Prins Bernhard WO2 Binnenlandse Strijdkrachten
© Nationaal ArchiefBernhard genoot zichtbaar van de Tweede Wereldoorlog (hier samen met zijn 'Oranjegestapo'), terwijl miljoenen omkwamen en een enorme golf van lijden over de wereld spoelde
Nadat het hoofdkwartier van de op 5 september 1944 opgerichte Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (de BS), met prins Bernhard als bevelhebber, zich in november 1944 in het pas bevrijde zuiden had gevestigd ging het helemaal mis.

Honderden onschuldige mensen werden in het wilde weg door de BS opgepakt. Een getuigenis van een rancuneuze buurman, een jaloerse man of vrouw, of een doortrapte concurrent was voldoende om iemand enige tijd in een kamp te doen belanden. En wie eenmaal in de kampen zat, bleef daar ook. Al was hij of zij absoluut onschuldig. Er werd niets gecontroleerd en de gevangenen werden ook niet verhoord.


Commentaar: De Bijzondere Rechtspleging was een wraakneming op politieke dissidenten: Vervolging van 'foute' Nederlanders na WO2 was inquisitie tegen politieke dissidenten


Zo werden er op 30 juni 1945 in Vught negentien mannen vrijgelaten die al vanaf november 1944 volstrekt onschuldig gevangen hadden gezeten en in december 1945 hetzelfde met een schakende man.

Men schatte dat er alleen al de eerste weken honderden mannen en vrouwen in het bevrijde zuiden ten onrechte door de BS waren opgepakt. De procureur-generaal in Den Bosch, baron Speyart van Woerden, vermeldde later in zijn rapport: 'Iedereen werd vastgezet die werd aangegeven, onder het motto: wij kunnen beter honderd mensen onverdiend vastzetten dan er één die het wel verdient heeft te laten lopen'.

In veel gevallen werden de mensen in de kampen door de BS behandeld op een manier die rechtstreeks van de nazi's was afgekeken.
In 1950 schreef mr. A.M. baron van Tuyll van Serooskerken in een nota: 'Het onderzoek heeft uitgemaakt, dat nagenoeg alom bewakers zich niet hebben ontzien weerloze mensen te kwellen en te mishandelen, waarbij door de Duitsers gedurende de bezetting toegepaste methoden zijn overgenomen'.

Door onvoldoende selectie zaten in de BS nogal wat lieden die zelf in de gevangenis thuishoorden in plaats van in een arrestatieteam. Bernhards legertje had een enorme werfkracht en iedere 'goede vaderlander' (dus niet-NSB'er) was welkom. Het aanmelden gaf totaal geen problemen. Je moest bijvoorbeeld voor twee tafeltjes verschijnen. Aan het ene werd gevraagd of je een goed Nederlander was. Na het 'ja' kwam je bij het tweede tafeltje, waar de oranje-armband werd uitgereikt (in mei 1945 waren er in heel Nederland 150.000 tot 200.000 BS'ers, terwijl het aantal werkelijke verzetsstrijders nooit meer dan circa 40.000 mannen en vrouwen heeft geteld). Voor veel echte verzetsmensen leek het of ineens 'iedereen in het verzet had gezeten'. Daar hadden ze tijdens de bezetting nooit iets van gemerkt.

De BS - dat al gauw in de volksmond 'de Gestapo van de Prins', 'Oranjegestapo', 'de 'W.A. van de Prins', etc. werd genoemd - maakte er een dusdanige puinhoop van dat premier Gerbrandy eind 1944 in een brandbrief aan koningin Wilhelmina schreef:
'Sinds de bevrijding hebben zich talrijke elementen in de Binnenlandse Strijdkrachten ingedrongen wier verleden en gedragingen de BS onder de bevolking een zeer slechte naam bezorgen. Alle handelingen van de BS worden verricht door jongelieden met een Oranje armband, waarop gedrukt staat het woord Oranje, en die zich beroepen slechts gehoorzaamheid verschuldigd te zijn aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard. Het gevaar voor de reputatie van Zijne Koninklijke Hoogheid, en indirect het gehele koningshuis, behoeft geen betoog. Nog staat het gezag van het Oranjehuis zeer hoog, het is echter niet te ontkennen dat het door prins Bernhard gevaar begint te lopen'.
Volgens dr. L. de Jong van het NIOD waren de vele discussies rond het optreden van de BS ook niet voorbijgegaan aan het geallieerde hoofdkwartier. Dat liet in december 1944 aan prins Bernhard weten dat zijn BS beter opgeheven kon worden. De Prins wendde zich daarna woedend tot generaal Eisenhower en wist door zijn persoonlijke inzet het voortbestaan van 'zijn BS' te redden.


