In mijn recente interview met Unbekoming vertelde ik dat een lezer het werk van Dr. Karen Mitchell had aanbevolen. Sindsdien ben ik doorgegaan met het lezen van haar proefschrift uit 2024, Psychopaths, Narcissists, Machiavellians, Toxic Leaders, Coercive Controllers: Subsets of One Overarching 'Dark' Personality Type? Tijdens mijn Zoom-meetups voor betaalde abonnees heb ik haar werk geïntroduceerd en onlangs heb ik haar geïnterviewd voor MindMatters, wat binnenkort zal worden gepubliceerd.
Het werk van Dr. Mitchell is baanbrekend en zeer relevant binnen politieke ponerologie, dus ik ben van plan om een serie artikelen te schrijven waarin ik de punten die er voor mij uitspringen, samenvat en becommentarieer. Dit artikel behandelt hoofdstuk 1 (Overzicht) en de eerste pagina's van hoofdstuk 2 (Literatuuroverzicht, kritische analyse en verkennende gesprekken met vooraanstaande internationale denkers).
Wat bestuderen we?
Aanvankelijk wilde Mitchell zich op psychopathie richten, maar de omvang van haar doel breidde zich al snel uit tot een reeks verschillende, maar overlappende onderwerpen: narcisme, machiavellisme, sadisme, de Duistere Drie/Driehoek, en verschillende gebieden die te maken hebben met predatorische individuen buiten een forensische of academische omgeving, bijv. huiselijk geweld, kindermisbruik, sektes, medische wereld, bedrijfsleven en de politiek.
Al deze benaderingen hebben met elkaar gemeen dat ze "mensen die actief sociale normen overtreden en anderen door een bewuste keuze schaden en benadelen" proberen te beschrijven en te begrijpen (wat Mitchell "mensen met een DP" [duistere persoonlijkheid] noemt. Wat ze niet gemeen hebben, is enige vorm van gedeeld begrip of beschrijving van dit soort mensen. In feite komt het neer op een wirwar van tegenstrijdige modellen en testen met zeer weinig uitwisseling van gegevens tussen verschillende vakgebieden.
Afhankelijk van de benadering die we kiezen, loopt het beeld van zulke predatorische personen sterk uiteen. We zitten met een handvol overlappende etiketten of constructies (narcisme, psychopathie, machiavellisme, giftig leiderschap, etc.) en vele tientallen psychologische beoordelingsinstrumenten voor die constructies en die zijn het totaal niet met elkaar eens over de vraag wat nou precies de eigenschappen van de predatoren die we zoeken, zijn. Er bestaan zelfs meerdere beoordelingsinstrumenten voor ogenschijnlijk dezelfde constructie, zoals psychopathie, maar zelfs deze bevatten geen consistente reeks eigenschappen.
Al die instrumenten zijn enigszins vergelijkbaar met religies - ze kunnen niet allemaal juist zijn. Maar bij de makers en voorstanders ervan bestaat de neiging om aan te nemen dat één van die instrumenten wel juist moet zijn (namelijk die van henzelf). Alle concurrenten moeten in vergelijking gebrekkig zijn en het beoogde fenomeen slecht weergeven. Maar met zoveel concurrerende modellen is het waarschijnlijker dat geen enkel model 100% accuraat is, zeker gezien de problemen die hieronder uiteengezet worden.
Hier is sprake van verwarring van het model met de werkelijkheid die gemodelleerd wordt. Historisch gezien, hebben we een fenomeen dat bestudeerd en begrepen moet worden: "mensen die actief sociale normen overtreden en anderen schaden en benadelen door een bewuste keuze." In de loop der decennia hebben we verschillende concurrerende modellen ontwikkeld die dat fenomeen proberen te beschrijven, waaronder verschillende tegenstrijdige beschrijvingen van "psychopathie." Maar door één model of test als standaard te nemen (zoals de PCL-R van Hare), lopen we het risico dat we de constructie verwarren met de realiteit die we onder de constructie proberen te brengen. Als onze constructie niet klopt, missen we misschien een belangrijk deel van het "signaal."
