Michele Geraci
Michele Geraci
Kopstukken uit Europese landen kondigden onlangs bezoeken aan China aan. De Spaanse premier Pedro Sanchez woonde het Boao Forum for Asia in de Zuid-Chinese provincie Hainan bij, dat van 28 tot 31 maart werd gehouden. Ook de Franse president Emmanuel Macron en enkele EU-leiders, waaronder EU-commissievoorzitter Urusla Von der Leyen, zullen China bezoeken. Wat betekent deze golf van bezoeken voor de betrekkingen tussen China en Europa?

Hoe zou Europa de banden met China en de VS in evenwicht moeten brengen? Journalist Wang Wenwen van Global Times (GT) sprak over deze kwesties met Michele Geraci (Geraci), voormalig staatssecretaris van het Italiaanse ministerie van Economische Ontwikkeling, tijdens het Boao Forum for Asia.

GT: Hoe analyseert u de recente toename van bezoeken van Europese leiders aan China?

Geraci: Het is een positief signaal. In Europa, en misschien ook in andere delen van de wereld, bestaat er altijd een strijd tussen ideologie en pragmatisme. Soms overheerst de ideologie en soms overheerst het praktische aspect. Dus ik denk dat deze bezoeken betekenen dat het praktische weer de overhand krijgt. Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië en de Europese Unie beseffen dat onze economie China als partner nodig heeft. Het betreft niet alleen China, maar ook heel Azië en Afrika waar China een belangrijke speler is.

De reden van de verschuiving van ideologie naar pragmatisme is dat we problemen hebben en we beseffen dat we die niet kunnen oplossen zonder samenwerking. Wanneer mensen geen problemen hebben, zien ze die niet. Pas als de problemen zich voordoen, moeten ze naar oplossingen zoeken. En de oplossing was er altijd al - meer handel, meer investeringen, meer uitwisselingen, meer kennisuitwisseling met de rest van de wereld. We kunnen Europa niet isoleren van de rest van de wereld. Dat zal ons niet lukken.

GT: Heeft Europa op het gebied van economische samenwerking China meer nodig dan in de periode vóór de pandemie? Wat vindt u van de zogenaamde ontkoppeling tussen China en Europa?

Geraci: Het gaat om een ander soort behoefte, want het probleem waar we in Europa mee te maken hebben is inflatie. Een van de oplossingen voor inflatie is meer zaken doen met China, want China exporteert deflatie met relatief goedkopere importprijzen. Als we geen handel drijven met China, zal onze inflatie nog hoger oplopen dan nu al het geval is. Dit is dus een probleem dat China zou oplossen. Beide kunnen ervan profiteren, want als we dingen importeren, importeren we ook veel grondstoffen, die belangrijk zijn in de productieketen en in de hele toeleveringsketen van onze verwerkende industrie. We hebben metalen, materiaal en energie nodig. We hebben een tekort aan dat soort dingen. We willen de groene transitie doen, maar we hebben geen nikkel en we hebben geen zonnepanelenindustrie. Ook op dat vlak zou China kunnen helpen deze groene transitie te versnellen.

Ik ben faliekant tegen de roep om "ontkoppeling." Het is zeer negatief en zou rampzalig zijn voor de Europese economie.

GT: Sommige Amerikanen vinden dat de tolerantie van de VS ten opzichte van hun EU-bondgenoten die voorrang geven aan handel met China een tekortkoming inhoudt. Wat weerspiegelt een dergelijk standpunt over de houding van de VS ten aanzien van de betrekkingen tussen China en Europa?

Geraci: Er heerst nu wat verwarring over de opvattingen van deze mensen, want wat Europa wil doen is niet ideologisch. Europa zal niet van alliantie veranderen. Ze blijven bij Amerika in de NAVO - dat zal niet veranderen. Wat Europa wil is precies wat Amerika wil - meer zaken doen met China. Amerika wil [in de eerste plaats] meer goederen van de VS naar China exporteren. De Amerikanen moeten het niet zien als een verandering van filosofie. Het gaat er alleen om praktisch te zijn en dat is precies zoals de Amerikanen ook willen zijn.

Het is de plicht van een regering om het belang van hun eigen land op een bepaalde manier voorop te stellen. Wat de mensen moeten begrijpen, is dat om goede dingen voor je eigen volk te doen, het ook goed is om zaken te doen met anderen, inclusief China. Dat is niet tegenstrijdig.

