Geschiedenis is de sleutel tot bevrijding.
De waarheid van deze uitspraak wordt duidelijk als je bedenkt dat alles aan ons aardse bestaan een product is van het verleden. En ik bedoel dit niet in de zin van een strikt materialistisch idee van oorzaak en gevolg, of het deterministische biljartmodel. Onze geest, de gedachten die we hebben, onze moraliteit, onze drijfveren, hebben een geschiedenis: ze zijn tot stand gekomen als resultaat van een dialectisch proces van daden, gebeurtenissen, reacties en nog meer gebeurtenissen, gefilterd door het nevelige maar zeer reële bredere bewustzijn van onze groep, onze beschaving en de mensheid in het algemeen.
Het bredere groepsbewustzijn heeft zelf een geschiedenis, een eigen leven: het is verwikkeld in allerlei feedbacklussen, het werkt in op onze beslissingen en de mate van onze vrije wil en geeft al voortkabbelend vorm aan onze wereld. Dit ruimere bewustzijn wordt ook door ons beïnvloed - door onze dagelijkse grote en kleine beslissingen en onze bereidheid om buiten onze comfortzone te treden, om heldhaftige gevechten te leveren om het uit te breiden en aan te passen zodat het de ruimere werkelijkheid beter weerspiegelt. Eenmaal aangepast om beter bij de Realiteit te passen, zal het bredere bewustzijn invloed hebben op andere mensen, waardoor het voor hen gemakkelijker wordt om de nieuwe vorm te bevestigen en verder uit te breiden. Vandaar dat het vlindereffect enigszins onafhankelijk is van de materiële wereld: een daad van vastberaden wil zonder getuigen in de buurt kan de wereld veranderen.1
In die zin vormt de geschiedenis een afspiegeling, de concretisering van de collectieve geest - vleesgeworden geest. Wanneer we de geschiedenis bestuderen, bestuderen we eigenlijk verschillende dingen tegelijk: het materiële verleden, dit vreemde wezen dat de collectieve geest voorstelt, onze eigen geest zoals die geworteld is in de ontwikkeling van de collectieve geest in de loop van decennia, eeuwen en millennia, en de fundamentele bouwstenen van de kosmos zoals die in de drijfveren, emotionele reacties, denkprocessen en handelingen van mensen voorhanden zijn.
Een van die bouwstenen betreft de verhouding tussen ons eigen ontwikkelingsniveau en wat we kunnen waarnemen bij andere mensen. Eenvoudig gezegd, begrijpen we alleen wat mensen doen (of deden) die op of onder ons niveau zitten; de gedachten van mensen boven ons blijven voor ons ontoegankelijk. En ik denk hier niet in de eerste plaats aan IQ (er lopen genoeg mediocre lui rond met een hoog IQ), maar eerder aan waarnemingsdiepte die geïnformeerd wordt door karakterdiepte.
Om alles in meer praktische termen te verwoorden met betrekking tot het bestuderen van de geschiedenis: ja, je kunt lezen, feiten verzamelen en jou bekende bronnen raadplegen. Maar daarnaast schept onze geest orde in dit alles door narratieven en hypotheses te ontwikkelen, door beweegredenen en denkprocessen toe te schrijven aan historische actoren, door tussen de regels door te lezen; door door de tijd te reizen om gebeurtenissen te ervaren vanuit het gezichtspunt van verschillende mensen die ooit leefden, zelfs terwijl je de bronnen leest en probeert uit te zoeken wat er in hemelsnaam gaande was.
Je kunt daarbij niet verder gaan dan je eigen geest, geconditioneerd door de collectieve geest (of een deel daarvan), jou toestaat. Als je een simplistisch wereldbeeld hebt en nooit te maken hebt gehad met morele tweeslachtigheid, zul je de tekenen van morele strijd in leiders en gewone mensen uit het verleden niet herkennen. Als je nog nooit te maken hebt gehad met een narcist of psychopaat en over deze ervaring hebt nagedacht, blijven de signalen van zulke eigenschappen ook verborgen. Als je nooit hebt geleefd en geleden onder maatschappelijke ontaarding, zul je de verschillende reacties van verschillende mensen op dergelijke ontaarding in het verleden niet begrijpen. En als je nooit te maken hebt gehad met grootschalige politieke corruptie, gekonkel en bedrog, of dit zelfs voor onmogelijk houdt, zul je in historische bronnen niet naar aanwijzingen hiervoor zoeken.
