schedel met schotwonde
© The SmithsonianVoorbeeld van projectieltrauma met een ingangswonde in het voorhoofdsbeen en een zichtbare uitgangswonde in het achterhoofdsbeen. Referentie: Trauma: Schotwonden door het Smithsonian [tentoonstelling: Written in Bone, How Bone Biographies Get Written] wordt gebruikt voor educatieve en niet-commerciële doeleinden zoals beschreven door het Smithsonian.
Lees deel 1 hier.

Hoofdstuk 2 van Dr. Karen Mitchells proefschrift gaat over de "twistpunten met betrekking tot de eigenschappen van mensen met een duistere persoonlijkheid," waarbij ze de nadruk legt op een handvol meningsverschillen tussen de verschillende modellen die er zijn en de academici die deze ontwikkeld hebben. Haar eigen onderzoek, dat verderop in het proefschrift aan bod komt, is bedoeld om zoveel mogelijk van deze tegenstrijdigheden op te lossen. Zijn bijvoorbeeld alle PPP's (persistente predatorische persoonlijkheden) sadistisch, of slechts een subgroep? Zijn ze allemaal impulsief en slecht in planning, of beheerst en voorbedacht bij hun handelingen? Wat is de rol van seksualiteit in dit verband?

Maar de meningsverschillen reiken verder dan dat. Sommige onderzoekers geloven bijvoorbeeld dat de "duistere drie" (psychopathie, machiavellisme, narcisme) eigenlijk drie manieren zijn om hetzelfde te beschrijven. Anderen denken dat ze van elkaar verschillen, misschien met enige overlap. Weer anderen voegen bijvoorbeeld verschillende varianten van narcisme toe. Onderzoekers als Robert Hare beschouwen criminaliteit als kenmerk van psychopathie; anderen zoals David Cooke zien het niet als een kernattribuut maar als een gedragsuiting. Er bestaat ook onenigheid over de vraag of deze typen moeten worden geconceptualiseerd als afzonderlijke stoornissen, of alleen als uitersten op het continuüm van "normale persoonlijkheid."

Vrijwel iedereen zal het erover eens zijn dat er iets aan de hand is - een of ander interessant aspect waar we al deze begrippen onder proberen te scharen en te begrijpen. Maar waar we ook kijken, er heerst verwarring. Mitchell is het eens met die paar andere onderzoekers die "de noodzaak hebben besproken om te verfijnen, te vereenvoudigen en te verduidelijken, in plaats van door te gaan met het onderzoeken van overlappende, tegenstrijdige conceptualisaties." Je kunt niet bestrijden wat je niet begrijpt. Ze schrijft:
In de academische literatuur bestaat een wanverhouding tussen uitgebreide verhalen over kenmerken van duistere persoonlijkheden, zoals drang naar controle en macht, predatorisch gedrag en wraakzucht en modellen en beoordelingsinstrumenten die door dezelfde onderzoekers werden ontwikkeld en/of gepromoot en die deze kenmerken niet bevatten.
Op deze specifieke twistpunten richt Mitchell zich in dit hoofdstuk:
  • de fundamentele aard van degenen met duistere persoonlijkheden
  • controle, macht en overheersing
  • impulsiviteit versus strategische oriëntatie
  • de aard van seksualiteit
  • transparantie en informatiegebruik
  • grooming en impressiemanagement
  • sadisme, inclusief plezier beleven aan het toebrengen van leed, pijn, ongemak en vernedering van anderen
  • instrumentele agressie
Het is idioot om te zien dat onderzoekers zo uiteenlopend over deze concepten denken. Mitchell citeert Paulhus en Williams (bekend van de Duistere Driehoek) die machiavellisten en narcisten beschrijven als "relationele lastpakken." Widom beschrijft duistere persoonlijkheden als "zorgeloos." Vergelijk dat eens met Shengold, die ze moordenaars van de ziel noemt, of Babiak: "koelbloedig" en "schaamteloos." Deze laatsten geven iets weer van de "kwaadaardige essentie" van deze mensen; de eersten niet zozeer. Het spreekt voor zich dat er een grote kloof bestaat tussen vervelende mensen en mensen die zielen vermoorden.

