reïncarnatie reincarnation
Reïncarnatie wordt in de westerse wereld vaak nog steeds als een raar oosters verzinsel beschouwd. Deze opvatting is achterhaald. Zo'n 80 jaar wordt er namelijk al serieus onderzoek gedaan naar jonge kinderen met spontane uitspraken over herinneringen aan een vorig leven.

De Amerikaanse psychiater Jim Tucker van de Universiteit van Virginia doet onderzoek naar reïncarnatie. Al zijn proefpersonen zijn kinderen. Hun herinneringen aan vorige levens verdwijnen meestal als ze zes tot zeven jaar oud zijn.

Sam

Eén van de kinderen die Tucker heeft bestudeerd is Sam Taylor. Hij werd 1,5 jaar na het overlijden van zijn opa geboren. Toen Sam net een jaar oud was, begon hij te praten over een vorig leven.

Op het moment dat zijn vader zijn luier verschoonde, keek hij op en zei hij: "Toen ik zo oud was als jij, verschoonde ik jouw luiers." Hij wist ook te vertellen dat de zus van zijn opa was vermoord en dat zijn oma een apparaat had waarmee ze milkshakes voor zijn opa maakte. Volgens Sams ouders kon hij deze informatie niet op een normale manier hebben verkregen.

Ryan

De amper vijfjarige Ryan vertelde over zijn ontmoeting met Marilyn Monroe, beweerde dat filmlegende Rita Hayworth vroeger één van zijn beste vriendinnen was en legde uit hoe het er in de jaren dertig in Hollywood achter de schermen aan toe ging.

Moeder Cyndi was er vroeger van overtuigd dat reïncarnatie pure nonsens was, maar van die mening ziet de Amerikaanse inmiddels af. Haar zoon beweert dat hij in zijn vorige leven een bekende Hollywoodagent was.

Cyndi had op een dag een aantal boeken over Hollywood uit de bibliotheek meegebracht om te kijken of haar zoon zich iets kon herinneren. Het jongetje kon meteen een foto uit 1932 van op de set van Night After Night aanduiden. Hij wees ook een man aan: "Mama, dit ben ik. Ik heb mezelf gevonden."

Tucker wist te achterhalen dat het om een zekere Marty Martyn gaat, een populaire Hollywoodagent die in Los Angeles woonde en in 1963 overleed. Ryan zei dat hij naar de aarde is teruggekomen omdat Marty na zijn overlijden nog met veel schuldgevoelens kampte.

Chanai

Chanai Choomalaiwong werd in 1967 geboren in het Thaise dorp Nong La Korn met twee opvallende moedervlekken op zijn hoofd, die er aanvankelijk uitzagen als echte littekens. Toen Chanai ongeveer drie jaar oud was, zei hij tegen andere kinderen dat hij in zijn vorige leven leraar was geweest.

Hij noemde de naam Bua Kai en vertelde dat hij was doodgeschoten. Chanai vermeldde nog meer details en wilde steeds weer naar het dorp Ban Khao Sai. Uiteindelijk gaf men hem zijn zin, en eenmaal in het dorp wees Chanai de weg naar het huis van de ouders van ene Bua Kai Lawnak, een leraar die in 1962 was doodgeschoten. Chanai herkende familieleden uit het vorige leven en kon specifieke vragen beantwoorden over zijn incarnatie als Bua Kai.

Professor dr. Ian Stevenson, de voorganger van Tucker en eerste westerse wetenschapper die herinneringen aan vorige levens van jonge kinderen wetenschappelijk onderzocht en erover publiceerde, schreef dat de moord op de leraar onopgelost was gebleven, maar dat hij in elk geval wel in zijn hoofd was geschoten en dat de locatie overeenkwam met Chanai's moedervlekken. De twee families hadden nog nooit van elkaar gehoord voordat Chanai over zijn vorige leven begon.

Kendra

Toen Kendra Carter op vierjarige leeftijd op zwemles ging, voelde ze gelijk een sterke emotionele band met haar zwemlerares. Al snel begon ze te zeggen dat de baby van de lerares was overleden. Kendra's moeder vroeg hoe ze dit wist, waarop het meisje antwoordde: "Ik ben de baby die in haar buik zat." Haar moeder kwam later tot de ontdekking dat zwemlerares negen jaar voor de geboorte van Kendra abortus had laten plegen.

Tijdens de zwemlessen was Kendra blij en spraakzaam, terwijl ze op andere momenten heel stil was. Op een gegeven moment kreeg de zwemlerares een keer ruzie met Kendra's moeder, waarna het contact werd verbroken. Kendra raakte in een depressie en sprak maandenlang niet. Toen de lerares het contact weer herstelde, begon Kendra langzaam maar zeker weer te praten.

James

"Vliegtuig staat in brand! Kleine man kan er niet uit!" schreeuwt de tweejarige James Leininger tijdens zijn frequente nachtmerries. Op rustiger momenten gaat de kleine James steeds meer details loslaten over de 'kleine man'.

De peuter vertelt aan zijn ouders Andrea en Bruce Leininger dat zijn vliegtuig is opgestegen van 'een schip', de 'Natoma'. Hij werd neergeschoten 'door de Japanners'. Hij vloog in 'een Corsair' en één van zijn vrienden heette 'Jack Larsen'.

Om de dromen van hun kind te begrijpen, gaan Andrea en Bruce op zoek naar de man uit het brandende vliegtuig. Hun zoektocht brengt hen uiteindelijk bij oorlogsveteranen en familieleden van de omgekomen gevechtspiloot James Huston (1923-1945).

Vooral Bruce kan maar niet geloven dat zijn zoon zich echt een vorig leven herinnert. Maar als blijkt dat James Huston inderdaad een Corsair heeft gevlogen, de Natoma Bay een vliegdekschip was in de strijd tegen Japan en Jack Larsen echt bestaat en veteraan is van Natoma Bay, kan hij er niet meer omheen.