oil isis
Volgens de Russen is de familie van de Turkse president Erdogan een van de afnemers van olie uit het kalifaat. Een Saoedische krant claimt dat de brandstof in Israël terechtkomt. Hoe ziet de klantenkring van IS eruit?
Islamitische Staat (IS) heeft wel iets weg van een boosaardig, onverzettelijk oliestaatje. Het terreurleger heeft 80 procent van de oliereserves in Syrië in handen, en enkele grote velden nabij Mosul in Irak. Zo'n 34 duizend tot 45 duizend vaten per dag vinden vanuit die velden hun weg naar buiten, schatten lokale handelaren en terrorisme-experts. Bij wie belandt de olie waar IS zijn terreurbewind mede mee bekostigt?

Coalitievliegtuigen hebben de afgelopen weken honderden tankwagens in het gebied van de groep gebombardeerd. Toch blijven vaten met IS-olie als mieren door het Iraakse en Syrische landschap krioelen. Want de levensader van IS vertakt zich in haarvaten die leiden naar onwaarschijnlijke plaatsen.

De terreurgroep verdient haar geld aan de bron; bij de velden staan lokale Syriërs en Irakezen in lange rijen te wachten om de ruwe olie naar de volgende schakel in de keten van IS tot consument brengen. Wanneer de tankwagens eenmaal vertrokken zijn, heeft IS er weinig meer mee van doen.

De vervoerders werken vaak voor lokale raffinaderijen, die de olie verwerken tot een provisorische brandstof. Die gaat naar markten in Mosul, Raqqa, of andere plaatsen onder IS-gezag. Omdat de coalitie de grote, professionele raffinaderijen in IS-gebied deels heeft vernietigd, is er een wirwar ontstaan aan kleine en vaak mobiele raffinaderijen. Amateurs staan het spul te verhitten in zelfgebouwde ovens in de woestenij van Noordoost-Syrië. In steden als Mosul verkopen lokale handelaren het resultaat - dat je niet graag in je Europese auto zou gieten - langs de wegen, soms in vaten, soms met een simpele handpomp.


Commentaar: De Russen hebben met name professionele raffinaderijen in IS-gebied vernietigd, niet de westerse coalitie geleid door de VS.


Vervoerders van IS-olie hebben over het algemeen geen ideologische connectie met de groep. Zij proberen slechts een grijpstuiver te verdienen door het spul rond te rijden. De consumenten in IS-gebied hebben simpelweg geen andere brandstof tot hun beschikking om hun auto's te laten rijden of generatoren te doen draaien. Toch staan bij de olievelden van IS niet uitsluitend lokale sjacheraars met aftandse pick-ups te wachten, zegt Jean-Charles Brisard, een Franse expert in de financieringsstructuren van terrorisme.

Verschillende velden leveren verschillende soorten kwaliteit. De betere olie wordt opgepikt door professionele smokkelaars, die het over de grens van IS-gebied proberen te krijgen, vaak naar Turkije of via de Koerdische regio in Irak. Lokale maffiosi maken daarmee forse winsten; een vat illegale IS-olie heb je voor 20 tot 30 dollar, terwijl de officiële olieprijs schommelt rond 40 dollar per vat.

'De meeste olie blijft in IS-gebied, maar zo'n 40 procent vindt haar weg naar buiten', zegt Brisard. 'De tankwagens gaan voornamelijk via Koerdisch Irak, een deel eindigt in Turkije.' En met dank aan corrupte ambtenaren vindt het spul vanuit Turkije mogelijk een weg naar de wereldmarkt.

De Britse Universiteit van Greenwich keek naar de mogelijkheid dat olie uit IS-gebied de internationale handel insluipt, via de belangrijke Zuid-Turkse havenplaats Ceyhan. Het rapport concludeert dat 'er geen smoking gun' is, maar dat er wel 'sterke aanwijzingen' hiertoe zijn. Want: 'het lijkt erop dat elke keer wanneer IS een gebied verovert waar olie is, exporten vanuit Ceyhan prompt omhoog gaan', aldus de auteur na een analyse van trends in olietransporten vanuit de havenplaats.

Via Erdogans zoon

De vraag is hoeveel de Turkse overheid daarvan af weet. Rusland beschuldigde onlangs de familie van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan ervan persoonlijk geld te verdienen aan de oliehandel van IS. Dat zou gebeuren via Erdogans zoon, mede-eigenaar van een grote Turkse olietransportmaatschappij. Voor dat scenario is vooralsnog geen enkel hard bewijs. Maar indirect heeft Turkije de oliehandel van IS zeker gestimuleerd.

Officieel versterkt Ankara de bewaking van zijn 800 kilometer grens tussen Turkije en Syrië. Maar in de praktijk vormt die grens nog steeds een halfopen deur voor jihadisten, wapens en goederentransporten - waaronder olie. Turkije ziet de strijd tegen Assad als topprioriteit in Syrië en is onwillig maatregelen te nemen die de rebellie tegen zijn regime in het nauw brengen. Bovendien: de machtigste tegenstanders van de jihadisten in Syrië zijn Koerdische strijders van de YPG en diens zusterorganisatie de PKK, vijand nummer 1 van de Turkse regering. Verzwakking van de jihadisten betekent versterking van de YPG/PKK. Het lijkt erop dat individuele Turkse functionarissen - zoals ook bij de Koerden - met dank aan het laissez-fairebeleid de handel hebben kunnen faciliteren voor persoonlijk gewin.

