blind leren typen kinderen
Door een typecursus leren basisschoolkinderen niet alleen blind de juiste toetsen in te drukken. Ze ontwikkelen ook betere spel- en opstelvaardigheden op de computer. Dat schrijven Nijmeegse onderwijskundigen in het vakblad Levende Talen Tijdschrift, op basis van een onderzoek onder 234 basisschoolkinderen van verschillende scholen.
Op school worden opdrachten en toetsen steeds vaker op de computer gemaakt. Kinderen die een typecursus hebben gevolgd zijn daarbij taalvaardiger en dus in het voordeel, aldus hoofdonderzoekster Henny van der Meijden. 'Maar zo'n cursus kost meestal geld. Eigenlijk moet op de basisschool systematische aandacht worden besteed aan blind typen.'

Van der Meijden vergeleek kinderen in groep 6, 7 en 8 die door hun ouders waren opgegeven voor een cursus blind typen met leeftijdgenoten zonder cursus. Voor de cursus nam ze testjes bij de kinderen af om hun taalvaardigheid op de computer te bepalen, met onder meer een dictee. Ook typten de kinderen een opstel aan de hand van plaatjes.

Opstellen

Na afloop van de typecursus voerde Van der Meijden de testjes nog eens uit bij dezelfde kinderen. Daaruit rolden twee bevindingen. De eerste, weinig verrassend: de kinderen die de cursus hadden gevolgd, konden nu tot wel drie keer zo snel en nauwkeuriger typen.

Vondst twee was opmerkelijker. De cursisten bleken met sprongen vooruit gegaan wat betreft taalvaardigheid op de computer. Zo maakten de blindtypers gemiddeld maar 6 fouten in het dictee (de niet-cursisten maakten er gemiddeld 8) en waren hun opstellen gemiddeld langer en beter.

Invloed

Waarom precies de blinde tikkers uitblinken in taalvaardigheid is niet duidelijk. 'Waarschijnlijk vergt het zoeken naar letters op het toetsenbord veel denkvermogen voor kinderen zonder typecursus. Zo veel, dat ze minder denkkracht besteden aan spellen of goed schrijven', legt Van der Meijden uit. 'Een andere optie is dat de opdrachten in de typecursus zelf invloed hebben. Door de cursus zijn de kinderen toch al gauw 10 minuten per dag meer bezig met taal dan andere kinderen.'

Huub van den Bergh, taalonderwijs-specialist aan de Universiteit Utrecht en niet betrokken bij het onderzoek, noemt haar resultaten overtuigend. 'Ik heb wat aanmerkingen bij de meetmethoden, maar de gemeten effecten zijn erg groot. Die vind je waarschijnlijk in replicaties ook wel terug.'

Het schoolcurriculum aanpassen vindt Van den Bergh nog te ver gaan. 'Er liggen te veel vragen open. Eerst moet duidelijk zijn waarom die typecursus zoveel invloed heeft. En dan nog moet je over zoiets heel goed nadenken.'

Van der Meijden hoopt in vervolgonderzoek het verband tussen blind typen en taalvaardigheid te verklaren.