Er is druk van de Verenigde Staten op Nederland door de export van halfgeleidertechnologie naar China te beperken. Europese bedrijven moeten de druk van de VS weerstaan. Ik neem het voorbeeld van de halfgeleiders. Zonder machines van ASML [een Nederlands bedrijf] kun je geen microchips produceren die kleiner zijn dan 7nm. ASML is als bedrijf wereldwijd toonaangevend en heeft een monopoliepositie. In Europa hebben we dit bedrijf. Dit bedrijf kan twee keuzes maken - stoppen met verkopen aan China zodat het bedrijf kapot gaat, of doorgaan met zaken doen met China.

Als ze zaken blijven doen met China zullen ze floreren, het geld opnieuw investeren en verder gaan met ontwikkelen. En Europa zal zeer sterk aanwezig blijven in de halfgeleiderindustrie, de industrie van de toekomst. Als zij stoppen met de verkoop aan China van machines die computerchips maken, zal China ze zelf maken, misschien niet vandaag, misschien niet volgend jaar, maar over twee of drie jaar. En ASML zal zijn concurrentiekracht verliezen en Europa zal daarmee dan een van de beste bedrijven verliezen die het in deze sector heeft.
Dus wat is de beste keuze? Ze moeten de druk van de VS onder controle zien te houden omdat het een zeer belangrijke beslissing is tussen korte - en lange termijn. Als de Nederlandse regering ervoor kiest om naar de VS te luisteren, vernietigen ze hun toekomst op lange termijn in ruil voor wat winst op korte termijn. En daarmee verliest China op korte termijn, omdat China er wat onder zal lijden, maar op lange termijn zal winnen.

GT: Het conflict tussen Rusland en Oekraïne heeft een zekere negatieve invloed gehad op de betrekkingen tussen China en Europa. Denkt u dat dit in de toekomst langzaam zal afnemen?

Geraci: Ik denk het wel, want in het begin verwachtte men misschien dat China ook de oorlog zou veroordelen en zich bij de sancties zou aansluiten. We dachten dat de sancties zouden werken. Nu begrijpen we allemaal dat de economische sancties tegen Rusland falen. Mensen beginnen zich af te vragen of het nog wel verstandig is. Zo zien ze dat China niet aan de sancties meedeed en [dat] een neutrale positie innemen misschien een goed idee is. Als je geen neutrale positie kunt innemen, kun je niet als onderhandelaar optreden. Dus Europa kan niet onderhandelen over vrede tussen Rusland en Oekraïne, maar China wel.

Dus nu wordt China eigenlijk langzaamaan gezien als een van de spelers die het vredesproces kunnen helpen, juist dankzij het feit dat het geen uitgesproken positie aan beide kanten heeft ingenomen. China doet ook veel zaken met Oekraïne. Ze importeren ijzer, granen en tarwe. China koopt ook dingen van Rusland. Het is dus een zeer interessante situatie dat China nu naar voren komt als de oplossing. Vroeger dacht men misschien dat het een probleem was, maar nu wordt China een potentiële oplossing.

GT: U houdt zich bezig met economische ontwikkeling. Wat vindt u van de door China gestimuleerde kwalitatief hoogwaardige ontwikkeling?

Geraci: Ik denk dat het om eerlijkheid gaat. Iedereen moet zoveel mogelijk gelijke kansen krijgen en een gelijkmatiger verdeling van de rijkdom mogelijk maken. Wanneer we kijken naar de winst van bedrijven, kijken we naar de winst, maar analisten kijken ook naar de kwaliteit van de winst. Nu kijken we dus naar de kwaliteit van de Chinese groei. De groei kan lager uitvallen. Maar daarbinnen zou je een betere kwaliteit hebben, want een meer gespreide groei is duurzamer en zorgt voor een hogere consumptie bij mensen met een laag inkomen. Concentratie van rijkdom is niet goed voor de economie. Je kunt de gemiddelde inflatie opofferen ten gunste van een bredere verdeling.

Het gaat ook om het verbeteren van de feitelijke levenskwaliteit van mensen. We weten bijvoorbeeld al dat China een van de veiligste grote landen ter wereld is. Dus het probleem van criminaliteit is daar veel minder dan in veel andere landen. Je hebt geen massaschietpartijen op scholen. Ik weet ook dat het probleem met jongeren en drugs afneemt. Dus ook dat is een positieve prestatie. Minder criminaliteit, minder gezondheidsproblemen en er is een verdere verbetering van de algemene kwaliteit van de economie door de technologie en modernisering van de infrastructuur.

Zie: https://www.globaltimes.cn/page/202304/1288481.shtml