Commentaar: Wat heeft Bernhard Eisenhower moeten beloven om dit voor elkaar te krijgen?


Ook nadat de rest van Nederland was bevrijd werd een groot aantal onschuldigen door de BS opgepakt en geïnterneerd, zoals ook de vier totaal onschuldige, zwangere vrouwen die opgesloten werden in de strafgevangenis van Scheveningen. Dit is zelfs in december 1945 nog aan de orde geweest in de Tweede Kamer, waarbij het Kamerlid Jan Terpstra (AR) zich afvroeg of er zo niet nog honderden of duizenden anderen onschuldigen ten onrechte waren opgesloten. En Terpstra's vraag werd in 1950 beantwoord nadat uit onderzoek was gebleken dat rond de 5000 mannen en vrouwen onder erbarmelijke omstandigheden volkomen onschuldig gevangen hadden gezeten.


Commentaar: Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk nog vele malen hoger. Ook kinderen die lid waren geweest van de Nationale Jeugdstorm werden geïnterneerd.


Prins Bernhard had indertijd ook een aantal uitgesproken foute kerels als BS-commandant onder zich, zoals Nico Sikkel en Carel Frederik Overhoff.

Nico Sikkel

Eind 1944 werd Sikkel benoemd tot gewestelijk BS-commandant in Haarlem. De benoeming kwam overigens nogal als een verrassing van het daar georganiseerde verzet. Niemand kende hem eigenlijk.

Collaboratie rechercheurs Duitsers WO2
© Collectie Gerard de BoerVolgens Gerard de Boer werden communistische verzetsstrijders aan de Duitse Sicherheitsdienst overgeleverd
Als zijn adjudanten nam Sikkel de Velser rechercheurs Kuntkes en Haak aan die bijna de gehele oorlog gemene zaak met de Duitsers hadden gemaakt, waaronder het opsporen van onderduikers en joden, maar zich nu - in de nadagen van de Duitse bezetting - bij de BS van Sikkel hadden aangesloten. Na de oorlog kwam Sikkel in opspraak vanwege het doorspelen van namen van communistische verzetsstrijders aan de Duitse Sicherheitsdienst (SD), waardoor velen van hen - waaronder Hannie Schaft - vlak voor de bevrijding zijn gefusilleerd (klik hier voor meer informatie).

Carel Frederik Overhoff

Als gewestelijk BS-commandant van Amsterdam werd Carel Frederik Overhoff eind 1944 benoemd. Dit ondanks dat hij de voorgaande bezettingsjaren nooit in het verzet had gezeten. Integendeel, als Beursvoorzitter van de Vereniging voor de Effectenhandel was hij betrokken geweest bij de verkoop van geroofde joodse effecten ter waarde van 300.000 toenmalige guldens. Het ging hem dusdanig voor de wind dat hij in grote staat kon gaan wonen op de buitenplaats Vegtvliet in Breukelen.

In 1947 werd Overhoff door zijn vriend Bernhard ook nog eens onderscheiden met de Militaire Willems Orde, maar vier jaar later, op 10 mei 1951 was het uit met de pret. Overhoff werd alsnog tot 2,5 jaar gevangenisstraf veroordeeld en uit het register van de Militaire Willems-Orde geschrapt.

De BS'ers van Overhoff behoorden overigens ook al niet tot het beste soort. Meer dan 80% had voor september 1944 nooit in het verzet gezeten en onder hen bevonden zich nogal wat zwarthandelaren, klaplopers en lieden die hand- en spandiensten aan de vijand hadden verricht. Pas na september 1944, toen de geallieerden aan de winnende hand waren, hadden ze zich bij de BS aangesloten. 'Septemberridders' werden ze dan ook door de echte verzetsmensen genoemd.

Tot slot kan nog worden vermeld dat de ongedisciplineerde BS'ers van Overhoff tijdens het bevrijdingsfeest op de Amsterdamse Dam op 7 mei 1945 bewust een schietpartij met de Duitse Kriegsmarine hebben uitgelokt, waarbij onder de feestvierders veel doden en gewonden zijn gevallen. Niemand is ooit gestraft en de zaak verdween spoedig daarna in de doofpot. Het legertje van de Prins was in het geding..... (klik hier voor meer informatie).