Vlaggen bij het Congres
© Getty ImagesSupporters van Oekraïne
De uitkomst van de Amerikaanse verkiezingen zal niets veranderen, aangezien de koers al bepaald is

De Amerikaanse presidentscampagne van 2024 wordt gekenmerkt door een reeks ongekende gebeurtenissen. Deze omvatten rechtszaken tegen een kandidaat en familieleden van de zittende president, moordaanslagen op Donald Trump en, ten slotte, de ongekende situatie van Joe Biden die door zijn eigen partij uit de race werd gedwongen. Dit alles heeft de verkiezingsmarathon tot een buitengewone gebeurtenis gemaakt.

Ondertussen slaat de binnenlandse politiek in de VS over naar de rest van de wereld en dat draagt bij aan de groeiende ontevredenheid van de landen die de meerderheid van de wereld vertegenwoordigen voor wat betreft de intensieve pogingen van Washington om zijn leiderschap te behouden. Maar we zouden niet te veel belang moeten hechten aan de verkiezingsuitslag, aangezien het beleid tot behoud van Amerikaanse dominantie de belangrijkste strategie van beide kandidaten blijft.

De neo-conservatieve groep blijft vrij prominent aanwezig in de regerende Democratische Partij. Het wereldbeeld van deze groep draait om de gedachte dat macht het enige middel is om het leiderschap van de VS te behouden. Deze positie hangt niet af van persoonlijke houdingen en overtuigingen, maar is afgeleid van hun status binnen het politieke mechanisme. De toenmalige senator Biden stelde bijvoorbeeld ooit een groot aantal constructieve initiatieven voor in het Congres. Hij was onder andere tegen het NAVO-lidmaatschap voor de Baltische staten, zelfs zodanig dat zijn partijgenoten hem ervan beschuldigden dat hij zich te vredelievend opstelde ten aanzien van zijn buitenlands beleid.

Eenmaal in het Witte Huis volgde Biden echter strikt de gebruikelijke Amerikaanse logica van mondiaal leiderschap. De defensiebegroting onder zijn regering brak alle records van de afgelopen decennia. De consistentie van het Amerikaanse buitenlands beleid voor wat betreft de afschrikkingsstrategie ten aanzien van geopolitieke rivalen leidt ertoe dat we kunnen stellen dat de structurele confrontatie met Rusland en China zal worden voortgezet, ongeacht de verkiezingsuitslag. De dynamiek van deze confrontatie - in Oekraïne en rond Taiwan - zal worden bepaald door de militaire begroting, waarvan al een ontwerp klaar ligt dat zal worden goedgekeurd vóór de inauguratie van Bidens opvolger.

Tegen de achtergrond van de verkiezingscampagne is het bijzonder interessant te zien hoeveel scherper de retoriek is geworden en de mate waarin deze vol zit met pakkende, 'werkbare' initiatieven. Het plan van voormalig minister van Buitenlandse Zaken Michael Pompeo voor een "gedwongen vrede" in Oekraïne, waarin onder andere wordt voorgesteld om Kiev versneld bij de NAVO te betrekken "zodat de Europese bondgenoten de last van de verdediging dragen," werd positief ontvangen. Het resultaat van een dergelijk scenario zou een direct militair conflict tussen de NAVO en Rusland betekenen en is dus onwaarschijnlijk. Dergelijke uitspraken, die geen blijk geven van een systematisch begrip van de situatie, hoeven in principe niet van lange duur te zijn. De bedoeling van dit soort uitspraken is de mobilisatie van haviken binnen de gevestigde orde, alsook onder het electoraat, om te laten zien dat een geforceerde escalatie van het conflict een mogelijk scenario vormt. Hierbij moet worden opgemerkt dat Pompeo zich als minister van Buitenlandse Zaken heeft bewezen als een man die met gemak hoogdravende verklaringen aflegt die niet uitmonden in grootschalige acties. Toch verdient zijn uitspraak aandacht, gezien het feit dat er in de VS geen politieke kracht te vinden is die de uitkomst van de Oekraïne-crisis als een kans voor verzoening met Rusland zou beschouwen.

Aan de ene kant zal een voortzetting Washington in staat stellen om de Europese NAVO-leden te mobiliseren om de defensie-uitgaven te verhogen tot een nieuwe doelstelling van 3% van het BBP. In wezen betekent dit dat West-Europa meer Amerikaanse wapens zal kopen en zo het Amerikaanse militair-industrieel complex zal financieren. Aan de andere kant kan Rusland door actieve steun aan Oekraïne steeds dieper in een dure militaire campagne worden gesleurd, waardoor het probleem van afschrikking zonder directe confrontatie wordt opgelost.

De botsing van belangen tussen Washington en Kiev is in dit verband opmerkelijk. De Oekraïense regering, die zich er terdege van bewust is dat haar eigen middelen uitgeput zijn, probeert koortsachtig iedere mogelijkheid aan te grijpen om bovenaan het prioriteitenlijstje van de Westerse coalitie te blijven staan en handelt vaak - zoals in Koersk - nogal opportunistisch. Door het Westen een zichtbaar militair succes aan te bieden, hoopte Kiev het Westen te dwingen direct bij het conflict betrokken te raken. De Amerikanen zijn zich bewust van deze drang van Oekraïne, maar zijn niet geïnteresseerd in een dergelijk scenario.

Washington heeft Oekraïne nodig als proxy die het zo lang mogelijk kan gebruiken. Het nut van het land als instrument van het Amerikaanse buitenlandse beleid suggereert dat de Amerikaans-Russische crisis langdurig zal aanhouden. Tegelijkertijd zal de opwaartse trend van de Amerikaanse defensiebegroting niet veranderen, ongeacht de verkiezingsuitslag. Het Russische buitenlandse beleid en de militaire planning zijn dan ook gebaseerd op handhaving van de huidige militaire omstandigheden en voortzetting van de strategische rivaliteit met de VS, ongeacht wie de volgende Amerikaanse president wordt.

Zie: https://www.rt.com/news/605302-pay-devil-us-eu-ukraine/