Biologische landbouw
Er blijken haken en ogen te zitten aan de biologische landbouw
Biologisch eten staat voor velen gelijk aan onbespoten groenten en is dan ook een belangrijke motivatie om deze duurdere groenten te kopen. Maar bioboeren hanteren wel degelijk de gifspuit, dikwijls met middelen die grote negatieve effecten hebben, zowel naar mens, dier en waterleven toe.
CERTISYS, een controle orgaan dat landbouwers controleert voor het toekennen van een Biogarantie-label, zet op zijn website het volgende:
De productiemethode van de biologische landbouw legt de nadruk op de toepassing van cultuurtechnische, biologische en mechanische methoden in tegenstelling tot het gebruik van synthetische producten. Bij de biologische plantaardige productie is het van belang dat de teelt aan de grond wordt verbonden en er geldt een verbod op het gebruik van kunstmeststoffen en chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen. Bij de biologische dierlijke productie mogen geen groeibevorderaars of preventieve geneesmiddelen [gebruikt worden en dierenwelzijn, -voeding, en -huisvesting spelen een grote rol. In geen enkel geval mogen genetisch gemodificeerde organismen worden gebruikt; aangevuld door SOTT redactie].
Toch bestrijdingsmiddelen in de biologische landbouw?

Na het lezen van deze definitie van biologische teelt gaat u er waarschijnlijk, net zoals iedereen, vanuit dat er in de biologische landbouw niet wordt gespoten met bestrijdingsmiddelen. Niets is echter minder waar. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat de helft van de bioboeren bestrijdingsmiddelen gebruikt!


Commentaar: Zie dit artikel van de nrc uit 2010: Spijt van de spuit


Hoezo bestrijdingsmiddelen?

Het zit in de details maar in de regelgeving staat dat er geen chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen mogen gebruikt worden, natuurlijke bestrijdingsmiddelen afgeleid van planten en organismen zijn perfect bruikbaar.

Zo is bv. een product op basis van pyrethrine toegelaten. De stof komt voor in de olieklieren op de vruchten van de vaste plant Chrysanthemum cinerariaefolium. Pyrethrine wordt heel snel afgebroken onder de invloed van licht, waardoor er geen schadelijke residu's zijn. Maar om de werkingsduur van het middel te verlengen wordt er een stof aan toegevoegd nl. piperonylbutoxide. Hierdoor breekt de pyrethrine trager af en is de werking effectiever.


Commentaar: Pyrethrine is een neurotoxine, ook al is het dan 'natuurlijk'.


Nu blijkt uit onderzoeksgegevens dat pyrethrine zeer dodelijk is voor vissen en ander waterleven, zeer dodelijk is voor honingbijen en helemaal niet selectief is. Wat eigenlijk inhoudt dat het ongeveer elk insect doodt dat geraakt wordt. Het effect van de combinatie van pyrethrine en piperonylbutoxide is niet onderzocht maar zal vermoedelijk geen betere resultaten opleveren.

Ook verband met Ziekte van Parkinson

Een ander middel, dat ook dikwijls in combinatie met pyrethrine wordt gebruikt, is rotenon. Het is een uitstekend middel tegen rupsen, maar heeft als belangrijke nadelen dat het verschrikkelijk dodelijk is voor vissen en helemaal niet selectief naar insecten toe. Ook blijkt uit verschillende onderzoeken dat er een link is tussen het product en de Ziekte van Parkinson.

Zo zijn er nog meerdere middelen op te noemen zoals bv. ook Spinosad. Een middel dat mag gebruikt worden in de biologische landbouw en wordt ingezet tegen rupsen. Een nadeel, wederom, is het niet-selectieve karakter van het product, de hoge persistentie in water en de hoge sterftegraad voor bijen en regenwormen.

Enkele maanden geleden was er enorm veel ophef over de verschillende soorten neonicotinoïden die enorm schadelijk zijn voor onze honingbijen. Wel, voorgaande stoffen kunnen in dezelfde klasse worden ingedeeld, maar hier kraait geen haan naar. Sterker nog, ze mogen gebruikt worden in een landbouw die biodiversiteit en zorg voor de natuur hoog in het vaandel draagt.

Is biologische landbouw nu slecht?

Nee, uiteindelijk gebruiken niet alle bioboeren deze middelen en is het arsenaal van bestrijdingsmiddelen veel beperkter dan deze in de gangbare teelt. Toch moet de bio-sector opletten dat ze niet teveel streven naar opbrengstverbetering en een perfect uitzicht van groenten en fruit. Want dan zit men snel in het straatje van de gangbare landbouw en verdwijnt het verschil tussen deze 2 vormen steeds meer.

Beter zou men meer in de richting van preventie, polyculturen en schaalverkleining gaan om plagen en schimmels te voorkomen zodat men helemaal geen bestrijding moet uitvoeren.