan de kracht ruiten verbrijzelt, houten onderdelen van de boten splijt en elektronische navigatieapparatuur vernietigt. De Israëlische marine voegt ook vaak een chemische stof toe aan de straal die de doordrenkte slachtoffers dagenlang naar uitwerpselen laat stinken. [videos]


Bij één aanval op vissers beschoot de marine eerst ongeveer een kwartier lang met machinegeweren een vistrawler die op een kilometer van de noordkust van Gaza voer, waarna er een raket werd afgevuurd die de boot in lichterlaaie zette. De vissers sprongen overboord en werden gered, maar de boot niet. De vlammen verteerden de boot en daarmee ook het levensonderhoud van de zowat acht vissers die regelmatig op de boot werkten.

Na een half uur tijdens mijn eerste uitstapje met vissers, in november 2008, werden we bestormd door een Israëlische kanonneerboot, die op het laatste moment uitweek. Intimidatie. De vissers moesten alle zeilen bijzetten om hun netten binnen te halen. Niet veel later kwam er nog een kanonneerboot op ons af en bestookte ons met waterkanonnen. Onze trawler wist te ontsnappen voordat het water werd gespoten. Deze kleinschalige pesterijen vallen in het niet bij de herhaalde aanvallen die gewoonlijk plaatsvinden wanneer vissers zelfs maar een paar kilometer uit de kust proberen te vissen. Volgens de Oslo-akkoorden hebben Palestijnse vissers het recht om 20 zeemijlen van de kust te vissen, maar onder Israëlische heerschappij staat de limiet op zes mijl. Als de vissers op zee worden aangevallen, gebeurt dat vaak herhaaldelijk waarbij de Israëlische marine hen van de ene locatie naar de andere volgt, waardoor hun vispogingen grotendeels vruchteloos blijven.

Vissers worden regelmatig ontvoerd, terwijl hun boten door de marine worden gestolen. Als de boten worden teruggegeven, en dat is meestal pas na vele maanden, dan zijn ze ontdaan van netten en uitrusting. Het ontvoeringsproces van de vissers verloopt meestal als volgt: één of meer Israëlische kanonneerboten vallen de vistrawler (of de kleinere roeiboten die gangbaar zijn in Gaza) aan met machinegeweren en/of beschietingen; de marine beveelt de vissers zich uit te kleden tot op hun ondergoed, waarna ze in het water moeten duiken waar men de vissers vaak langdurig laat zwemmen of watertrappelen, ongeacht de temperatuur van het water. Vervolgens halen ze de vissers weer aan boord om ze daarna te ontvoeren naar een detentiecentrum waar ze over van alles en nog wat, behalve vissen, worden ondervraagd.

Een soortgelijk intimidatiebeleid vindt dagelijks plaats in de grensgebieden van Gaza, waar boeren en iedereen die in de buurt van de grens werkt of woont te maken kan krijgen met machinegeweren en beschietingen. Dit geldt ook voor de armsten van de Gazastrook, veelal kinderen, die in de grensgebieden werken om stenen en puin te verzamelen (van huizen die door het Israëlische leger werden verwoest) voor de wederverkoop aan bouwbedrijven. Deze arbeiders lopen dubbel gevaar: de dreiging om het doelwit te worden van mitrailleurs/granaten, en de dreiging van niet-geëxplodeerde munitie onder het puin dat ontploft als het wordt aangeraakt.[videos].

Tijdens de oorlog in 2008-2009 tegen de bevolking van Gaza werden, naast bombardementen door oorlogsvliegtuigen, veel huizen in de grensgebieden vernietigd door middel van explosieven. Dit ging gepaard met de opzettelijke vernietiging van waterputten en waterreservoirs in de grensgebieden. Tanks en bulldozers woelden enorme gebieden om in onbewerkbare stukken aarde. De combinatie van dit alles maakte de gebieden langs de grens onleefbaar en bijna onmogelijk om landbouw op te bedrijven. [zie: They Make Like Art Here]

Boeren die hun land proberen te betreden, of dat nu ouderen of kinderen (mannen en vrouwen) zijn, vormen regelmatig het doelwit van Israëlische soldaten. Een "bufferzone" van 50 meter die halverwege de jaren '90 eenzijdig door de Israëlische autoriteiten werd ingesteld aan de kant van Gaza, werd in de loop der jaren uitgebreid tot de huidige "bufferzone" van 300 meter. In werkelijkheid is het beleid erop gericht Palestijnen tot op twee kilometer van de grens aan te vallen.

