One Road One Belt
Het tijdperk waarin de Verenigde Staten het alleen voor het zeggen hadden in de wereld lijkt ten einde te lopen. Haar mislukte poging om de regering in Syrië omver te werpen zal misschien wel de geschiedenis in gaan als het kantelpunt in de transitie naar een multipolaire wereld. Opkomende machten als China en Rusland hebben hun krachten gebundeld en durven vaker tegengas te geven, waarbij ze steeds meer bondgenoten aan zich weet te binden.


Met het One Belt One Road (OBOR) programma en de lancering van de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB) bundelt China de economische krachten op het Aziatische continent, terwijl de Shanghai Cooperation Organisation (SCO) de militaire samenwerking tussen deze landen moet versterken. Ondertussen worden landen als Iran, Turkije en Syrië door Rusland voorzien van de meest geavanceerde S-300 en S-400 luchtafweersystemen.

Multipolaire wereld

Los van elkaar lijken dit geen significante gebeurtenissen, maar als je van een grotere afstand kijkt zie je dat het Aziatische machtsblok van China en Rusland steeds meer tegenwicht begint te bieden aan de imperialistische ambities van de Verenigde Staten. Het ingrijpen van Rusland in Syrië heeft duidelijk gemaakt dat er niet meer één supermacht is die bepaalt wat er in de wereld gebeurt. Syrië werd bijna verwoest, maar kon er dankzij hulp van bondgenoten als Rusland, Iran en China toch weer bovenop komen. Het mislukken van de 'regime change' in Syrië heeft andere landen in de wereld het vertrouwen gegeven om hun eigen pad te volgen, ook als dat tegen het belang is van de Verenigde Staten.

In het verleden probeerde Irak onder leiding van Saddam Hussein olie in euro's verhandelen, terwijl de Libische kolonel Ghaddafi olie in een nieuwe door goud gedekte valuta wilde verhandelen. Deze initiatieven werden door de Verenigde Staten geblokkeerd, maar het is de vraag hoe lang dit soort initiatieven overdrukt kunnen blijven. De laatste jaren zien we dat de Amerikaanse sancties tegen verschillende landen steeds vaker contraproductief werken. Iran werd door Amerikaanse sancties tegen het nucleaire programma enige tijd afgesloten van het Amerikaanse financiële systeem, met als resultaat dat het land haar olie vandaag de dag niet meer in dollars, maar in euro's afrekent. De euro is momenteel zelfs de belangrijkste internationale handelsmunt van het land.


Als er een schaap over de dam is...

Drie weken geleden schreef ik in mijn column dat Amerikaanse sancties tegen Venezuela tot een vergelijkbare uitkomst zouden kunnen leiden. Door afsluiting van het Amerikaanse banksysteem zou het land kunnen overwegen olie in euro's of yuan af te rekenen. En inderdaad, afgelopen woensdag maakte de regering van Maduro haar plannen bekend om olie voortaan in euro's af te rekenen en handelaren aan te sporen alle banktegoeden om te zetten naar euro's. Ook vermeldt Venezuela de prijs van een vat olie sinds vrijdag in Chinese yuan, terwijl die prijs voorheen in dollars genoteerd stond.

Misschien is de impact van deze maatregelen gering, maar het mag duidelijk zijn dat de monopoliepositie van de Amerikaanse dollar als wereldmunt op de langere termijn plaats zal maken voor een systeem van verschillende handelsmunten. Mijn verwachting is dat de euro daarin een niet te onderschatten rol zal gaan spelen...