
De VS bombarderen Jemen omdat Jemen handelt, overeenkomstig het internationaal recht, om de genocide en onrechtmatige belegering van Palestina een halt toe te roepen.
Dit is niet zomaar de opinie van de auteur. Het is een vaststelling van zowel de wet als de feiten.
Geen van deze feiten ziet u terug in de berichtgeving of het commentaar in Westerse media, laat staan in verklaringen van schuldige regeringen zoals de VS.
Omdat het plegen van genocide voor het oog van de wereld vereist dat de waarheid wordt onderdrukt en de wet wordt verdoezeld.
Maar het internationaal recht is duidelijk. Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) heeft vastgesteld, en de Algemene Vergadering van de VN (AVVN) heeft bevestigd, dat alle staten verplicht zijn om alle militaire en economische steun voor zowel de Israëlische bezetting van Gaza en de Westelijke Jordaanoever, inclusief Jeruzalem, als voor Israëls genocidale aanval op de bevolking van bezet Gaza te staken.
Deze wettelijke conclusies zijn geworteld in de voornaamste regels van het internationaal recht (de zogenaamde jus cogens- en erga omnes-verplichtingen), waaronder het verbod op genocide, agressie, het verwerven van grondgebied door middel van geweld en handelingen die het recht op zelfbeschikking schenden.
Alle staten zijn aan deze verplichtingen gebonden. Jemen heeft concreet gehandeld om aan deze verplichtingen te voldoen door een blokkade op te leggen aan schepen die het Israëlische regime in de Rode Zeehaven Eilat bevoorraden, en uitdrukkelijk als reactie op de door Israël afgedwongen belegering en genocide in Palestina.
Kortom, Jemen wordt meedogenloos gebombardeerd door de Verenigde Staten zodat Israël ongestraft zijn internationale misdaden in Palestina kan blijven begaan. Hierdoor schenden de VS zelf de rechtmatige uitspraken van het Internationaal Gerechtshof en zijn schuldig aan twee internationale misdaden: de ultieme misdaad van agressie en de misdaad van medeplichtigheid aan genocide.
De Jemenieten daarentegen vervullen in deze situatie de rol van verdediger van de mensenrechten en humanitaire interveniënt.
Het is zonder meer duidelijk dat het 'good guy-bad guy'-narratief van de Amerikaanse regering en haar onderdanige mediabedrijven haaks op de waarheid staat.
Een internationale oproep tot actie
De internationale alarmbellen over de genocide in Palestina begonnen in oktober 2023 te rinkelen en werden luider en luider naarmate de genocide voortschreed.
De 193 staten van de wereld reageerden op verschillende manieren.
Sommige, waaronder de VS, Groot-Brittannië, Duitsland en andere Westerse landen, schaarden zich achter Israël om de genocide actief uit te voeren.
Andere, ook voornamelijk Westerse landen, kozen voor medeplichtigheid aan de genocide door de genocidemachine te voorzien van brandstof, reserveonderdelen, diplomatieke dekking en andere benodigdheden.
Een groot aantal landen uit alle regio's koos ervoor om gewoon te zwijgen en passief te blijven, wat ook een schending van hun internationale wettelijke verplichtingen inhoudt om actief op te treden ter voorkoming en beëindiging van genocide en ter handhaving van het internationaal humanitair recht.
Een vierde groep landen keerde zich door middel van openbare verklaringen en diplomatieke actie in de Veiligheidsraad en de AVVN tegen het Israëlische regime of sloten zich aan bij rechtszaken voor het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof (ICC) tegen de daders, maar deed niets om de materiële steun aan het overtredende regime te beëindigen of om het Palestijnse volk te verdedigen tegen aanvallen van Israëlische soldaten en kolonisten.
Maar er is nog een andere groep, de kleinste van alle, die concrete stappen heeft ondernomen om actief aan de verplichtingen onder het internationaal recht te voldoen.
De belangrijkste daarvan zijn Zuid-Afrika, dat Israël voor het Internationaal Gerechtshof heeft gedaagd wegens genocide, en, in het bijzonder, Jemen.