Iemand die zijn begrip heeft verruimd door ervaring en reflectie, zal zich kunnen inleven in en het gedrag interpreteren van degenen die een minder begrip hebben, van degenen die gebukt gaan onder de collectieve geest van een bepaalde tijd en plaats en van degenen die zich daaraan ontworstelden via de smeltkroes van leed en leerprocessen. Iemand die nog niet zover is, kan daarentegen alleen de drijfveren van zijn eigen soort en daaronder begrijpen. En voor de zgn. 'Non-Player Character' (NPC), wiens geest functioneert op het niveau van eenvoudige concretisering in de meest algemene zin van de huidige collectieve geest, blijft zelfs zijn eigen soort verborgen voor zover NPC's uit het verleden een ander programma afwerkten dan de NPC's van vandaag.
Iemand die zich enigszins bewust is van de wijze waarop de collectieve geest door de eeuwen heen werd gevormd, zal de langetermijncontext van ideeën en beweegredenen waar mensen in het verleden naar handelden, herkennen. Maar wie bepaalde ideeën en drijfveren zodanig weerzinwekkend vindt dat hij ze niet eens kan denken, laat staan begrijpen, zal zich altijd verdoven met stripversies van gebeurtenissen en heftig reageren als iemand die zichzelf meer ontwikkeld heeft, en wiens geest dus dieper in de geschiedenis en de drijfveren van mensen uit het verleden doordringt, het (voor hem) lachwekkende stripverhaal ter discussie stelt. Hoewel "ter discussie stellen" hier niet eens de juiste term voor is; het is genoeg als het verder gaat dan het stripverhaal, zelfs als je zou kunnen beweren dat het stripverhaal nog steeds vervat zit in het meer complexe verhaal.
Als geschiedenis de vleesgeworden geest vertegenwoordigt, heb je alleen toegang tot die aspecten ervan die overeenkomen met je eigen ontwikkeling, je eigen geest.
Laten we eens onderzoeken hoe dit allemaal uitpakte tijdens het recente Churchill-debacle. De heisa die de conservatieve anti-SJW's [socialerechtvaardigheidsstrijders] hierover maakten, was indrukwekkend te noemen.
De heisa die de conservatieve achterlijken maakten
Nog even ter opfrissing: Darryl Cooper was te gast bij Tucker Carlson en vertelde over zijn vele onderzoeksinteresses, waaronder WOII. Wat de verontwaardiging aanwakkerde, was dat hij vertelde hoe hij zijn podcastpartner vertelde, "misschien een beetje overdreven," "misschien om hem een beetje te provoceren," dat Churchill de belangrijkste schurk van WOII was. Waarom? Omdat volgens hem Churchill/ Groot-Brittannië Hitlers herhaalde vredesvoorstellen afwees en de oorlog probeerde uit te lokken, te verlengen en te laten escaleren ten gunste van hun eigen geopolitieke belangen.
Onthoud dat we de handelingen, denkprocessen en beweegredenen van mensen alleen kunnen begrijpen als die zich op of onder ons eigen niveau bevinden.
Een van de toonaangevende heisamakers onder de conservatieve achterlijken is Konstantin Kisin, die een bizarre video heeft gepubliceerd waarin hij Darryl Cooper ervan beschuldigt deel uit te maken van "woke rechts." In de video beweert hij dat er een groot gevaar schuilt in de overgang van "we zijn voorgelogen over één ding" naar "ze liegen over alles." Wat op een bepaald niveau eerlijk is: de schizospiraal is heel reëel. Dit is hoe mensen die in een gevangenis van de linkerhersenhelft leven uiteindelijk roepen dat de aarde plat is en dat er geen virus bestaat, het contact met de werkelijkheid verliezen, à la Descartes: zit ik echt in een droom? Bestaat er echt iemand behalve ik? Is er überhaupt iets echt?
Maar om uitgerekend Cooper te beschuldigen van dergelijke schizospiralen toont duidelijk aan dat Kisin en zijn clubje boegbeelden van het heisa-maken-syndroom op een denkniveau opereren dat veel lager ligt dan dat van Cooper: ze zijn totaal niet in staat om "tussen de regels door te lezen," om zijn karakter, beweegredenen en bedoelingen te beoordelen, om te begrijpen hoe hij denkt. Voor anderen die naar het interview hebben geluisterd, of zelfs maar oppervlakkig enkele van zijn tweets over dit alles hebben gelezen, is het zo klaar als een klontje dat hij, of je het nu eens bent met al zijn standpunten of niet, een diepe, oprechte en genuanceerde denker is die keihard heeft gewerkt aan de onderwerpen waarover hij spreekt. Van wie je weet dat je hem makkelijk over dit of dat punt om opheldering kunt vragen in plaats van een of twee losse zinnen te nemen en daar helemaal over los te gaan, een verzoek waarvan je weet dat hij daar een inzichtelijk antwoord op zou geven. Als je begrijpt hoe een brein als dat van Cooper werkt, kun je de situatie absoluut niet verkeerd interpreteren.