De VS zeiden 'geen enkel bewijs, niets' te hebben voor de Russische beschuldigingen aan het adres van Erdogan. Integendeel: Turkije heeft het afgelopen jaar de grensbewaking verbeterd en zelfs een lokaal crimineel netwerk opgerold dat olie vanuit Syrië naar Turkije smokkelde. Maar dat is voor de bühne, zegt Brisard: 'Die actie had diplomatieke en politieke motieven. Het is niet bedoeld om de handel te stoppen. Vrachtwagens staan nog altijd bij de grensplaats Akcakale te wachten, de Turken doen meer dan alleen een oogje dichtknijpen.'

IS heeft meer afnemers voor zijn olie. Amerika trok vorige week aan de bel: 'IS heeft meer dan 500 miljoen dollar verdiend met olieverkoop, waarvan een aanzienlijk deel aan het regime van Assad', aldus het Amerikaanse ministerie van Financiën. Het is de zoveelste indicatie dat de relatie tussen Assad en IS vol dubbelspel zit. Zowel Assad als rebellen in Syrië hebben olie nodig. Tussen Damascus en IS bestaat een levendige handel, die de terreurgroep helpt haar voortbestaan te garanderen.


Commentaar: Dat houdt geen steek. Als we de woorden en daden van Assad onder de loep nemen, zien we dat Assad IS uit het land wil hebben, voor het land en voor de Syriërs, die vorig jaar nog massaal op hem stemden.


Witgewassen naar Israël

Een opmerkelijke connectie is die met Israël. Vorige maand publiceerde de Saoedische krant al-Araby al-Jadeed een onderzoek waarin zij concludeert dat een deel van IS' olie in Israël terechtkomt, mogelijk zonder dat de Israëlische autoriteiten of IS dat weten.

Dat gaat zo: IS transporteert olie naar de Iraaks-Koerdische stad Zakho, waar Turkse en Koerdische maffiosi het product voor een prikkie oppikken. Voor het de grens overgaat, wordt het kort verfijnd, waardoor het te boek komt te staan als een product uit de KRG, de autonome Koerdische regio in Irak. De olie, nu witgewassen, gaat via Turkije naar transportroutes over de Middellandse Zee 'en een deel daarvan eindigt ongetwijfeld in Israël', aldus Al Araby al-Jadeed. Israël krijgt 75 procent van zijn olie uit de KRG, zo meldt de Financial Times, en het grootste deel daarvan komt via de haven van Ceyhan. Maar de Franse terrorisme-expert Brisard is sceptisch. 'Olie is per definitie niet te traceren, maar het gaat wat ver om te zeggen dat wij in auto's rijden op brandstof van IS.'

De oorlog tegen IS' olie-industrie heeft ondertussen wel effect. Berichten uit Mosul suggereren dat prijzen daar zijn verdubbeld. De terreurgroep heeft de olieproductie opgevoerd om de verliezen door bombardementen tegen te gaan, is begonnen salarissen van strijders te korten en is op zoek naar andere manieren om het gat te vullen. 'Uit het plaatsje Hawiya in Irak horen we nu dat IS een exit-tax heeft ingevoerd', zegt Columb Strack, verbonden aan het Britse onderzoeksbureau IHS Jane's. 'Jongemannen die de plaats willen verlaten, mogen dat alleen doen tegen betaling van 900 dollar. Hun eigendommen worden dan geconfisqueerd.'

Het tekent de economische creativiteit van IS. Olieverkoop is niet langer inkomstenbron nummer 1 voor de groep, maar daarmee zijn ze bepaald niet bankroet. Volgens Jane's komt de helft van hun inkomsten uit belastingheffingen op diensten en economische activiteiten in IS-gebied: handel, landbouw, industrie, elektriciteit. Over alle economische activiteiten moet zeker 20 procent belasting worden afgedragen aan de terreurgroep.

Oliehandel komt op nummer 2. Volgens Brisard komt slechts 25 procent nog van olie, ongeveer 50 miljoen dollar per maand. IS verdient verder geld aan onteigening van land en onroerend goed, handel in drugs en antiquiteiten, ontvoeringen en zelfs 'staatsbedrijfjes' die diensten als transport verzorgen.

VN-resolutie moet IS financieel isoleren

De VN-Veiligheidsraad zal vandaag naar verwachting een resolutie aannemen om Islamitische Staat (IS) financieel te isoleren. Het is voor het eerst dat ministers van Financiën van de vijftien leden van de Veiligheidsraad bijeenkomen om zo'n besluit nemen. Het voorstel, voorgekookt door de VS en Rusland, bouwt voort op een soortgelijke resolutie uit 1999 die was gericht op Al Qaida. Maar de focus ligt nu anders. Al Qaida werd vooral gefinancierd door rijke externe donoren; IS financiert zichzelf vanuit het eigen territorium.

De jihadisten hebben wel toegang nodig tot de mondiale financiële infrastructuur: er moet geld naar buiten om wapens te kopen, olieraffinaderijen, mobiele telefoons, auto's en luxeartikelen. Eerder dit jaar probeerden de VN de levering van olieapparatuur aan IS al aan banden te leggen. De nieuwe resolutie roept lidstaten van de VN op 'de financiering van terrorisme te criminaliseren', zegt een hoge betrokkene van het Amerikaanse ministerie van Financiën. Met andere woorden: de VN kunnen zelf niet veel doen, maar hopen dat de landen rond Syrië en Irak de tussenpersonen gaan vervolgen met wie IS handel drijft. 'IS heeft geen directe toegang tot banken. Dat betekent dat ze geld over de grens smokkelen en dan via wisselkantoortjes in het systeem injecteren. Die kanalen en spelers moeten we in kaart brengen.'