Jemen (d.w.z. de hoofdstad en het overgrote deel van de bevolking die de facto onder controle staan van Ansar Allah, terwijl het zuiden onder controle staat van een rivaliserende groepering met VN-erkenning) kondigde als reactie op Israëls genocide in Palestina aan dat het de scheepvaart in de Rode Zee die en route was om het Israëlische regime te bevoorraden, zou blokkeren, zolang dat regime doorgaat met de belegering en genocide in Gaza.
Het gebruikt het knelpunt van de Bab al-Mandab (wat toepasselijk "Poort der Tranen" betekent), de smalle zeestraat tussen Jemen en Djibouti aan de monding van de Rode Zee.
Jemen begon in november 2023 met deze gerichte, gedeeltelijke blokkade door het enteren van een Israëlisch schip en hield de blokkade vervolgens vol tot de aankondiging van het meest recente staakt-het-vuren in Gaza, en hervatte de blokkade toen Israël het staakt-het-vuren verbrak en Gaza opnieuw onrechtmatig belegerde.
De Jemenieten hebben het zuiver humanitaire doel van de blokkade bewezen door deze in januari tijdens het staakt-het-vuren in Gaza volledig op te schorten en de hervatting ervan pas aan te kondigen toen Israël in maart het beleg en de grootschalige aanval op Gaza weer instelde.
Uiteraard konden schepen die het regime bevoorraadden de blokkade omzeilen door om Afrika heen te varen, maar dat betekende een aanzienlijke stijging van de vervoerskosten. Sommige schepen met bestemming Israël probeerden de blokkade te doorbreken en werden gewaarschuwd, geënterd, gevorderd of militair aangevallen door de Jeminitische (Houthi) strijdkrachten, evenals Westerse militaire schepen die de Jemenieten aanvielen of de blokkade trotseerden.
En de blokkade wierp vruchten af: meer dan 80% van de scheepvaart naar het Israëlische regime werd afgesneden, de Israëlische haven Eilat ging uiteindelijk failliet en de aanvoer via Ashdod (via het Suezkanaal) daalde, waardoor de bevoorrading van het regime aanzienlijk werd belemmerd.
Daarop startten de VS een grootschalige bombardementencampagne om Jemen aan te vallen, het armste land van de regio, een land dat ze nu al meer dan twintig jaar bombarderen, waarbij ze het internationaal recht schenden, burgers afslachten en de hongersnood, de medische crisis en de binnenlandse ontheemding verergeren. Daarbij worden Amerikaanse soldaten in gevaar gebracht, wordt een bredere regionale oorlog geriskeerd, worden in het proces miljarden dollars aan Amerikaans belastinggeld uitgegeven, terwijl men het eigen volk voorliegt over wat er allemaal gebeurt, en dit alles met het enige doel om te assisteren bij Israëls genocide in Palestina.
Jemen heeft het recht aan zijn zijde
Jemen heeft duidelijk het internationaal recht aan zijn zijde.
Ten eerste vormen volgens internationaal recht de Amerikaanse aanvallen op Jemen een misdaad van agressie.
Ze vallen niet onder de strikte vereisten van zelfverdediging van het VN-Handvest, ze worden niet toegestaan onder het Handvest en er wordt niet eens beweerd dat ze bedoeld zijn ter verdediging van jus cogens-regels, maar eerder "ter bescherming van de handel."
Ten tweede hebben zowel het Internationaal Gerechtshof als de Algemene Vergadering van de VN vastgesteld dat alle landen wettelijk verplicht zijn om hun steun aan het Israëlische bezettingsregime te beëindigen, alle producten uit de nederzettingen te verbieden en alle militaire, diplomatieke, economische, commerciële, financiële, investerings- en handelsbetrekkingen met de Israëlische bezettingsmacht te verbreken.
Daarnaast werd bevestigd dat alle staten de voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof in de genocidezaak tegen Israël moeten eerbiedigen, evenals hun verplichtingen als derde staten onder het Genocideverdrag om genocide te voorkomen en te bestraffen, moeten nakomen.
Dit omvat de verplichting van alle derde staten om alle middelen te gebruiken die tot hun beschikking staan om invloed uit te oefenen op de staat die mogelijk genocide pleegt en om ervoor te zorgen dat hun eigen acties dergelijke daden niet bevorderen of in de hand werken.