Trouwens, als de heisamakers de moeite zouden nemen om te kijken en in staat zouden zijn om het te begrijpen, zouden ze deze post van Cooper kunnen lezen waarin hij het expliciet beschrijft:
Ik zorg ervoor dat ik [het materiaal van] de ketters, revisionisten en extremisten over elk onderwerp dat ik bestudeer, lees. Er zijn inzichten in het kapitalisme die je alleen van marxisten hoort, andere die je alleen van AnCaps [anarchokapitalisten] hoort. Ik lees zelfgepubliceerde schizoboeken die voor 90% uit rotzooi bestaan, maar wel 1-2 unieke inzichten bevatten.Dat, beste vrienden, vormt inderdaad de sleutel: je moet niet van de ene box in de andere springen. Je loopt het risico een echte bekeerling te worden, die, zoals we weten, altijd het meest fanatiek zijn en vast komen te zitten in een obsessie voor één bepaalde "denkrichting." We kennen allemaal zulke mensen en het is niet fraai. Dit zijn de nepperds die het niet kunnen laten om steeds maar weer dezelfde praatjes uit te kramen als ze geprikkeld worden door iemand die niet precies dezelfde argumenten aanvoert, dat wil zeggen, meestal. Met andere woorden, Cooper is zich niet alleen bewust van de schizospiraal en het gevaar om gevangen te raken in één invalshoek, in revisionisme omwille van het revisionisme - hij is in staat om dit gevaar treffend onder woorden te brengen. Voor de geesten die uit ervaring weten waar hij het over heeft, is de waarheid en de diepgang van zijn gedachten volkomen duidelijk en lijken de beschuldigingen van de heisamakers alleen maar dom, kinderachtig en lichtelijk vermakelijk. Dunning-Kruger slaat niet zomaar weer toe, het is op een grootscheepse campagne.
Je zult nooit het hele plaatje krijgen van één bron of perspectief, en hoe meer emotie een bepaald onderwerp vertroebelt, hoe minder mensen in één box bereid of in staat zullen zijn om daarbuiten te denken. De sleutel is om niet zomaar van de ene box in de andere te springen.
Een ander uitstekend voorbeeld van wat er gebeurt als een geest wordt geconfronteerd met een hoger ontwikkelde geest, is de reactie van Kisin en Seth Dillon op het feit dat Cooper geen discussie met de Britse historicus en politicus Andrew Roberts wilde aangaan. Lees deze uitwisseling van tweets (@martyrmade is ):
Over het totaal niet in staat zijn om tussen de regels door kunnen lezen en te begrijpen hoe Cooper denkt:
Voor de heisamakers vormt dit het bewijs dat geen enkele bewering van Cooper klopt, want anders zou hij wel met de man in discussie treden, toch? Dit is het soort stripverhaal dat je zou verwachten van mensen die geschiedenis letterlijk als een stripverhaal beschouwen.
Anderen vinden wat Cooper hier deed duidelijk van karakter en inzicht getuigen: hij prijst een man die het op hem gemunt heeft. Vervolgens geeft hij toe dat hij verpletterd zou worden tijdens een dergelijke "discussie," omdat de man een gerenommeerd historicus is, een professioneel Brits politicus en dus een ervaren discussievoerder. Cooper weet dat het in vijandige discussies als deze niet gaat om een diepgaande en genuanceerde uitwisseling van ideeën, maar om het uitdelen van retorische klappen aan de tegenstander, wat een aparte bekwaamheid is die losstaat van intellectueel inzicht en een diepgaand begrip. Coopers boodschap verkeerd interpreteren als het toegeven van een nederlaag en het bewijs dat hij niet weet waar hij het over heeft, vormt een verbluffend voorbeeld van blindheid wanneer je geconfronteerd wordt met iemand met een superieure geest.
