goud
In de Britse graafschap Norfolk is een 'mysterieus' gouden frame gevonden van waarschijnlijk een handgreep van een zwaard, nabij het plaatsje Fakenham. Experts stellen wel dat het object verschilt van de eerdere soortgelijke vondsten. In het plaatsje zijn weinig eerdere bewijzen van mogelijke Angelsaksische vestigingen gevonden.

Onduidelijkheid

De archeoloog dr. Andrew Rogerson zegt dat het een fragment is, maar dat de context moeilijk te reconstrueren is doordat er geen eerdere bewijzen zijn gevonden van een Angelsaksische vestiging in het plaatsje. Het Portable AntiquitiesScheme, dat bezig is om de waarde van het object vast te stellen, stelde dat het vergelijkbaar was met de zwaard-handgreep bevestigingen die gevonden zijn bij de Sutton Hooscheepsgraven en de StaffordshireHoard. Het object, dat dateert uit de late 6e of vroege 7e eeuw, mist echter kleine 'perforaties' voor bevestiging. De precieze functie ervan is daarom nog niet duidelijk.

Hoge status

Dr. Rogerson verklaarde dat er nog vier andere objecten gevonden zijn in de regio de afgelopen jaren, zoals een broche en een opzetstuk voor een riem. De nieuwe vondst kan afkomstig zijn van een gesp van een zwaard, maar de precieze functie is volgens Rogerson nog een mysterie. De archeoloog stelt dat het een object van iemand van hoge status was, in tegenstelling tot vondsten bij de Staffordshire Hoard. "Het is een nieuw stukje van de puzzel, terwijl we langzamerhand steeds meer ontdekken over Angelsaksische vestigingen in Norfolk", aldus Rogerson.

Angelsaksen

Het Angelsaksische volk bewoonde vanaf de 5e eeuw na Chr. Groot-Brittannië. Het volk bestond uit mensen van verschillende Germaanse stammen, de Angelen en de Saksen, afkomstig uit Nederland en Duitsland die naar het eiland migreerden. Dit gebeurde na het vertrek van de Romeinen aan het begin van de 5e eeuw. De Angelsaksische periode staat voor de tijd in de Britse geschiedenis die duurde vanaf 450 tot 1066. In dat jaar vond namelijk de Normandische verovering van Engeland plaats onder leiding van Willem de Veroveraar.