Het is belangrijk om zo nauwkeurig mogelijk hierover te zijn, want, zoals Mitchell schrijft, "identificatie van menselijke predatoren is van essentieel belang om te overleven." "De kosten voor de samenleving die mensen met een duistere persoonlijkheid met zich meebrengen, zijn aanzienlijk en hebben een negatieve invloed op alle aspecten van het menselijk bestaan." En er rijzen vraagtekens bij het vermogen van bestaande modellen om te helpen bij de identificatie buiten bepaalde specifieke populaties, die waarschijnlijk niet volledig representatief zijn.
Bij wijze van voorbeeld, afhankelijk van het model in kwestie, omvatten de bestudeerde populaties voornamelijk drie groepen: gedetineerde criminelen, studenten en algemene bevolkingsgroepen. Geen van deze populaties is representatief. In gevangenispopulaties worden voornamelijk openlijke predatoren gebruikt; studentenpopulaties zijn oververtegenwoordigd met vrouwen en niet heterogeen; en proberen predatoren te vinden onder de algemene bevolking kan worden vergeleken met schieten met de ogen dicht en hopen dat je geluk hebt. Vooral bij studenten kunnen laboratoriumstudies niet alle nuances van het echte leven weergeven en daarom zullen ze niet noodzakelijkerwijs de "diepgaande kwaadaardigheid" van ware duistere persoonlijkheden weergeven. Bij alle drie de benaderingen ontbreekt het aan een gerichte zoektocht naar hoger functionerende duistere persoonlijkheden.
Feit is dat niet alle menselijke predatoren openlijk crimineel zijn en ze worden niet allemaal gepakt. Mitchells doel is een model waaronder niet alleen de voor de hand liggende criminelen vallen, maar ook "mensen op belangrijke machtsposities" en "mensen die niet opgesloten zitten noch veel presteren" maar toch duistere eigenschappen hebben. De "meer verborgen vormen van kwaad" die worden gepleegd door de hoger functionerende types "zijn net zo gevaarlijk en sadistisch" als hun meer openlijke tegenhangers, maar de testen waren nooit specifiek voor hen ontwikkeld.
Degenen met een duistere persoonlijkheid die buiten het gevangenissysteem blijven, kunnen niet alleen talrijker zijn dan de opgesloten populaties, maar zijn in bredere zin ook gevaarlijker en schadelijker voor de samenleving. ... Mensen met een duistere persoonlijkheid in politieke leiderschapsrollen hebben een extreme en vergaande invloed op de mensheid.
Hoger functionerende mensen met een duistere persoonlijkheid zijn echter moeilijker te identificeren, omdat hun acties om schade te berokkenen over het algemeen heimelijk zijn en minder snel bewijs achterlaten. ... Bovendien ondermijnen ze op krachtige en overtuigende wijze diegenen die hen proberen te ontmaskeren.Veel succes dus met het verzamelen van een dusdanig grote groep van dat soort mensen om vervolgens een lab binnen te stappen om ze te bestuderen.
Daarnaast:
...de aard van de aangerichte schade is moeilijk te accepteren door degenen die niet persoonlijk doelwit zijn geweest, vooral wanneer mensen met een duistere persoonlijkheid werkzaam zijn in 'verzorgende' beroepen zoals religie, liefdadigheid en de medische wereld...Als gevolg hiervan ondervindt het slachtoffer "vaak moeilijkheden om geloofd te worden door de krachtige manipulatieve en grooming-vaardigheden". (Lobaczewski benadrukt dit probleem als een van de resultaten van een "algemeen psychologisch wereldbeeld." Het is niet in staat om het soort kwaadaardigheid te begrijpen dat typisch is voor zulke persoonlijkheden).
Een onbenutte bron van inzicht
Mitchells oplossing voor dit probleem is het aanboren van voorheen genegeerde bronnen van informatie: mensen met tientallen jaren professionele ervaring in de directe omgang met dit soort types (openlijk en heimelijk) en het werken met hun slachtoffers. Dergelijke "zeer goed geïnformeerde onderzoekspopulaties [werden] nog niet eerder benaderd voor gegevens."
Franklin en Hart (2007) ontdekten in hun onderzoek met praktijkbeoefenaren dat "Het perspectief van degenen die dagelijks met het onderwerp te maken hebben ons een authenticiteit verschafte die eenvoudigweg niet beschikbaar was vanuit de ervaring van een onderzoeker of door bestudering van de literatuur" ...Mitchell interviewde 57 "senior deskundige beoefenaren" met elk een gemiddelde van 22 jaar ervaring in hun respectieve vakgebieden. Onder hen bevonden zich "religieuze leiders, medische specialisten, leidinggevenden, profilers inclusief van de FBI en politie, en forensische en niet-forensische professionals uit de geestelijke gezondheidszorg die werken met sektes, ter dood veroordeelde gevangenen, dwingende controle en plegers en slachtoffers van huiselijk geweld."
Het is zeldzaam om experts op deze gebieden te vinden die academisch onderzoek doen naar duistere persoonlijkheden, en het is al bijna net zo zeldzaam om academici met praktijkervaring te vinden. (Sommigen wel, maar dat blijft vaak beperkt tot hun werk in gevangenissen.) Maar wat uit Mitchells interviews met deze mensen naar voren komt, zijn verschillende gedeelde eigenschappen, waarvan sommige niet met de bestaande beoordelingsinstrumenten in kaart worden gebracht - waaronder wellicht de belangrijkste van allemaal.
Het resultaat is wat Mitchell het "hardnekkige predatorische persoonlijkheidsmodel" noemt, "mogelijk de meest uitgebreide en genuanceerde weergave die tot nu toe werd ontwikkeld." Het model bestaat uit 4 groepen eigenschappen (20 in totaal), 25 tactieken die ze gebruiken en 12 differentiërende factoren (verschillende vaardigheden en waarden). Deze 20 eigenschappen lijken door al deze persoonlijkheden gedeeld te worden en ze lijken over een aangeboren kennis van tactieken te beschikken die wij allen missen (bijv. de specifieke stappen die genomen worden om een slachtoffer te isoleren). Lobaczewski noemt dat de "speciale psychologische kennis" van de psychopaat.
Het model "onderzoekt ook de gedragsuitingen van mensen met een duistere persoonlijkheid binnen een breed scala aan contexten, gemeenschappen en persoonlijke omstandigheden." Het model "belicht bijvoorbeeld hoe factoren als sociaaleconomische status, intelligentie en impulscontrolevermogen bepalen hoe succesvol iemand met een duistere persoonlijkheid is in het verbergen van zijn snode bedoelingen en daden." Met andere woorden, het model houdt rekening met zowel succesvolle als niet-succesvolle psychopaten, openlijke en heimelijke overtreders van sociale basisnormen, en demonstreert dat dezelfde onderliggende persoonlijkheid zich kan manifesteren als zowel dom straattuig als een gladde directeur.
Naarmate we Mitchells proefschrift verder bestuderen, zullen we alle bovenstaande punten in detail bespreken, evenals de antwoorden op de secundaire vragen die in haar werk aan bod komen:
1. Wat is de belangrijkste, fundamentele eigenschap van mensen met een duistere persoonlijkheid, datgene wat de meeste gedragsuitingen aanstuurt?Zie: https://ponerology.substack.com/p/introducing-the-persistent-predatory
2. Wat zijn de verschillende soorten schade die worden toegebracht door mensen met een duistere persoonlijkheid?
3. Overtreden mensen met een duistere persoonlijkheid over het algemeen wetten?
4. Wat zijn de kenmerken die bepalen of een persoon met een duistere persoonlijkheid wordt opgesloten?
5. Hoe effectief en nuttig is een continuüm-model van normale persoonlijkheid bij het identificeren van mensen met een duistere persoonlijkheid?
Commentaar: Dit is het eerste deel uit de serie artikelen van Harrison Koehli waarin hij een aantal relevante punten met betrekking tot mensen met een duistere persoonlijkheid behandelt. Uitgangspunt hierbij is het proefschrift van Dr. Karen Mitchell Psychopaths, Narcissists, Machiavellians, Toxic Leaders, Coercive Controllers: Subsets of One Overarching 'Dark' Personality Type?
De vervolgartikelen vindt u hier: