5G wereldbol
© istock/KJN
Maar weinig mensen die ik spreek zijn zich bewust van de mogelijke gezondheidsschade van radiofrequente straling zoals 5G of Wi-Fi. Zou dit komen doordat de overheid en de media onder één hoedje spelen om deze risico's te negeren? Het Hof van Beroep heeft onlangs toestemming gegeven voor een rechterlijke toetsing, waarbij de regering wordt aangeklaagd omdat zij "het publiek onvoldoende heeft geïnformeerd over de risico's van 5G en het ontbreken van een procedure voor onderzoek naar eventuele schadelijke gevolgen voor de gezondheid niet heeft toegelicht." Deze hoorzitting onder leiding van Michael Mansfield QC vindt plaats op 6 en 7 februari in Londen.

Politici laten zich er echter niet van weerhouden door te gaan met de verspreiding van elektronische communicatie, nu in de vorm van 5G. De overheid stelt dat zij een "duidelijke ambitie heeft voor Groot-Brittannië om wereldleider te worden in de volgende generatie mobiele technologie, 5G," en dat er "een enorm potentieel bestaat om de productiviteit te verhogen en de economie te laten groeien." Opmerkelijk is dat bijna alle onafhankelijke commentatoren inzake 5G de indruk hebben dat de achterliggende beweegredenen voor de lancering ervan volledig van economische en niet van humanitaire aard zijn. Ikzelf ken dan ook niemand die enthousiasme koestert over bijvoorbeeld slimme steden, slimme snelwegen, bestuurderloze auto's of de intensivering van elektronische communicatie in de gezondheidszorg.

Over de gezondheidsrisico's van 5G verklaart de overheid: "er zouden geen gevolgen moeten zijn voor de volksgezondheid." Stelt dat u gerust? Op welk bewijs baseert men zich? Bevat die verklaring niet een zweem van ongefundeerd optimisme? Gezien mijn eigen gezondheidsproblemen die hier worden besproken, ben ik zeer sceptisch, maar in het besef van mijn eigen gebrek aan medische en wetenschappelijke kennis heb ik de hulp ingeroepen van professor John W. Frank, gepensioneerd voorzitter van onderzoek en beleid inzake volksgezondheid aan de Universiteit van Edinburgh en een ervaren epidemioloog/arts. Ik zal een samenvatting geven van zijn collegiaal getoetste artikel uit 2021, getiteld "Electromagnetic fields, 5G and health: what about the precautionary principle?" Professor Frank is zo vriendelijk geweest de wetenschappelijke juistheid van mijn werk te beoordelen en te controleren.

Alvorens het artikel van professor Frank te belichten, wil ik enkele termen verduidelijken. Radiofrequente straling (RFR) verwijst naar communicatiesignalen van Wi-Fi routers, mobiele telefoons, draadloze telefoons, zendmasten in buitengebieden, masten en panelen op gebouwen (inclusief ziekenhuizen), bluetooth apparaten, slimme meters, Fitbits, slimme horloges, babyfoons, spelcomputers, slimme luiers en meer. RFR kan ook worden aangeduid als elektromagnetische velden (EMV's) of niet-ioniserende straling. Ter verduidelijking van de voor 5G gebruikte frequenties wordt in een leidraad van de overheid uitgelegd dat de meeste 5G-technologie gebruik maakt van reeds bestaande frequenties, maar dat de hogere frequenties van 26 GHz en 40 GHz (millimetergolf) waarschijnlijk binnenkort zullen worden toegewezen voor commercieel gebruik. Ik merk op dat 60 GHz al in gebruik is voor 5G-testomgevingen zoals die in Liverpool.

Ik kom nu tot de kern van het artikel van professor Frank. Hij legt uit dat naast hogere frequenties
"5G ook gebruik zal maken van zeer nieuwe - en dus relatief niet beoordeelde, in termen van veiligheid - ondersteunende technologie (waaronder pulsing, beaming, phased arrays en multiple-input and multiple-output (MIMO)) om een hogere datatransmissie-capaciteit mogelijk te maken."
Aangezien de nieuwe hogere frequenties niet door objecten heen dringen, zullen signaalversterkers of "kleine antennes-installaties" nodig zijn op elke tweede of derde lantaarnpaal, waardoor een dicht transmissienetwerk ontstaat, wat waarschijnlijk een aanzienlijke toename van de totale blootstelling van de bevolking zal betekenen.