Spoiler: Mitchell zal controle aanmerken als het belangrijkste kenmerk van de PPP. Maar in de PCL-R [Psychopathy Checklist Revised] van Robert Hare, de huidige standaard voor het beoordelen van psychopathie, "worden de woorden controle, macht en overheersing niet genoemd." Machiavellisten, die manipuleren om hun zin te krijgen, kunnen aantoonbaar worden beschreven als controlerend. Lobaczewski verwijst soms naar deze eigenschap als "gecontroleerd pathologisch egoïsme," dat zich soms manifesteert als "egoïstische gedachten-terreur." Mitchell noemt het "dwangmatige controle." Ze haalt een interessant onderzoek aan:
In het diepgaande onderzoek van Kirkman (2005) onder vrouwen die een relatie hadden met mannen die in de gemeenschap leefden en die voldeden aan alle of de meeste criteria voor psychopathie, gebaseerd op de rapportage van vrouwen met behulp van de Hare P-Scan (Hare & Herve, 1999), pleegde 60% van de mannen geen fysiek geweld, maar voerde wel dwangmatige controle, emotioneel misbruik en psychologische marteling uit, waaronder het opleggen van regels en straffen, karaktermoord en het controleren van eten en slapen. Vrouwen in het onderzoek rapporteerden dat er een klimaat van angst werd gecreëerd dat hen angst aanjoeg en diende als een middel voor overheersing of controle.
Dit middel wordt ook gebruikt door pedofiele geestelijken en vormt "de belangrijkste drijfveer van kleingeestige tirannie binnen organisaties (...) waar iemand 'de baas speelt over anderen.'" Ze citeert een andere onderzoeker die dwangmatige controle beschouwt als "een vrijheidsmisdrijf dat persoonlijke vrijheden en keuzes uitholt, resulterend in een staat van onderwerping van het slachtoffer." Binnen sektes neemt dit egoïsme een vorm aan "waarbij hun waarheid de absolute en enige waarheid is en geen enkele tegengestelde mening wordt getolereerd."

Als we dit alles naar het macrosciale niveau tillen, hebben we te maken met totalitarisme (of pathocratie). Lobaczewski beschreef één aspect van zo'n systeem als volgt:
Zowel binnen als buiten de grenzen van landen die getroffen werden door [pathocratie] wordt dus een doelgericht en bewust systeem van controle, terreur en afleiding ingezet met als taak te voorkomen dat de pathologische aard van het systeem aan het licht wordt gebracht.
Pathocratie is wellicht de ultieme uitdrukking van het verlangen naar macht, controle en overheersing van de PPP.

Ik ben van mening dat de opvatting dat psychopaten van nature impulsief zijn terug te voeren is op Cleckley (hoewel hij ook sommige "hoogfunctionerende" professionals als psychopaten beschreef). Nogmaals, er zit een groot verschil tussen de stuntelende psychopaat die zichzelf niet in de hand heeft en het kwade genie dat aan de touwtjes trekt en anderen manipuleert om zijn doelen te bereiken. Maar er zijn aanwijzingen dat het laatste dichter bij de waarheid zou kunnen liggen. Bijvoorbeeld: "Uit een onderzoek onder 125 Canadese criminele moordenaars bleek dat 93,3% van de moorden die gepleegd werden door psychopathische daders instrumenteel waren - dat wil zeggen 'geassocieerd met voorbedachte rade, gemotiveerd door een extern doel en niet voorafgegaan door een krachtige affectieve reactie.'"

In een artikel over de "succesvolle psychopaat" hanteerden Mullins-Sweatt et al. een nieuwe benadering:
De onderzoekers verzamelden gegevens van psychologen die geïnteresseerd waren in het justitiële systeem, van advocaten en van hoogleraren klinische psychologie om beschrijvingen van personen te krijgen met wie ze werkten en die werden beschouwd als psychopaten die succesvol waren in hun activiteiten. Het waren de eerste substantiële gegevens die verzameld werden over mensen met duistere persoonlijkheden die geen daders waren binnen het justitiële systeem. De onderzoekers stelden dat het moeilijk zou zijn om genoeg mensen binnen een bepaald beroep te beoordelen om de zeldzame psychopaat te vinden, en als de psychopaat eenmaal geïdentificeerd zou zijn, zou hij waarschijnlijk niet bereid zijn om accurate gegevens over zichzelf te verstrekken.

Psychopaten in het onderzoek van Mullins-Sweatt en collega's vertoonden geen onverantwoordelijk of impulsief gedrag.
Ook Babiak, in een onderzoek onder bedrijven, "ontdekte dat deelnemers met een hoge score op psychopathie hoge leidinggevende posities bekleedden in hun bedrijf," wederom, niet impulsief.

Al in 1948 maakte Karpman onderscheid tussen primaire en secundaire psychopathie (vergelijkbaar met Lobaczewski's karakterisering van genetische/psychopathie versus omgevings-/karakteropathie), waarbij sommige latere onderzoekers impulsiviteit associeerden met het secundaire type. Persoonlijk denk ik dat dit het geval kan zijn, misschien het best weergegeven als een Venn-diagram met een deel van de "primaire" psychopaten die ook "secundaire" kenmerken hebben. Met andere woorden, misschien is die beruchte psychopathische impulsiviteit een foutje, geen kenmerk.

Woodworth en Porter proberen de kwestie te herkaderen door te schrijven dat "het kan zijn dat impulsiviteit bij psychopaten minder te maken heeft met een gebrek aan controle dan met bewuste besluitvorming die afhankelijk is van een snelle afweging van de ernst van de gevolgen." Wat wij zien als een impulsieve beslissing kan gewoon de uiterlijke manifestatie zijn van een bewuste keuze die we gewoon niet begrijpen. Zoals Lobaczewski schrijft, is de vraag "wie heeft er baat bij" bij dit soort mensen vaak een zinloze taak:
Pathologisch egoïsme is een constante [eigenschap wanneer iemand] gedreven wordt door beweegredenen of strijdt voor doelen die een normaal persoon als onrealistisch of onwaarschijnlijk beschouwt. De gemiddelde persoon zou zich kunnen afvragen: "Wat verwacht hij daarmee te bereiken?" ... We moeten dus altijd onthouden dat het principe van de wet cui prodest illusoir wordt wanneer er een pathologische factor in het spel komt.
Hier volgt een citaat van een zelfverklaarde "sociopaat":
Een van de manifestaties van [duistere persoonlijkheid] in mij is een ambivalentie ten opzichte van seks en seksuele oriëntatie. ... we houden ons niet aan sociale normen, we hebben geen moreel kompas en we hanteren een losse definitie van wat goed en fout is.
Klinkt precies als de moderne cultuur!

Veel onderzoekers hebben de overlap tussen seksueel afwijkend gedrag en psychopathie opgemerkt. Bijvoorbeeld, "daders met een geschiedenis van zowel seksueel misbruik van kinderen als verkrachting van volwassenen hadden de hoogste niveaus van psychopathie." Mitchell schrijft echter: "Ondanks de grote hoeveelheden gegevens over mensen met duistere persoonlijkheden en afwijkende seksualiteit, bestaat er een groot verschil in beoordelingsinstrumenten op dit gebied. Sommige instrumenten vermelden het, andere niet.

Hoe verschilt het privéleven van vooraanstaande steunpilaren van de gemeenschap met een enigszins troebele psyche van hun gevangen gezette broeders? Daar komen we gaandeweg wel achter, maar voorlopig volstaat het commentaar van Mitchell: "Er kunnen andere factoren zijn die de opsluiting van sommige mensen met duistere persoonlijkheden die zich bezighouden met even immoreel antisociaal seksueel gedrag uitsluiten."

Hoe verhullen of verkondigen PPP's gewoonlijk de waarheid? Verschillende conceptualiseringen leggen verschillende nadruk op dit kenmerk. Belangrijke psychopathische kenmerken zijn bijvoorbeeld liegen en oplichten. Babiak en Hare beschrijven in hun werk over psychopathie in het bedrijfsleven "slim impressiemanagement en geheimhouding" door gebruikmaking van "een reeks heimelijke strategieën." Daarnaast: "Ze straffen vaak degenen die hen ontmaskeren en steken daar veel moeite en energie in..., wat verdere ontmaskering ontmoedigt."

Dit kenmerk staat ook centraal in onderzoek naar machiavellisme:
Persoonlijkheidsonderzoekers wijzen erop dat machiavellisten zeer bedreven zijn in het verbergen van hun ware bedoelingen ... en ook effectief zijn in het verdoezelen van hun acties en het minimaliseren van het risico van ontmaskering ... Zelfonthulling gebeurt strategisch om doelen te bereiken ...

Machiavellisten zijn minder geneigd tot altruïstisch gedrag, behalve als tactiek om te krijgen wat ze willen ... In een duistere driehoek-studie scoorde machiavellisme hoog op extrinsieke sociale religiositeit, wat aantoont dat machiavellisten religie kunnen gebruiken om persoonlijke doelen te bereiken ...
Dit aspect wordt ook benadrukt in het werk van gedragswetenschappers:
Er is veel discussie over het gebruik van intimidatie om mensen het zwijgen op te leggen, het isoleren en straffen van potentiële onthullers, het gebruik van persoonlijke informatie tegen anderen en het op afstand houden of vernietigen van de reputatie van partijen die de waarheid aan het licht kunnen brengen.

De bestaande beoordelingsinstrumenten van de duistere persoonlijkheid lijken niet de aandacht aan dit onderwerp te besteden die het verdient. Het vermogen om doelen te bereiken door middel van geraffineerde en complexe manipulaties van mensen met behulp van feiten en fictie, het voorkomen dat bedrog aan het licht komt door mensen tegen elkaar op te zetten, het maskeren van authentieke drijfveren en het vermogen om beweegredenen geheim te houden, worden in de literatuur besproken, maar op een versnipperde manier.
Deze strategieën worden de standaard werkwijze binnen een pathocratie (bijv. "een doelgericht en bewust systeem van controle, terreur en afleiding").

Op dit gebied, alsook het vorige, zien we een focus op PPP-tactieken. De meeste persoonlijkheidsonderzoekers besteden hier niet veel aandacht aan, maar ze zijn net zo belangrijk. Als product van de "speciale psychologische kennis" die Lobaczewski toeschrijft aan psychopaten, kan de identificatie van het gebruik van deze tactieken in feite diagnostisch blijken te zijn voor een dieper persoonlijkheidsprobleem. Dit gezegd hebbende:
Technieken voor impressiemanagement omvatten het toeschrijven van schuld voor snoodheid aan het slachtoffer..., het vermijden van elke vorm van transparantie met betrekking tot manipulatieve en achterbakse technieken..., het promoten van een beeld van perfectie, bekwaamheid en kracht terwijl kwetsbaarheid en zwakte worden verhuld..., en een complexe vorm van het verkrijgen en geven van informatie in één-op-één contexten die bedreigingen ondermijnt en voortbouwt op hun reputatie...

Een overzicht van het onderzoek suggereert dat mensen met duistere persoonlijkheden elke rol spelen die zij optimaal achten voor grooming en beïnvloeding.
Als een PPP niet vals speelt, doen ze waarschijnlijk aan impressiemanagement, d.w.z. ze proberen je ervan te overtuigen dat ze geen valsspelers zijn. Dit kan zich uitstrekken tot alle gebieden van het leven. Enkele werden al kort genoemd, bijv. seks en relaties ("het onderhouden van langdurige relaties of huwelijken bij hoger functionerende mensen met een duistere persoonlijkheid als middel ter verhulling van hun ware aard"), religie ("extrinsieke sociale religiositeit") en altruïsme ("voorgewend altruïsme").

Zoals eerder werd gevraagd, is sadisme een "aparte conceptualisatie" van psychopathie, een kenmerk van slechts een subgroep van duistere persoonlijkheden, of een belangrijk kenmerk?
Onderzoeken naar mensen die actief sociale normen overtreden en anderen in het echte leven schaden en benadelen, tonen echter aan dat sadisme waarschijnlijk een eigenschap is die alle mensen met een duistere persoonlijkheid gemeen hebben. In een onderzoek van Porter e.a. (2003) naar de relatie tussen psychopathie en het plegen van seksuele moord, vertoonde 82,4% van de psychopaten enige mate van sadistisch gedrag bij hun moorden. Holt e.a. (1999) onderzochten de prevalentie van sadistische karaktertrekken bij 41 gewelddadige psychopathische en niet-psychopathische gedetineerden in een maximaal beveiligde gevangenis, waarbij psychopaten beduidend sadistischer bleken te zijn dan niet-psychopaten.

Onderzoek door gedragswetenschappers op het gebied van bijvoorbeeld sektes, intiem partnergeweld en zakelijke organisaties toont aan dat mensen met duistere persoonlijkheden gedrag vertonen dat angst en terreur creëert bij anderen om controle te behouden en dat ze plezier beleven aan het daaruit voortvloeiende leed...
Instrumentele agressie is "koud" en strategisch. Het is "gewoon zakelijk." Vergelijk dat eens met "opgewonden," emotionele, reactieve agressie. Onderzoek naar pesten associeert het met instrumentele agressie, zonder emotie en met het doel om te intimideren. In reactie daarop reageert het slachtoffer vaak met reactieve agressie - dat is vaak het doel.

Mitchell haalt uitspraken aan van personeelsleden in een studie onder bedrijven over strategisch pesten: "'heel persoonlijk in aanvallen op mij,' 'heel agressief,' 'voortdurend aangevallen,' 'geschokt door wat mij ten laste werd gelegd,' 'in een hinderlaag gelokt,' 'vijandige houding,' 'confronterende en intimiderende stijl van leidinggeven' en 'verbijsterd en overstuur door beschuldiging.'"

Dit is een andere uitdrukking van gecontroleerd pathologisch egoïsme, dat wordt gebruikt om "te intimideren, te straffen of grenzen te stellen" en om weerstand te bieden aan aanvallen op iemands eigendunk of "in het geval van ontmaskering."

Tot slot volgt hier nog een andere uitdrukking van de speciale psychologische kennis van de psychopaat. De tweede "P" in PPP staat voor predatorisch, en PPP's lijken een talent voor predatie te hebben waar anderen niet over beschikken. Ze weten wie ze als slachtoffer moeten uitkiezen. Het is zelfs zo dat "slachtoffers onbedoeld de vijandigheid van potentiële daders aantrekken als gevolg van hun eigen houding, die kan overkomen als angstig, onzeker en kwetsbaar." De reden hiervoor is dat "kwetsbaarheid snel en nauwkeurig kan worden herkend door mensen met een duistere persoonlijkheid."
...onderzoek heeft aangetoond dat er non-verbale gedragingen zijn die duiden op kwetsbaarheid die door mensen met een duistere persoonlijkheid kunnen worden herkend en aangewend om hun doelwitten uit te kiezen. Aspecten zoals lichaamstaal, manier van lopen, gezichtsuitdrukking en houding geven een beeld van hoe stevig iemand in zijn schoenen staat.
Als we predatorische mensen kunnen herkennen en geen prooisignalen meer uitzenden, hoeven we misschien geen prooi meer te zijn?

Volgende keer behandelen we Mitchells eigen onderzoeksaanpak en -bevindingen.

Zie: https://ponerology.substack.com/p/the-bones-of-contention