Tino Chrupalla en Alice Weidel
© Adam Berry / Getty ImagesFOTOBESTAND: Tino Chrupalla en Alice Weidel, lijsttrekkersduo voor de oppositiepartij Alternative für Deutschland (AfD), zwaaien naar aanhangers tijdens een AfD-campagnebijeenkomst op 10 augustus 2021 in Schwerin, Duitsland.
Pogingen om de AfD, een groeiende doorn in het oog van de regering, te verbieden zullen waarschijnlijk niet slagen - en als dat wel gebeurt, zal het meer kwaad dan goed doen.

Bij echt slechte ideeën kun je vaak twee belangrijke vragen stellen. Ten eerste, waarom zal het niet werken? Ten tweede, waarom zou het schadelijk zijn als het wel zou werken? Deze stelregel geldt in Duitsland, waar het echt slechte idee om de partij Alternative für Deutschland (AfD) te verbieden momenteel veel stof doet opwaaien.

De achtergrond van dit debat is eenvoudig. De AfD, die tien jaar geleden werd opgericht, heeft een vaste plaats veroverd binnen het politieke landschap. Het is een populistische rechtse partij (ongeveer vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Oostenrijkse FPÖ) die politici en kiezers uit een breed spectrum van standpunten samenbrengt. In het geval van de AfD varieert dit spectrum van zeer uitgesproken conservatief tot extreem rechts.

De AfD is nog steeds relatief klein, maar wel significant. Met momenteel iets meer dan 40.000 leden bezet de partij 78 van de 736 zetels in de Bondsdag, het centrale parlement in Berlijn. Belangrijk is dat de AfD ook sterk vertegenwoordigd is in 14 van de 16 regionale parlementen, waar ze 242 van de 1898 zetels inneemt (voor alle regionale wetgevende machten samen). Voor wat betreft haar invloed op nationale debatten, steekt ze duidelijk ver boven dit kwantitatieve gewicht uit.

Het belangrijkste is echter dat de AfD flink aan de weg timmert, zowel op centraal als regionaal niveau. Als Duitsers nu zouden stemmen voor de Bondsdag - en dus in feite voor het kanselierschap - zou de AfD 23% halen. Dat is vergelijkbaar met de traditionele centrumlinkse SPD, die de onfortuinlijke coalitieregering leidt en die op 14% uit de bus komt. Alle partijen van de regeringscoalitie (SPD, Groenen en de marktliberale FDP) samen kunnen slechts rekenen op een steun van 31%.

Regionaal gezien ziet de situatie er grotendeels hetzelfde uit, met een bijzonder sterke opmars van de AfD in het voormalige Oost-Duitsland. In de deelstaat Brandenburg bijvoorbeeld staat de AfD volgens een peiling aan de leiding met 28%, waarmee ze zowel de CDU-conservatieven (18%) als de SPD (17%) met gemak verslaat. Als klap op de vuurpijl overtreft AfD-medelijsttrekker Tino Chrupalla ook nog eens SPD-kanselier Olaf Scholz voor wat betreft persoonlijke populariteit. Dit is overigens niet heel moeilijk, aangezien het Scholz is gelukt een van de meest impopulaire Duitse politici ooit te worden.

Geen wonder dat de ondergekwalificeerde en ietwat hysterische Duitse minister van economie, Robert Habeck, die bezeten lijkt te zijn van de Russen, er publiekelijk op los hallucineert dat de AfD van Duitsland een soort Rusland wil maken. (Het is natuurlijk ironisch dat, gezien Habecks eigen slecht beheerde ministerportefeuille, heel wat Duitsers maar al te blij zouden zijn met Ruslands groeicijfers).

Dergelijke retoriek, evenals de timing van het moment waarop de idee van een verbod op de AfD wordt geopperd, verraadt het feit dat de poging om het voorstel om de AfD te verbieden te populariseren, een opportunistische reactie is op de AfD's toenemende electorale invloed, die natuurlijk niet openlijk kan worden toegegeven. De voorstanders van een verbod voeren daarom aan dat de AfD een extremistische partij is.