De huidige controverse over de gezondheidseffecten van radiofrequente straling (RFR) blijkt uit onderzoeken van volksgezondheids- en andere instanties met sterk uiteenlopende resultaten en aanbevelingen. Enerzijds heeft het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC) RFR aangemerkt als "mogelijk kankerverwekkend voor de mens," terwijl anderen, zoals de Internationale Commissie voor bescherming tegen niet-ioniserende straling (ICNIRP), zeer hoge (lakse) richtsnoeren voor veiligheidsblootstelling hebben vastgesteld, die gebaseerd zijn op de resultaten van gedragsstudies waarbij vijf apen en acht ratten gedurende een uur aan RFR werden blootgesteld. De verstoring van het gedrag werd in verband gebracht met een stijging van de lichaamstemperatuur. Dit is controversieel, omdat uit studies is gebleken dat er gezondheidseffecten kunnen zijn zonder opwarming van weefsel en omdat de studies geen rekening hielden met continue blootstelling of mogelijke chronische of langetermijneffecten.

Onafhankelijke stralings- en gezondheidswetenschappers hebben hun bezorgdheid geuit over de uitrol van 5G vanwege de waarschijnlijke enorme toename van de blootstelling aan een breed scala van frequenties en omdat er nauwelijks bewijs is voor de veiligheid van 5G-specifieke RFR-emissies, terwijl er, om professor Frank te citeren, "steeds meer onderzoek voorhanden is dat wijst op schade door andere huidige RFR-blootstellingen, die al veel langer worden bestudeerd." Verdere verwijzingen zijn te vinden in het artikel van professor Frank.

Diverse internationale groepen, zoals de EMF Scientist Appeal en de 5G Appeal, hebben regeringen gevraagd om een stopzetting van 5G totdat er meer onderzoek is gedaan en om betere veiligheidsrichtsnoeren voor blootstelling. Sommige landen hebben enkele voorzorgsmaatregelen genomen zoals het verbieden van Wi-Fi in kleuterscholen en sommige gebieden hebben 5G-antennes verboden. De VS, Groot-Brittannië en sommige delen van Europa hebben de ICNIRP-richtsnoeren gevolgd, terwijl andere landen richtsnoeren hebben aangenomen die 10- of 100-maal lager (strenger) zijn.

Professor Frank wijst vervolgens vier gebieden van "wetenschappelijke onzekerheid en bezorgdheid" aan. Het eerste betreft het ontbreken van een duidelijke internationale definitie van 5G met betrekking tot de te gebruiken frequenties. Even verwarrend is het "complexe geheel van speciale signaalmodulaties, pulsen, polarisatie, phased arrays en nieuwe apparatuurontwerpen - bijvoorbeeld " grootschalige MIMO-antennes" - die de geavanceerde technologieën vertegenwoordigen waarmee de installatie van 5G-systemen gepaard gaat. Hij stelt dat het
"zeer waarschijnlijk is dat elk van deze vele vormen van transmissie enigszins verschillende biologische gevolgen veroorzaakt - waardoor gedegen, alomvattend en actueel onderzoek naar die effecten vrijwel onmogelijk is."
Deze moeilijkheden worden nog vergroot doordat veel van deze technologieën door octrooien worden beschermd, zodat onderzoekers de precieze technische aard ervan niet kunnen kennen.

Het tweede gebied dat professor Frank zorgen baart, betreft het overwicht aan laboratoriumstudies die de negatieve biologische effecten van RFR aantonen, waarbij echter veel kennislacunes bestaan. Wat de recente innovatieve technologie rond 5G betreft, werden studies met dezelfde combinatie van radiofrequenties, modulatie en pulspatronen niet gerepliceerd (replicatie is het "kenmerk van betrouwbaar onderzoek"). Desondanks zijn de biologische effecten opmerkelijk gelijk, ongeacht de gebruikte combinatie, aldus een kwalitatief hoogstaande beoordeling. Een andere beoordeling stelt dat "sommige van de nieuwe RFR-technologieën dermate nieuw zijn dat biologische wetenschappers het niet hebben kunnen bijbenen - dat wil zeggen dat er nog geen studies bestaan over de "biologische effecten" van deze nieuwe technologieën." Een Israëlische studie zet grote vraagtekens bij de theorie dat 5G minder gevaarlijk is dan zijn voorgangers, zogenaamd omdat het alleen de buitenste huidlaag penetreert.

Belangrijk is echter dat uit de beoordelingen blijkt
"een groeiend bewijs dat blootstelling aan RFR gevolgen heeft voor reproductieve, oncologische (kankergerelateerde), neuropsychiatrische, huid-, oog- en immunologische lichaamssystemen. Daarnaast zijn er veel fundamentele effecten op subcellulair niveau, in termen van oxidatie, DNA-verandering, genexpressie en bacteriële antibioticaresistentie."
Deze staan los van opwarmingseffecten. Professor Frank bespreekt vervolgens de veel geciteerde studies van het National Toxicology Program met ratten, die een verband leggen tussen blootstelling aan RFR en kanker, maar hij vindt te veel methodologische tekortkomingen om de resultaten duidelijk te kunnen interpreteren. Zijn conclusie is dat laboratoriumstudies "niet in de plaats kunnen komen van hoogwaardige menselijke epidemiologische studies," d.w.z. studies naar het precieze verband tussen blootstelling en ziekte bij grote aantallen personen op verschillende blootstellingsniveaus.

Het derde gebied betreft epidemiologische studies. In 2019 heeft een internationaal team van deskundigen onder leiding van Canada's meest vooraanstaande kankerepidemioloog professor Tony Miller (Miller et al.) een samenvatting gegeven van het
"menselijk epidemiologisch bewijs dat borst- en hersentumoren, mannelijke voortplantingsresultaten en neurologische ontwikkelingsstoornissen bij kinderen in verband brengt met blootstelling aan RFR" en vond "overtuigend bewijs van carcinogenese, vooral in de hersenen en de gehoorzenuw, evenals in de borst, als gevolg van sterke RFR-blootstelling aan eerdere generaties mobiele telefoontransmissies."
Deze resultaten zijn echter niet van toepassing op nieuwe 5G-systemen, aangezien dit soort epidemiologisch onderzoek om het oorzakelijk verband aan te tonen "tientallen jaren follow-up vereist om vertraagde gezondheidseffecten, zoals de meeste kankers, te kunnen opsporen."

In zijn beoordeling riep Miller op tot een update van de IARC-classificatie van RFR als "mogelijk kankerverwekkend" en voorspelde dat deze op zijn minst zou worden gewijzigd in "waarschijnlijk," op basis van het meest recente bewijsmateriaal. Ik merk op dat de IARC-beoordeling nu op zijn vroegst in 2024 zal plaatsvinden. 5G zal pas in 2025 door het IARC aan een risicobeoordeling worden onderworpen.

Het vierde punt van zorg betreft de onwetenschappelijke basis voor de huidige richtsnoeren inzake gezondheidsbescherming en belangenconflicten in wetenschappelijke adviespanels, zoals de ICNIRP. Volgens de Zweedse epidemioloog Hardell is de beperkte aandacht van de ICNIRP voor de opwarming van weefsels als enige maatstaf voor schade te wijten aan vooringenomenheid ten behoeve van de industrie. Deze focus is 25 jaar lang ongewijzigd gebleven, ondanks de wijdverbreide kritiek van andere wetenschappers. Een belangrijk artikel uit oktober 2022 belicht de 14 verkeerde veronderstellingen die door de ICNIRP werden gehanteerd bij de opstelling van haar richtsnoeren. Het artikel en een diaoverzicht zijn hier te vinden.

Professor Frank benadrukt ook Hardells bewijs van het aantal kruisbenoemingen van zes leden van de IARC-monografiegroep van de WHO in vijf belangrijke internationale adviespanels over de gezondheidseffecten van niet-ioniserende straling en hun sterke persoonlijke banden met de telecommunicatie-industrie. Deze bevindingen worden bevestigd in een vorig jaar geschreven artikel over de zelfverwijzende auteurschappen achter de ICNIRP-richtsnoeren voor 2020. Bovendien werden in een document van 90 bladzijden, geschreven door twee leden van het Europees Parlement, al deze zorgen over de ICNIRP bevestigd.

Concluderend, als resultaat van zijn beoordeling van het bewijsmateriaal, is professor Frank
"ervan overtuigd dat RFR ernstige gevolgen kan hebben voor de menselijke gezondheid" en dat "er ook steeds meer wetenschappelijk bewijs is voor RFR-gevolgen van ecologisch belang bij andere plant- en diersoorten."
Hij stelt dat "het regelgevingsapparaat van verschillende landen voor telecommunicatie-innovaties zoals de uitrol van 5G niet geschikt is voor het doel" en zich in de greep lijkt te bevinden van gevestigde belangen.

Professor Frank stelt dat, wat 5G betreft:
"Er is een solide basis om 'het voorzorgsbeginsel' in te roepen" vanwege "significante twijfel over de veiligheid van deze nieuwe en potentieel wijdverspreide blootstelling van de mens" en dat er "een moratorium op die blootstelling moet komen, in afwachting van adequaat wetenschappelijk onderzoek naar de vermoedelijke nadelige gevolgen voor de gezondheid."
Zie: https://dailysceptic.org/2023/02/01/how-safe-really-is-5g/