Dit verboden gebied pikt ruwweg een derde van Gaza's landbouwgrond in, grond die toevallig tot de vruchtbaarste grond van de Gazastrook behoort. Dit is een gebied dat vroeger bekend stond als Gaza's "broodmand," vanwege de vele olijfbomen, fruit- en notenbomen, tarwe en rogge, linzen en kikkererwten, en verschillende groenten en fruit die ooit in overvloed op deze grond groeiden. Nu, in naam van de "veiligheid," walsen gepantserde bulldozers en tanks elke week of twee stukken landbouwgrond plat, zelfs buiten de door Israël opgelegde grens van 300 meter.

We vergezelden boeren bij het planten van tarwe of het oogsten van hun gewassen, vaak laaggroeiende gewassen zoals peterselie en linzen. Terwijl ze hiermee bezig zijn, worden ze regelmatig onder vuur genomen door Israëlische soldaten in jeeps, of ze worden door scherpschutters beschoten die achter heuvels langs de grensafscheiding liggen. Sommige van de boeren zijn betaalde arbeiders die in het beste geval het equivalent van vijf dollar per dag verdienen, waarmee ze bijdragen aan het inkomen van hun families. Anderen zijn grootouders en kleinkinderen die land bewerken dat hun familie al generaties lang bewerkt.

Langs de hele grens staan militaire geschutstorens, waaronder op afstand bediende torens met zwenkbare machinegeweren die worden afgevuurd door soldaten met joysticks in controlekamers kilometers verderop. Ons beleid was om met de armen omhoog en met niets op of aan ons dat als bedreigend kon worden opgevat, op onze plaats te blijven staan totdat de boeren wilden vertrekken. Het ging om het terugpakken van land door de boeren die met geweld van hun land waren verdreven door het Israëlische beleid en de beschietingen. We hadden alleen een dun fluorescerend hesje aan en waren met foto- en videocamera's uitgerust om de agressie te documenteren.

Als de soldaten schieten, is dat vaak nadat ze de boeren langere tijd in de gaten hebben gehouden. In één zo'n geval hield het leger ons twee uur lang in de gaten terwijl we aan het werk waren op een stuk land dat meer dan 500 meter van de grens lag. Ze kozen het moment waarop de landarbeiders een stilstaande pick-up truck vol peterselie voorttrokken om hen te beschieten. Hoewel we ons vóór de boeren bevonden, tussen de boeren en de soldaten in, schoten de soldaten langs ons heen en raakten een zeventienjarige dove landarbeider in zijn onderbeen.

In een ander geval kwamen we meer dan 40 minuten lang onder zwaar vuur te liggen van Israëlische soldaten die zich zo'n 500 meter van ons vandaan bevonden. De boeren lagen plat op de grond, zonder dekking om hen te beschermen. Wij bleven staan en de kogels vlogen ons om de oren. De Canadese ambassade belde me om te zeggen dat ze niets zouden doen en dat humanitaire hulpverleners zich bewust zouden moeten zijn van het Israëlische veiligheidsbeleid in de grensgebieden van Gaza.

Zelfs als de verwonding niet direct dodelijk is, lopen mensen die in de grensgebieden worden neergeschoten het risico dood te bloeden voordat ze medische zorg bereiken. Ambulances, die ook het doelwit zijn van Israëlische beschietingen, kunnen het niet riskeren om te dicht bij de grens te komen. Dus toen Ahmed Deeb, een 21-jarige die deelnam aan een protest tegen het grensbeleid, in zijn liesslagader werd geschoten, had hij tegen de tijd dat een groep jonge mannen hem naar een ambulance verderop droeg, al te veel bloed verloren en stierf bij aankomst in het ziekenhuis. [zie ook: What Threat Did I pose the Israeli Soldiers?]

