Marjan Cauwenberg bracht in de afgelopen zomer een aantal weken door in Griekenland, en trok er daar op uit om met eigen ogen te zien hoe het er aan toe gaat. Het inspireerde haar tot het schrijven van een aantal artikels, die we de lezers van Ander Europa graag aanbieden. In een eerste bijdrage komt ze terug op een weinig gemediatiseerd verband tussen Guy Verhofstadt, voorzitter van de liberale fractie in het Europees Parlement, en de privatiseringen die aan Griekenland worden opgelegd .Kort na het 'akkoord' over het nieuwe memorandum lekte voorzitter van de Eurogroep Jeroen Dijsselbloem zelf een lijst van 40 staatsbedrijven die de Griekse regering in de komende maanden moet verkopen. Een daarvan is het staatsbedrijf EYATH dat de watervoorziening in Thessaloniki, de tweede grootste stad van Griekenland, beheerst. Dat is tegen de opvatting van de meerderheid van de Europees parlement die vindt dat overheden niet gedwongen mogen worden hun watervoorziening te privatiseren. Voor landen met schulden gelden duidelijk andere regels.
De privatisering van EYATH dateert al uit vorige memoranda, en eigenlijk zit ze al in de finale fase, met nog twee consortia die het contract binnen kunnen halen. Het ene is Europa's tweede grootste waterbedrijf Suez, het andere Mekorot, een Israëlisch bedrijf. Ironisch genoeg is het eerste voor 25% in eigendom van de Franse staat, het tweede is zelfs voor 100% een staatsbedrijf. Een 'privatisering' is het dus nauwelijks te noemen. President Hollande bezocht in 2013 de toenmalige Griekse premier Samaras en liet hem toen al weten "geïnteresseerd te zijn in het water, het openbaar vervoer en de energiemarkt." "In het kader van de opgelegde privatiseringen zijn het dus veeleer andere staten die onze winstgevende en gezonde staatsbedrijven voor een prikje komen opkopen", zegt Yiorgos Archontopoulos, werker bij EYATH en lid van Sostetonero, de beweging die zich verzet tegen de privatisering.
Commentaar: Nog een voorbeeld van aasgierenpolitiek. Luister hier wat Peter Brabeck, CEO van Nestlé, bekend vanwege zijn niet zo ethische standpunten te zeggen heeft over water. Hij vindt namelijk ook dat het geen mensenrecht is.