Zoals hierboven vermeld, vormen deze regels jus cogens (de hoogste, peremptoire normen waarvan niet kan worden afgeweken) en erga omnes (wat betekent dat ze bindend zijn voor alle staten, inclusief Jemen en de Verenigde Staten).
Bovendien zijn zowel Jemen als de VS op grond van de Verdragen van Genève van 1949 verplicht om alles te doen wat in hun macht ligt om te zorgen dat de bepalingen van deze verdragen door andere partijen, waaronder Israël, worden nageleefd.
Jemen voldeed aan deze verplichtingen en werd daarom door de VS aangevallen.
Omzeilen van de Amerikaanse belemmering van het internationaal recht
Dus, het principe erkennend dat landen verplicht zijn om zowel individueel als collectief op te treden om de genocide van Israël te stoppen en dat grove schendingen van het internationaal recht (bevoorrading van een regime dat zich schuldig maakt aan genocide, oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid, grove en systematische schendingen van de mensenrechten) plaatsvinden in of nabij gebieden die het controleert, heeft Jemen actie ondernomen om deze schendingen een halt toe te roepen.
Natuurlijk zullen verdedigers van de Amerikaanse aanvallen het recht van Jemen om in te grijpen, betwisten door te beweren dat (1) Ansar Allah in Jemen niet erkend wordt als een staatsautoriteit en (2) de Veiligheidsraad Jemen geen toestemming heeft gegeven om geweld te gebruiken.
Jemen is inderdaad een verdeeld land, met rivaliserende groepen die verschillende delen van het land controleren. Hoewel het land het grootste deel van zijn postkoloniale geschiedenis verdeeld was, begon de huidige crisis in Jemen met de protesten van de Arabische Lente in 2011. Net als in Syrië werden deze protesten neersabeld en ontaardden vervolgens in een burgeroorlog die al minstens sinds 2015 gaande is.
De verwoestende effecten van het conflict werden aanzienlijk verergerd door meedogenloze Amerikaanse en Saoedische aanvallen en blokkades, waardoor een situatie ontstond waarin Jemen, voordat de Palestijnse genocide in 2023 losbarstte, door internationale organisaties werd bestempeld als de ergste humanitaire ramp ter wereld.
Als gevolg daarvan wordt het zuiden van het land gedomineerd door de door de VN erkende Presidential Leadership Council, die ook gesteund wordt door het Westen en de Golf-monarchieën.
De Supreme Political Council van Ansar Allah controleert echter de hoofdstad Sanaa, wat de grootste stad is, het hele noordelijke grondgebied van Jemen, 80% van de bevolking van het land en de strategische regio van de Bab al-Mandab.
Als zodanig vormt het door de Houthi's gecontroleerde Jemen de facto de machtigste entiteit. En deze entiteit grenst ook aan de Bab al-Mandab en heeft de feitelijke capaciteit om de humanitaire blokkade uit te voeren.
Dit "vermogen om invloed uit te oefenen" suggereert een verhoogde verantwoordelijkheid om op te treden, vooral in het geval van genocide zoals erkend werd door het Internationaal Gerechtshof. Aangezien er dus zowel een (verhoogde) plicht om te handelen als een vermogen om te handelen bestaat, kan redelijkerwijs niet worden gezegd dat het feit dat het land verdeeld is, bepalend is in een zaak waar sprake is van onder andere genocide.
En zelfs als ontkend zou worden dat het door Ansar Allah gecontroleerde Jemen een staat is, dan nog hebben ook niet-statelijke actoren, waaronder gewapende groepen, verplichtingen op grond van het internationaal recht, niet in de laatste plaats regels van het internationaal humanitair recht.
Wat betreft het gebrek aan toestemming van de Veiligheidsraad: de VN-Veiligheidsraad werd door de VS als partij bij het conflict volledig buiten werking gesteld en als gevolg daarvan staat de VN-Veiligheidsraad met betrekking tot de situatie in Palestina machteloos. (Weer zo'n voorbeeld van de vernietiging van de internationale rechtsorde door de VS ten behoeve van dit ene onderdrukkende buitenlandse regime).