Hier is echter van cruciaal belang dat extremisme een specifieke, wettelijk (en strikt) gedefinieerde betekenis heeft. Volgens de Duitse grondwet (artikel 21.2) kan het Constitutionele Hof (en alleen dat hof) een partij verbieden wanneer deze de grondwettelijke orde van de Bondsrepubliek of het voortbestaan van de Bondsrepubliek zelf wezenlijk in gevaar brengt. Een belangrijk en vaak over het hoofd gezien voorbehoud is dat het niet volstaat dat een partij zich vijandig opstelt tegenover de grondwettelijke orde. Een verbod is alleen mogelijk als de partij dit doet op een "actief-strijdlustige, aggressieve manier," zoals het Duitse ministerie van Binnenlandse Zaken het uitdrukt.

Slechts twee partijen werden ooit verboden, een extreem-rechtse in 1952 en in 1956 een extreem-linkse. Andere pogingen om partijen (of meer precies, dezelfde partij) te verbieden mislukten ook tweemaal: in 2003 en opnieuw in 2017 weigerde het Constitutionele Hof om de zeer extreem-rechtse NPD (Nationaldemokratische Partei Deutschlands) te verbieden.

Hieronder volgt waarom pogingen om de AfD te verbieden, berusten op een slecht idee, in die zin dat het waarschijnlijk niet zal werken:

In het algemeen maakt de Duitse wet het, op grond van het beginsel van Parteienprivileg (partijprivilege), gelukkig moeilijk om partijen te verbieden. Om te voldoen aan zowel de wetgeving als aan interpretatieve precedenten moet aan twee belangrijke criteria worden voldaan: Een partij moet aantoonbaar strijden tegen de grondwettelijke orde van Duitsland en ook een reële kans op succes hebben.

Het tweede criterium verklaart waarom het Constitutionele Hof in 2017 de NPD niet verbood, hoewel haar programma openlijk extremistisch is in een fascistisch kader. Simpel gezegd, vond het Hof de NPD voldoende akelig, maar onvoldoende belangrijk om een verbod uit te vaardigen.

Met betrekking tot de AfD zouden haar tegenstanders natuurlijk kunnen aanvoeren dat ze werkelijk invloed heeft en nog meer invloed zal krijgen. Maar de vijanden van de AfD zouden het nog steeds veel moeilijker hebben dan in het geval van de NPD: terwijl het programma van de NPD duidelijk is over beleid dat in principe onverenigbaar is met de Duitse grondwet, is dat bij de AfD niet het geval. Qua programma is het een populistisch-rechtse partij (waarvoor ik, ik geef het toe, geen sympathie voel), maar ze stelt de Duitse grondwet niet fundamenteel ter discussie. Als een verbodszaak uitsluitend gebaseerd zou zijn op partijprogramma's, dan zou een verzoek om de AfD te verbieden kansloos zijn.

Dergelijke zaken zijn echter ook afhankelijk van een ander soort bewijs. Om een politieke partij te verbieden, is een grote hoeveelheid belastend materiaal nodig van het type dat alleen door veiligheidsdiensten verzameld kan worden. Cru gezegd, voordat een partij verboden kan worden, moet er veel gespioneerd worden, ook door undercoveragenten binnen die partij. Overigens is dat de werkelijke relevantie van het feit dat de Duitse binnenlandse veiligheidsdiensten (in de regionale deelstaten en op federaal niveau) de AfD officieel als, in essentie, verdacht bestempelen. Deze classificatie zegt weinig over de kansen van een eventuele verbodsprocedure. In werkelijkheid betekent het dat de bespieders aan de slag kunnen.

En precies deze kwestie - de vraag of de AfD systematisch liegt over haar werkelijke aard en bedoelingen - maakte recente onthullingen over ten minste één geheime bijeenkomst met andere extreem-rechtse vertegenwoordigers zo betekenisvol. De gesprekken daar gingen over complotachtige plannen voor uitzettingen, ook van houders van Duitse paspoorten (eufemistisch "remigratie" genoemd), wat regelrecht indruist tegen de grondwet. Toch zullen zelfs dergelijke bijeenkomsten op zichzelf niet voldoende zijn voor een verbod.