Op 14 juni 2009 sloten we ons aan bij Palestijnse vrijwilligers in de noordelijke regio van Beit Hanoun in Gaza, om te zoeken naar het lijk van een jonge man die twee maanden eerder vermist was geraakt. Een herder in het gebied had wat leek op een lijk geroken in de noordoostelijke regio vlakbij de grensafscheiding. Terwijl we in een rij liepen en de grond uitkamden op zoek naar het lichaam, begonnen Israëlische soldaten op ons te schieten. De vader van de dode man liep met ons mee en dook weg bij elk schot dat onze kant op werd afgevuurd. De kogels kwamen steeds dichterbij toen we het in staat van ontbinding verkerende lichaam vonden, hem op een laken legden en wegsleepten, terwijl de vader huilde. De Israëli's ontzeggen de Palestijnen zelfs de waardigheid om de lichamen van hun geliefden terug te halen.

Tijdens de oorlog in 2008-2009 tegen Gaza, waarbij minstens 1.419 doden vielen, werkten we als vrijwilligers samen met het Palestijnse Rode Kruis, reden mee in hun ambulances en documenteerden de Israëlische wreedheden en oorlogsmisdaden.

Onze bedoeling bij het begeleiden van de ambulances was om de gevechtsvliegtuigen, tanks en drones ervan te weerhouden de hospikken aan te vallen. We werden aangespoord door het feit dat er in de eerste week al 2 medische hulpverleners waren gedood en nog eens 15 tijdens hun werk gewond waren geraakt (aan het einde van de 23 dagen durende aanvallen hadden 23 hulpverleners het leven gelaten en waren er 50 gewond geraakt). Hospikken en reddingswerkers moeten volgens de Conventies van Genève veilige toegang krijgen tot de gewonden en doden. In Gaza, zoals met zoveel dingen, doet het internationaal recht er niet toe en wordt voorkomen dat hospikken degenen bereiken die om hen vragen, waarbij zij zelf het doelwit worden. [zie ook: Defend the Rescuers en Rescuers Targeted, One Year On].

Tijdens de eerste minuten van de aanvallen richtten Israëlische gevechtsvliegtuigen zich op politiebureaus in dichtbevolkte gebieden in de hele Gazastrook. In het Shifa Ziekenhuis, het belangrijkste ziekenhuis in Gaza, was het een hectische chaos van mensen die op zoek waren naar geliefden en overal lagen lichamen. De vloeren van het ziekenhuis waren bedekt met mensen die in verschillende gradaties van lichamelijke verwondingen lagen te wachten op behandeling, ook op de ondermaats uitgeruste IC. Ambulances en auto's gierden in een eindeloze stroom af en aan om gewonden en doden af te leveren.

De hulppost van het Rode Kruis in het oosten van Jabalia, Noord-Gaza, was vanaf onze tweede ochtend met de hospikken te gevaarlijk om te betreden: de landinvasie was 's nachts begonnen, granaten vlogen gevaarlijk dicht langs het gebouw. Tegen de ochtend was het onmogelijk om er te komen, en tegen het einde van de aanvallen kwamen we terug en vonden we het bezaaid met kogels van machinegeweren en getroffen door beschietingen. De tweede ochtend werd een hospik met wie ik de hele avond had samengewerkt, gedood door een pijl uit een verdovingsgeweer die op zijn ambulance was afgevuurd. [zie ook: Ensuring Maximum Casualties in Gaza]
Witte fosfor 1
Israël gebruikt witte fosfor boven bevolkte gebieden in Gaza
Gedurende onze tijd met de hospikken, zag ik mensen gruwelijk verbranden en verminkt raken door witte fosfor, die op verschillende plaatsen in Gaza werd gebruikt. Het meest berucht was het bombardement boven Fakhoura, de VN-school, die destijds als toevluchtsoord diende voor intern ontheemden. Toen witte fosfor op de school neerdaalde, werden 42 burgers gedood, terwijl velen op gruwelijke wijze verminkt raakten door het chemische wapen. Witte fosfor brandt totdat er geen zuurstof meer bij kan.

Ook zag ik doodsbange burgers die door het leger gegijzeld waren, geen voedsel, water of medicijnen kregen en in veel gevallen geterroriseerd werden. Mensen stroomden toe vanuit gebieden in heel Noord-Gaza, te voet, terwijl de bommen vielen, op zoek naar veiligheid waar die niet te vinden was. En slachtoffers van drone-aanvallen: het leger gebruikt de "double-tap"-bombardementsmethode: een gebied aanvallen en binnen enkele minuten opnieuw aanvallen, waarbij precisiebombardementen worden uitgevoerd op mensen die de slachtoffers van de eerste aanval komen helpen. Nooit zal ik het schrille geschreeuw vergeten van een man wiens vrouw werd getroffen door die fatale tweede "tap," krijsend terwijl hij de brokstukken van zijn geliefde bijeen raapte om haar vervolgens naar het mortuarium te brengen.

Vele gruweldaden later, aan het einde van 23 dagen van voortdurende bombardementen, zagen we de ravage die de aanvallen over de hele Gazastrook veroorzaakt hadden. Mensen die van dichtbij een kogel door hun hoofd hadden gekregen, waaronder kinderen; gezinnen die levend waren begraven door bombardementen op hele gebouwen, waarvan de overlevenden vervolgens dagenlang medische zorg werd geweigerd totdat velen aan hun verwondingen stierven; racistische haatgraffiti op de muren van huizen die door zionistische soldaten waren bezet; kuilen in de aarde zo groot als voetbalvelden die werden gebruikt om gevangen naakt vast te houden, dagenlang, waarvan sommigen naar Israelische gevangenissen werden overgebracht; gebombardeerde ziekenhuizen, ook met witte fosfor, waaronder een revalidatieziekenhuis waar de meeste patiënten invalide waren; kleuterscholen, universiteiten, moskeeën, markten, scholen en boerderijen waren gebombardeerd en vernietigd. [Zie: Israeli War Crimes Coming to Light]

Dit nachtmerriescenario herhaalde zichzelf in november 2012, toen Israël een acht dagen lang bombardement uitvoerde waarbij 171 Palestijnen het leven verloren. Niet alleen vermoordde het leger meer Palestijnen, het zorgde ook voor de instorting van de infrastructuur van de Gazastrook, waarbij, wederom, belangrijke bruggen werden vernietigd, alsook water- en rioleringsbuizen, scholen, een voetbalstadion, gezondheidsklinieken en ziekenhuizen en televisiestations, terwijl het aan de Palestijnen was om de hele vernielde boel, veroorzaakt door Israël's oorlogsspelletjes, weer op te ruimen. Tegelijkertijd beperkten de Israelische autoriteiten de invoer van bouwmaterialen naar Gaza, hetgeen thans zelfs verboden is, waardoor de wederopbouw van de vernietigde huizen en gebouwen vrijwel onmogelijk is geworden [zie: Killing Before the Calm en The Flattening of Gaza].

Zelfs zonder de moordpartijen en beschietingen is het leven in Gaza meer dan ondraaglijk.

In 2006 bombardeerden zionistische oorlogsvliegtuigen de enige elektriciteitscentrale van Gaza, die toentertijd in ruwweg de helft van de energiebehoefte van de Gazastrook voorzag. Sindsdien heeft het verbod op bouwmaterialen en vervangende onderdelen ervoor gezorgd dat de centrale nooit volledig werd hersteld. In goede tijden duren stroomonderbrekingen slechts 6-8 uur per dag. Op dit moment, met een brandstoftekort dat zowel door de medeplichtigheid van de regering in Ramallah als door het bombarderen van de essentiële tunnels tussen Gaza en Egypte veroorzaakt werd, kampt Gaza met een dusdanig tekort aan brandstof om de elektriciteitscentrale te laten draaien, dat de de mensen aldaar gemiddeld 14 tot 18 uur per dag zonder stroom zitten.