Maar omdat de VN-Veiligheidsraad zijn mandaat krijgt op grond van het VN-Handvest, een verdrag dat zelf deel uitmaakt van het internationaal recht, is het onderworpen aan het internationaal recht en staat er niet boven. En zowel het verbod op genocide als het recht op zelfbeschikking zijn jus cogens- en erga omnes-regels. Dit zijn de hoogste internationale rechtsbeginselen, peremptoire normen, universeel en niet-opschortbaar. De Veiligheidsraad kan deze regels van het internationaal recht niet terzijde schuiven.
En als actie door de VN-Veiligheidsraad jus cogens-regels niet kan overstijgen, dan kan niets doen of nalaten door de VN-Veiligheidsraad jus cogens-regels niet overstijgen (of uitwissen), aangezien deze onder alle omstandigheden van kracht blijven.
Eenvoudig gezegd, jus cogens- en erga omnes-regels van internationaal recht zijn niet afgeleid van, kunnen niet worden overtroffen door, en zijn niet afhankelijk van het gezag van de Veiligheidsraad.
Bovendien heeft de internationale gemeenschap van staten in dit geval haar intenties kenbaar gemaakt door de AVVN-resolutie over de implementatie van de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof in Palestina aan te nemen.
En dit was geen gewone resolutie, maar een die werd aangenomen (1) met een overweldigende meerderheid en (2) onder de versterkte bevoegdheden van een speciale spoedzitting die werd bijeengeroepen onder de zogenaamde Uniting for Peace-resolutie, bedoeld om de obstructie van het veto in buitengewone omstandigheden zoals deze te ondervangen.
Het spreekt voor zich dat Jemen ook het recht op zelfverdediging heeft tegen gewapende aanvallen van de VS, net als alle andere landen, volgens artikel 51 van het VN-Handvest. En de aanvallen van de VS op Jemen duren nu al tientallen jaren.
Bovendien kan Jemen voor sommige van zijn acties aanvoeren dat het bezig is met het handhaven van het zeerecht in zijn territoriale wateren, waarvoor over het algemeen geen toestemming van de VN-Veiligheidsraad vereist is. Sterker nog, de Amerikaanse kustwacht onderschept, entert en neemt schepen in beslag, zelfs in internationale wateren, enkel op verdenking van veel minder ernstige overtredingen, waaronder verdenking van drugssmokkel. En bestaat er een meer belangrijke maritieme wetshandhavingstaak dan het stoppen van genocide?
En inderdaad, zelfs als dit zou worden aangevochten onder de regels van het zeerecht (het internationale verdrag dat Jemen overigens heeft geratificeerd, maar dat de VS weigeren te ondertekenen of te ratificeren), dan nog handelen de Jemenieten volgens internationaal recht zoals uitgesproken door het Internationaal Gerechtshof, versterkt door de AVVN-uitvoeringsresolutie en vastgelegd in verdragen waarbij Jemen partij is (waaronder het VN-Zeerechtverdrag, het Genocideverdrag en de Verdragen van Genève).
Wetteloosheid of rechtszekerheid
Natuurlijk, als de VS niet akkoord gaan, is hun juridische remedie om een geschil voor te leggen aan het Internationaal Gerechtshof of, als alternatief, om de Algemene Vergadering van de VN te verzoeken een advies van het Internationaal Gerechtshof over de kwestie te vragen. Maar de VS hebben geen wettelijk recht om oorlog tegen Jemen te voeren.
En de wet is duidelijk: alle staten, inclusief Jemen en de VS, hebben de plicht om de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof en zijn gezaghebbende interpretaties van het internationaal recht te eerbiedigen. Het Internationaal Gerechtshof heeft al verschillende duidelijke conclusies geformuleerd over het recht dat alle derde landen bindt, eerst in het advies over de apartheidsmuur van Israël, vervolgens in een reeks voorlopige maatregelen in de genocidezaak tegen Israël en tenslotte in zijn advies over de Israëlische apartheid en illegale bezetting van Palestina.
Bevoorrading, het faciliteren van bevoorrading, of nalaten te handelen om de bevoorrading van de Israëlische bezetting van Palestina of van de genocide in Palestina te stoppen, leveren grove schendingen van het internationaal recht op.
Jemen voldoet aan deze verplichtingen. De VS schenden ze.
Zie: https://mondoweiss.net/2025/04/yemen-is-acting-responsibly-to-stop-genocide-and-the-u-s-is-bombing-them-for-it/
Commentaar: De VS trapten regelrecht in Israëls val.