Maar voor de voorstanders van een verbod komen ook hierbij nadelen naar boven. Als één van de drie instellingen (het parlement, de federale assemblee en de regering) die hiertoe wettelijk gemachtigd zijn daadwerkelijk een zaak zou aanspannen bij het Constitutionele Hof, dan zouden alle undercoveragenten onmiddellijk hun werkzaamheden moeten staken. Sterker nog, het feit dat er nog steeds agenten actief waren binnen de NPD was de reden dat de eerste poging om de partij in 2003 te verbieden, mislukte.

Als we daaraan toevoegen dat dergelijke zaken jaren in beslag nemen, ontstaat er een paradoxaal effect. Het inleiden van de procedure zou de AfD bevrijden van binnenlandse veiligheidsinmenging, tenminste officieel, en in die zin dat er geen bewijs van enige voortdurende spionage tegen de AfD gebruikt zou kunnen worden.

Het feit dat verbodszaken zoveel tijd in beslag nemen om tot een uitspraak te komen, betekent ook dat er geen kans bestaat om de huidige opkomst van de AfD aan te pakken met een verbod. Een verbod zou veel te laat komen om effect te hebben op bijvoorbeeld de komende regionale en federale verkiezingen. Sterker nog, als er nu een verbodszaak zou worden aangespannen, zou dat de AfD waarschijnlijk alleen maar in staat stellen om te profiteren door de slachtofferkaart te spelen.

En tot slot speelt er nog een ander paradoxaal effect van een poging tot een verbod. Als (wanneer) het mislukt, zal het Constitutionele Hof volgens de juridische theorie alleen oordelen dat er niet genoeg bewijs op tafel ligt voor een verbod. Maar in de politieke realiteit zou de AfD zo'n uitkomst presenteren als bewijs dat ze brandschoon is. Raad eens welk verhaal meer weerklank zou vinden bij de kiezers.

Dat brengt ons bij het tweede aspect waarom het een slecht idee is om te proberen de AfD te verbieden. In het onwaarschijnlijke geval van een succesvol verbod, zouden de gevolgen voor de Duitse politiek zeer nadelig zijn. Ten eerste zouden veel kiezers het verbod zien als vals spel, als misbruik van een noodoptie om af te rekenen met een politieke concurrent. En daar zouden ze gelijk in hebben. Want zelfs als we uitgaan van het ergste als het gaat om wat de AfD werkelijk is en wil, moeten we dezelfde scepsis toepassen op degenen die de AfD willen verbieden en hun motieven.

Ten tweede vormt de kwestie een schoolvoorbeeld van polarisatie. Zoals uit een nieuwe peiling blijkt, zou 42% van de Duitsers een verbodszaak toejuichen. Hoeveel zijn er tegen? Ook 42%. Veel succes.

Ten derde zouden de politici die deel uitmaken van de AfD, alsook de kiezers die zich achter de partij scharen, natuurlijk niet zomaar verdwijnen. Integendeel, ze zouden proberen zich te reorganiseren en opnieuw te beginnen. En de ervaring van het verbod zou hen alleen maar meer vervreemden van het politieke systeem. En aangezien de AfD geen kleine partij is met een minuscuul aantal kiezers, zou dat effect bijzonder nadelig zijn.

Tenslotte zou de algemene legitimiteit - in de praktische zin van principiële acceptatie door veel burgers - van de resterende partijen in Duitsland, in het bijzonder de partijen die hebben deelgenomen aan een verbodscampagne tegen de AfD, verder afnemen. Ironisch genoeg zouden dezelfde partijen die beweren dat ze tegen een opkomend autoritarisme vechten, niet alleen worden gezien als partijen die autoritaire tactieken gebruiken, maar ook als partijen die dit doen voor egoïstische en oneerlijke doeleinden. En terecht.

Vormt dit een dilemma? Misschien wel. Kan het worden opgelost door de AfD te verbieden? Nee, zeker niet.

De verklaringen, meningen en opinies in deze bijdrage zijn uitsluitend die van de auteur en vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs die van RT.

Tarik Cyril Amar, een historicus uit Duitsland die werkt aan de Koç Universiteit in Istanbul, houdt zich bezig met Rusland, Oekraïne en Oost-Europa, de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, de culturele Koude Oorlog en de politiek van het geheugen

X.com @tarikcyrilamartarik cyrilamar.substack.com www.tarikcyrilamar.com

Zie: https://www.rt.com/news/591146-attempts-prohibit-afd-germany/