© Landover Baptist Church
De Europese heksenjachten van de 15e tot 17e eeuw waren gericht tegen heksen die verantwoordelijk werden gehouden voor epidemieën en mislukte oogsten die samenhingen met de dalende temperaturen van de Kleine IJstijd.
De "consensus" in die tijd werd gevormd door de overtuiging dat kwaadaardige mensen een negatieve invloed hadden op het klimaat en de weerpatronen. Hoe griezelig veel lijkt dat idee op de huidige, vaak herhaalde mantra dat menselijke activiteiten het klimaat bepalen en leiden tot catastrofale gevolgen?© CO2 Coalition
De eerste grootschalige Europese heksenjachten vielen samen met dalende temperaturen toen het continent overging van de bevorderlijke warmte van de Middeleeuwse Warme Periode (850 tot 1250 n.Chr.) naar een toenemende koude, die in de 13e eeuw een aanvang nam. Deze koude luidde een tijdsspanne van bijna vijf eeuwen in van oprukkende berggletsjers en langdurige perioden van regenachtig of koel weer. Deze door de natuur veroorzaakte klimaatverandering ging gepaard met mislukte oogsten, honger, stijgende prijzen, epidemieën en massale ontvolking.
© CO2 Coalition
Grote systematische heksenvervolgingen begonnen in de jaren 1430 en werden later in die eeuw opgevoerd door Heinrich Kramer, een Dominicaanse broeder uit de Elzas en pauselijk Inquisiteur. Op aandringen van Kramer vaardigde paus Innocentius VIII een encycliek uit, waarin de vervolging en uitroeiing van weerzinwekkende heksen door dit pauselijk edict werden vastgelegd. De ergste misbruiken van de Inquisitie en latere systematische heksenvervolgingen werden gedeeltelijk door dit decreet bekrachtigd.
Deze eerste periode van koelere temperaturen en mislukte oogsten duurde tot de eerste paar decennia van de 16e eeuw, toen een lichte opwarming gepaard ging met verbeteringen van de oogsten. Het moge duidelijk zijn, dat de pogrom tegen de heksen die het weer konden veranderen succesvol was geweest!
Helaas voor de mensen in de late Middeleeuwen maakten de veertig jaar van lichte opwarming plaats voor een ernstiger periode van afkoeling. De zomer van 1560 bracht een terugkeer van koude en nattigheid, die leidde tot een ernstige afname van de oogsten, mislukte oogsten en een toename van kindersterfte en epidemieën. Vergeet niet dat dit een agrarische cultuur was, die bijna volledig afhankelijk was van de jaarlijkse oogst om te overleven.
Eén slechte oogst kon nog worden doorstaan, maar achtereenvolgende mislukkingen zouden verschrikkelijke gevolgen hebben, en dat gebeurde dan ook.
Commentaar: Meer van Matthew Ehret: