Afbeelding
© Bibliothèque nationale de France
Recent ontdekte de 57-jarige Livio De Francesco het skelet van een soldaat uit de Eerste Wereldoorlog. De overblijfselen van de soldaat lagen nabij de top van de Costabella in Val di Fassa en kwamen bloot te liggen na een zware storm. De soldaat is waarschijnlijk 100 jaar geleden het leven gekomen door granaatscherven in zijn rechterschouder.

Oorlog in de Alpen

De Francesco is al jaren bezig met een project om loopgraven en tunnels in de Italiaanse Alpen bloot te leggen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er hard gevochten tussen de Italianen en de gevechtseenheden van Oostenrijk-Hongarije. De Italianen maakten aanvankelijk deel uit van de Centralen, maar in 1915 kozen ze de kant van de Geallieerden. Ze meenden Oostenrijk snel te kunnen verslaan, maar de oorlog strandde in de loopgraven.

Barre omstandigheden

58 Italiaanse divisies vochten hoog in de Alpen. Door de strenge winters met temperaturen van -30 graden Celcius kwamen veel soldaten om het leven. Van de 13 miljoen Italianen zijn er meer dan één miljoen nooit meer teruggekeerd. Dit specifieke front is de geschiedenisboeken ingegaan als de 'Witte Oorlog'.

Een gezonde Italiaanse soldaat

Volgens De Francesco zijn de overblijfselen van een jonge Italiaanse soldaat. Zijn laarzen, munitie, geweer en handgranaat waren namelijk van Italiaanse afkomst. De Francesco zegt over de soldaat:

'Hoewel de overblijfselen nog officieel geïdentificeerd moeten worden, moet het een gezonde jongeman zijn geweest van ongeveer 1 meter 80 lang, wat toen groter was dan het gemiddelde. Zelfs het glazuur van zijn tanden was nog in een uitstekende conditie.'

De Italiaanse onderzoeker denkt dat de Italiaanse soldaat in juni of juli 1915 (precies 100 jaar geleden) om het leven is gekomen, omdat er in die maanden hard is gevochten op de berg.

Eerdere vondsten

Zo nu en dan verschijnt er in de Alpen een lichaam van een gesneuvelde soldaat. In 2014 werden in de Presena -gletsjer de overblijfselen van twee Oostenrijkse soldaten ontdekt. Door het ijs bleven de lichamen goed bewaard en kon zelfs geconstateerd worden dat de jongens blonden haren en blauwe ogen hadden. De jongens werden onder het oog van 500 mensen herbegraven.