Nieuwuur propaganda
Na de MH17-vliegramp viel het op dat de Nederlandse media nauwelijks kritische vragen stelden. Mensen die wel vragen stellen, worden gemarginaliseerd en uit het systeem gefilterd.

Journalist Stan van Houcke schetste tijdens een debat in De Balie in Amsterdam afgelopen week de situatie die na de tragedie ontstond.

Krijgen journalisten geld van de overheid om in ruil daarvoor propaganda te verspreiden?

Veel ophef

In 2014 verscheen journalist en historicus Hubert Smeets aan tafel in het programma Nieuwsuur.

Dezelfde Hubert Smeets (NRC) die bijna 300.000 euro kreeg van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor Raam op Rusland, een platform over Rusland en Oekraïne.

Over de subsidie ontstond veel ophef in Den Haag en de SP stelde er Kamervragen over.

Smeets zei in Nieuwsuur over voorzitter van de buitenlandcommissie van het Russische parlement Alexei Poesjkov, die vlak daarvoor vraagtekens had gezet bij Russische betrokkenheid:
Hij is getrouwd met een actrice. Dat zou hij ook zelf goed kunnen denk ik.

Ik ben geen specialist als het gaat om technisch onderzoek. Dus ik klets misschien ook een beetje uit mijn nek.

Misschien is het gewoon een klassieke Russische koers om verwarring te zaaien. Dat weten wij niet, want wij zijn natuurlijk niet bij het onderzoek betrokken.

Het kan zijn dat hij inderdaad pressie wil uitoefenen of misschien zelfs intimidatie.

Suggestieve opmerkingen

Al deze suggestieve opmerkingen worden niet gedekt door feiten, merkte Van Houcke op. "Hoe komt die man in Nieuwsuur terecht?"

Hij noemde ook Bas Heijne (NRC), die net de P.C. Hooft-prijs heeft gekregen. Binnen vier dagen nadat MH17 was neergestort schreef Heijne:
De terreurdaad met het vliegtuig van Malaysia Airlines is het moment voor Nederland om eens te stoppen met de knuffelhouding tegenover Rusland.
"Hij had geen enkel, maar dan ook geen enkel bewijs," aldus Van Houcke. "Vier dagen na deze gebeurtenis criminaliseerde en demoniseerde hij Rusland."