Dit heeft gevaarlijke gevolgen voor de gezondheidszorg, de waterzuivering, het onderwijs en de industrie. De reanimatieapparatuur van ziekenhuizen, operatiekamers, IC's, dialysemachines, ijskasten voor plasma en medicijnen en zelfs eenvoudige hygiënische wasserettes worden alle getroffen [zie: Israeli Siege on Gaza Causes Waste Crisis en Attack on Water Brings Sanitation Crisis].

Afvalwaterzuiveringsinstallaties, die al overbelast zijn door gebrek aan reparaties en uitgebreide rioolwaterbassins, dumpen uiteindelijk 90 miljoen liter of meer rioolwater in zee; bij stroomuitval loopt dat nog verder op, terwijl rioolwaterbassins soms overlopen in woonwijken, zoals onlangs gebeurde in een wijk van Gaza Stad. [zie: Attack on Water Brings Sanitation Crisis en Israel's threat to cut Gaza water supply would be "complete catastrophe"]

Gedurende mijn verblijf in Gaza bezocht ik een paar tunnels. Hoewel sommige van de honderden tunnels die van Gaza naar Egypte lopen werden versterkt en groot genoeg zijn om verboden goederen, zoals voertuigen of zelfs kamelen, te vervoeren, waren de tunnels die ik zag klein en op sommige plekken onvoldoende versterkt met houten planken, terwijl aangrenzende tunnels naast elkaar en over elkaar heen lagen. De mensen die in de tunnels werken, behoren tot de wanhopige armen van Gaza, ze werken lange, ondraaglijk hete uren voor een hongerloon en lopen altijd het gevaar van instorting van de tunnel, elektrocutie door slechte bedrading binnenin, of zionistische bombardementen.

Maar door de tunnels komen tenminste door het zionistische regime verboden of beperkte goederen Gaza binnen. Tussen 2008 en 2010 waren dit bijvoorbeeld luiers, A4-papier, vee, zaden, kunstmest, schoenen en pasta. Het Israëlische regime ging zelfs zover dat het de minimaal benodigde hoeveelheid calorieën uitrekende om de Palestijnen net niet helemaal uit te hongeren (zie: Food Consumption in the Gaza Strip — Red Lines). Zelfs na het opheffen van sommige van deze belachelijke beperkingen waren de tunnels nog steeds cruciaal voor de import van voldoende hoeveelheden brandstof en kookgas.

De schade aan de grondwaterlaag aan de kust door overmatige wateronttrekking zal in 2020 onomkeerbaar zijn als er nu geen actie wordt ondernomen, aldus een VN-rapport uit 2012. Op dit moment is volgens WHO-normen 95% van het water in Gaza ondrinkbaar.

De kunstmatig veroorzaakte crisis die het leven in Gaza volstrekt ondraaglijk en gevaarlijk maakt, blijft escaleren, terwijl tegelijkertijd de mediastilte rond Gaza voortduurt. Uit mijn ervaringen in de Gazastrook, waaronder ontmoetingen met de verschillende ambtenaren op het gebied van water, hygiëne, gezondheid en landbouw, begrijp ik dat de huidige 80% afhankelijkheid van voedselhulp kan worden teruggedraaid, de werkloosheidscijfers verlaagd kunnen worden en een fatsoenlijke levenskwaliteit mogelijk kan worden gemaakt als, en alleen als, de blokkade wordt opgeheven, export en bewegingsvrijheid worden toegestaan en de Israëlische aanvallen op boeren en vissers worden gestaakt.

Tot die tijd, en totdat de wereldleiders, ook die van Gaza, stoppen met hun blinde steun aan de zionistische staat en actie ondernemen om de talloze VN-resoluties die recht doen aan de Palestijnen af te dwingen, zal het lijden alleen maar verergeren.

Zie: https://ingaza.wordpress.com/2013/11/05/observations-from-occupied-palestine-part-1/