De verkeerde interpretatie van de heisamakers illustreert nog iets anders: namelijk dat ze geen idee hebben hoe de studie van geschiedenis in elkaar steekt, zelfs niet van zeer oppervlakkige filosofische vragen rondom dit alles. Zoals ik hierboven heb geschetst, bestaat er zoiets als historische feiten, dat wil zeggen, onbewerkte gegevens. Een discussie over de vraag of dit of dat bevel werd uitgevaardigd, of een getuige deze of die bewering heeft gedaan, of een voorwerp echt op die plek werd gevonden, kan onderwerp zijn van iets dat lijkt op een wetenschappelijke discussie. Maar het overige, zoals verbanden leggen tussen die kwesties, een verhaal vertellen over wat er gebeurd is, de beweegredenen van verschillende actoren, bronnen en getuigen, laat staan morele oordelen, kan niet door "feiten" worden bepaald. Deze hangen af van de geest die naar deze dingen kijkt, van de geest die de geest begrijpt.
Op basis hiervan is het duidelijk dat iemand die de bronnen goed beheerst en goed kan discussiëren, een volstrekt overtuigend pleidooi kan houden voor bijna elk historisch verhaal. Dat betekent echter niet dat het een goed verhaal is, dat het bijdraagt aan begrip, of dat het ons oprecht en grondig laat nadenken over gebeurtenissen. Nogmaals, het hangt allemaal af van het niveau waarop iemand zich bevindt. Of Cooper het zo zou stellen weet ik niet, maar zijn weigering om met Andrew Roberts te discussiëren en zijn openheid hierover, tonen aan dat hij zich op een bepaald niveau bewust is van deze dingen.
Iedereen die zich ooit in WOII heeft verdiept, weet dat het verhaal extreem complex is en dat er nauwelijks gemakkelijke antwoorden zijn. Maar zoals zo vaak het geval is met geschiedenis en actuele gebeurtenissen, is er aan de ene kant sprake van de diepgaande historische analyse die vanuit verschillende denkrichtingen komt, en aan de andere kant de mythos voor publieke consumptie, herdrukt in studieboeken, schoolboeken en kranten. De mythos is waar iedereen bij de gebeurtenis aan denkt - het stripverhaal. Sommige van deze historische verhalen vormen steunpilaren van de collectieve geest, van de denkruimte waarbinnen we op een bepaald moment functioneren. Het WOII-verhaal kan duidelijk als zo'n mythologische steunpilaar worden gezien.
Elke mythe, elke "absolute vooronderstelling," zoals de geweldige geschiedenisfilosoof R. G. Collingwood het uitdrukte, moet uiteindelijk, onder toenemende druk, wijken voor een nieuw verhaal om zich op te baseren en de Weltgeist voort te stuwen. Het zijn deze mythen en verhalen die het fundament vormen van de ruimere collectieve geest. Na het uiteenvallen van een reeks verhalen en de daaropvolgende korte periode van verandering, kunnen er interessante dingen gebeuren - mogelijkheden voor werkelijk begrip.
Ook het WOII-stripverhaal moest uiteindelijk op losse schroeven komen te staan en ik ben in ieder geval heel blij dat het op deze manier is gebeurd en de aandacht op Darryl Cooper heeft gevestigd. Ik kan niemand bedenken die het meer verdient om in de schijnwerpers te staan. Of je zijn ideeën nu waardeert of niet, zelfs als je denkt dat hij het over een heleboel dingen bij het verkeerde eind heeft, toont hij absoluut aan hoe de bestudering van geschiedenis zou moeten worden gedaan - vooral zijn vooruitstrevende historische geest springt eruit in tegenstelling tot de degenen die lijden aan het 'heisa-maken-syndroom.' Geschiedenis is slopend en nederig werk, afhankelijk van zowel het achterhalen van bronnen als het ontwikkelen van je geest. De dynamiek tussen Cooper en zijn tegenstanders bevat bovendien waardevolle lessen voor de filosofie van de geschiedenis en de verhouding tussen geesten in de tijd en ruimte.
Veel geluk, meneer Cooper. U doet het fantastisch.
Lees ook mijn essay, Hitler, the Ultimate Rorschach Test — The Rise of Nazism and How to Study History
Abonneer je of steun mijn werk met een betaald abonnement - dat wordt zeer gewaardeerd:
Voetnoten:
1. Dit sluit goed aan bij Ruppert Sheldrake's theorie van morfische velden en morfische resonantie, die stelt dat elke soort, ja zelfs elke subgroep, in verbinding staat met een sfeer van "gewoonten" die zijn bestaan definiëren. Deze algemene gewoonten kunnen geleidelijk worden veranderd door individuele inspanning, waardoor het voor anderen in de groep gemakkelijker wordt om hetzelfde te doen, zelfs zonder fysiek contact zoals wij dat gewoonlijk begrijpen.
Reacties van Lezers
voor onze Nieuwsbrief