suiker
© Getty Images/iStockphoto
De suikerindustrie betaalde in de jaren '50 en '60 wetenschappers om de link tussen suiker en hart- en vaatziekten te verdoezelen. Daardoor werd vet (niet helemaal terecht) de nieuwe zondebok. Dat blijkt uit een oud document dat nu in JAMA Internal Medicine gepubliceerd werd.
Tot enkele jaren geleden werd gedacht dat vet de belangrijkste oorzaak was van hart- en vaatziekten. Vandaag weten we echter dat suiker een grotere risicofactor vormt voor het probleem. Het bleef wel onduidelijk waarom we zijn gaan geloven in de mythe van ongezond vet, want elk oud onderzoek dat concludeerde dat dit de hoofdveroorzaker is van hart- en vaatziekten wordt vandaag onderuit gehaald. Na een recente publicatie is de fout wel te begrijpen: de voedingsindustrie manipuleerde het wetenschappelijk onderzoek op grote schaal.

Cristin Kearns en drie collega's doken uitgebreid in archiefstukken uit de jaren '50 en '60 om de rol van de voedingsindustrie in onderzoek over voeding te bestuderen. Daarbij troffen ze bewijzen aan van een stevige inmenging door de Nutrition Foundation, een handelsorganisatie met belangen in suiker. Die initieerde niet enkel de onderzoeken om zo suiker vrij te pleiten als grote risicofactor bij hart- en vaatziekten, maar betaalde ook de onderzoekers voor hun werk.

Voordat de branchevereniging zich ging mengen met het onderzoek, zaten hartwetenschappers op het spoor van suiker en vet. Daarna richtten ze zich bijna uitsluitend op de rol van vet en cholesterol. Drie Harvard-hoogleraren kregen in het totaal 50.000 (hedendaagse) dollars voor een review waarin ze de rol van suiker in verband met hart- en vaatziekten minimaliseerden. De auteurs vermelden in hun publicatie in de New England Journal of Medicine in 1967 wel dat ze steun hadden gekregen van de Nutrition Foundation, maar ze zeiden er niet bij dat de organisatie hen vooraf geselecteerd had en hen betaalde.

Voedingsaanbevelingen

De betreffende onderzoekers zijn niet meer in leven, maar hebben de jaren die volgden op hun publicatie wel nog belangrijke rollen gespeeld. Een van de drie wetenschappers, Mark Hegsted, werd bijvoorbeeld een leidinggevende in het United States Department of Agriculture, waar hij in 1977 de krijtlijnen tekende voor de federale voedingsaanbevelingen.

Het is niet helemaal duidelijk of deze drie onderzoekers hun onderzoek bewust aangepast hebben aan hun opdrachtgever. Feit is wel dat ze hun financiers niet hebben teleurgesteld. Ook zeker is dat vijf decennia van onderzoek over de rol van voeding in hartaandoeningen en heel wat van het dieetkundig advies van vandaag grotendeels gevormd werd door de suikerindustrie.