Afbeelding
© AP
De metingen waarmee in 2012 het befaamde Higgsdeeltje werd gevonden op deeltjeslab CERN in Genève hebben mogelijk een tweede onbekend deeltje opgeleverd.

Vrijdag kondigde het LHCb-experiment op CERN afwijkingen in de metingen met de LHC-deeltjesversneller aan, die daarop zouden kunnen duiden.

Bij de deels door Nederlandse fysici gerunde LHCb-detector wordt gekeken naar het verval van zogeheten B-mesonen, die kunnen ontstaan als protonen in de versneller met hoge energie op elkaar botsen.

De zogeheten B-fysica geldt als een domein waar eventuele afwijkingen van de bestaande deeltjestheorie kunnen opduiken. Daarvan is bekend dat hij niet volledig is.

Afwijking

Vrijdag maakten de onderzoekers op de jaarlijkse winterconferentie van CERN in ski-oord Moriond bekend dat het verval van de mesonen anders gaat dan de theorie zegt. Aanwijzingen daarvoor waren in 2011 voor het eerst gezien, maar nu staat de afwijking vast.

Het gevonden effect kan duiden op een onbekend deeltje, een zogeheten Z'-deeltje, dat mogelijk duizend keer zwaarder is dan een proton. Eerder in de week gingen al geruchten over de vondst van zo'n Z', dat zelfs kan duiden op een nieuwe natuurkundige kracht.

Zover is het zeker nog niet, zeggen groepsleider Marcel Merk bij LHCb en zijn projectmanager Niels Tuning, beide van Nikhef in Amsterdam. "Het is te vroeg om de ontdekking te claimen, maar de speculaties over Z' zullen waarschijnlijk wel toenemen nu." De afwijking is gevonden in metingen tot de stop in 2012 van de LHC. Op CERN wordt vanaf deze maand met dubbele energie weer verder gezocht naar nieuwe deeltjes en krachten.